Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
25-04-2025
25 april 2025 - Baclain
De wandeling. Gouvy heeft in samenwerking met het NGI een wandelkaart uitgegeven met niet minder dan 36 lussen in alle deelgemeenten van het uitgestrekte grondgebied. We trekken naar Baclain, waar we wandeling 28 zullen volgen: Les Masotais. Die Masotais (vaker met dubbele s) zijn kleine, kabouterachtige en vrij kwaadaardige wezentjes en we zijn er inderdaad onderweg ook wel wat tegengekomen, zij het dan alleen op schildjes die blijkbaar voor een aanvullende bewegwijzering zorgen voor een wandeling die voor de rest goed te volgen is dankzij rode rechthoeken, die oordeelkundig zijn aangebracht. De wandeling is net geen 8 km lang, de TWQ bedraagt 71%, hoofdzakelijk mooie boswegen, die er na de recente regen al vrij modderig bij lagen. Gelukkig bezorgen de olifanten in die gevallen voor alternatieve paadjes. En wie wil genieten van weidse vergezichten over prachtig golvende weiden, moet zeker zijn kans wagen in Baclain.Kaart.
We kruisten de Ruisseau du Wé de Halleux drie keer! Elke ontmoeting was een verademing.
Buiten het bos werden we getrakteerd op adembenemende panorama's.
In juli 2022 stapten we vanuit Cherain en passeerden zo ook in Baclain. Drie jaar later stond dezelfde bus weer op krek dezelfde plaats!
De stafkaarten. 55/7-8 Odeigne (2017) - 56/5-6 Gouvy (2017)
Hoe we er geraakten. Dit was nog eens een echte expeditie met het OV en als we die dag niet hopeloos in de knoei wilden geraken, moesten we de bus van lijn 89 om 10:36 in Gouvy kunnen nemen. Gouvy is nu wel al enkele jaren om het uur bereikbaar, maar verder gaat het absoluut niet frequent met de bus. En dus bouwen we - ondanks het vroege uur - toch reserve in: ik vind de aansluiting van de IC uit Oostende naar de IC naar Luxemburg absoluut onbetrouwbaar en om het nog erger te maken wordt die alleen maar verzekerd als de vertraging minder is dan 5 minuten. En dus verkiezen we de IC naar Welkenraedt boven die naar Eupen. Voor de terugrit ligt het eenvoudiger, al houden we ook nu rekening met een eventuele vertraging van de IC uit Luxemburg bij aankomst in Liège-Guillemins. Maar de gevolgen daarvan zijn futiel…
Een beetje geschiedenis. We stapten in 2022 al in Cherain en toen kwamen ookde gebruikte buslijnenter sprake. Wel even doorscrollen naar onder tot Cherain.
Toch nog even de focus op lijn 89. Dit is een relatief jonge lijn, want ze kwam er pas op 09.01.1995. Ze werd toen nog als bus express geafficheerd, maar ondertussen is ze gewoon een directe lijn die alleen stopt aan de haltes in de dienstregeling. In wezen is er maar één belangrijke wijziging sinds 1995: toen reden alle bussen langs het station van Gouvy, dt is nu niet meer voor alle ritten het geval: in de richting Vielsalm blijft er zelfs maar één rit meer over die het station van Gouvy bedient.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3205 (IC FDR)
07:02 07:14
+1
76033 (FML) - 73040 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0406 (IC GWK)
07:28 08:31
+1
1881 (NK) - 61073 (LK)
M6
controle: J
Liège-Guillemins - Gouvy
5309 (IC lux)
09:07 10:21
+4
08537 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Gouvy - Baclain
[89] (Bastogne)
10:36 10:47
+2
ab4516
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
-
Baclain - Vielsalm
[89] (Vielsalm)
13:12 13:30
-1
ab4516
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
Vielsalm - Liège-Guillemins
5334 (IC FL)
13:52 14:55
stipt
08537 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0537 (IC FSD)
15:02 15:51
+3
1857 (FSD) - 73030 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1937 (IC FTY)
16:01 16:24
+8
1833 (FSD) - 61061 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. Het ziet er eigenlijk al meteen onheilspellend uit: de werken op lijn 43 tussen Rivage en Angleur duren langer dan voorzien en dus wordt het gokken dat dit probleem toch snel opgelost raakt. Er is trouwens nog een tweede probleem in het Luikse: tussen Guillemins en Saint-Lambert ligt het verkeer stil, door een tussenkomst van de ordediensten. Volgens L'avenir is er brand uitgebroken in een trein en dus rijden er geen treinen tussen Guillemins en Saint-Lambert. We vertrekken met een bang hartje, maar uiteindelijk zal het allemaal nog meevallen. IC 3205 en 406 rijden zo goed als stipt en dan wordt het afwachten hoe het zit met IC 5309. De normale toestand op lijn 43 is ondertussen hersteld, maar in Liège kunnen we nog veel vertragingen optekenen richting Herstal en verder. IC 5328 die onze IC 5309 wordt, heeft wel wat vertraging, maar erg omineus ziet het er niet uit. Alleszins minder dan wat je uit de aankondigingen kunt afleiden: "onze" trein staat aangekondigd als die van 8:07, pertinent fout, en ook de werken lijken nog niet beëindigd, al zijn ze allang verdwenen uit de app. Doordat de sporen wat langer bezet blijven, moet onze IC binnenkomen op bezet spoor en ja, dat veroorzaakt bijkomende vertraging. We zullen uiteindelijk met "maar" 4 minuten vertrekken en er is dus zeker nog geen man overboord. In Aywaille is het wel wachten op een tegemoetkomende IC met meer dan 20 minuten vertraging. Onze vertraging was ondertussen geslonken tot 1 minuut, maar nu tekenen we weer 5 minuten op. Als we in Gouvy op de bus staan te wachten, merken we dat een bus van lijn 163c ongeveer gelijk met de onze naar Bastogne zal vertrekken, maar voor ons is de enige bruikbare de 89. Overigens, in Gouvy lijkt nooit wat te veranderen, zelfs Aribus functioneert hier nog! Die bus van lijn 89 is een van de ritten die ook het station van Gouvy bedienen. Voor ons is dat al enkele keren erg handig geweest. Het is een directe bus, die al bestond lang voor de TEC met expressbussen uitpakte. Dat is een subtiel verschil: deze direct, noch de bekendere expressbussen bedienen ver van alle halten, maar er is wel een tariefverschil: voor de express betaal je meer. De bus rijdt met enkele minuten vertraging, en er is niet zoveel tijd tussen aankomst en vertrek terug in Baclain, maar het zal toch wel lukken.
De terugrit gebeurt ook met een 89, maar deze rijdt niet langs Gouvy. Dat zorgt meteen voor een complexe halte-inplanting, maar met de middelen van tegenwoordig is dat geen probleem. Overigens hangt aan het haltebord een duidelijke dienstregeling. Hoe anders zou dit zo vele jaren geleden geweest zijn met de rood-witte haltebordjes? Deze bus bedient het vluchtelingenasiel van Courtil. Lang geleden was dit een legerdomein maar nu zijn de instappers uitsluitend vluchtelingen die de desolaatheid van het kamp van Courtil willen ontvluchten en daarvoor maar enkele keren per dag gebruik kunnen maken van deze buslijn.
Veel valt er over de terugreis niet te vertellen: in Vielsalm zijn er veel reizigers: de meeste mensen die in Courtil in de bus gestapt zijn en een groep leerlingen met leraars die deze laatste dag voor hun vakantie gevuld gekregen hebben. We komen stipt in Liège aan en bereiken tegelijk met de IC naar Oostende perron 2. Eenmaal in de trein roept een tbg om dat er achteraan de trein nog veel vrije zitplaatsen zijn. En een bedelaar die ons papieren zakdoekjes wil aansmeren, zorgt voor wat afwisseling tussen Leuven en Brussel-Noord. Zijn modus operandi doet me terugdenken aan een novelle van Cyriel Buysse die ik jaren na elkaar voorgelezen en besproken heb in het 4de jaar humaniora. Peetje Raes staat aan het hoofd van een bedelbende maar in plaats van te bedelen, bidden ze voor de inwoners van de huizen waar ze aankloppen. Niet ingaan op het gebed zou wel eens een vloek over hen kunnen afroepen en dus werd er mild geschonken. Ook deze bedelaar heeft een afbeelding van het Heilig Hart van Jezus op zijn begeleidende briefje, maar in deze geseculariseerde wereld komt er nog nauwelijks respons op. (Ik schreef net dat ik deze novelle jaar na jaar voorgelezen heb en ik hoor sommigen al denken: weer zo eentje die jaren na elkaar hetzelfde riedeltje declameerde. Ik kan je verzekeren dat de jarenlange herhaling tot een ongelooflijk groeiend inzicht in de aangeboden leerstof met zich meebrengt. Een van de mooiste momenten was dan ook die leerling die na de les even bleef hangen en zei: je kunt zien en horen hoe je achter deze tekst staat. Dat kon alleen doordat ik elk jaar opnieuw dieper in de tekst ondergedompeld werd… Elk jaar hetzelfde vertellen heeft dus meer voor- dan nadelen…) IC1937 gaat redelijk vlot door de NZV, maar snel gaat het pas als hij in Lot op lij 96E terechtkomt: tot daar is hij gehinderd door S 3786, die we in Buizingen inhalen. Met 8 minuten noteert deze IC 1937 de enige noemenswaardige vertraging van de dag.
De treinlectuur. Bret EASTON ELLIS, Lunar Park. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
Magistraten die leren van de vakbonden… wie had dat ooit kunnen denken?
Uitgedrukt… Zo stom als 't paard van Christus, en dat was een ezel… Spreekt voor zichzelf, zeker?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het is altijd bang afwachten wat het wordt met een compostelaroute, maar het deel Gits - Beitem van de Via Brugensis ziet er veelbelovend uit. Langs de Onledebeek lijkt nl. volgens de topografische kaart een niet-verharde weg (onderbroken streepjes) te lopen, wat meteen zou kunnen betekenen dat een flink deel van de route toch zeer wandelvriendelijk is. Spijtig genoeg heeft een of andere Roeselaarse mandataris in het kader van de ontharding van Vlaanderen dat hele traject laten betonneren, niet zomaar een streepje beton maar een heuse fietssnelweg, waar fietsers van allerlei slag het rijk voor zich alleen hebben. De wandelaars springen wel op tijd weg… Dat is trouwens niet het enige minpunt: toen ik thuis het gpx-bestand op dekaart zette, viel op hoe we bijna voortdurend in de buurt van gebouwen liepen, al dan niet onderdeel van de Roeselaarse industrie. We kwamen aan een TWQ van 31%, maar de trage wegen waren op het lijf van de vele fietsers geschreven en waren weinig interessant voor de wandelaar. We quoteerden met een povere 7/20. En dat voor de hele 19km. De echt mooie stukjes waren op een hand te tellen en bij wijze van spreken nooit meer dan een handpalm groot: het Bos ter Kerst, de buurt van de kleiputten, de bedding van lijn 65…
We volgden de Onledebeek langere tijd, maar dit was ongeveer de enige fotogenieke plek.
De oude bedding van lijn 65 blijkt gelukkig een aangenaam wandelpad te zijn.
Het weer. Licht bewolkt en zeker in het begin nog een frisse wind.
De stafkaarten. Het centrum van Gits ligt nog net op kaart 20/3-4 (Torhout). Het leeuwendeel van de tocht vind je terug op kaart 20/7-8 (Roeselare) en Beitem ligt nog net op kaart 28/3-4 (Zonnebeke). De eerste twee kaarten uit 2016, de laatste uit 2017. Als wandelaar heb je niet zoveel aan de kaart van Roeselare door de vele wijzigingen, toch wat de gevolgde route betreft.
Hoe we er geraakten. Veruit de beste verbinding loopt via Roeselare, maar door de werken tussen Burst en Denderleeuw is de rechtstreekse IC Brussel - Roeselare - Brugge - Oostende opgesplitst en dus wordt het zoeken naar andere mogelijkheden. Omdat het een relatief lange tocht is willen we wat vroeger vertrekken en dus vallen we terug op de Railpass. In eerste instantie dachten we aan een verbinding via Brugge, met de IC 2830 naar Knokke, maar - je weet het nooit - als IC 3407 op tijd zou rijden, zouden we met IC 429 naar Kortrijk reizen en daar overstappen op de geamputeerde IC naar Oostende. De terugrit zou dan via Kortrijk verlopen - al was het maar om de kusttreinen in deze paasvakantie te vermijden - en daar maken we dan dankbaar gebruik van de rechtstreekse IC 3218.
Een beetje geschiedenis. Beitem kan terugkijken op een reizigersdienst van 1889 tot 1950. In 1889 werd nl. een spoorlijn geopend die Roeselare verbond met Menen en Frankrijk. De tabel van lijn 63 toont aan dat je dat laatste wel erg ruim moet nemen, al waren er geen doorgaande ritten. Maar blijkbaar was de Europese gedachte toen meer aanwezig dan tegenwoordig… Later zou er een tabel 66A in het spoorboekje worden opgenomen, met als eindpunt Roubaix en Lille. Net voor WO II kreeg de lijn haar definitieve nummer 65. De treinen werden toen al uitgevoerd met autorails, wat inhield dat er alleen derde klas aangeboden werd. Dat was ook nog het geval toen in 1950 de reizigersdienst opgeheven werd. Op dat moment reden er nog 8 ritten van maandag tot zaterdag en 6 op zondag. Maar blijkbaar moest de lijn eraan geloven, zoals zoveel andere regionale lijnen in de jaren 1950. Uiteraard kwam er wel een vervangingsbus: lijn 65, met 2 varianten, één rechtstreeks van Roeselare naar Beitem en zo naar Menen, een andere via Dadizele, Slijpe en Moorslede. Vanaf 1972 wordt de bus 65a genoemd, zoals dat voor alle vervangingslijnen op dat moment geldt: lijnnummer, aangevuld met een kleine letter, ook als er geen spoorlijn 65 of een buslijn 5b meer bestaat. Met de invoering van de basismobiliteit komen er twee varianten van de verbinding Roeselare - Menen: 54 en 55. Met de basisbereikbaarheid komt daar een einde aan. Lijn 54 rijdt voortaan tussen Roeselare en Menen, tussen Roeselare en Beitem zelfs elk half uur. Het verlies van de variant wordt opgevangen door een flexbus en door twee schooldiensten al komen die niet door Beitem (541 en 542).
Wij stapten een kort eind langs de bedding van lijn 65 en konden zelfs iets drinken in een café met de veelzeggende naam Beythem Statie. Dat ligt inderdaad al sinds de 19de eeuw voor het nog herkenbare stationsgebouw van Beitem en sinds corona is de ruimte tussen station en café ingenomen door een ruim terras. (Dat lees ik af van een artikel dat blijkbaar met enige terechte trots in de herberg is opgehangen.) De bedding zelf is gelukkig niet verhard maar wel perfect voor wandelaars én fietsers. En nog dit: Beythem was de spelling in de veelal Frans geïnspireerde spoorboekjes en dat verklaart meteen ook de Y in de telegrafische afkorting van Beitem: LYT.
Het station van Beitem is niet verdwenen. En hier vind je mooi vergelijkingsmateriaal.
Dit is een uittreksel uit het spoorboekje van 1 oktober 1900. Grensverkeer verliep toen net iets vlotter dan vandaag.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3407 (IC FTR)
08:21 08:32
+1
1905 (NK) - 61001 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Kortrijk
0429 (IC LK)
08:37 09:41
+3
1831 (FSD) - 11801 (FSD)
I11
controle: J
Kortrijk - Roeselare
13054 (IC FSD)
09:55 10:16
stipt
08071 (FML)
mr08 Desiro
controle: J
Roeselare - Gits
[75] (Torhout)
10:35 10:54
stipt
ab5509-53
VDL Bus&Cars Citea LE
Van Coillie
-
Beitem - Roeselare
[54] (Roeselare)
17:00 17:13
+19
ab635-063
MAN Lion's City 10E
Deceuninck
Roeselare - Kortrijk
13043 (IC FZT)
17:44 18:05
stipt
08112 FML)
mr08 Desiro
controle: N
Kortrijk - Halle
3218 (IC FDR)
18:38 20:01
+1
76004 (FML) - 73200 (FML)
M7
controle: JJ
En wat we beleefden. Of IC 3407 op tijd zal rijden weet je nooit vooraf, maar dat er in deze treinen bijna nooit controle komt en dat er altijd grijs- of zwartrijders in eerste klas zitten, is wel een zekerheid. Dat is vandaag niet anders. Wat de trein (en de bus) betreft is dit de enige ergernis van de dag. En ja hoor, we bereiken Brussel-Zuid met een minuutje vertraging en halen probleemloos IC 429, met zijn eigenaardige combinatie van I11- en M6-rijtuigen. Hier krijgen we wel controle en het duurt even voor ik onze biljetten terugvind in de app, maar de tbg weet hoe het moet. Blijkbaar moet de QR-code nu altijd aangetikt worden. Het is allemaal even wennen. In Kortrijk komt IC 13054 (Zottegem - Oostende) al snel. Het is een IC met 2 desiro's - de rit naar Roeselare is gelukkig kort en verloopt stipt.
Voor ons wacht in Roeselare de eerste kennismaking met het vernieuwde busstation. Als je ziet hoe vuil de witte bankjes al zijn, dateert de verhuis duidelijk al van een tijdje geleden. Aribus staat verankerd op 16:01. Kwestie dat niemand nog denkt dat dit een uurwerk is… Het staat één keer per dag gedurende 60 seconden wel juist. De bus dropt ons stipt aan de halte Gits Centrum.
Voor de terugrit rekenen we op de bus van 17:27, maar die van 17:00 heeft behoorlijk veel vertraging. De blijkbaar recent ingestroomde bus zou wel eens problemen gehad kunnen hebben: geen film, geen info binnenin. Uiteindelijk komen we met 19 minuten vertraging aan in Roeselare.
Zo kunnen we nog mee met IC 13043, met dezelfde desiro's als vanmorgen. Ook nu verloopt de rit stipt. Eigenlijk zouden we nu met IC 418 via Gent naar Brussel kunnen sporen, maar we hebben onze portie desiro's voor vandaag gehad. En de overstapvrije rit naar Halle wenkt. De trein vertrekt met 2 minuten vertraging, nog een gevolg van de opgelopen vertraging tijdens de vorige rit. Weer rijden er vijf AB-rijtuigen mee: wij gaan voor 73200, meteen het hoogste nummer dat we ooit gehad hebben. Voor de tractie zorgt een glanzende 76004; dat die er opperbest uitziet ondanks het lage nummer, heeft ermee te maken dat de eerste 4 rijtuigen van deze reeks na een proefperiode terug naar de fabrikant zijn gestuurd om ze aan de rest van de reeks aan te passen. Ik ben nieuwsgierig naar wat ik tussen Edingen en Halle zal zien, want daar is een brug ingezakt en wordt verkeer over enkelspoor voorzien. Wij vertrekken op normaalspoor en tot Halle zullen we tegen de gewone snelheid rijden. Ik zit dus aan de zijde van het incident en vermits we wat gewacht hebben op de aankomst van S 3391, vermoed ik dat er wel degelijk een dienst op enkelspoor is tussen Saintes en Edingen. Het zou om een brugje gaan over een beek en die beek heb ik waarschijnlijk wel gezien, maar van enige schade is er vanuit de trein geen zichtbaar spoor. Evenmin als van voorbereidende werken, trouwens…
De treinlectuur. Bret Easton ELLIS, Lunar Park. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
Voor Weyts hoeft de kilometerheffing niet, die 4 miljard heeft hij niet nodig. Hij veegt daarmee de verpletterende resultaten van een tot nog toe goed geheim gehouden studie van tafel en het enige argument dat ik al gehoord heb, is dat hij de hardwerkende Vlaming niet wil straffen. Zoals gewoonlijk bij Weyts moet je dat anders interpreteren: die luie Walen zullen veel minder betalen dan de Vlamingen en dus kan die heffing niet. Zielig ventje…
Uitgedrukt… nen ellestouker - iemand die ruzie stookt en zelf buiten schot blijft
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Uit 2012 dateert de combinerende topogids van de GR565 (het Sniederspad) en de Streek-GR Kempen. Op de website valt dan ook te lezen dat er in afwachting van een nieuwe uitgave al belangrijke wijzigingen zijn aangebracht aan de route, maar het deel dat wij vandaag stappen, van Zoersel naar Wechelderzande, lijkt daar voorlopig aan te ontsnappen. Dat traject is iets minder dan 11km lang, de TWQ bedraagt 56%. Eigenlijk is het een typisch Vlaamse GR die op sommige plaatsen door veel te drukke en bebouwde zones moet. Zowel in Zoersel als in Wechelderzande probeert men dat op te lossen door zoveel mogelijk gebruik te maken van de resterende voetwegen, die vaak achter of tussen de huizen lopen. Maar niet getreurd: we lopen toch bijna 6 km over zanderige land- en boswegen en dat is volop genieten. Dat levert trouwens problemen op voor onze quotering: 14/20.Het middenstuk scoort ongetwijfeld veel hoger, maar het niveau is eerder laag bij begin en einde van deze tocht.Kaartje.
De Molenbeek bij Bruul - we naderen Wechelderzande.
Den Hert (1603!) het oudste huis van Wechelderzande.
Het weer. Zonnig, met een afkoelende wind, die soms de indruk wekt dat de temperatuur niet tegen de 20° aan zit.
De stafkaarten. 16/1-2 Zandhoven (2016) - 16/3-4 Kasterlee (2016)
Hoe we er geraakten. Voor Zoersel is de X41 de aangewezen bus om ons naar het beginpunt te brengen. Die kunnen we in Antwerpen of in Turnhout nemen. We kiezen Turnhout omdat de IC Binche - Turnhout ons uit Halle overstapvrij ter bestemming brengt. En bovendien lijkt het deel Turnhout - Zoersel niet al te veel op een snelbus. Voor de terugrit kiezen we Herentals als overstapstation bus/trein. Ook nu zouden we overstapvrij naar Halle moeten kunnen.
Een beetje geschiedenis. Lange tijd is Wechelderzande erg pover bediend door het openbaar vervoer: van 1907 tot 1949 vinden we een tramlijn Brasschaat - Brecht - Westerlo, met een vijftal ritten in elke richting. Met het verdwijnen van de tram kwam de bus (tabel 805, later 654) maar de dienstregeling bleef erg beperkt. Het lijnnummer 44 verschijnt in de busboekjes halfweg de jaren 1970, maar het is wachten tot de 21ste eeuw voor Wechelderzande echt vooruitgang boekt op het vlak van het OV. Dan verschijnt nl. lijn 41.6, de snelbus Turnhout - Antwerpen die deels over de E34 rijdt; enkele jaren later wordt dat gewoon 416. Met de basismobiliteit komen daar nog enkele schoollijnen bij. De basisbereikbaarheid veranderde eigenlijk weinig: er kwam een lijn 59 Herentals - Malle, die gebaseerd lijkt op de vroegere lijn 44 en ook de sneldienst blijft overeind, nog altijd als 416. Voeg daar nog een aantal schooldiensten aan toe en je hebt meteen een beeld van de huidige bediening. En ja, de belbus is nu een flexbus geworden en na wat eindeloos zoeken heb ik gevonden dat Wechelderzande Kerk ook een flexhalte is… Er is nog werk aan de infowinkel van de flexbus.
De verbinding.
Halle - Turnhout
3408 (IC FTR)
09:20 10:53
stipt
820 (GCR)
mr75 vierledig
controle: J
Turnhout - Zoersel
[X41] (Antwerpen)
11:06 11:42
+4
ab5553
Van Hool New Ag300
Turnhout
-
Wechelderzande - Herentals
[59] (Herentals)
15:48 16:08
+3
ab039-032
MAN Lion's City
De Duinen
Herentals - Brussel-Noord
3438 (IC LVRS)
16:23 17:17
stipt
818 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3688 (S FBC)
17:22 17:53
stipt
08032 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Van de rit van IC 3408 onthouden we alleen de controle na Brussel-Noord. En ik heb weer een nieuwe truc van de foor bij geleerd. Dame met kind zit in eerste klas, maar ze geeft meteen toe dat ze een supplement wil kopen. Alleen, ze kan alleen cash betalen en dat kan al eeuwen niet meer in de trein. Dus wordt haar klasverhoging administratief geregeld en kan ze naar het loket in Vilvoorde om zichzelf alsnog in regel te stellen. Zou je dit spelletje eindeloos kunnen herhalen? Overigens zitten nog 2 andere reizigers met een tweedeklasbiljet in eerste. Een dame van dezelfde origine als de eerste vraagt hoe ze dat dan wel kan weten. Ze zit letterlijk onder de 1 bij de deur die eerste klasse aanduidt. Het is wel een erg kleine één…
De bussen van X41 rijden om het kwartier. Er komt een gelede bus aan rijden en ja hoor, dat is geen overbodige luxe, want op een bepaald moment moet de bezetting van de zitjes rond de 90% liggen. In Beerse krijgen we zowaar controle: het zwart- of grijsrijden lijkt best mee te vallen. Controles gebeuren nu met ploegen (hier 2 leden) die de bus enkele minuten staande houden; dat kost algauw 4 à 5 minuten tijd. Waar is de tijd dat er één controleur meereed en de andere volgde in de wagen? Nu, ik kan het best begrijpen, hoor. Twee geeft een zekere veiligheid (en zeker betekent hier niet zeker) en de controleurs liggen niet voor het rapen. Maar je moet maar hopen dat je aansluiting er niet van afhangt. Overigens: ik ben enorm blij met deze controle, die ik altijd beschouw als een vinger aan de pols. Maar men moet nu ook weer niet overdrijven: bij het busstation van Oostmalle stappen er nog eens 2 controleurs in, maar die trekken zich snel terug als de chauffeur hen attendeert op de eerdere controle…
De terugrit gebeurt met een bus van lijn 59. Het is een rit zonder veel geschiedenis, met een beperkte vertraging. Zowel 's morgens als 's namiddags valt op dat de chauffeurs hier blijkbaar niet gewend zijn dat reizigers ook groeten, bij het in- en uitstappen.
De treinaansluiting lijkt vlot te zullen lopen. De trein is dan wel beperkt tot La Louvière-Sud, maar dat maakt deze keer voor ons niets uit. Wat wel iets uitmaakt, is dat de trein ook nog eens in een beperkte samenstelling rijdt: één vierledig stel moet de taak opnemen van een 8 rijtuigen lang M6-stel. Dat is geen halvering, eerder blijft maar een kwart van de voorziene trein over. Tot Brussel-Noord is dat ruim voldoende, maar we besluiten toch om over te stappen op S 3688. Achteraf vind ik terug dat er wel degelijk een aansluiting voorzien is in La Louvière-Sud. Mogelijk is de voorziene treinsamenstelling weer ingeschakeld. Zowat de hele dag heeft het vierledig stel gereden i.p.v. de M6-rijtuigen. Tot Lot moeten we de eersteklasafdeling in de Desiro delen met een Italiaanse annex luidruchtige zoon die (de dame) nog altijd niet doorheeft dat je ook gewoon kunt bellen door je gsm aan je oor te houden. Hoewel, klinken Italianen dan minder luid?
De treinlectuur. Leon de Winter, Het lied van Europa. Een dystopische roman die zich rond 2040 afspeelt, waaruit ik vooral leer dat veel dingen van vandaag ook dan nog in gebruik zijn, maar dat we hier in Europa zo goed als onze volledige vrijheid kwijt zijn. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
We stapten vandaag ook een hele tijd langs zogenaamde wildbeheereenheid Oostmalle. Zit daar eigenlijk geen oplossing in voor onze bijdrage aan de Europese defensie? Stuur die mannen in het groen naar het front, verdorie. Zo raken we eindelijk van de jacht af en bovendien kun je veronderstellen dat jagers zich verkneukelen in het schieten op levende wezens. Russen, pas maar op, voor je het weet lig je te sudderen op een vuurtje ergens midden in een bos.
Uitgedrukt… Het vroos zu èt dat de koeien oen de stalvloer vastvrozen. Het vroor zo hard dat de koeien aan de stalvloer vastvroren. Dat was voor de klimaatopwarming…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. "Voortschrijdend inzicht" is een relatief recente term die gebruikt wordt door politici en andere beslissers en die eigenlijk eenvoudigweg betekent: we waren verkeerd, maar vanaf nu zitten we juist. Zonder enige garantie op dat laatste. Zo bracht Natuurpunt in 2011 een boekje uit met als titel Natuur.gids met 66 verrassende natuurtochten in België. Natuurgids liet zich bij het publiceren van dit boekje zonder enige schroom sponsoren door de aardgasverdelers. Op de achterflap lezen we Het Aardgas-logo staat borg voor een comfortabele en avontuurlijke natuurervaring. Meer: toen in 2014 aardgas aangelegd werd in ons straatje, kwam een heerschap van Fluvius langs om ons een aansluiting op het net aan te smeren: milieuvriendelijk, goedkoop enz. In 2025 zijn we net geen misdadigers omdat we ons nederig stulpje met gas verwarmen. Het grote voordeel aan voortschrijdend inzicht is dat het soms ook circulair werkt; misschien worden we ooit nog de redders des vaderlands omdat we met gas stoken. Maar kom: in het geciteerde boekje wordt ook een wandeling aangeprezen in Hoegaarden. Ze kreeg als titel Rosdel en dat is inderdaad een reservaatje dat we bereiken langs een of meer van de nog altijd redelijk secuur aangeduide wandelpaden, al is het hout waarop de wegwijzers zijn aangebracht niet altijd bestand gebleken tegen de tand des tijds. Er is een groene, rode en aardgaswandeling (!) die allemaal het reservaat tot zijn recht laten komen. Het kaartje in het boekje is niet altijd even duidelijk en dus combineren we de aangewezen trajecten, maar wat jeop dit kaartjevindt, is een wandeltocht van hoge kwaliteit: ook al bedraagt de TWQ maar 40%, we quoteerden toch 18/20, want de onverharde paadjes en veldwegen waren klasse! Spijtig genoeg is ook Hoegaarden geteisterd door een ruilverkaveling en het lijkt voor Hoegaarden nog niet helemaal afgelopen. Onze wandeling was 7.6 km lang: kort maar krachtig!
De Sint-Gorgoniuskerk is alomtegenwoordig.
Alleen in de Rosdel zit ze verborgen achterde glooiing.
Het weer. Helder maar door de matige wind niet echt warm, ondanks de 15°.
De stafkaarten. 32/7-8 Tienen (2019)
Hoe we er geraakten. In vergelijking met onze vorige expeditie was onze verplaatsing deze keer eenvoudig, zij het dat we sinds december nu wel moeten overstappen naar Tienen. Daar wacht de bus van lijn 62 naar Jodoigne, nu ja, wacht Aribus is op de meeste plaatsen een stille, wrange dood gestorven. Zal ook wel een geval zijn van voortschrijdend inzicht…
Een beetje geschiedenis. We zijn niet voor het eerst in Hoegaarden en dus kan ik verwijzen naar een vorigebijdrage. Even naar beneden scrollen en je vindt de geschiedenis van lijn 142a, die sinds de basisbereikbaarheid 62 is geworden.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1910 (IC FBNL)
11:37 11:48
stipt
1914 (NK) - 61017 (FBMZ)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Tienen
3611 (IC FKG)
12:11 12:54
+2
76027 (FML) - 73081 (FML)
M7
controle: N
Tienen - Hoegaarden
[62] Jodoigne
13:02 13:15
-2
ab1122-18
Mercedes Citaro LE
Bus De Polder
-
Hoegaarden - Tienen
[62] Tienen
15:45 15:58
+6
ab2788
VDL Bus&Coach Citea SLFA Hybrid
Tielt
Tienen - Brussel-Noord
1538 (IC FBK)
16:41 17:15
+3
76078 (FHS) - 73098 (FHS)
M7
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3239 (IC LK)
17:35 17:58
+5
76055 (FML) - 73082 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden. Het echte verhaal begint pas in Brussel-Zuid: IC 3611 is met 6 minuten vertraging in Gent-Sint-Pieters vertrokken en die vertraging is niet geslonken op het traject naar Brussel-Zuid. We vertrekken dan ook met 5 minuten vertraging en met een aansluiting trein/bus van 8 minuten zou het wel eens verkeerd kunnen lopen. Maar in Tienen zal de vertraging niet meer dan 2 minuten bedragen en dus is de aansluiting een feit. IC 3611 rijdt vandaag met 12 i.p.v. 10 rijtuigen. Uit het hoofd: er zijn AB-rijtuigen (gemengd eerste/tweede klas) in rijtuigen 2, 3, 4, 8, 9…
De aansluitende bus is een vreemde eend in de bijt.Zijn nummer verraadt dat hij eigenlijk in Antwerpen thuishoort. Het wordt een probleemloze rit. Als iemand van De Lijn de chauffeur nu ook eens duidelijk kan maken dat zijn mond niet zal scheuren als hij gedag zegt, laat staan dat zijn ogen op de klant gericht zouden blijven als hij die aankijkt…
De terugreis kondigt zich anders aan: we hebben 7 minuten aansluiting en de bus rijdt door Jodoigne met 6 minuten vertraging. In Tienen is daar nog geen minuut afgegaan en we komen tegelijk met IC 3637 aan.Het heeft geen zin te lopen, de trein zet al aan als we ter hoogte van de wachtzaal komen. Het zal dus IC 1538 naar Blankenberge moeten worden, die met wat vertraging rijdt: +5 in Tienen, maar in Brussel-Noord nog amper +3. We hadden al uitgedokterd dat de IC 3438 naar Binche een goede aansluiting zou zijn, maar een incident in Duffel zal daar anders over beslissen: de IC wordt beperkt tot Lier. Zelfmoord is persoonsongeval is incident geworden. Mogelijk eindigt het ooit met akkefietje. IC 3239 rijdt gelukkig wel, gaat vlot door de NZV maar de kleine vertraging van 1 minuut in Brussel-Zuid zal uiteindelijk nog groeien tot 5 bij aankomst in Halle. Volgens de app hadden we hier om 17:02 moeten aankomen, maar het is uiteindelijk 18:03 geworden. En nee, we hebben geen recht op compensatie want het zijn de bussen van De Lijn die ons 2 keer met een gemiste aansluiting opzadelen.
Je hoort wel eens dat geïntegreerde tarieven van trein, tram en bus een echte prioriteit zou moeten zijn. Het zal me wat. Veel belangrijker zou een betrouwbare aansluitingspolitiek zijn tussen de verschillende modi en dan mag daar voor mij ook nog een compensatieregeling aan toegevoegd worden: in dit geval zou De Lijn de compensatie mogen ophoesten, maar dreams are ten a penny… Staat dat nummer trouwens in de top 1000 van Radio 1?
De treinlectuur. Leon de Winter, Het lied van Europa. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Bij aankomst in Tienen lijken de bussen van De Lijn no tracking info te hebben. Engels als eufemisme voor: we weten ook niet waar hij zit. En dat is echt zo: als een bus geen gps-gegevens heeft, is het zinloos om de klantendienst te bellen, want daar weten ze het ook niet… Gelukkig is er het reclamespotje op de radio: daarmee wordt duidelijk wat het doelpubliek van De Lijn is: kleuters en demente bejaarden… Want dat is het taaltje, inclusief een soort rijm, dat van toepassing is.
Uitgedrukt… Para woe da g' a velo kuntj teigen zettn: prei waar je je fiets tegen kunt zetten: het zijn niet alleen de hengelaars die flink kunnen pochen over hun prestaties.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Limburg heeft zich altijd al goed als toeristische provincie weggezet en ook de wandelaar komt ruimschoots aan zijn trekken. Subliem is de box Wandelen in Limburg, met 8 streekkaarten die in totaal goed zouden zijn voor 2000 km wandelplezier. Wij gebruikten vandaag de kaart van de Maasvallei (2016-2017), waarop een bever als covergirl (of -boy) mag poseren. Onze keuze viel op de oranje wandeling in Leut, deelgemeente van Maasmechelen. We stapten iets meer dan 12 km (inbegrepen twee keer 800m naar de bushalte op de N78, want zoals altijd hebben we de wandeling naar de hand gezet van de OV-gebruikers die we zelf nog altijd zijn. Het lag voor de hand op de wandeling aan te sluiten ter hoogte van de mooi geconserveerde windmolen Nieuw Leven. Vandaar gaat het al meteen langs een onverharde veldweg richting Leut en verder naar de Maasbeemder Greend, nu reservaat, ooit Maasmeander. Dat en veel andere dingen zie jeop dit kaartje. Lange tijd zal het accent trouwens liggen op de Maas, ook al omdat we over de thans droge winterbedding stappen. Verderop valt het Kasteel Vilain XIIII nog te vermelden. De TWQ bedroeg 56% en de promotoren lieten zich voor een keer in Nederland van hun slechte kant zien - aan de overzijde van de Maas. Maar we kunnen terugblikken op een aangename, uitstekend bewegwijzerde wandeling en we quoteerden dan ook 15.5/20. Alle foto's vind jehier, maar bekijk alvast deze:
We zouden hier niet rustig onze boterhammetjes opgegeten hebben als de Maas dit peil bereikt had.
Het kasteel van Leut, van Vilain XIIII.
Het weer. Het leek wel zomer: helder en warm (23°)!
De stafkaarten. 26/3-4 Dilsen-Stokkem (2019) - 26/7-8 Maasmechelen (2019)
Hoe we er geraakten. Eerlijk? Ik vond niet meteen een voor de hand liggende oplossing. Eerst en vooral moesten we in Limburg geraken en dan zijn Hasselt en Genk uiteraard goede vertrekpunten voor het aanvullende busvervoer, maar zelfs de apps maakten er een onoverzichtelijk zootje van. Ik deed zelfs een poging met de flexbus, maar de app wilde ons niet van Genk naar Leut brengen en eerlijk gezegd: een overstap van een reguliere lijn naar de flexbus en omgekeerd kan alleen in hoogste nood. Uiteindelijk kwamen we terecht bij een verbinding met 3 bussen uit Hasselt. Dat we sinds december rechtstreeks naar de Limburgse provinciehoofdplaats kunnen en dat de bussen van lijn 12 en X27 dezelfde blijken te zijn is meegenomen. Maar het bleef al bij al een omslachtige bedoening. De terugrit kan met 2 bussen, maar we rijden dan ook maar tot Genk, waar we overstappen op de IC naar Blankenberge. Een bus minder en een trein meer… moet kunnen.
Een beetje geschiedenis. De bereikbaarheid van Leut is er met de invoering van de basisbereikbaarheid nog meer op achteruitgegaan en het was voordien ook al niet veel soeps. Ter illustratie een uittreksel uit het busboekje van 1981: bus 9 reed een lange lus en deed ook het centrum van Leut aan en dat tamelijk frequent voor die tijd. Gaandeweg werd op de bediening van Leut beknot en waren eventuele reizigers aangewezen op de bussen die over de N78 reden, meer bepaald aan de halte Lanklaar Rijksweg, wat wij dus ook deden. Vermoedelijk zouden we de voorbije 20 jaar trouwens geen andere keuze gehad hebben dan vandaag. Nu rijdt er nog één schoolrit per dag door het centrum van Leut en wie het wil wagen kan de flexbus reserveren.
Uittreksel van de dienstregeling tabel 1180 lijn 9 uit 1981.
De verbinding.
Halle - Hasselt
1707 (IC FTG)
08:26 09:49
+10
76109 (FHS) - 61055 (FHS)
M6
controle: N
Hasselt - Genk
[12] (Genk)
10:22 10:54
stipt
ab5500
Van Hool NewA360
Kinrooi
Genk - Dilsen
[X27] (Maaseik)
11:00 11:24
+2
ab5500
Van Hool NewA360
Kinrooi
Dilsen - Lanklaar
[63] (Maastricht)
11:36 11:42
stipt
ab5720
Iveco Crossway LE
Lanaken
-
Lanklaar - Dilsen
[63] (Maaseik
15:11 15:18
+13
ab608-068
MAN Lion's City 12E
Heidebloem
Dilsen - Genk
[X27] Genk
15:59 16:25
-6
ab5665
Iveco Crossway LE
Winterslag
Genk - Brussel-Noord
1539 (IC Blankenberge)
16:39 18:16
stipt
76013 (FHS) - 73172 (FHS)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3689 (S Braine-le-Comte)
18:23 18:52
+8
08005 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. 's Morgens kozen we dus voor de rechtstreekse rit naar Hasselt en dat werd er een met hindernissen. We vertrokken met 2 minuutjes vertraging in Halle, maar dan leken de belemmeringen zich op te stapelen: bijna stil in Ruisbroek, helemaal stil voor Brussel-Zuid, twee keer aanschuiven tot Brussel-Centraal, volledig stil voor Aarschot, stil na Aarschot en verder bijna nooit voluit tot Testelt, waar een goederentrein stond te wachten op het zijspoor. Het mag een wonder heten dat we maar 10 minuten te laat in Hasselt aankwamen. En dan kwam ons trio van bussen. In de pdf van de dienstregeling had ik al gelezen dat de bus van lijn 12 vanaf Genk verder rijdt als X27, de snelbus naar Maaseik. Ik vraag het toch nog maar eens aan de chauffeur en die zegt dat mijn info klopt, maar hij benadrukt dat het de X27 wordt. In Genk zal ik begrijpen waarom hij die X zo in de verf zette, want er is ook nog een X-loze 27 die eveneens naar Maaseik rijdt maar er veel langer over doet, langs een veel tragere reisweg. Wie bedenkt die nummers eigenlijk? Wij zijn rustig op de bus kunnen blijven zitten in Genk, maar het is duidelijk dat andere reizigers in de war raken. Zo mist iemand de trage 27… Die X27 nemen we tot Dilsen Kruispunt. Daar moeten we overstappen op lijn 63, maar die overstap is alles behalve evident: de halten liggen aan beide zijden van het kruispunt en daar gaat tijd verloren. Gelukkig was de X27 op tijd. (Dilsen Kruispunt is één van de 5 halten op lijn 63 die Kruispunt heten. Nog eens: wie bedenkt dit eigenlijk?) Maar we mogen niet klagen, we komen ongeveer op tijd bij de halte Lanklaar Rijksweg, drie uur en zestien minuten na ons vertrek uit Halle. Je mag niet gehaast zijn, al draagt de basisbereikbaarheid snelheid hoog in het vaandel, maar tegelijk is het aantal overstappen gestegen en dat verlengt de reistijd aanzienlijk.
We stappen wat sneller dan gepland en zo halen we een bus vroeger dan voorzien - gelukkig, want de bussen uit Maastricht rijden blijkbaar met vertraging. We zien dankzij haltelink de vertraging van onze bus groeien tot 13 minuten bij aankomst aan ons overstappunt en de X27 is uiteraard al weg. Zo vallen we noodzakelijkerwijs toch terug op onze voorziene verbinding, met een X27 die ons naar Genk zal brengen.
IC 1539 bestaat uit 4 (5?) gemengde rijtuigen eerste/tweede klas en nog 4 stuurstandrijtuigen, al dan niet gemotoriseerd. We zullen tot Brussel-Noord alleen zitten in onze afdeling. Rijtuigen eerste/tweede klas, dat zijn ook stilterijtuigen: het zal wel bijzonder stil zijn in deze trein. We krijgen controle van een sympathieke tbg die onze bestemming meteen verbindt met de wilde hyacinten in het Hallerbos. In Brussel-Noord staan veel treinen aangekondigd met soms aanzienlijke vertragingen. Ik heb nochtans geen weet van een incident, maar onze S 3689 heeft bijvoorbeeld 5 minuten vertraging gemaakt in Haren-Zuid, of all places. We zouden zelfs de IC naar Binche nog kunnen nemen in vertraging, maar we gokken toch maar op de S. De IC zal ons in Buizingen voorbijvlammen, maar dat verklaart maar gedeeltelijk onze vertraging bij aankomst in Halle. Dat deze trein in een gehalveerde samenstelling rijdt (1 desiro) is nu ook niet meteen bevorderlijk voor snelle reizigersbewegingen. Daar is de bezetting tot Buizingen net iets te hoog voor.
De treinlectuur. Leon de WINTER, Het lied van Europa. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Is trump nu nog altijd het Engelse woord voor troef?
Uitgedrukt… Hij laat zijn oren hangen… Hij ziet er niet gelukkig uit, hij lijkt er niet gerust in te zijn…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2009 kwam de uitgeverij De Rouck Geocart wat onverwacht op de proppen met 6 mooi verzorgde wandelboxen. Onze inspiratie komt vandaag uit de box 8 Wandeltochten naar de Brabantse Ardennen en het Land van de Heuvels. Eén van de wandelingen in de wandeldoos heette La Hulpe: Een escapade in het Zoniënwoud. Wij kwamen uit aan net geen 25 km en we lieten de tocht niet vertrekken in La Hulpe maar omwille van de bereikbaarheid aan het gehucht Middenhut van de faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode. Dat had bovendien als voordeel - achteraf bekeken - dat het domein van het Kasteel van La Hulpe kon functioneren als wisselpunt in wat anders een uitsluitend uit bospaden en -wegen bestaand parcours zou zijn. Het zal wel niet verbazen dat de TWQ tegen de 100% aanleunt, al zijn sommige dreven in het Zoniënwoud over korte afstand verhard. Maar ze zijn gelukkig wel verkeersvrij. Het werd een stevige wandeling, met veel, veel bos en de parken en vijvers rond het kasteel van La Hulpe. We quoteerden 18/20 en dat wil toch wel wat zeggen over de kwaliteit van de route. De wandeling is niet bewegwijzerd, maar het foldertje bevat wel een minutieuze beschrijving van de te volgen route. De wegwijzers in het bos, met de vaak feeërieke namen van de wegen en dreven, zorgen voor een zo goed als probleemloze route. Ik heb ze op één punt wel moeten aanpassen, omdat een weg die blijkbaar nog bestond in 2008 nu ondoenbaar (en verboden?) is geworden. En wat verder kwamen we een rood-wit politielint tegen, met op afstand blauwe zwaailichten, die er ons moesten van bewaren getroffen te worden door bomen die nodig neergelegd moesten worden. Voor het eerste probleem heb ik een alternatief uitgetekend op het kaartje, voor het tweede obstakel niet, omdat dat waarschijnlijk van korte duur is. En nog dit: enkele weken geleden werd in de pers nog ingegaan op het verbod om honden niet aangelijnd door het bos te laten hossen. We kwamen er een tiental tegen, 7 absoluut niet aangelijnd. Van de 3 andere hing er één aan een lint dat gemakkelijk 10 m lang was. Het was een staffordshire - of een ander misbaksel. Een nieuw bewijs dat regels er vooral zijn om overtreden te worden… En we kwamen ook nog 3 keer in het vizier van een twintigtal wandelaars met nordic walking sticks, die bijna zoveel lawaai maakten met hun stokken op de stilaan droge ondergrond als de soms erg nabije ring…
Een van de vele boswegen, die we in alle formaten vonden.
Het weer. Opnieuw een ongelooflijk heldere lentedag met een aangename staptemperatuur (14°).
De stafkaarten. 31/7-8 Ukkel/Uccle (2020) en heel even ook 39/3-4 Waterloo (2021)
Hoe we er geraakten. Voor ons was het veruit het gemakkelijkste om de voettocht te beginnen bij de Middenhut. Daar is een halte van de R36 (Alsemberg - Sint-Agatha-Berchem), maar bovendien stoppen daar tijdelijk "onze" bussen van lijn R55. Voor deze lijn vervangt de halte Middenhut de reguliere halte Zoniënwoud. Voor de terugrit voorzien we hetzelfde scenario, al is het ook mogelijk met de R36 tot de halte Fonteinstraat te rijden en daar over te stappen op die R55 die pas vanaf de halte Elvis Presley (echt!) vertrekken. Waar haalt die halte haar naam? Ik heb me laten vertellen dat men bij het ontplooien van de nieuwe lijn 155 niet zo meteen een naam vond voor deze halte, maar dat op dat moment een buschauffeur (met bus) passeerde die zich in zijn vrije tijd onledig maakte als imitator van Elvis Presley. En dat werd dus de naam van de halte. Si non e vero…
Een beetje geschiedenis. Ik heb het al uitgebreid over lijn 155 gehad in een bijdrageuit 2017. Ondertussen is de basisbereikbaarheid ingevoerd. Bij de allereerste aanzetten tot de invoering zag het er erg slecht uit voor lijn 155. Een chauffeur zei me op een bepaald moment letterlijk: "Zal er nog wel een 155 bestaan?" En toen ik navraag deed bij De Lijn leek er inderdaad niet veel meer van de lijn te zullen overschieten, op een kort traject Essenbeek - Halle na, en wat schooldiensten op de rest van het traject. Gelukkig keerde het gezond verstand op tijd terug. De lijn kreeg in de logica van De Lijn een nieuw nummer (R55), de vakantiedienst werd uitgebreid, de bediening van een wijk in Sint-Rochus, die ik in de eerdere bijdrage wat nutteloos noemde, verviel, en de halfuurdienst bleef op weekdagen bewaard tussen Sint-Genesius-Rode en Halle, maar viel terug tot een uurdienst tussen Anderlecht en Sint-Genesius-Rode. Slaan en zalven dus… Op zondag werd het deel tussen Sint-Genesius-Rode en Anderlecht botweg afgeschaft, wat nu een redelijk efficiënte dienst Rode - Halle mogelijk maakt, tot scha en schand van de inwoners van Linkebeek.
De verbinding.
Essenbeek - Sint-Genesius-Rode
R55 [Anderlecht]
08:56 09:23
+1
ab2322
VDL Bus&Cars Citea
Het Rad
-
Sint-Genesius-Rode - Sint-Genesius-Rode
R36 [Alsemberg]
16:01 16:12
+10
ab5107
Jonckheere Transit 2000
Dilbeek
Sint-Genesius-Rode - Essenbeek
R55 [Halle]
17:20 17:35
+5
ab2309
VDL Bus&Cars Citea
Het Rad
En wat we beleefden. De bussen van zowat alle lijnen die van het station van Halle vertrekken kunnen al vele maanden in de eerste fase van hun ritten onmogelijk op tijd rijden. De aloude Bospoortbrug is al een hele tijd verboden en ondertussen afgebroken, wat een omleiding langs de nieuwe Misiabrug noodzakelijk maakt, wat steevast tot vertragingen van 2 à 3 minuten leidt. Zo ook onze bus, die ons met 4 minuten vertraging oppikt; aan de vervangingshalte Middenhut arriveren we met een overblijvend minuutje vertraging. In Halle staat carnaval voor de deur en dat leidt onvermijdelijk tot erg belangrijke omleidingen. Ik had de indruk dat die omleidingen nu in een nieuwe stijl geafficheerd worden én dat ook aangeduid wordt welke halten als vervangingshalten fungeren. Maar die vooruitgang is er lang niet overal: zoals de foto's van de halteborden bewijzen, is er niet eens ruimte voor de bussen van de TEC (W, 365a), maar verder is er ook geen enkele moeite gedaan om aan te duiden dat dit nu tijdelijk een halte van de R55 is. Niet aan de ene zijde, niet aan de andere zijde van de Waterloosesteenweg. Wanneer leren ze eens in de huid van de (toevallige) busgebruiker te kruipen?
Gelukkig is er de app; daaruit leren we dat er vandaag 6 (!) ritten niet gereden zullen worden. Ontbrekende rijvaardige bussen, gebrek aan chauffeurs en de diepe malaise bij Flanders Bus zijn daar debet aan. Wij rekenen vandaag op de bus die om 16:33 aan de Middenhut langs moet komen, maar dat is nu net ook een rit die regelmatig uitvalt. Tot het laatste moment lijkt de bus te zullen rijden, maar de app spreekt van geen tracking info. De ervaring leert dat de kans dan groot is dat de bus niet rijdt en inderdaad: de bus zal er niet doorkomen. Dan maar proberen om met een bus van R36 tot de Fonteinstraat te rijden, waar we op een R55 kunnen overstappen. Helaas is de aansluiting maar 5 minuten lang en heeft de R36 10 minuten vertraging. Vergeefse moeite dus en hopen dat de R55 zich alsnog laat zien. (Ik heb de laatste maanden wat enquêtes mogen invullen over De Lijn en daar wordt steevast ook een vraag gesteld over aansluitingen. Ik antwoord dan altijd dat er geen enkele strategie is om aansluitingen te verzekeren en dat ze bijna allemaal toevallig tot stand komen. Ik ken hier in de ruime buurt eigenlijk maar één locatie waar bijna stelselmatig op verlate bussen gewacht wordt en dat is de stelplaats van Leerbeek. Mogelijk zijn er wel meer plaatsen waar gewacht wordt, maar één ding staat vast: aan het station van Halle wordt nooit gewacht, niet op de treinen - Aribus is al maanden (jaren?) dood - en al zeker niet op de bussen onderling.) Enfin, om het verhaal kort te maken: we hebben een klein uur op het bankje gezeten in het wachthuisje - wat een luxe! - en zijn uiteindelijk een half uur later dan voorzien thuis geraakt, samen met een vijftal andere reizigers die ook aan de halte Fonteinstraat wachtten op de bus die niet kwam. (Vandaag, een dag later, zal de bus van 17:05 evenmin rijden. Nu is dat wel al sinds de morgen expliciet af te lezen in de app.)
En nog een anekdote: ik was vandaag op stap met een ex-collega, toen ik plots mijn naam hoorde roepen en een oud-leerling van een dertigtal jaar geleden terugzag. Hij noemde me de beste klastitularis die hij ooit gehad had en vroeg of ik nog altijd zo met treinen bezig was. Ik kon alleen maar antwoorden dat ze daar eerst voor moesten rijden en hij besloot dat ik wel door een erg donkere periode moest gaan. Ik maakte me er met een grijnslach van af. Zo bevestigde hij de woorden van zo lang geleden van onze prefect die me ooit voorspelde dat mijn leerlingen niet aan mij zouden terugdenken om de romans, novelles, kortverhalen of gedichten, niet om de grammatica of de spelling, maar om de treinen en de bussen.
De treinlectuur. Georges Simenon, De klasgenoot van Maigret. (Gekocht in 1969, toen ik 16 was.) Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
De spoorwegwegbonden gaan samenwerken. Meer invloed, minder stakingsvergoedingen en meer reizigers gekloot.
Uitgedrukt… We zijn geskapeid. Denk aan het Engelse escape of het Franse escaper (minder gewoon dan échapper) en de betekenis wordt duidelijk. We hebben het gered, we zijn er doorgekomen. In het laatste geval kan het ook slaan op iemand die na een ernstige ziekte toch geneest, bijvoorbeeld als de koorts zakt.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Probeer maar niet (meer) om de topogids van het Franstalige deel van de GR12 (Amsterdam - Parijs) in België te bestellen. Sinds kort is daar namelijk een nieuwe topogids van GR121verschenen en laat het nu net de uit 2009 daterende topogids van de GR12 zijn die ook het Belgische deel van GR121 bevatte. We blijven dus even op onze honger zitten, de topogids van GR12 verschijnt ongetwijfeld eerlang. Maar niet getreurd: het traject van Ham-sur-Heure naar Walcourt (inclusief de verbinding met het station van Walcourt) is perfect besproken in de naar Waalse normen toch wel oude topogids. Want dat was onze opdracht vandaag: zo een 14 km stappen van Ham-sur-Heure tot Walcourt, in en uit de vallei van de Eau d'Heure. En daar loopt ook lijn 132 Charleroi - Couvin, zodat we naast Ham-sur-Heure en Walcourt ook langs de NMBS-halten Berzée en Pry kwamen, net zoals in de buurt van Cour-sur-Heure. Het was al een tijdje geleden dat we nog eens een heuvelachtige tocht aangepakt hadden en dat was het vandaag zeker! De TWQ ligt met 46% eigenlijk vrij laag, maar toch zijn we maar één keer echt geconfronteerd met storend wegverkeer en dat was in Walcourt bij de N978, die in de vroegere bedding loopt van de verplaatste lijn 132 die door de aanleg van de stuw op de Eau d'Heure andere oorden moest opzoeken. Wij quoteerden 16.5/20.
Het weer. Bijna volledig helder, op wat onooglijke cumuluswolkjes na, en dat dan nog zeer tijdelijk. Wel fris door de matige wind, vooral op de kale hoogten.
De stafkaarten. 52/3-4 Ham-sur-Heure-Nalinnes (2018) - 52/7-8 Walcourt (2018)
Hoe we er geraakten. Dat we voor de heen- en terugreis gebruik moesten maken van lijn 132 was duidelijk. Het enige probleem, nu ja, was in Charleroi-Central geraken, omdat we daar altijd de keuze hebben tussen een verplaatsing via La Louvière en een via Brussel-Zuid. Vandaag gebruiken we ze allebei.
Een beetje geschiedenis. Walcourt mag dan tegenwoordig een wat onderbleven stationnetje zijn op wat er overblijft van lijn 132 (Charleroi-Sud - Couvin), het is ooit wel anders geweest. Getuige deze uittreksels uit het spoorboekje van 18.05.52 à 04.10.1952, willekeurig gekozen.
We vinden Walcourt terug in drie tabellen: 132 Charleroi-Sud - Marienbourg - Vireux-Molhain, 135 Walcourt - Morialmeé - Florennes (C.) en 136 Walcourt - Saint-Lambert - Florennes (C.). Dat Walcourt en Florennes op 2 manieren met elkaar verbonden waren, is op zich al verbazend.
Laat ons beginnen met een minicursusje spoorboekjes uit het verleden lezen; dat kan trouwens ook nuttig zijn bij het lezen (en het opstellen!) van de huidige pdf's van het spoorboekje of de lijnfolders. 1. De treinen die TA boven hun nummer staan hebben, werden gereden met autorails (motorwagens). 2. Net als vandaag zegt het treinnummer veel over het soort trein: alle treinen met een nummer tussen 6001 en 6999 zijn omnibustreinen, enkele treinen hebben een nummer in de 2000: dat zijn treinen met een beperkter aantal stilstanden; ze zullen in die tijd ongetwijfeld als semi-direct gemarkeerd geweest zijn. 3. Daaronder vinden we de aanduiding van de rijdagen: de symbooltjes spraken eigenlijk voor zichzelf: de hamertjes staan voor werkdagen (maandag - zaterdag), het kruisje voor de zon- en feestdagen. 4. Volgt dan de reeks doorkomsturen voor de opeenvolgende stations en halten. Vetjes staan de overstapstations aangegeven, altijd met aankomst- en vertrektijd. Dat laatste lijkt de NMBS tegenwoordig met heel veel tegenzin te doen, al is een aankomstuur in het geval van een aansluiting minstens zo belangrijk als het vertrekuur. Overigens hebben sommige treinen verlengde stilstanden. Kijk maar eens naar TA6718 die in Walcourt uit Berzée aankomt om 20:57 en daar pas opnieuw vertrekt om 21:41, en dat na de aansluiting te hebben opgenomen van trein 6598 die in Walcourt aankomt om 21:37. 5. Bij bepaalde treinen wordt een eindbestemming buiten lijn 132 aangegeven: TA6706 rijdt bijvoorbeeld via lijn 136 naar Florennes (C.). 6. Rest nog de aansluitingen van en naar Charleroi-Sud zoals ze voorkomen in de tabellen 135 en 136. De vertrek- resp aankomsturen staan hier allemaal cursief afgedrukt, wat betekent dat een overstap noodzakelijk is, in dit geval in Walcourt. Wie bijvoorbeeld TA6680 (tabel 135) wil halen moet in Charleroi-Sud vertrekken om 12:12. Tabel 132 leert ons dat de trein uit Charleroi-Sud de 6570 is, met aankomst in Walcourt om 13:03. TA6680 vertrekt om 13:10 naar Florennes via Morialmé. Wie het nog sneller wil, kan ook de 6708 via Saint-Lambert nemen.
En dan nog enkele bijkomende opmerkingen. 1. Lijn 132 was lang een internationale lijn naar Vireux-Molhain. 2. Het deel Marienbourg - Treignes wordt tegenwoordig bereden door de toeristische treinen van de CF3V. 3. De voorkeur werd duidelijk gegeven aan een rechtstreekse trein naar Treignes: het aantal treinen dat uit Charleroi naar Couvin spoort zonder overstap is op één hand te tellen. 4. Wie de tabel aandachtig heeft bestudeerd, zal hebben gemerkt dat de spoorlijn tussen Walcourt en Marienbourg een tracé volgt dat al sinds de jaren 1960 definitief tot het verleden behoort. De aanleg van de stuwdam op de Eau d'Heure noopte de NMBS op zoek te gaan naar een andere route; die hield o.a. de bediening van Philippeville in, station op lijn 136A Ermeton-sur-Biert - Florennes (C.) - Senzeille. Wie zich hierin wil verdiepen, verwijs ik graag naar de site van Paul Kevers; de link vind je onderaan mijn tekst. En wie niet opziet tegen een stevige brok Frans vindt hier zijn gading. 5. Tegenwoordig schrijven we Mariembourg met een m. Ik heb me consequent aan de spelling met n uit het spoorboekje gehouden. En toch nog maar een kleine anekdote: toen onze leraar aardrijkskunde het eens over Mariembourg had, sprak hij de naam van het stadje uit op zijn Nederlands, Mariënburg. Een van mijn medeleerlingen die ook deels Waalse roots had, antwoordde daarop: "Bij ons zeggen ze Mariembourg." Hij had maar één fundamentele fout gemaakt: op de eerste rij zitten, binnen handbereik van de leraar…
De verbinding.
Halle - La Louvière-Sud
3430 (IC LBH)
09:41 10:22
stipt
807 (GCR)
mr75
controle: J
La Louvière-Sud - Charleroi-Central
909 (IC FTM)
10:32 10:47
stipt
453 (FSD)
mr96
controle: N
Charleroi-Central - Ham-sur-Heure
3911 (S LCV)
11:21 11:35
+2
4114 (GCR)
mw41
controle: J
-
Walcourt - Charleroi-Central
3937 (S FCR)
16:39 17:11
stipt
4114 (GCR)
mw41
controle: J
Charleroi-Centra - Brussel-Zuid
4517 (IC FN)
17:25 18:16
stipt
1848 (FSD) - 61056 (FCL)
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
2289 (S FGRA)
18:19 18:31
stipt
08091 (FML)
mr08
controle: J
Mw 4110 heeft ons zopas in Ham-sur-Heure gebracht.
En wat we beleefden. IC 3430 rijdt in een gehalveerde samenstelling: één vierledig stel i.p.v. 2 en dan mogen we nog van geluk spreken want IC 3408 rijdt helemaal niet. Dat die in gehalveerde samenstelling rijdt, komt wel vaker (te vaak) voor maar vandaag is het toch wel extreem. Voor de rit die wij met IC 3430 op het oog hebben, volstaat dat ene stel ruimschoots, maar vanmorgen zal dat wel anders geweest zijn. Tja, de rest van de verplaatsing loopt vlot, al wordt S 3911 nog getrakteerd op een tijdelijke snelheidsverlaging tot 20 km/u! Dat is een zeldzaamheid, de vertragingszone situeert zich in de buurt van de lang afgeschafte halte Montignies-le-Tilleul. (IC 909 is beperkt tot Tamines wegens werken...) De terugrit gebeurt in dezelfde motorwagen. In Hyperrail valt te lezen dat we een gestoorde overweg kunnen verwachten in Jamioulx, maar op het moment dat wij daar doorkomen is het probleem - vroeger dan voorzien - opgelost. Deze S-trein doet een aantal haltes aan (Pry, Beignée en Jamioulx) die de andere S-treinen op deze lijnen meestal niet bedienen. Daardoor komt hij 3 minuten later aan in Charleroi-Central, wat de aansluiting met de IC naar La Louvière en verder (Kortrijk) hypothekeert. En toch, als ik wat alerter geweest was, zouden we hem toch kunnen nemen hebben: ze staan zij aan zij op hetzelfde perron en als we dat tijdig gemerkt hadden, was ook onze terugreis via La Louvière verlopen. Nu gaat het dus via Brussel-Zuid, waar we nog een supersnelle aansluiting naar Halle kunnen nemen met S 2289.
Nog even dit: we zijn vandaag 5 keer gecontroleerd in 6 treinen. Telkens door vriendelijke mannen en vrouwen, die zich 100% van hun job kweten. Ook de treinbestuurders en de onzichtbare mensen ergens in de NMBS-ruimte zorgden voor een vlekkeloze verplaatsing. Misschien hebben die toch allemaal niet zo een slechte job als de syndicale propaganda hen wil doen geloven.
De treinlectuur. Marc LEVY, Le crépuscule des fauves. Een internationaal hackerscollectief als een moderne Robin Hood. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Coronacrisis - vakbondsacties: voor treinreizigers is het enige verschil het mondmasker…
Uitgedrukt… A/zij êt dat zuveil vandoeng als mour aan ze/eu gat. Hij/zij heeft dat zoveel nodig als modder aan zijn/haar gat. M.a.w. helemaal niet.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Op een of andere manier is dit traject langs GR12 een soort spiegeling van de vorige, amper enkele dagen geleden afgestapt. Want de tocht van 06.03 begon uiterst zwak, maar bloeide toch nog open, vandaag is het eerder omgekeerd. Om met de zwakke punten te beginnen: Schoten, omgeving Albertkanaal, E19 en de afschuwelijk lelijke tunnel van de HSL 3 in het Peerdsbos. Maar de mooie stukken overwegen toch: de parken van Brasschaat, Vorderstein, het gemeentepark van Schoten en Ertbrugge en omgeving. Het geheel wordt nog gekruid door enkele mooie kastelen. Kortom, dit traject is duidelijk beter dan het vorige en dat merk je ook aan onze hogere quotering: 14/20. De TWQ ligt met 66% trouwens relatief hoog, maar wat niet mooi is, is ronduit lelijk. Het kaartje vind jehieren voorde foto'sis dit het adres. Maar bekijk alvast deze 3 op een rij:
Brasschaat
Schoten
Ertbrugge
Het weer. Licht bewolkt, aangename lentetemperatuur, rustig.
De stafkaarten. 07/7-8 Brasschaat (2017) - 15/3-4 Antwerpen (2018)
Hoe we er geraakten. Opnieuw was een overstap veruit de vlotste manier om in Brasschaat te geraken. De GR kruist trouwens de buslijnen 37a en 37b ter hoogte van de halte Elshoutbaan. Ook de terugreis is eenvoudig: een tramritje brengt ons van Deurne naar de metrohalte Astrid en dan volgt nog een terugrit met overstap in Brussel-Noord naar Halle.
Een beetje geschiedenis.
Eerlijk, ik heb niet veel te vertellen over de tram die ons naar het Centraal Station brengt. Ik ben een minder dan sporadische gebruiker geweest van de Antwerpse stadstrams (en andere) en waag me eigenlijk niet aan een tekst over lijn 5. Overigens is de volgendepagina vollediger dan ik het zelf ooit zou kunnen. Je vindt trouwens nog wel meer links over de tram in Antwerpen dan deze wikipediapagina.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408 (IC FTR)
09:20 09:30
+2
825 (GCR)
mr75
controle: N
Brussel-Zuid - Kapellen
2008 (IC FES)
09:50 10:56
+6
1912 (NK) - 61002 (FCL)
M6
controle: J
Kapellen - Brasschaat
[37b] (Brasschaat)
11:20 11:41
stipt
ab5657
Iveco Crossway LE
Zandvliet
Deurne - Antwerpen
[5] (P+R Linkeroever]
15:23 15:39
stipt
t7321
Flexity 2
Deurne
Antwerpen-Centraal - Brussel-Noord
4537 (IC FCR)
15:54 16:29
+7
1848 (FSD) - 61056 (FCL)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
8572 (P FGRA)
16:40 17:02
+1
08207 (FSR)
mr08 (Desiro)
controle: J
En wat we beleefden. Het is maandag en dan durft IC 3408 nogal eens met 1 vierledig stel te rijden, maar vandaag zijn het er 2. De trein vertrekt stipt in Halle, maar we staan een tijdje stil in Ruisbroek. De aansluitende IC 2008 lijkt het even stipt te zullen doen, maar net voorbij Weerde is men in de berm bomen aan het snoeien en takken komen onder de trein terecht. We staan 8 minuten stil, volgens de tbg om de takken van de sporen te verwijderen, maar vermoedelijk staan we al een stuk voorbij de plaats waar gewerkt wordt. Hoe dom kan een oorzaak van vertraging zijn?
Brasschaat kan niet klagen op het vlak van busbedieningen: de bus van lijn 37b komt precies op tijd aan. Het is waarschijnlijk wat drukker dan gewoonlijk, wegens de markt. De terugreis verloopt zo mogelijk nog vlotter: een druk bezette tram 5 brengt ons naar Antwerpen Astrid. We weten gelukkig dat dit de metrohalte is bij het Centraal Station.
IC 4537 rijdt al als S 6765 uit Noorderkempen met vertraging. Rond en in Mechelen zal die vertraging trouwens nog toenemen; ik verdenk de internationale treinen ervan dat ze onze IC een loer draaien. Ik zie er 3 in een minuut tijd... Uiteindelijk komen we met 7 minuten vertraging in Brussel-Noord aan. De aansluitende P 8572 zou van hetzelfde spoor moeten vertrekken, maar door de vertraging van de IC wordt die verspoord naar spoor 10. De trein komt gelijk met ons aan het perron. De rit door de NZV en naar Halle verloopt bijzonder vlot. Die 8572 wordt overal een S-trein genoemd maar het nummer wijst eerder op een P-trein.
De treinlectuur. Ildefonso FALCONES, De kathedraal van de zee. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Zelfs als hij niets te zeggen heeft, blijft Weyts spreken. Nu wil hij een meldpunt tegen Brusselse ziekenhuizen waar geen verzorging in het Nederlands mogelijk is. Wachten maar tot hij zelfs eens dringende hulp nodig heeft… Of tot hij ergens ter wereld geen Nederlandstalig personeel vindt om hem te redden.
Uitgedrukt… 't Skoap es de pruit af… Mag ik eens een uitdrukking vermelden waarvan ik zelf de betekenis niet ken(de). Een medekaartspeler gebruikte ze soms wel eens als een beslissing (in het kaartspel) gevallen was, maar echt zeker van deze betekenis was ik niet. In het Vlaams Woordenboek lees ik: doodmoe zijn na hard labeur, zware arbeid. Pruit is trouwens het dialectwoord voor gulp.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Ik heb het eens nagekeken: 44 deeltrajecten van GR12 Amsterdam - Parijs hebben we er intussen op zitten. Het eerste situeert zich in 1977 en vandaag is nummer 44 aan de beurt. Uiteraard zitten daar dubbels tussen, hoewel, echte dubbels zullen beperkt in aantal zijn, gezien de vele wijzigingen die deze GR in de loop van bijna een halve eeuw heeft ondergaan. Vandaag stappen we van Kapellenbos naar Brasschaat, bijna 14 km. Je moet eerst wel 2.5 km door het rotverkavelde gebied rond Kapellenbos met veel te brede asfaltwegen en veel te grote villa's: het lijkt wel alsof hier aanschouwelijk wordt voorgesteld hoe het niet moet. Het is een harde noot om te kraken maar geleidelijk verandert het traject in een aanvaardbare GR-tocht, langs heide en bossen, met een TWQ van 72%. Zwaar beschadigde boswegen, smallere paadjes en een snoer voetwegen in Brasschaat zelf zorgen daarvoor. De bewegwijzering is optimaal, onze score is 12.5/20; het stroeve begin is er wat te veel aan, de paden langs de Antitankgracht (nog zo een voorbeeld van een nutteloze investering in defensie) zijn aangenaam.Foto's. Kaartje.
De Antitankgracht is langere tijd onze gids en de paadjes zorgen ervoor dat dit nooit vervelend wordt.
De Mikse beek is zowaar klein in vergelijking met de nochtans destijds nutteloze Antitankgracht.
Het weer. Prachtig lenteweer: helder, zo een 14° warm en rustig.
De stafkaarten. 07/7-8 Brasschaat (2017)
Hoe we er geraakten. De basisbereikbaarheid heeft het er ondanks de jubelcommuniqués van De Lijn niet allemaal gemakkelijker op gemaakt, maar ik vermoed dat we voor de invoering ervan een vergelijkbare heenreis zouden hebben gemaakt, zij het met aan ander busnummer. We sporen naar Kapellen, stappen dan enkele honderden meters naar de bushalte Kapellen Dorp, waar we de bus naar Essen (67) nemen. Met 38 minuten tussen trein en bus hebben we echt veel tijd op overschot. De terugreis gebeurt met bus 37a, die ons ook naar Kapellen Dorp brengt, en dan verloopt de treinreis analoog met de heenreis.
Een beetje geschiedenis. Ik moet eerlijk toegeven dat het altijd weer wat moeilijker wordt om dit rubriekje op een zinvolle en betrouwbare manier te vullen. Ver in het verleden duiken lukt nog wel, maar het recente verleden zorgt bijna stelselmatig voor problemen, bij gebrek aan raadpleegbare documenten. Neem nu vandaag: de buslijnen die het meest in aanmerking komen aan de halte Brasschaat Elshoutbaan zijn de lijnen 37a en 37b. Lijn 37a loopt van Wijnegem via Schoten en Kapellen naar Hoevenen, lijn 37b van Brasschaat naar Hoevenen. Die laatste lijn is een soort antenne op lijn 37a, met een niet gecadanceerde dienstregeling. De nummering (met a en b) werd ingevoerd in het kader van de basisbereikbaarheid: lijn 780 werd 37a, lijn 781 werd omgedoopt tot 37b. Verder in de tijd was die 780 78.0 en nog verder was het gewoon 78. Dat die lijnen Wijnegem als eindpunt kregen is geen toeval en een rechtstreeks gevolg van het bekende Shopping Center.
Deze lijnen kwamen er niet als vervanging van een tramlijn. Die volgde nl. de huidige N1 en liep van Merksem tot Wuustwezel. In dat laatste dorp was er een aansluiting met een Nederlandse tramlijn naar Rijsbergen. De lijn bereikte uit Merksem Brasschaat Dorp in 1887, de verlenging tot Wuustwezel kwam er 3 jaar later. Het deel tot Brasschaat (Polygoon = Maria-ter-Heide), vlak bij het Kamp van Brasschaat werd al geëlektrificeerd in 1912. Het deel voorbij de Polygoon zou pas in 1951 onder draad komen. Maar in 1966 was het definitief voorbij voor deze tramlijn.
Nog even een anekdote: op 1 december 1976 ging ik onder de wapens en na een onvolledige week opleiding in Turnhout werden we met enkele tientallen miliciens gemuteerd naar de kazerne van Hoogboom voor de rest van de opleiding. Ik was toen getrouwd en dat stond garant voor enkele privileges: zo kon ik samen met enkele anderen wat vaker naar huis. Het station van Kapellen was het aangewezen begin- en eindpunt voor de verbindingen met het thuisfront. Maar ik herinner me toch nog een heel speciale rit, nl. op 03.01.1977, toen we met enkele andere miliciens de bus van lijn 73 namen aan het Rooseveltplein tot Hoogboom. We moesten binnen zijn om 01:00 en de bus zette ons om 0:55 af ter hoogte van de kazerne. Nog op 03.01.1977 kon ik in de voormiddag naar Etterbeek waar ik nog 9 maanden mocht dienen in het Logistiek Centrum nummer 1. Dat was meteen het begin van een dagelijkse pendel tussen Etterbeek en Halle, waar ik in de lokettenzaal treinbiljetten voor de meest onverwachte bestemmingen hoorde afleveren.
Warme oproep: wie meer kan vertellen over de voorbije 30 jaar busvervoer in Brasschaat mag me gerust contacteren.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408 (IC FTR)
09:20 09:30
stipt
818 (GCR)
mr75
controle: N
Brussel-Zuid - Kapellen
2008 (IC FES)
09:50 10:56
stipt
1848 (FSD) - 61056 (FCL)
M6
controle: J
Kapellen - Kapellen
[67] (Essen)
11:34 11:36
stipt
ab605-050
Van Hool newA360
Ch. Matheessen
-
Brasschaat - Kapellen
[37a] (Hoevenen)
16:12 16:32
+2
ab5613
Iveco Crossway LE
Zandvliet
Kapellen - Brussel-Noord
2039 (IC FCR)
17:05 18:00
stipt
1912 (NK) - 61002 (FCL)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
2289 (S FGRA)
18:08 18:31
+5
08063 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. IC 3408 rijdt stipt met vooraan stel 818. Buiten ziet het er ronduit vuil uit, met resten van verwijderde graffitiverf, binnen is de toestand gelukkig wel aanvaardbaar. Een knul van een jaar of 14 zit veel te veel lawaai te maken met zijn gsm: ik heb nog niet zo vaak een zo lege blik als antwoord op mijn opmerking gekregen. IC 2008 rijdt zo goed als stipt, al flirt hij tot Antwerpen-Luchtbal met 2 minuten vertraging; vooral tussen Brussel-Noord en Mechelen maken we een lome rit mee. Net voor Kapellen krijgen we zowaar nog controle: op dat ogenblik zijn we de enige reizigers in de eersteklasafdeling.
Dan wacht stilaan de koude douche. We hebben tijd voor een koffie in Kaffee Krokant en ik maak van de gelegenheid gebruik om de app van De Lijn te consulteren. Blijkt dat deze vakantieweek in aanmerking kwam voor het afsluiten van de Kalmthoutsesteenweg, met de schrapping van een resem halten tot gevolg. Tijd om nog een bevredigende oplossing uit te stippelen heb ik niet en dus zal de chauffeur ons moeten helpen. Twee halten neemt hij ons mee en dan geeft hij de raad om te voet naar de halte Golflei te stappen. Hij is vriendelijk en behulpzaam - daar niet van - maar zijn info komt nog altijd van een drager waarvan het gebruik stilaan een hele eeuw meegaat: een papier met het ritorder erop. Ik dacht dat de bussen tegenwoordig met allerlei snufjes (waaronder gps) zijn uitgerust, wat misschien voor een betere oplossing had kunnen zorgen dan nu: 3.5 km extra stappen tussen de halte Dennenburg en Golflei en dat grotendeels langs een onaangename N122, waar het autoverkeer verder raast, zonder hinder blijkbaar van de wegenwerken.
Voor alle duidelijkheid: het is allemaal en helemaal mijn fout: ik had de dag voordien moeten kijken en dan had de calamiteit die ons te wachten stond, vermeden kunnen worden. Eventueel door deze uitstap uit te stellen of door het zoeken naar een betere uitstaphalte.
De terugreis verloopt gelukkig wel zoals gepland: de 37a rijdt ondanks het drukke verkeer nauwelijks met vertraging en er is tijd voor een tweede bezoekje aan Kaffee Krokant. IC 2039 rijdt bijna stipt en we krijgen weer controle. De aansluitende trein is de 2289, met drie Desiro's. We komen nog net binnen de vertragingsmarge in Halle aan.
De treinlectuur. Ildefonso FALCONES, De kathedraal van de zee. Een echte historische roman die speelt in het Barcelona van de XIVde eeuw. Tegen de achtergrond van de historische gebeurtenissen volgen we Arnau Estanyol, die zelden toegelachen wordt door het noodlot. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Geld tekort? Voer wat oorlog en de miljarden zullen binnenstromen.
Uitgedrukt… Je weet wat je hebt, maar niet wat je krijgt… Die "wat" is niet zelden iemand die boven je staat, de chef, zeg maar. En de uitdrukking wordt nogal eens gebruikt als er weer eens zware kritiek is en aangestuurd wordt op een vervanging. Tegenwoordig zal de uitdrukking wel veel toegepast worden op CEO's, al dateert ze van lang voor het ontpoppen van dat verschijnsel.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In Asse volgden we de bijna 11 km lange Hopduvelwandeling. Ongeveer de helft loopt over trage of anderszins onverharde voet- en veldwegen en die lagen er nog altijd uitgesproken modderig bij. Ik had de wandeling gevonden in een foldertje dat Toerisme Vlaams-Brabant een tijd geleden opstuurde en het bleek nog om een uitstekend bewegwijzerde wandeling op het wandelnetwerk Pajottenland te gaan. Nu ja, ik schrijf Pajottenland, maar al die netwerken lopen tegenwoordig vrolijk in elkaar over en het is nooit meer gemakkelijk om een bepaalde tocht aan één wandelnetwerk toe te wijzen. (Overigens wordt dat Pajottenland altijd maar groter, net zoals de Ardennen…) Wij volgden de nummers 209 - 208 - 204 - 206 - 207 - 2 - 20 - 237 - 236 - 235 - 209. Eigenlijk hadden we op de Markt moeten beginnen, maar gemakshalve begonnen we aan het NMBS-station. (Ziekaartje). Het eerste knooppunt dat je vandaar uit moet opsnorren is 209. Het is een afwisselende tocht, met stijgen en dalen, o.a. langs een als toeristische attractie uitgedost hopveld. De echt fantastische wandelwegen worden nu en dan afgewisseld met minder interessante stukken: we quoteerden 14/20. Geen echte hoogvlieger, maar ook geen waardeloos spul.
Het weer. Zwaar bewolkt. We lieten de auto wijselijk thuis omdat een deel van de oprit vanmorgen onder de ijzel zat. Fris. (En wie zich vragen stelt bij die auto - het is een elektrische - en de bussen van De Lijn zijn echt te onbetrouwbaar geworden om nog op een aansluiting te rekenen. Overigens zouden we helemaal te voet naar Halle gaan, maar de afwerking van de brug over de autoweg - de brug van de Drasop - laat nog altijd op zich wachten…)
De stafkaarten. 31/1-2 Dilbeek (2020) - 23/5-6 Merchtem (2021)
Hoe we er geraakten. Sinds december 2024 hebben ze het ons wel zeer gemakkelijk gemaakt: de S Geraardsbergen - Dendermonde zorgt één keer per uur voor een rechtstreekse verbinding en er is nog een tweede mogelijkheid met overstap in Brussel-Zuid.
Een beetje geschiedenis. Asse is één van die zeldzame plaatsen waar het buurtspoorwegstation destijds vlak bij het treinstation werd opgericht. De belangrijkste tramlijn is ongetwijfeld altijd de verbinding Brussel - Asse - Aalst geweest. Een eigenaardigheid aan de lijn is wel dat ze niet zoals zo vele andere uit Brussel aangelegd werd en dan snel of minder snel haar eindpunt bereikte: eerder het omgekeerde was het geval: uit Aalst werd Asse al bereikt in 1905, uit Zellik (en dus uit Brussel) pas in 1936. Het deel voorbij Asse bleef nog tot 1970 in reizigersdienst, het deel Asse - Aalst werd al in 1962 gesloten. Een leuk (?) weetje: de NMBS verzette zich tegen de aanleg van een elektrische tramlijn Brussel - Aalst, omdat de nieuwe spoorlijn Brussel-Zuid - Denderleeuw in dienst gesteld zou worden; we schrijven dan 1933. Dat en enkele andere perikelen zorgden ervoor dat het nog tot 1936 duurde voor deze elektrische lijn mocht worden aangelegd. (gahaald uit Jos NEYENS, De Buurtspoorwegen in de provincie Brabant). De meest evidente buslijn (langs de Aalstersesteenweg) bleef in de loop van de jaren relatief ongewijzigd: eerst heette ze AL, later 214 en met de invoering van de basisbereikbaarheid R14. De uurdienst van weleer is nu ook een kwartierdienst geworden.
De verbinding.
Halle - Asse
2258 (S FDR)
09:29 10:12
+1
08130 (FML)
mr08 Desiro
controle: J
-
Asse - Brussel-Zuid
3863 (S FBMZ)
03:33 13:58
stipt
08118 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Halle
3784 (S FBC)
14:03 14:20
stipt
08201 (FSR)
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Weet je nog dat riedeltje uit de vorige bijdrage: het is er weer. Behalve wat oponthoud tussen Brussel-Zuid en Brussel-Centraal is er niets te melden. De terugrit verloopt wel wat anders: de ijzel van vanmorgen heeft onze planning wat overhoop gehaald en dus komt de verbinding met overstap net iets beter uit. Een tb en een tbg op weg naar hun job nemen samen 8 plaatsen in de Desiro in en zo blijven er alleen nog de boevenbankjes over. Maar ook deze trein rijdt stipt en zo halen we nog moeiteloos de S naar Braine-le-Comte. Het werd inderdaad een kommerloze treindag.
De treinlectuur. Robert GALBRAITH, The Ink Black Heart. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Eigenlijk hebben we geen conservatieve regering nodig, wij hebben daar de vakbonden voor.
Uitgedrukt… Vol of onderwege, kapot of onderwege, leeg of onderwege: gezegd van een toestand die er bijzonder snel aankomt en die niet altijd even gunstig is. Die stookolietank is leeg of onderwege…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
31 januari 2025 - Ronquières - Braine-le-Comte (GR121)
De wandeling. Als je op de website van de Waalse GR leest dat GR121 nu van Liège tot de Opaalkust zal lopen en dat de beschrijving in de gemeenschappelijke topogids GR12/GR121 niet meer van toepassing is, dan vrees je het ergste als je nog snel een laatste stukje uit die topogids wil stappen, van Ronquières naar Braine-le-Comte. En inderdaad, het eerste dat we op onze weg vinden is een kruis dat een verkeerde richting aanduidt. Maar we zetten door en wat later komen we toch weer op de GR121 terecht; de rest van de tocht verloopt volgens het boekje. Na 10.6 km bereiken we het station van Braine-le-Comte en we kunnen terugkijken op een aangenaam stukje GR dat we met 16/20 inschatten. De TWQ bedraagt 71%: een eerste deel loopt over de Ravel 106, genoemd naar de vroegere spoorlijn 106 die Lembeek met Ecaussinnes verbond en die samen met de zware industrie in de streek te gronde ging en in 1984 definitief verdween. Ik heb het meestal niet zo op ravels begrepen maar deze vormt daar een uitzondering op: we volgen zowat de Sennette, tussen de prachtig glooiende weilanden door. Vele daarvan staan onder water, na de bijzonder natte januarimaand. Voorbij Henripont wordt het een tijdje een boswandeling door een uitloper van het Bois de la Houssière en bijna tot op het einde blijft het een aangename tocht.Kaartjeenfoto's.
De Sennette is opvallend aanwezig in de drie eerste kilometers van deze tocht.
Het weer. Zwaar bewolkt, met een zwak zonnetje, tussen de wolken door. Fris en rustig.
De stafkaarten. 39/5-6 Braine-le-Comte (2021)
Hoe we er geraakten. Eigenlijk was het poepsimpel: met de trein naar Braine-le-Comte en dan de bus van lijn 63 tot Ronquières. Ironisch genoeg moesten we,toen we een tijdje geleden uit Nivelles in Ronquières aankwamen, door een wilde staking in de TEC-stelplaats Baulers te voet naar Braine-le-Comte, langs een geïmproviseerde route die gelukkig korter was dan de GR. Met de bus gaat het duidelijk sneller. De terugreis is helemaal gemakkelijk: met 4 treinen per uur tussen Braine-le-Comte en Halle mogen we niet klagen.
Een beetje geschiedenis. De verleiding was te groot om het over de vroegere lijn 106 te hebben. En ik heb het mezelf gemakkelijk gemaakt, met twee foto's van vroeger en nu. Toen we op 9 juli 1983 dankzij GTF een ruime rondrit konden maken aan boord van de 4614, konden we de bovenste foto nemen. De verschillen met vandaag zijn duidelijk: de boom is verdwenen, ongelooflijke klimop houdt het gebouwtje recht; de koeien zijn voltooid verleden tijd. Maar de vraag blijft dezelfde: wat was de functie van zo een gebouwtje langs de lijn in het midden van nergens? Toezicht, controle… ik weet het niet. Een overweg was in de verste verte (lichte overdrijving) niet te bekennen. Wie het antwoord kent, mag nu zijn vinger opsteken.
De verbinding.
Halle - Braine-le-Comte
3429 IC LBH
08:41 08:56
stipt
1907 (NK) - 61057 (FCL)
M6
controle: N
Braine-le-Comte - Ronquières
[63] (Nivelles)
09:10 09:24
+1
ab6262
Mercedes Citaro G C2 Hyb
Baulers
-
Braine-le-Comte - Halle
3662 S Leuven
12:51 13:08
stipt
08024 (FSR)
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. De meesten zullen nu wel denken dat ik nog maar eens hetzelfde riedeltje zal afsteken: korte verplaatsing, weinig te vertellen. Maar dat is zonder de treinbestuurder van IC 1729 gerekend. Als die komt aanstormen, is het duidelijk dat die niet meteen van plan is om te stoppen. Alle remmen dicht dan maar, maar het grootste deel van de trein staat al in de tunnel van Halle; meer dan 2 rijtuigen van de 10 rijtuigen lange trein staan niet aan het perron. En dan gebeurt het onwaarschijnlijke: de deuren blijven dicht en de reizigers die hoopten in Halle uit te stappen staan verbouwereerd te kijken als de trein zich opnieuw in beweging zet, alsof er niets is gebeurd. Voor alle duidelijkheid: het sein stond wel degelijk open. Doe maar niet de moeite om een vertragingsattest te downloaden, want daaruit blijkt dat de trein Halle stipt heeft bediend. Ook uit de gegevens van de stiptheid van Infrabel kun je trouwens niet afleiden dat er wat fout is gegaan in Halle. Voor ons maakt het niet zo heel veel verschil, want de dicht volgende 3429 kan ons evengoed op tijd ter bestemming brengen. De bus van lijn 63 is een hybride gelede. Ongetwijfeld heeft die bij de vorige rit veel scholieren naar Braine-le-Comte gebracht, maar nu is er sprake van overcapaciteit. Erg is dat allemaal niet.
Wie dacht dat de terugrit zonder problemen zou verlopen, moet maar snel iets anders denken. Als we even nakijken hoe het met het treinverkeer in Braine-le-Comte zit, blijkt er een seinstoring te zijn. Die situeert zich in Hennuyères. We zien inderdaad nog 2 IC's en een S-trein in vertraging, maar de kans is te groot dat we toch niet meer in kunnen stappen. En dus wordt het S 3662, die we eigenlijk ook voorzien hadden. Er zijn nogal wat spoorwijzigingen, maar uiteindelijk vertrekken we stipt. Het loopt over tegenspoor tot Hennuyères; voordien is omgeroepen dat deze stoptrein niet zal stoppen in Hennuyères. Waarom zo een seinstoring in dit geval moet uitmonden in een geschrapte halte, blijft een vraagteken. Ook in de gegevens van Infrabel wordt nergens duidelijk dat de trein niet gestopt is. Vanaf Hennuyères kan de trein weer over het gewone spoor en we komen stipt in Halle aan.
En nog dit: we krijgen controle. We hebben zowel vanmorgen als deze middag 2 ritten ingevuld op de KeyCard/Local Multi (beide benamingen zijn even dwaas). De tbg controleert de eerste, dan de tweede QR-code in de app. Alles oké, maar als hij al verderop bezig is, zie ik dat de app nog maar eens voor een eigenaardigheid gezorgd heeft. De ritten van vanmorgen en nu staan gewoon dooreen, zodat hij eigenlijk maar één middagrit heeft gecontroleerd. Voor de tweede had hij voorbij de tweede moeten scrollen, die zich om duistere redenen in derde positie bevindt. De NMBS-app zou dan ook de eerste zijn zonder eigenaardigheden.
De treinlectuur. Robert GALBRAITH, The Ink Black Heart. PhilipHUFF, Wat je van bloed weet.
Bij De Lijn slagen ze er zelfs niet meer in om op tijd te zijn met hun tariefaanpassingen… Al is het natuurlijk de Vlaamse regereing die het niet eens raakt.
Uitgedrukt… Doe uw pellepetatten (e wa beter) open… Pellepetatten zijn aardappelen in de schil, maar hier zijn het duidelijk ogen. Kijk toch eens wat beter, dan zie je het wel. Bijvoorbeeld gezegd wanneer iemand iets niet vindt dat nochtans duidelijk zichtbaar is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het S.I. de la Ville d'Enghien bracht in 1984 een boekje uit met als titel Guide des promenades dans le Pays d'Enghien met niet minder dan 14 wandelingen (waarvan 2 voor fietsers) van wisselende lengte. Als we het boekje moeten geloven, waren die wandelingen ook bewegwijzerd met gekleurde pijlen, maar daar is meer dan 40 jaar later niets meer van te merken. We combineerden nummer 9 en nummer 11, allebei in Mark, deelgemeente van Edingen. Samen vormden ze een tocht van iets meer dan 10 km, met een laag TWQ van amper 22%. Het is een typische wandeling door een landbouwgemeente waar de smalle wegen bijna onvermijdelijk allemaal verhard zijn. Wie daar mee kan leven, stapt bijna voortdurend door weidse landschappen van akkers en weiden, op en over de taalgrens. Wij kwamen met onze quotering niet verder dan 12.5/20. Op het kaartjevalt misschien het op-en-afje naar de Chapelle de Garenne op, voor de rest is het bijna een perfecte lusvormige tocht.
De Chapelle Notre-Dame de la Garenne.
De Molen van Garenne.
Meer foto's, met o.m. een drietal treinfoto's op lijn 94 ter hoogte van kp 33.
Het weer. We hoopten gebruik te maken van een schaars droog moment en dat lukte nog ook. De avond en de nacht voordien is hier zo een 15 mm neerslag gevallen, onnodig te zeggen dat de niet verharde wegen enige acrobatiek vereisten. Maar toen we begonnen, waren de eerste blauwe luchten tussen het wolkendek te zien en wat later kregen we zowaar mooie altocumulus in het vizier. Tegen het einde van de wandeling was de bewolking alweer helemaal terug.
De stafkaarten. 38/3-4 Enghien (2020)
Hoe we er geraakten. Ik moet spijtig genoeg toegevendat ik me zwaar heblaten misleiden door de diverse apps van de OV-maatschappijen. Mark zou eigenlijk vlot bereikbaar moeten zijn uit Edingen, maar vanaf het station is het eerst nog een kleine 3 km stappen langs de onaangename N7 en van bruikbare bussen uit Edingen is er al helemaal geen sprake. De apps suggereren een verbinding uit Silly met overstap in Bassilly en daar liet mijn normaal vrij stevige OV-intuïtie me in de steek. Die overstap zou trouwens 45 minuten lang zijn geweest in een doods dorp, maar ik had een sterk vermoeden dat de bus van lijn 87 uit Silly, ook de bus zou zijn uit Lessines van 9:33. De chauffeur bevestigde dat en liever dan de lange aansluiting af te wachten, reden we mee tot Lessines om dan met dezelfde bus richting Edingen in Mark te landen. Toen we aan de halte Bassilly Rue des Écoles passeerden, zag ik plots, maar veel te laat het licht. Als we uit Silly naar deze halte waren gestapt (niet eens een km van het station van Silly) dan hadden we daar eenvoudig de bus kunnen nemen die ons dan in 8 minuten aan ons startpunt had kunnen brengen. Nu, alles bij elkaar zou het "maar" een half uur gescheeld hebben…
Een beetje geschiedenis. De halte Marcq/Mark Bois Blanc/Wit Bos die we vandaag als begin- en eindpunt van onze wandeling gebruiken mag dan wel door 3 buslijnen bediend worden, meer dan schooldiensten en sporadische bedieningen vind je hier niet. Twee lijnen zijn van de TEC (87, 94), één van De Lijn (160). Lijnen 87 en 94 zijn oorspronkelijk vervangingslijnen: de 87 (eerst 87b) verbindt enkele keren per dag Edingen met Lessines, de 94 (aanvankelijk 94b) was de vervangingslijn toen de halte Mark op lijn 94 in 1984 zoals alle landelijke halten tussen Halle en Tournai gesloten werd. Ook van deze lijn valt weinig te verwachten. Vroeger was er ook nog lijn 471, een aanvullende lijn uit Halle naar Edingen, met een schoolbediening tussen Edingen en Sint-Pieters-Kapelle. Lijn 160 van De Lijn is de nazaat van de busverbinding Leerbeek - Edingen, die op haar beurt in de plaats kwam van de tram die in een beginstadium tussen Brussel, Lennik en Leerbeek naar Edingen spoorde. Met de elektrificatie van de tramlijn uit Leerbeek naar Brussel, werd dat een diesellijn van Leerbeek naar Edingen. De bussen van lijn 160 tussen Edingen en Sint-Pieters-Kapelle zijn beperkt tot een schoolrit en een marktrit.
De verbinding.
Halle - Silly
1929 (FTY)
08:25 8:43
stipt
1913 (NK) - 61060 (FBMZ)
M6
controle: N
Silly - Lessines
[87] (Lessines)
09:06 09:30
+2
ab3007-10
Mercedes Citaro LE C2
Voyages François Lenoir
Lessines - Mark
[87] (Edingen)
09:33 10:03
+9
ab3007-10
Mercedes Citaro LE C2
Voyages François Lenoir
-
Mark - Edingen
[87] (Edingen)
13:29 13:34
+4
ab3002-08
Mercedes Citaro LE C2
Voyages François Lenoir
Edingen - Halle
3212 (FDR)
13:51 14:01
stipt
08056 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Tja, veel valt er niet te beleven. Terwijl we in Halle staan te wachten, rijdt de 2734 met een leeg stel M4 richting Brussel. Ongetwijfeld een afgeschafte trein. Kan ook moeilijk anders: als we gegevens over de samenstelling opzoeken, vinden we dat deze 2734 tegelijk P 7513 en IC 1906 getrokken heeft, met een kleine 20 minuten verschil. En tegen dergelijke prestatie is deze gouwe ouwe niet meer opgewassen… Maar onze trein rijdt zonder problemen, wat ons uitzicht geeft op een aansluiting van 23 minuten naar bus 87 die hier enkele keren per dag het station bedient. In het station is het even koud als erbuiten, het is al een wonder dat het gebouw open is.
Ik vraag bij het instappen toch maar even aan de chauffeur of hij na aankomst in Lessines de bus naar Edingen doet. Tot mijn verbazing moet hij dat eerst even nakijken, maar hij stelt ons gerust. We mogen blijven zitten. Ongetwijfeld moet de arme man gedacht hebben dat we op een wel erg omslachtige en tijdrovende manier naar Mark reizen, maar het lukt toch. Op weg naar Lessines stapt nog een medereiziger in, wat een sombere toekomst voor deze lijn lijkt te impliceren, als ook hier een reorganisatie doorgedrukt wordt. Maar de vervolgrit naar Edingen trekt dan wel reizigers aan, voornamelijk scholieren, vermoedelijk op weg naar het bekende Collège Saint-Augustin. Tegenwoordig lijken er de hele dag scholieren op pad. Weggevallen lessen zullen wel aan de basis liggen van onverwachte verplaatsingspatronen. In Lessines moeten we een omleiding volgen, wat tot vertraging leidt.
De terugreis is een stuk eenvoudiger: een korte busrit met dezelfde buslijn 87 brengt ons naar Edingen, waar we de IC naar Dendermonde kunnen nemen. Die bestaat niet uit tamelijk comfortabele M7-rijtuigen: een desiro maakt de dienst uit.
De treinlectuur. Robert GALBRAITH, The Ink Black Heart. Intrigerende roman van de 21ste eeuw, waarin de gewone tekst en dialogen afgewisseld worden met chats, tweets en nieuwssites. En toch is het een gewone whodunit, als de ontwerpers van het game The Ink Black Heart dood- of lamgestoken worden. Maar in de 21ste eeuw zijn gewone dialogen maar één manier om te converseren. Robert Galbraith is trouwens niemand minder dan J.K. Rowling, van Harry Potter, weet je wel. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Het is nu wachten op het moment dat de leraar godsdienst een robot lijkt te zijn met horentjes en bokkenpoten, die ook nog zwavelgeuren verspreidt…
Uitgedrukt… Een skoef, iemand skoefen: een sneer uitdelen, uithalen naar iemand, meestal op min of meer onderdrukte wijze, zodat alleen wie de situatie doorgrondt, weet waar het over gaat.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2015 bracht het Office du Tourisme van Hannut een pakketje wandelingen uit, deels in het stadje Hannut zelf, maar meer nog in de omringende deelgemeenten. Ons oog viel op een wandeling in Lens-Saint-Remy, La promenade des Chevées. Dat chevée (ook chavée) is een vochtige zone en dat kunnen we vandaag alleen maar beamen.Die lange smalle, vochtige vallei zou dan die van de Geer (de Jeker) zijn en we stappen inderdaad rond de Geer (ziekaartje), heen langs de ene, terug langs de andere oever. Overigens zien we weinig van de bescheiden beek die de Geer hier nog altijd is, maar we moeten na het supernatte jaar wel door erg modderige stroken; gelukkig blijft er altijd nog een smal begaanbaar noodpaadje vrij, zodat we nergens echt door de vele, diepe plassen moeten. De TWQ bedraagt 60%. In een drogere periode moet dit wel een schitterende wandeling zijn: wij probeerden de ongemakken te vergeten bij onze quotering van 16/20. En nog dit: in de folder wordt er met geen woord gerept over de bewegwijzering, maar na een tijdje werd het duidelijk dat we een groene rechthoek in het vizier moesten houden.
Het erg goed bewaarde Carmel, pal in het centrum van de Lens-Saint-Remy.
Des winters als het regent, dan zijn de paadjes diep, ja diep… (Maar geen loze vissertje gezien…)
Meer foto's van mooie gebouwen, kerken en modderige paden in de buurt van de Geer hier.
Het weer. Mist beperkte het zicht wel eens, maar een deel van de wandeling verliep toch in betere omstandigheden. Zowel bij de heen- als de terugreis per trein was de mist trouwens prominent aanwezig.
De stafkaarten. 41/1-2 Hannut (2020)
Hoe we er geraakten. Oorspronkelijk hadden we Lens-Saint-Remy kunnen bereiken met een overstapvrije IC en aansluitende bussen, maar allerlei omstandigheden (o.a. het weer) maakten dat we deze tocht wel een vijftal keer hebben uitgesteld. En sinds 16.12 is de rechtstreekse verbinding met Landen of Waremme dus niet meer dan een blijde herinnering. Uit Waremme hebben we zelfs 3 treinen nodig i.p.v. 1 om opnieuw in Halle te geraken. Voor de heenreis rekenen we op 2, hopelijk aansluitende bussen, van lijn 127 tot Hannut, waar we dan overstappen op de 128 tot Lens. Voor de terugreis reizen we via Waremme.
Op de website van de NMBS wordt een andere aankoopprocedure gemeld voor o.a. seniorenbiljetten. Je krijgt nu twee biljetten i.p.v. één, één voor de heenreis en één voor de terugreis. Wat het voordeel daarvan is, is niet duidelijk, tenzij het al vooruitloopt op de komende aanpassingen. Veel maakt het niet uit, want mochten we vandaag een seniorenbiljet voor Landen voor de heenreis en een uit Waremme voor de terugreis gekocht hebben, dan zouden we precies het dubbele betaald hebben. Eén van de bollebozen heeft namelijk uitgeplozen dat een seniorenbiljet altijd een heen-en-terugbiljet is en dat je dus sowieso twee keer de prijs van een seniorenbiljet HT betaalt… In de app blijft alles voorlopig nog bij het oude.
Een beetje geschiedenis. In de bediening van dit kleine dorp spelen historisch bekeken twee spoorlijnen een rol. Die rol is zeer bescheiden voor lijn 127 van de NMBS; deze lijn verbond Landen met Huy via Hannut, maar eigenlijk was het wachten op de verbussing van de spoorlijn: de bussen van lijn 127a volgden noodgedwongen de N64 en zo kwam de bushalte Râperie min of meer op wandelafstand van het dorpscentrum te liggen. Veel belangrijker zal wel de tramlijn van de NMVB geweest zijn die uit Hannut richting Lens-Saint-Remy spoorde. Ze liep vaak over een eigen bedding door veld en wei, en vandaag zijn er nauwelijks nog restanten van deze tramlijn terug te vinden. Uit Hannut ging het eerst in ZO-elijke richting, eenmaal voorbij Lens-Saint-Remy ging het naar het NO, richting Lens-Saint-Servais. Met elke generatie stafkaarten zie je minder en minder duidelijke sporen van de trambedding. De tramlijn lag ten zuiden van Lens-Saint-Remy, ons wandelpad bracht ons vandaag niet in de buurt. Ook deze lijn werd in de jaren 1950 verbust. Dat gaf het ontstaan aan een lijn 83 van Hannut naar Liège. Dat busnummer is vandaag nog altijd van toepassing. Een variant van die lijn 83 - lijn 83a - ging ook naar Waremme, maar meer dan een verbinding voor scholieren was dat niet. Het was wachten tot de jaren 1990 toen een goed bediende lijn 128 Hannut - Waremme ingevoerd werd. Het is die buslijn die we vandaag twee keer gebruiken.
Het begon allemaal met de tramlijn die deel zou uitmaken van een tamelijk ingewikkelde ster met de stelplaats Omal als middelpunt. Zo was er in 1908 een tabel Fexhe-le-Haut-Clocher - Verlaine - Omal - Hannut. Na WO I verloor het lijnstuk uit Fexhe snel aan betekenis. In 1924 vinden we in tabel 460 een tramlijn Jemeppe-sur-Meuse - Verlaine - Omal - Hannut terug. De verbinding met Fexhe zou in 1939 helemaal verdwijnen. Na WO II tekent zich min of meer de huidige structuur af: we vinden de lijn Liège - Hannut terug in tabel 845 (1952), in 1074 (1960) met lijnnummer 83.
Vandaag wordt Lens-Saint-Remy bediend door 3 buslijnen: 83 (Liège - Omal - Hannut), 128 (Waremme - Geer - Hannut) en 283 (een schoolvariant Waremme - Geer - Hannut). De halte Râperie wordt nog altijd bediend door lijn 127 Landen - Hannut - Huy. De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207 (IC FDR)
09:02 09:14
stipt
76100 (FML) - 73140 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Landen
1508 (IC FHS)
09:36 10:30
stipt
76047 (FML) - 73072 (FML)
M7
controle: J
Landen - Hannut
[128] Huy
10:38 10:56
+3
ab5015-27
MAN Lion's City
Cintra
Hannut - Lens-Saint-Remy
[128] Waremme
11:00 11:11
stipt
ab5015-15
Mercedes Citaro LE C2
Cintra
-
Lens-Saint-Remy - Waremme
[128] Waremme
13:11 13:29
-3
ab5015-15
Mercedes Citaro LE C2
Cintra
Waremme - Landen
5184 (FLD)
14:10 14:19
stipt
307 (NK)
mr80 Break
controle: N
Landen - Brussel-Noord
1536 (FBK)
14:30 15:14
stipt
76099 (FML) - 73061 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3436 (LBH)
15:18 15:40
+1
837 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
De aanduidingen van de onderhoudsposten van de rijtuigen zouden wel eens verkeerd kunnen zijn. Ik beschik spijtig genoeg niet meer over de nodige documentatie en de aanduidingen op de rijtuigen zijn zeker na een wijziging niet altijd even betrouwbaar omdat de wijzigingen niet altijd tijdig aangebracht worden.
En wat we beleefden. Hoe relatief alles is, bewijst IC 3207 nog maar eens. Voorheen werd deze trein uitgevoerd met 2 breaks, vandaag blijbaar met niet meer dan 4 M7-rijtuigen. Twee breaks, dat waren 444 plaatsen in 2de klas, die vier M7 staan in voor… 367 plaatsen, weliswaar van betere kwaliteit, maar was er geen belangrijke capaciteitswinst beloofd met M7-rijtuigen? Ook opvallend: zodra de trein in Kortrijk vertrekt, wordt al voorspeld dat die met 1 minuut vertraging in Brussel-Zuid zal aankomen. Waarom wordt die minuut dan niet gewoon aan de dienstregling toegevoegd? Overigens zal de trein wel op het voorziene uur in Brussel-Zuid aankomen. In IC 1508 staat de geluidsinstallatie zo luid, dat er ook verstoorde klanken te horen zijn. In Leuven zien we hoe een koppeltje problemen heeft met de vertrekprocedure van IC 431. Tot driemaal toe stapt ze weer uit voor een laatste, laatste, laatste kus. Geef mij nog een kusje, want daar komt 't autobusje, al is het in dit geval wel een flink uit de kluiten gewassen dubbeldekstrein.
We komen precies op tijd in Landen aan, waar de aansluitende bussen van de TEC al staan te wachten. Wij hebben de 127 naar Huy nodig; in totaal staan 3 chauffeurs een babbeltje te slaan en dat loopt uit. We zien met lede ogen hoe we net zoveel te laat vertrekken dat we de aansluiting in Hannut (4 minuten) wel eens zouden kunnen missen. De chauffeur weet tot overmaat van ramp blijkbaar ook niet hoe hij zijn bus aan het rijden moet krijgen; een telefoontje lost dat probleem op, maar niet het onze. Onderweg stappen 2 dames op die een biljet naar Hannut willen kopen. Ze mogen zonder betalen meereizen! Als ik toch eens naar voren stap om te vragen of die aansluiting in Hannut wel wacht, krijg ik het verbijsterende antwoord dat hij dat niet weet, dat hij deze lijn nooit doet. Dat zal ook wel de reden zijn waarom die dames gratis mee mogen: hij doet gewoon niet de moeite om een biljet, waarvoor hij het aantal doorlopen zones moet kennen, te maken. Gelukkig krimpt de vertraging bij het naderen van het overstappunt naar 3 minuten, van de aansluitende 128 is er nog geen spoor. Maar tot onze grote opluchting komt die precies op tijd toch uit een zijstraat gereden. Je voelt meteen het verschil tussen beide chauffeurs: die van de 128 is er zich wel van bewust dat reizigers bepaalde gerechtvaardigde belangen hebben.
De halte Lens-Saint-Remy Églisedan. Er is een bushokje, dat trots de dienstregeling van 01.06.2013 afficheert. Die is sindsdien grondig veranderd, aanzienlijk verbeterd zelfs! Aan de andere zijde van de straat is er geen wachthuisje. Hier wordt als eindbestemming voor lijn 128 Waremme Gare S.N.C.V. aangekondigd. Het steekt allemaal niet zo nauw blijkbaar, in deze uithoek van de actieradius van de TEC-LV. De bus zelf komt uiteindelijk een drietal minuten te vroeg in Waremme aan, net te laat om nog de IC naar Knokke te halen. En dus wordt het een terugreis in 3 stapjes: op deze rustige vakantiedag zal dat trouwens probleemloos verlopen. Een break om naar Landen te sporen, dan een goede aansluiting met de IC naar Blankenberge, ook al met maar 4 M7's. En in Brussel-Noord hebben we ook meteen aansluiting met de IC naar Binche.
De treinlectuur. Lorenzo CARCATERA, Sleepers. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Op 62 dagen is er in 2024 wel ergens een werkonderbreking of een heuse staking geweest bij het openbaar vervoer. Bij de TEC ging het meestal om wilde stakingen na agressie, bij De Lijn nogal eens om dat er met te oude bussen gereden moet worden en in de aanloop van de laatste fase van de basisbereikbaarheid, bij de NMBS bleven de werkonderbrekingen beperkt, maar daar worden de messen gewet… En in de loop van 2024 hebben we het 24 keer meegemaakt dat een bus die we wilden nemen, afgeschaft werd, wegens personeelsgebrek of wegens defecten. We hebben het zelfs enkele keren meegemaakt dat de bus onderweg uitviel wegens panne.
Uitgedrukt… Voor hetzelfde geld… Heeft weinig met geld te maken en betekent: het had net zo goed anders kunnen aflopen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stapten langs de Compostelaroute Via Brugensis, tussen Veldegem en Gits, goed voor 17 à 18km. Sporadisch volgen we inderdaad een stukje Compostelaroute en eerlijk gezegd, dat kan, zoals vandaag, toch wel tegenvallen. Die routes zijn natuurlijk een compromis tussen een wandelroute - met keurige topogidsen! - en een bedevaart en je kunt moeilijk verwachten dat die route op haar weg naar het zuiden niet langs bijvoorbeeld de Sint-Jacobuskerk van Lichtervelde zou lopen. Maar dat drukt behoorlijk het wandelplezier. Ook vandaag kregen we te veel beton en asfalt en vooral veel te veel straten met drukke(nde) bebouwing. Af en toe oogt het landschap mooi en er zijn ook stukjes bos, maar dat kan de boel niet redden. We quoteerden 8/20 en zo werden die enkele mooie dreven toch enigszins gevaloriseerd. Maar het werd zeker een van de zwakste wandelingen van ons wandeljaar, met een TWQ van amper 13%.Kaartje.
Veelfoto'szijn er niet en dat heeft alles te maken met de kwaliteit van de wandeling.
Deze mooie bosweg (Plaisirbos) laat de Via straal links liggen
Nog even een mooie dreef: de Belledreef
Het weer. Licht bewolkt, aangename temperatuur, zo goed als windstil.
De stafkaarten. 12/7-8 Gitsel (2018) - 20/3-4 Torhout (2016)
Hoe we er geraakten. Veldegem kunnen we uit Brugge bereiken met bus 70b Brugge - Zedelgem - Torhout. Twee treinen en één bus, dat is bijna een luxeverbinding. Voor de terugrit kiezen we een reisweg via Roeselare, met bus 75 Torhout - Roeselare, waar we kunnen overstappen op de IC naar Brussels-Airport, die ons zonder overstap naar Brussel-Zuid brengt. Al deze treinen of bussen rijden minstens één keer per uur, wat een kommerloze reisdag laat verwachten.
Een beetje geschiedenis. Gits kreeg al vrij vroeg zijn station op lijn 66 Brugge - Kortrijk: in 1847. Hoewel, het centrum lag meer dan 2 km van het station (getuige de huidige Stationsstraat), maar ik heb het hier al vaker gezegd: dat half uurtje stappen was in die tijd vast niet onoverkomelijk. Het zou wachten zijn op de bus om het centrum echt te ontsluiten en dat gebeurde al voor WO II. De eerste buslijn reed van Roeselare naar Koekelare, later werd dat Brugge - Roeselare, met een uitbreiding naar Koekelare. De halte die vermeld werd in de dienstregeling heette GitsKruiskalsijde. Deze buslijn is de verre voorloper van de latere vervangingsbus van de NMBS. Het spoorboekje van 22 mei 1955 is het eerste zonder Gits als treinstation - lijn 66 werd grondig gesaneerd en dat hield de schrapping in van de meeste kleine stations op de lijn. Die vervangingsbus reed van Brugge naar Roeselare en kreeg afwisselend het lijnnummer 66a en 66b, maar de 66 heeft lang standgehouden, zelfs toen de NMVB de lijn in 1979 van de NMBS overnam. Constante in die lange periode was wel de stiefmoederlijke behandeling van Gits Plaats -zoals de halte tot voor kort heette- , dat het moest stellen met enkele bussen per dag. Ook moet gezegd dat niet alle bussen het hele traject Brugge - Roeselare aflegden. Soms was Lichtervelde, dan weer Torhout eind- of beginpunt van een rit. Later kreeg deze buslijn het nummer 74 en nog later het huidige busnummer 75. Gits Centrum wordt tegenwoordig even frequent bediend als de andere halten op de lijn.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557 (S Schaarbeek)
08:57 9:07
+5
08114 (FML)
mr 08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Brugge
2830 (IC Knokke)
09:29 10:26
stipt
1820 (FSD) - 61018 (FSD)
M6
controle: J
Brugge - Veldegem
[70b] (Torhout)
11:05 11:40
+5
ab5010
Jonckheere Transit 2000
Brugge
-
Gits - Roeselare
[70] (Roeselare)
17:05 17:25
+4
ab5506-88
MAN Lion's City
Van Coillie
Roeselare - Brussel-Zuid
2316 (IC Brussels-Airport)
17:44 19:20
+7
354 (FSD)
mr80 Break
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3440 (IC Binche)
19:30 19:40
stipt
818 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
En wat we beleefden. Wie onze avonturen regelmatig volgt, weet dat we liever wat reserve inbouwen dan dat we rekenen op een snellere maar krappere verbinding. Dat doen we ook vandaag, mijn schoonvader zei altijd: de gerustigheid is ook iets waard. En het begon al goed vanmorgen, met een raadselachtige melding die gold voor… België. Een technische storing kon leiden tot vertragingen van 5 à 10 minuten. Wat er precies aan de hand was, zullen we wel nooit te weten komen. Wel duidelijk was de seinstoring in de buurt van Leuze, wat meteen een 20-tal minuten opleverde voor de IC's 1907 en 3207. En laat die laatste nu net de trein zijn die we wilden nemen, maar meteen zou onze aansluiting met IC 2830 eraan gaan. We waren eigenlijk al klaar om nog 2 ritten op de KeyCard in te vullen, maar het lot was ons voor één keer gunstig. S 1557 had net genoeg vertraging om ons met ons seniorenbiljet mee te nemen, zonder extra kost. IC 2830 vertrok dan weer uit Brussel-Noord i.p.v. Brussels-Airport, maar we kwamen stipt in Brugge aan.
De bus van lijn 70b vertrekt op tijd maar een blijkbaar erg ruime omleiding rond Loppem zorgt toch voor een vijftal minuten vertraging. Bij het naderen van Veldegem verliezen we plots even de draad: ik heb de gewoonte om de dienstregeling van de genomen rit af te drukken en plots, vanaf Veldegem Lepe lijken we even verkeerd te rijden. Blijkt dat De Lijn nog maar eens de namen van enkele halten gewijzigd heeft en heeft nagelaten om die wijzigingen ook aan te brengen op de bushokjes. In eigen streek ken ik ook dergelijke anomalieën. De chauffeur noemt het de logica van De Lijn. En ik vraag me af of er nu echt niets zinvollers kan gebeuren in een instelling waar alles verkeerd loopt, dan dat een team zich te moet buigen over de benaming van halten, die soms al vele, vele jaren onder dezelfde naam gekend zijn. Tot overmaat van ramp is de halte Veldegem Kerk ook nog verplaatst sinds we de laatste keer in Veldegem waren en als we uitstappen zijn we even de kluts kwijt, want we herkennen niet meteen de plaats waar we de vorige keer zijn ingestapt. Maar wat verder herkennen we het nutteloze bushokje en de horecazaak waar we de vorige keer na onze tocht de innerlijke mens hebben versterkt.
Voor de terugrit maken we gebruik van de halte Gits Centrum. Die halte wordt gedeeld door de bussen van lijn 75 naar Roeselare én Torhout. Even uitkijken, dus: eerst komt de bus naar Torhout, in vertraging, en snel daarna die naar Roeselare. Een omleiding tegen het eind van de rit aan zorgt nog voor 4 minuten vertraging.
De IC naar Brussel bestaat uit 3 breaks; volgens de omroep zou er in het laatste rijtuig (van de 9) een eersteklasafdeling zijn, maar dat blijkt niet te kloppen. Om een of andere reden (zou het P8009 kunnen zijn?) staan we tijd te verliezen bij de vertakking Zandberg. In Oudenaarde tekenen we 6 minuten vertraging op, in Denderleeuw al 8. Onze eerste aansluiting in Brussel-Zuid (IC 1740) kunnen we wel vergeten, maar IC 3440 naar Binche halen we nog net, dankzij 2 minuten vertraging. Tussen Brussel en Halle heeft het eigenlijk weinig zin om nog een eersteklasbiljet te kopen. Dat heeft het crapuul van net over de taalgrens ook allang door: van de 9 reizigers in de eersteklasafdeling zijn er 4 (2+1+1) die hier waarschijnlijk niet thuishoren. Ze hebben zelfs het lef om ook nog onnodig elektronisch lawaai te maken. En ook die oudere dame die naar het eerste rijtuig gesukkeld is om in Halle dicht bij de uitgang te eindigen, heeft boter op het hoofd, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Dat komt ervan als alle tbg's op deze verbindingen eendrachtig afhaken…
De treinlectuur. Jo CLAES, Slagschaduw. Romy HAUSMANN, Dag en nacht.
Koeien gaan 's nachts op stap in Kruisem. Gelukkig zijn er nog dieren die voor wat humor zorgen, want mensen met humor komen voortdurend in aanvaring met telkens weer andere categorieën die zich gekrenkt voelen.
Uitgedrukt… Aflangen. Ej al afgelangd? Kaarters kennen het wel: nadat de kaarten geschud (gekapt) zijn, volgt er nog één handeling, waarbij de bovenste kaarten onderaan gestoken worden. Het is zelfs enigszins gereglementeerd, want er moet altijd een minimum aan kaarten afgenomen, afgepakt, afgelangd worden. In het Nederlands zou dat couperen zijn.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
8 oktober 2024 - Sint-Joris-Weert - Tervuren (GR Dijleland)
De wandeling. Vandaag begeven we ons nog eens op Streek-GR Dijleland en wel van Sint-Joris-Weert naar Tervuren. Dat loopt tegen de 21 km aan, met een TWQ van 58%. Je zult ons niet snel horen klagen over (lange) stroken trage weg en we werden vandaag dus op onze wenken bediend, met veld- en boswegen allerhande. Laanvallei, Rodebos, Kapucijnenbos, Warandepark: ze dragen stuk voor stuk bij tot een aangename wandelbeleving. Alleen bij het naderen van Sint-Agatha-Rode, meteen over het eerste stukje onverhard van de dag, is het even doorbijten over een smal, glad en bijna door bramen en netels overwoekerd pad en dat na een regennacht! Gelukkig neemt een vlonderpad het na een tijdje over. We quoteerden 17/20, GR Dijleland is inderdaad van een bijna constant hoge kwaliteit.Kaartje.
In Terlanen toont de Lane zich van zijn onstuimigste kant, bevrijd van het juk van de watermolen.
Het weer. Van licht naar volledig bewolkt, aangename temperatuur en weinig wind.
De stafkaarten.
32/5-6 Huldenberg (2019) - 31/7-8 Ukkel (2020) - 31/3-4 Brussel (2020). Meestal loop je met de eerste kaart, maar de laatste twee tonen aan hoe dicht je hier eigenlijk bij de hoofdstad bent.
Hoe we er geraakten. De heenreis zou een stukje koek moeten zijn, met een overstap in Leuven op de S-trein naar Ottignies. Voor de terugreis zijn er nogal wat mogelijkheden: terugkeren naar Leuven en daar de trein nemen, richting Brussel met bus of tram, bijna altijd aan te vullen met een stukje MIVB. Maar onze voorkeur gaat uiteindelijk naar de bus richting Zaventem, waar de halte Watertorenlaan op loopafstand van de halte Zaventem ligt. Daar hebben we elk uur de keuze tussen 3 rechtstreekse treinen naar Halle.
Een beetje geschiedenis. Je zou gerust een scriptie kunnen schrijven over het OV in Tervuren, beginnend met de tramlijn naar Brussel en Leuven en eindigend met de basisbereikbaarheid in 2023. Maar ik wil nu eenmaal (veel) meer tijd besteden aan het voorbereiden en stappen van de tocht, dan aan de geschiedenis van het gebruikte OV en dus beperk ik me graag tot de geschiedenis van de huidige buslijn 71. Niet helemaal onverwacht begint die geschiedenis pas in 2004 als in het kader van de basismobiliteit ruim rond Brussel ook ringlijnen in het leven geroepen werden. Een daarvan was lijn 830 Groenendaal - Overijse - Duisburg - Tervuren - Zaventem - Machelen. (Alle lijnen die in deze optiek pasten kregen een 8xx nummer.) Tegenwoordig draagt deze lijn het nummer 71. Ze illustreert mooi de overgang van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Het kerntraject is ingekort tot Overijse - Zaventem. Het deel Groenendaal - Overijse wordt alleen nog bediend tijdens de spits en van Zaventem - Melsbroek blijft niets meer over. Daar staat tegenover dat het traject Overijse - Zaventem nu tijdens de spits een kwartierdienst heeft; zelfs het deel Groenendaal - Overijse behoudt zijn halfuurdienst, zoals gezegd alleen in de spits.
Op zaterdag wordt het grootste deel van de dag een halfuurdienst gereden, op zondag is dat een uurdienst, telkens tussen Overijse en Zaventem en terug.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
09:02 09:14
3207 (IC FSN)
+7
76099 (FML) - 73133 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Leuven
09:28 09:57
408 (IC FLV)
+2
1857 (FSD) - 11810 (FSD)
I11
controle: N
Leuven - Sint-Joris-Weert
10:25 10:38
6481 (S LT)
stipt
08204 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
-
Tervuren - Zaventem
16:30 17:03
[71] (Zaventem)
+30
ab678-062
Scania Citywide LE
Intratours
Zaventem - Halle
17:48 18:23
1939 (IC FTY)
stipt
1883 (NK) - 58038 (FSR)
M4
controle: N
En voor de rest was alles... onder controle...
En wat we beleefden. De ochtend van zo een wandeldag bestaat er voornamelijk uit eventueel strategieën te bedenken om problemen met het OV op te vangen. Vandaag dreigt een kabeldiefstal in Hennuyères roet in het eten te strooien, met ongetwijfeld invloed op alle verbindingen tussen Halle en Leuven, of het nu om de S- of om de IC-trein gaat. En dus nemen we de IC naar Sint-Niklaas, zo een 25 minuten vroeger dan de oorspronkelijk geplande IC naar Liège-Guillemins. Aan een overstap in Brussel-Zuid is niet te ontkomen. Vlekkeloos verloopt de rit met IC 3207 niet: die ene minuut vertraging in Halle groeit aan tot 7 minuten bij aankomst in Brussel-Zuid. De trein zal daar trouwens nog meer vertraging oplopen, zodat we er even aan twijfelen of de IC naar Leuven wel op het voorziene spoor zal binnenrijden, want dat wordt dus lang bezet door onze eerste IC. Toch komt er geen spoorwijziging en IC 408 zal met 6 minuten vertraging vertrekken. Een medereiziger is erg luid aan het bellen - sinds De Ideale Wereld weten we dat we met een specimen van GEN-Z te maken hebben. Ik wijs hem erop dat we al uit zijn buurt verhuisd zijn, maar dat het vijf rijen verder nog altijd niet te harden is. 'Ben ik te luid?" is zijn stomme stomverbaasde vraag. Maar hij zet de luidsprekers wel af. De IC-trein 1708 zal Leuven bereiken met 16 minuten vertraging, de aansluiting met de S-trein zou dus toch gelukt zijn. De S-trein naar Ottignies is rustig, een oudere dame vraagt ons in het Frans of deze trein ook in de Vlaamse stations stopt. En we komen samen met haar stipt in Sint-Joris-Weert aan.
In Tervuren willen we lijn 71 naar Zaventem nemen; die rijdt al maanden om, als gevolg van een wegverzakking ergens op het traject. Er is wel een vervanghalte Centrum, maar papieren van omleidingen hebben de neiging om na enkele maanden onleesbaar te worden of - zoals hier - helemaal te verdwijnen. Maar we staan juist: de bus die we nemen zal uiteindelijk het half uur vertraging in Zaventem rond maken; hij wordt trouwens op het wiel gevolgd door een andere 71.
Toch zal dat half uur vertraging (en een door de kwartierdienst bruikbaar alternatief) verbleken bij wat we vanuit IC 1939 kunnen vaststellen op de Brusselse Ring, die in alle richtingen zwaar geremd en gestremd is. IC 1939 bestaat trouwens uit M4's, nog altijd zalige rijtuigen, die er echt geen 45 uitzien. De trein rijdt bovendien stipt tot Halle, al moet hij daarvoor voor Lot op tegenspoor, zodat we in Buizingen de S-trein voorbijrijden. S-trein die we in Zaventem niet genomen hadden; we komen zo goed als gelijk in Halle aan.
mr 08204 met S 6481 Leuven - Ottignies in Sint-Joris-Weert.
De treinlectuur. Hernan DIAZ, Trust. Romy HAUSMANN, Dag en nacht.
Kop in De Standaard: Wie thuis nooit Nederlands spreekt, heeft tot één jaar leerachterstand. Kop in De Morgen: Thuistaal niet allesbepalend voor begrijpend lezen.
Iemand zoals ik die tot een stam koppensnellers behoort (met 3 kranten per dag) kan dus maar beter uitkijken. (En in dit geval blijken de artikels door nuancering inderdaad tot dezelfde conclusies te komen.)
Uitgedrukt… Zo stijf als een karrepaard… Na noeste, veeleisende arbeid kan dit inderdaad wel eens voorkomen. De uitdrukking is stevig gedateerd, ze heeft de tijd dat je karrenpaard moest schrijven niet meer meegemaakt. En dus kies ik voor de foute spelling…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
19 september 2024 - Marneffe - Warnant-Dreye (GR412)
De wandeling. GR412 Sentier des Terrils kreeg oorspronkelijk twee topogidsen om ons op het rechte pad te houden, een westelijk en een oostelijk deel. Onze eerste stappen op deze destijds met veel poeha in de pers gelanceerde GR zetten we al in 2009 en het westelijke deel, van Bernissart tot Moignelée, hebben we al een tijdje afgewerkt. Het oostelijke deel zal nog wat inzet vergen: we waren al tot Marneffe geraakt en vandaag stappen we een 12-tal kilometer tot Warnant-Dreye. Van terrils is in dit deel van de GR niets te merken: het eerste deel loopt door de sterk geaccidenteerde vallei van de Mehaigne, eenmaal voorbij Fumal kom je in een typisch Haspengouws landbouwgebied terecht. Het zal dan ook geen toeval zijn dat je voorbij Fumal nog nauwelijks onverharde wegen vindt. Al bij al ligt de TWQ met 32% dan ook eerder laag voor deze 12.4 km lange tocht, die vooral tussen Marneffe en Fumal tot de verbeelding spreekt. Wij quoteerden 15/20.
Die verbeelding heb je mogelijk ook nodig bij het naderen van Huccorgne, meer bepaald de Moulin de Huccorgne, een machtig watermolencomplex op de Mehaigne. Hier loopt het namelijk verkeerd met de bewegwijzering omdat een pad dat naar de molen voert is afgesloten, wegens instortingsgevaar. Het is dus even zoeken: op Mapy en Locus Maps - je ziet het, we zijn ook digitaal gewapend, al blijven we in de eerste plaats trouw aan de papieren topografische kaart - staat nog het oude tracé, al is de laatste topogids al verschenen in 2021. In die topogids is de afgesloten weg onderdeel van de GR en later zal ik thuis opzoeken dat het tijdelijke (?) traject met de plaatselijke wandelingen volgens een melding uit april 2024 een ruime omweg rond de molen volgt. Het is dat laatste traject dat ophet kaartjefigureert. Mocht de afgesloten weg ooit weer toegankelijk worden, dan is deze circa 700 m langere omweg niet meer nodig.
De Moulin de Huccorgne - het pad ernaartoe is ontoegankelijk, wegens instortingsgevaar.
Het weer. Een prachtige nazomerdag met een aangename temperatuur, wat stoeiende wind en nauwelijks wolken.
De stafkaarten. 41/5-6 Braives (2020) - 41/7-8 Saint-Georges-sur-Meuse (2020)
Hoe we er geraakten. Toen we op 19 augustus 2020 in Marneffe aankwamen, bleek de GR daar tamelijk drastisch gewijzigd. De bushalte Marneffe Rue du Sart lag plots niet meer in de buurt van de GR. Toch zullen we vandaag die bushalte als vertrekpunt gebruiken: na een goeie kilometer met een eerste sterk stijgend pad kunnen we dan weer aansluiten op het recentste tracé van deze GR die sinds haar ontstaan wel meer omvangrijke wijzigingen heeft ondergaan. Marneffe Rue du Sart is vanuit Huy te bereiken met buslijn 144. Heel wat buslijnen vertrekken echter niet aan het inderdaad wat buiten de stad gelegen station, maar voor enkele van deze lijnen is de halte Statte Église een erg bruikbaar alternatief. We moeten dus in Statte zien te geraken. Het is een van die bestemmingen die vanuit Halle niet langs een voor de hand liggende reisweg te bereiken is: je kunt via Liège of via Namur naar Huy (of Statte) sporen. Voor de aansluiting met bus 144 is een ommetje (?) langs Liège-Guillemins aangewezen. Buslijn 144 bedient sporadisch ook het centrum van Marneffe, maar de meeste bussen blijven zoals de onze op de N652.
Voor de terugrit zijn we aangewezen op lijn 145 Huy - Waremme. We reizen via Waremme vanwaaruit we zonder overstap naar Halle kunnen - tot december toch. Lijn 145 voert ons langs een reeks Haspengouwse dorpen en ook langs de TEC-stelplaats van Omal.
Een beetje geschiedenis. Het duurde tot na WO II voor Warnant (niet te verwaren met Warnant op lijn 150 - telegrafische afkorting MWR) een busverbinding kreeg. Het moet inderdaad een van de weinige dorpen en gemeenten geweest zijn die nooit enige aansluiting kreeg op trein of tram. Het erg landelijke karakter zal daar wel niet vreemd aan zijn, al zijn de uitzonderingen in de vorm van landelijke lijnen en stopplaatsen legio. De dichtstbijzijnde spoorlijn was lijn 127 Landen - Statte en voor de rest was er nog de ster aan tramlijnen die de NMVB-stelplaats van Omal bediende. In 1948 vond ik uiteindelijk toch een tabel 943 met een buslijn Huy - Antheit - Warnant, een korte 11 km lange buslijn. Maar in 1949 al verscheen een tabel 942 Waremme - Warnant - Huy. Later kwam er een variant voorbij Chapon-Seraing, met een reisweg via Omal en één via Viemme en Faimes. Dat is grotendeels ook de huidige toestand van lijn 145, lijnnummer dat nog niet zo lang geleden (2012?) werd geïntroduceerd ter vervanging van het nummer 45. De stelplaats van Omal fungeert nog altijd als overstappunt op de buslijn Liège - Hannut. Er blijft nog een erg bescheiden weekenddienst over.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1558 (S FSR)
09:57 10:07
stipt
08077 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0409 (IC GWK)
10:28 11:33
+1
1865 (NK) - 61073 (LK)
M6
controle: J
Liège-Guillemins - Statte
2433 (IC FBMZ)
11:51 12:18
+6
76053 (NK) - 73152 (NK)
M7
controle: J
Statte - Marneffe
[144] (Burdinne)
12:43 13:01
stipt
ab5373
Jonckheere Transit 2000
Omal?
-
Warnant-Dreye - Waremme
[145] (Waremme)
16:54 17:35
stipt
ab5371
Jonckheere Transit 2000
Omal?
Waremme - Halle
1740 (IC FQ)
18:17 19:34
+1
76052 (NK) - 73077 (NK)
M7
controle: J
Toch wat bemerkingen hierbij: dat 76053 de tractie levert voor de 2433 heb ik niet kunnen zien, de poetsbeurt was wel erg grondig geweest - ik baseer dit gegeven op de tracker van haltelink. Of beide bussen inderdaad tot de stelplaats Omal behoren is ook onzeker: mijn laatste gegevens dateren van 2021 (Tram 2000) - mogelijk is er dus al een en ander gewijzigd. Noem het een beredeneerde gok.
En wat we beleefden. De hele heenreis verloopt zo goed als incidentloos al heeft de laatste trein (IC 2433) toch wel wat vertraging. In Huy staat de 1910 met een stel M6-rijtuigen. Dat zal vermoedelijk de reden zijn waarom IC 2433 niet op zijn voorziene spoor binnenrijdt en nog een minuutje extra vertraging maakt. Die 1910 intrigeert me wel: de dag voordien heeft die nog op de verbinding Charleroi-Central - Antwerpen-Centraal (-Essen) gezeten; dat die nu in Hoei staat, met een stel M6-rijtuigen is eigenaardig, al laten de noodlichten achteraan de loc vermoeden dat er van een defect sprake is. Wie hier zijn (nood)licht wil laten op schijnen, graag!
Het is een 100 m stappen tot de bushalte. Er zouden plannen zijn om de IC-treinen niet meer in Statte te laten stoppen. Het is een typisch voorbeeld van de kortzichtigheid waarmee OV georganiseerd wordt. Statte ligt inderdaad maar een tunnel van Huy verwijderd, maar het is wel een interessant overstappunt voor een reeks bussen die niet aan het station van Huy komen. Misschien maken we er vandaag wel een laatste keer gebruik van.
De bus van de terugrit zit nog aardig vol scholieren, al kunnen we wel zitten. Hij loopt trouwens in snel tempo leeg. We komen stipt in Waremme aan, vermoedelijk omdat een aantal halten in Waremme tijdelijk geschrapt zijn. Van een aansluiting is er evenwel geen sprake, tenzij je 42 minuten ook als een aansluiting beschouwt. Maar de overstapvrije rit naar Halle compenseert dit. Ook deze handige mogelijkheid behoort in december tot het verleden: de bestemming van deze IC wordt dan Gent i.p.v. Quiévrain.
De treinlectuur. Romy HAUSMANN, Liebes Kind. Dimitri VERHULST, De pruimenpluk.
Onlangs is het treinverkeer in Etterbeek stilgelegd voor een loslopende hond. Wat zal de volgende stap zijn? Rondvliegende wespen in de buurt van het spoor?
Uitgedrukt… De duivel schijt niet als op een hoop. Het zijn altijd dezelfden die geluk hebben.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Bij Lannoo verscheen in 2007 20 x Logeren en wandelen in Vlaanderen. Ons oog viel op een wandeling in Grobbendonk. Toen het boekje verscheen, lieten Luc Vanneste en Erwin De Decker de wandeling vertrekken in hotel 't Hemelryck. Dat lijkt ondertussen een stille dood gestorven; op het adres zou thans een B&B La vie en rose gevestigd zijn, maar Google Maps vermeldt ook voor deze zaak dat ze permanent gesloten is. Veel maakt het toch allemaal niet uit voor ons, die willen stappen en met het openbaar vervoer reizen: de dichtstbijzijnde bushalte is Grobbendonk Vierselsebaan en dat is dan ook waar de tocht begint en eindigt. Het hele traject is net geen 25 km lang, de TWQ bedraagt 37%. Dat zegt het eigenlijk allemaal over deze typisch Vlaamse tocht. Zeker, we liepen door prachtige stukjes bos en kwamen bij de samenvloeiing van Kleine Nete en Aa, die we apart ook nog wel enkele keren tegenkwamen, maar… je moet toch wel erg veel minder interessante stukken doorbijten en met beton is dat niet gemakkelijk. Enkele paden of veldwegen konden ons toch nog bekoren. Die ongelijke kwaliteit weerspiegelt zich ook in onze score: 15.5/20.Het kaartje.
De afspanning De Leeuw. Als jealle foto's bekijkt, kun je vergelijken met vandaag.
Het gevolgde traject was soms echt wel goed. Hier in de buurt van de Aa. (Zou afkomstig zijn van het Latijn aqua, via Germaans ahwa, verder gereduceerd tot aha en aa. De Nederlandse vormen Ee en Ie zouden klankvarianten zijn en het IJ zou evenzeer verwant zijn!)
Het weer. Zwaar bewolkt en relatief fris. De voorspelde regen bleef op wat gedruppel na uit.
De stafkaarten. 16/1-2 Zandhoven (2016) - 16/3-4 Kasterlee (2016).
Hoe we er geraakten. De halte Vierselsebaan wordt eigenlijk tamelijk frequent bediend door de lijnen 420 (Herentals - Berchem) en 427 (snelbus Herentals - Antwerpen). De trein brengt ons rechtstreeks naar Herentals uit Halle en dus was onze keuze snel gemaakt.
Een beetje geschiedenis. Blijkbaar dacht men oorspronkelijk dat het station van Bouwel, op een kleine 3 km van het centrum van Grobbendonk, moest volstaan als bediening en verbinding met Antwerpen en Herentals. In 1904 kwam daar een tramlijn bij van Zandhoven naar Heist-op-den-Berg: zo werd het mogelijk om in Zandhoven over te stappen op de tram naar Antwerpen en Oostmalle en in Bouwel op de trein. Die tramlijn werd al in 1950 stopgezet. (De tram bediende o.a. ons begin- en eindpunt van vandaag, maar daar zijn geen sporen meer van terug te vinden, zoals wel vaker als de tramlijn de bestaande wegenis volgde.) In het spoorboekje van 1952 vond ik een buslijn 310 Herentals - Lier. Grobbendonk is niet meer dan een voetnoot: andere bediende gemeente. Later werd deze lijn hernoemd tot 15a, met als halte in Grobbendonk Lindekens. Maar ondertussen is er ook een tabel 656 opgedoken. Het betreft een NMVB-buslijn Herentals - Grobbendonk - Broechem, enkele jaren aangekondigd, zonder dienstregeling! We kunnen er vrijwel zeker van zijn dat dit de lijn in embryonale vorm is die (bijvoorbeeld in 1969) van Zandhoven naar Herentals rijdt. In de loop van de jaren 1970 duikt lijnnummer 42 op in de busboekjes. Dat nummer zal het tot vandaag uithouden, in aangepaste vorm dan toch. Het werd later namelijk 420 - het laatste cijfer bood de mogelijkheid om varianten (schooldiensten) te onderscheiden van de basislijn. Zo zagen strikt functionele lijnen het daglicht, samen met lijn 427, de snelbus die gebruik maakte van de autoweg, zoals hij dat vandaag ook nog doet. Wel te noteren valt dat lijn 420, die jarenlang doorreed tot het Rooseveltplein, volgens de principes van de basisbereikbaarheid nu beperkt blijft tot Antwerpen-Berchem.
De verbinding.
Halle - Herentals
3407 (IC FTR)
08:21 09:35
+2
1922 (NK) - 61038 (FCL)
M6
controle: J
Herentals - Grobbendonk
[420] (Berchem)
09:52 10:16
stipt
ab639-035
MAN Lion's City
De Duinen
-
Grobbendonk - Herentals
[420] (Herentlas)
16:58 17:20
+36
ab1102-05
Scania Citywide LE
De Duinen
Herentals - Halle
3440 (IC LBH)
18:24 19:20
stipt
838 (GCR)
mr75 vierledig
controle: J
En wat we beleefden. Veel kan er vandaag eigenlijk niet misgaan - in normale omstandigheden dan toch, zonder zelfmoorden of overwegongevallen of een combinatie van beide - en dus zijn we er vrij gerust in. We offeren de riante prijs van een seniorenbiljet op, omdat we een lange tocht voor de boeg hebben. IC 3407 heeft nooit meer dan 3 minuten vertraging (in Brussel-Centraal) maar we komen op tijd in Herentals aan.
De bus van lijn 420 brengt ons al even stipt naar Grobbendonk.
We hebben er rekening mee gehouden dat we bijna 25 km hoofdzakelijk vlak parcours wel wat sneller zullen afleggen dan voorzien en dus gaan we ervan uit dat we gewoon de eerst opdagende bus terug nemen. Dat is toevallig een snelbus 427 die met een half uur vertraging rijdt. Haltelink is toch meesterlijk; we zien zelfs dat andere bussen met meer aanvaardbare vertraging rijden, maar deze bus komt ons goed uit met het oog op de aansluiting in Herentals.
IC 3440 vertrekt met 3 minuten vertraging en dat is precies de vertraging waarmee IC 4338 uit Hamont hem voorafgaat. Vanaf Mechelen zal hij stipt rijden.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, The nine tailors. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Koninklijk en federaal, uiteraard zag het KMI zijn subsidies gehalveerd in de nota van BdW…
Uitgedrukt… Het kwaad is altijd in de weer. Spreekt voor zichzelf en velen zullen het volmondig beamen. (En voor de jeugdige lezertjes: het is be-amen, niet biemen…)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We zijn met GR 573 Tour de la vallée de la Vesdre et des Hautes Fagnes echt niet aan ons proefstuk toe: onze eerste tocht langs deze GR stapten we op 9 april 1976, allebei nog frisse twintigers. Ondertussen is de GR al enkele keren aangepast en uitgebreid en we stappen vandaag met de 7de editie van de topogids als steun en toeverlaat. Het is een traject van 16 à 17 km dat ons van Belleheid (Sart-lez-Spa) naar Spa brengt. Als aanlooproute gaan we voor een asfaltweg tussen de TEC-halte Roquez en Belleheid en in Spa loopt de GR niet door de stad en dus al zeker niet naar het station, zodat we ook daar een stukje moeten breien aan de gevolgde GR. Op het kaartje zijn beide delen buiten GR opgenomen in de tocht. Desondanks ligt de TWQ op 73% en dat verbaast ons niet. We stappen grotendeels langs paden en paadjes die de Hoëgne volgen, door het domeinbos van Gospinal, in de buurt van de Wayai en op weg naar Spa, langs het ondertussen leeggelopen Lac de Warfaaz. Wij hebben alleszins genoten en de score liegt er niet om: 19/20. Vermoedelijk wordt die dit jaar niet meer geëvenaard. Wat de Hoëgne zo aantrekkelijk maakt, is de variatie, nu eens een rustig kabbelende beek met karakter, dan weer een snelle rivier met watervallen en altijd uitgeschuurd in een veelheid aan rotsen. Ziefoto's.
Kaartje. De Hoëgne is erg gevarieerd, van loom tot snel. Vandaag toch...
Dergelijke wegjes volgden we wel vaker!
Het weer. Aangenaam, geleidelijk meer en meer bewolkt weer, rustig en net warm genoeg.
De stafkaarten. 50/1-2 Sart (2017) en 49/3-4 Spa (2020)
Hoe we er geraakten. We hebben uitzicht op een verbinding zonder veel valkuilen, met 2 IC's naar Verviers en een uurdienst door de combinatie van de buslijnen 395/294. De terugreis ziet er even aantrekkelijk uit, deze keer met overstap in Pepinster.
Een beetje geschiedenis. Tussen de stations van Sart en van Spa lagen er destijds 8 km. Wij maken er vandaag meer dan 16 van… Over deze spoorlijn is werkelijk alles te lezen op desite van Paul Kevers. Misschien er voor de petite histoire nog aan toevoegen dat de amper 6 jaar oude 6208 op 30.12.1968 de helling afstormde als gevolg van de door de sneeuw defecte reminstallatie om uiteindelijk net voor het huidige Spa-Géronstère te ontsporen. Trieste balans: de 2 personeelsleden op de loc kwamen bij dit ongeval om. Naar verluidt was dit de aanleiding tot het versneld opdoeken van de verbinding. Wat het deel Spa-Géronstère - Pepinster betreft: dat zou geëlektrificeerd zijn als compensatie van lijn 21 Landen - Genk. Als treinliefhebbers kunnen we de wafelijzerpolitiek alleen maar toejuichen. Voor de elektrificatie reden hier locs van reeks 62 met M1-TD-stellen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408 (IC FTR)
09:20 09:30
+2
820 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central
0508 (IC REP)
09:55 11:22
stipt
1879 (NK) - 73015 (FSD)
M7
controle: J
Verviers - Sart-lez-Spa
[395] (Malmedy)
11:40 12:07
+2
ab5012-64
Mercedes Citaro LE C2
Satracom
-
Spa - Pepinster
6867 (L GV)
17:41 17:59
stipt
305 (NK)
mr80 Break
controle: J
Pepinster - Brussel-Noord
0440 (IC FSD)
18:07 19:19
stipt
1846 (FSD) - 61071 (LK)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3241 (IC LK)
19:34 19:58
stipt
76015 (FML) - 73091 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden. Dit wordt geen aflevering van de denderende avonturen van overweg13 en zijn eega. IC's 3408 en 508 kwijten zich voorbeeldig van hun taak en dus komen we op het voorziene uur in Verviers aan.
Daar staat de bus van lijn 395 al klaar op de plaats waar je vroeger als reiziger kon instappen, maar alles is hier anders: de bushalte van de langeafstandsbussen valt nu samen met die van de stadsbussen, de pissijn is verdwenen en de trappen evenzeer. De bus rijdt nog altijd om in Verviers, maar de belangrijkste gebeurtenis speelt zich af net voor de halte Roquez. Ik heb net gebeld, als de bus een noodstop van jewelste maakt; ik denk niet dat we ooit met de trein al zo snel tot stilstand gekomen zijn. Nogal wat reizigers vliegen vooruit, om van de bagage nog te zwijgen: een wagen wil afslaan, wat er precies gebeurd is, weet ik niet. Maar een kop-staartaanrijding wordt nipt vermeden. Ik hou er een pijnlijk scheenbeen aan over, zonder veel erg.
De terugrit uit Spa verloopt zonder incidenten. We krijgen controle en als de tbg nog eens passeert, maakt hij ons er attent attent op, dat we in Pepinster kunnen overstappen op de trein naar Brussel. Het zou wel eens de eerste keer kunnen zijn dat we hier een break hebben en het spoor ligt er veel beter bij dan een (hele) tijd geleden. IC 440 bestaat uit een stel M6-rijtuigen, Belux houdt het op I11'en. De trein rijdt de hele weg stipt. De aansluitende IC 3241 doet het net zo goed. Opvallend: op het scherm in het rijtuig met B-logo staat ook het rijtuignummer (73091) vermeld! Handig voor die ene spoorwegliefhebber die de nummers bijhoudt. Als er echte info verschijnt, verdwijnt het rijtuignummer. In de plaats krijgen we een overzicht van de rit tussen Sint-Niklaas en Brussel-Zuid. Het deel voorbij Brussel-Zuid is verdwenen in de armen van de informatica.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, The nine tailors. Gekocht in 1972, nu zo goed als onvindbaar. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
In het laatste nummer van Plus Magazine wordt de vraag gesteld waarom we zo veel in de file staan. Het echte antwoord: omdat we zo veel met de auto rijden, wordt nauwelijks vermeld. Domme vraag, dom antwoord.
Uitgedrukt… Achter iemanten zijn gat routen maken… Waar die routen vandaan komen (met de ou zoals in koud) weet ik niet. De betekenis: over iemand roddelen, hem zwart maken, achterklap en zelfs laster van de zuiverste soort.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Minder dan een jaar geleden arriveerden we uit Givry in Engreux en vandaag willen we het vervolg stappen. Inspiratiebron is een kaart met de veelbelovende titel Over hoogplateaus en door weidse Ardeense bossen. De korte tocht (nauwelijks 7,4 km) is makkelijk op te delen in 5 delen, elk met hun eigen karakteristieken. Vooreerst is er de afdaling uit het erg kleine Engreux naar de Ourthe, een aanlooproute die er best mag zijn. Als je de Ourthe bereikt, begint het tweede deel. Eigenlijk is dat het eerste deel van het overigens niet-bewegwijzerde pad. Je volgt de Ourthe tot aan een brugje over de Ourthe langs een goed begaanbaar, duidelijk zichtbaar pad. In deel drie is er ook nog sprake van een duidelijk zichtbaar pad, maar na het brugje wordt het een ruig pad, soms over rotsen, die bij regenweer onvermijdelijk glad en gevaarlijk zijn, met een veel geaccidenteerder verloop dan het pad voor de brug. Dan wordt het klimmen uit de Ourthevallei, richting Filly en Nadrin.Het kaartje en de bijhorende grafiek bewijzen dat dit niet zo maar een klim is, maar een lange, sterk stijgende weg, die er nu nog extra moeilijk bij ligt door de aan de gang zijnde bosexploitatie. Eenmaal boven volgt er nog een reeks betonwegen die opgefleurd worden door schitterende panorama's. De TWQ bedraagt 58%, maar het leek veel meer. Al bij al was het een veeleisend traject: het gebeurt niet vaak dat we 45 minuten langer stappen dan voorzien. Gelukkig hadden we erg veel tijd tussen beide bussen in. We gaven een score van 17.5/20. Let op: de Ourthe stond laag en kabbelde rustig voort. Een hogere waterstand maakt het traject langs de Ourthe vermoedelijk onmogelijk!
De Ourthe…
… en de panorama's
Het weer. Heerlijk fris (17°), half bewolkt. Prachtig wandelweer! Ziefoto's.
De stafkaarten. 60/3-4 Houffalize (2020)
Hoe we er geraakten. Een eerste optie liep over Marloie met overstap op de expressbus naar Bastogne, waar we dan de enige bus van lijn 17 Bastogne - Houffalize konden nemen. Veiligheidshalve hadden we wel een uur reserve ingebouwd, al naargelang de noodwendigheid op te nemen in Marloie of in Bastogne. Maar precies door die reserve bleken we net zo goed via Liège te kunnen reizen, ook met reserve, die bovendien beter verdeeld leek. We hoefden er niet eens vroeger uit Halle voor te vertrekken. Het werd dus Halle - Brussel-Zuid - Liège-Guillemins - Bastogne - Engreux. Een hele onderneming maar eigenlijk toch ook een OV-reis om van te genieten. Voor de terugrit hadden we evenmin veel keuze: de enige bus in de namiddag van lijn 15/2 moest ons naar Houffalize brengen. De overstap aan Aux Chéras liet ons toe in het bekende café-restaurant het nuttige aan het aangename te paren. Expressbus E69 moest ons dan naar Liège-Guillemins brengen en daarna werd het natuurlijk een routineuze trip huiswaarts.
Een beetje geschiedenis. Eigenlijk is de ruime regio altijd al erg karig (en onoverzichtelijk) bediend door het OV. Getuige 3 nooit gerealiseerde tramlijnen, met name La Roche - Nadrin - Mont - Cherain - Gouvy, dus niet eens doordringend tot Houffalize, Manhay - Mont - Houffalize en Houffalize - Bertogne - Bastogne. In 1930 al vond ik een eerste buslijn tussen La Roche en Houffalize, met 2 heen-en-terugritten per dag. Eigenlijk zou het maar heel tijdelijk meer worden dan dat. In het spoorboekje van 1952 vond ik een tabel 934 Marloie - La Roche - Houffalize, met de bekende 2 heen-en-terugritten en zonder bediening op zaterdag en zondag. Die was er wel in de zomervakantie en dan nog wel zonder overstap in La Roche. Ik maak een reuzensprong naar 1981. De dienstregeling is alleen maar ingewikkelder en onoverzichtelijker geworden. Van La Roche naar Houffalize rijden er bussen om 8:40 (R6), 9:41 (R1245 en op R3 op schoolvakantiedagen), 12:19 (R3 schooldagen en R7), 17:15 (N7), 19:56 (R7). Tijdens de zomervakantie wordt dat: 8:50 (R245 + markt Houffalize), 11:20 (R137), 13:12 (R6), 19:40). Je moet al bijna OV-deskundige zijn om hier wijs uit te geraken. Toeristisch betekent het nog nauwelijks iets, al wordt de Hérou (met hotel-restaurant en uitkijktoren over de Ourthe) nog bediend. Tegenwoordig is de dienst tot een strikt minimum beperkt: op schooldagen is er een rit om 12:14 en om 16:32, op niet-schooldagen is er maar 1 rit, om 16:35. Opvallend: ook op zondag blijft er nog één rit, om 17:17. Let wel: dit gaat allemaal over de ritten La Roche - Houffalize. Bij een vorige reorganisatie werd de lijn 15 Marloie - La Roche - Houffalize opgedeeld in een lijn 15 en een lijn 15/2. Die laatste slaat op het lijndeel La Roche - Houffalize. In de praktijk reed de bus uit Marloie veelal door naar Houffalize.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
13865 (P FSR)
07:54 08:04
+1
1910 (NK) - 51032 (FSR)
M4
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0407 (IC FL)
08:28 09:36
+3
1844 (FSD) - 61070 (LK)
M6
controle: J
Liège - Bastogne
[E69] (Arlon)
10:02 11:37
-3
ab4904-10
Mercedes Intouro II
Transports Penning
Bastogne - Engreux
[17] (Houffalize)
12:20 13:06
+2
ab4565
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
-
Nadrin - Houffalize
[15/2] (Houffalize)
16:57 17:15
stipt
ab4502
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
Houffalize - Liège
[E69] (Liège)
17:48 18:54
+5
ab4904-09
Mercedes Intouro II
Transports Penning
Liège-Guillemins - Halle
1742 (IC FGH)
19:56 21:34
stipt
76104 (NK) - 73144 (NK)
M7
controle: J
En wat we beleefden. Net zoals op 5 augustus nemen we P 13865 die ons in krek dezelfde samenstelling als 16 dagen geleden naar Brussel-Zuid brengt. De aansluitende IC 407 rijdt maar tot Liège-Guillemins i.p.v. Welkenraedt door werken op lijn 37. Veel valt er niet over te vertellen: wat vertraging in de NZV en bij de aankomst in Liège-Guillemins waar de trein op spoor 5 aankomt i.p.v. spoor 1: dat scheelt al snel enkele minuten. Bus E69 vertrekt altijd 2 minuten na het uur en dat is de reden waarom we niet de IC naar Eupen gekozen hebben. Op dit moment van de dag is dat niet erg door de 2de IC tussen Brussel en Liège, maar op sommige momenten van de dag is het tijdverlies wel belangrijk. Die E69 brengt ons in 95 minuten naar het vroegere station van Bastogne-Sud, waar we de enige bruikbare bus van lijn 17 kunnen nemen. Die lijn 17 rijdt op zich al erg sporadisch en lang niet alle ritten bedienen Engreux, maar we hebben zelfs een medereizigster tot Engreux, en bij de Pépinière stappen nog 2 jongelui op, die wel lang voor Engreux uitstappen. Het verbaast me altijd hoe zelfs onmogelijke dienstregelingen nog altijd volk aantrekken.
Ook voor de terugreis moeten we het stellen met de enige bus van de dag. En ook nu zijn we niet alleen. Vijf Duitstalige wandelaars en een bouwvakker stappen in bij de halte Nadrin Place. Ik meen te zien dat de chauffeur van de bus uit ongeloof aan zijn voorhoofd komt. De Duitsers vragen of ze met de kaart kunnen betalen, maar om een of andere reden is dat bij de TEC nog altijd onmogelijk. De chauffeur levert cash één biljet voor 5 personen af. De halte Aux Chéras is een eigenaardigheid. Al sinds jaar en dag stopt de bus van lijn 1011 (en nu dus de E69) aan deze halte die men blijkbaar beschouwt als een bruikbaar overstappunt tussen de regionale, minder frequente, bussen en de snelle lijn Liège - Arlon. Wij hebben er een half uur overstaptijd en dan smaakt de pint op het terras van het druk beklante Aux Chéras¸ waar het gros van de klanten uit Nederlandstaligen bestaat en waar de waard ook een aardig mondje Nederlands spreekt. De bus van E69 bouwt traditioneel vertraging op in Bastogne en dat ziet er niet goed uit voor ons, met een korte overstap in Liège-Guillemins. Negen minuten is inderdaad te veel, maar twee halten voor de terminus is de vertraging geslonken tot 2 minuten: het ziet er nu allemaal een stuk beter uit, maar 3 of 4 opeenvolgende rode lichten beslissen er anders over. Bij aankomst tekenen we 5 minuten vertraging op, aan de voet van perron 3 lezen we embarquement terminé. We doen niet eens een poging meer. Dat er geen IC naar Brussel - Kortrijk meer rijdt, betekent een vol uur wachten. We proberen deze pil wat te vergulden door de rechtstreekse IC naar Halle te nemen, ook al komen we daarmee 9 minuten later in Halle aan dan met de IC naar Oostende en een overstap in Brussel-Noord.
Aan die aansluitingen aan de Guillemins zouden ze toch wel eens mogen sleutelen, je kunt de verkeersproblemen niet eindeloos op de aanleg van de tram blijven steken, ook al spelen die ongetwijfeld nog een rol. Eén ding staat vandaag wel vast: onze abonnementen Horizon+ van de TEC hebben maximaal gerendeerd. De ritten in de comfortabele expressbussen en die in de erg landelijke regionale bussen door overweldigende landschappen zijn de Horizon+ zeker waard.
De treinlectuur. Tahar BEN JELLOUN. L'insomnie. Het aan slapeloosheid lijdende hoofdpersonage meent de oplossing voor zijn probleem gevonden te hebben als hij ontdekt dat het doodmaken van een slachtoffer dat sowieso met één been in het graf staat - te beginnen met zijn eigen moeder-, hem "slaappunten" oplevert. Als hij de slag van zijn leven meent te slaan met de dood van de rijkste bankier van Marokko, valt hij echter in een coma… Een overdosis, kom… Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Ik denk dat ik niet met Bouchez zou willen spelen op de speelplaats van de lagere school…
Uitgedrukt… Als dat waar is, is mijn gat een peperkoek. M.a.w., ik geloof er niks van.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De geschiedenis van GR 127 Tour du Brabant wallon is vrij eenvoudig te schrijven: TBW ontstond in 1996 en werd toen bewegwijzerd door een wandelclub uit Rebecq. De bewegwijzering week af van de gedeponeerde rood-witte streepjes van de GR-paden, maar het principe bleef hetzelfde: rood - lichtblauw, opvallend minder opvallend dan de markeringen van de GR. Tussen 1999 en 2017 stapten we niet minder dan 8 trajecten die ons van Wavre naar Chastre brachten langs een hele reeks steden en dorpen die hier zelfs bij ons in de verre buurt lagen. Tussen 2018 en 2024 stapten we nog eens 4 tochten die ons van Chastre naar Jodoigne brachten. Het is de laatste tocht Opheylissem - Jodoigne die we vandaag in het zonnetje willen zetten. Begin en einde liggen 14.3 km van elkaar; de TWQ bedraagt 58%, bijna uitsluitend op het conto te schrijven van onverharde landwegen die ons over de glooiingen van dit landbouwgebied bij uitstek voeren. Even werd het erg moeilijk, met name in Piétrain waar de ontwerpers ons door een smal overgroeid pad loodsten; welke wandelgod me vanochtend de ingeving gaf om toch maar de lange broek aan te trekken, ondanks de voorspelde temperaturen, wie zal het zeggen? Zelfs die broek bood onvoldoende bescherming tegen de overhangende netels en bramen. Het is de hoogste tijd dat de gemeente Jodoigne geïnterpelleerd wordt over het onderhoud van dit kort stukje weg. We quoteerden 14.5/20.
De Ferme Germeau, een van de mooiste op het traject.
De Grote Gete, net buiten Jodoigne.
Het weer. Van licht tot half bewolkt, warm (26°) met gelukkig wat wind.
De stafkaarten. 37/7-8 Tienen (2019) - 40/3-4 Jodoigne (2019)
Hoe we er geraakten. Opheylissem is op zondag niet zo frequent te bereiken. We treinen naar Tienen waar we bus 339 van de TEC Tienen - Hannut willen nemen. Voor de terugreis komt alleen lijn 62 van De Lijn Jodoigne - Tienen in aanmerking. En dan kan vanuit Tienen de treinreis naar Halle beginnen.
Een beetje geschiedenis. Jodoigne is destijds gezegend geweest met een hoog aantal spoorlijnen. In de eerste plaats was er natuurlijk lijn 142 Tienen - Namur, die naast stadjes als Hannut en Jodoigne ook nog een resem landelijke haltes bediende, inbegrepen Ramillies, waar kon worden overgestapt op lijn 147 Landen - Gembloux - Tamines. Daarnaast vertrokken niet minder dan 5 tramlijnen uit de stelplaats van Jodoigne die ideaal naast het spoorwegstation lag. Het betrof - met tussen haakjes het tabelnummer in het spoorboekje van 1935 - Jodoigne - Sint-Joris-Weert - Vossem - Sterrebeek - Brussel (o.a. eindpunt Daillyplein) [296], Jodoigne - Leuven [311], Jodoigne - Wavre [313], Jodoigne - Tienen - Sint-Truiden [315] en Jodoigne - Chastre [325].
Het is opvallend hoe je sommige van deze verbindingen ook na bijna een eeuw nog terugvindt, uiteraard onder de vorm van buslijnen. Lijn 142 werd gesloten in 1960, althans het deel Tienen - Ramillies, maar ook verderop bleven er nog nauwelijks treinen rijden. De dienst Tienen - Namur werd opgesplitst in 2 buslijnen, 142A van Jodoigne via Ramillies naar Namur en lijn 142B Tienen - Jodoigne. Zoals dat toen gebruikelijk was, werden varianten gecreëerd. Om één of andere reden werden de a en de b later verwisseld, zodat lijn 142A uiteindelijk de Vlaamse lijn naar Tienen werd. Dat nummer bleef behouden tot het eerste decennium van deze eeuw, toen orde op zaken gesteld werd in de kakofonie aan varianten: lijn 142a werd 360 - 361 - 362, opgenomen in één tabel, maar wel een stuk duidelijker: 360 voor de basislijn Tienen - Jodoigne, 361 voor de lijn Tienen - Outgaarden en 362 voor de lijn Tienen - Mélin. Met de komst van de basisbereikbaarheid werd verder gesnoeid. Lijn 360 werd uiteindelijk 62, met nauwelijks nog schoolvarianten. Bij de TEC blijft het aantal buslijnen indrukwekkend, al moet gezegd dat ze niet allemaal even goed bediend worden. Ik zet ze even op een rijtje:
-5: naar Tienen;-18: naar Leuven;-23: naar Wavre;-25: naar Gembloux;-26: naar Ezemaal;-35: naar Louvain-la-Neuve;- 610: naar Hannut;- 823: naar Eghezée
en twee aanwinsten - expresslijnen - van recente datum E1 (naar Namur) en E82 (naar Ottignies)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1906 (IC FBNL)
07:37 07:48
stipt
1881 (NK) - 61054 (FBMZ)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Tienen
1506 (IC FKG)
08:12 08:54
+14
76010 (FHS) - 61010 (FHS)
M6
controle: N
taxi (gemiste aansluiting bus)
-
Jodoigne - Tienen
[62] (Tienen)
14:34 14:57
stipt
ab3308-33
MAN Lion's City
Van Mullem en Zonen
Tienen - Brussel-Noord
1537 (IC FBK)
15:05 15:38
+1
76050 (FHS) - 61014 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1587 (S FDD)
15:42 16:02
+1
08148 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Ik geef het grif toe, dit is de blunder van het jaar. Pas 's avonds hoor ik dat dit het Pukkelpopweekend wordt en dat dat op 15 augustus begint. Alles is tot in detail voorbereid, maar daar hadden we niet aan gedacht. Dus waagden we het er toch maar op, rekening houdend met het vroege vertrekuur. Maar… bij aankomst in Brussel-Zuid is eerste klas van deze trein in verkorte samenstelling (6 rijtuigen i.p.v. 11, een lieve attentie van de NMBS aan de Pukkelpoppers) al ingenomen door het jonge volkje dat bovendien nog halve huishoudens aan zakken, tenten, stoeltjes en meer lijkt mee te slepen. In alle volgende stations wordt de toestand alleen maar schrijnender en groeit de vertraging zienderogen: Centraal +3, Noord +8, Leuven +14. Met 10 minuten overstaptijd in Tienen ziet het er redelijk hopeloos uit, nu aansluitingen tussen trein en bus ondanks vele loze politieke woorden precairder geworden zijn dan ooit. Het zal trouwens nog zaak worden om van de trein te geraken: in de middengang zitten en liggen festivalgangers en hun uitrusting zodat het al een hele onderneming wordt om tot aan het platform te geraken. We beginnen onze expeditie kort na Leuven. Het platform zelf staat trouwens zo vol als wat, maar het moet gezegd: de jeugd van tegenwoordig gedraagt zich hoffelijk en behulpzaam. In Tienen moeten enkele jongeren uitstappen, voor ons de enige manier om uit te stappen. Ze haasten zich om opnieuw in te stappen en inderdaad zal Tienen het eerste station zijn waar reizigers op het perron achterblijven. Ironie, oh ironie: in de app van de NMBS kunnen we lezen dat de bezetting van deze trein laag is: zelfs een donkerrood mannetje zou niet volstaan om een beeld te schetsen van de echte bezetting. De bus is inderdaad vertrokken, de volgende rijdt al na 4 uur. Gelukkig kun je in Tienen nog taxi's nemen en dat is voor ons de enige oplossing. Ook de achtergebleven jongeren worden na een tijdje trouwens opgehaald door inderhaast opgetrommelde ouders en kennissen. De NMBS is een instrument voor massavervoer, behalve als die massa ook opdaagt. Wat een blamage!
Flink later dan voorzien dropt de vriendelijke, praatzame taxichauffeur ons op de parking van het domein van Opheylissem.
Voor de terugrit gebruiken we lijn 62 van De Lijn, al staat op het haltebord van de TEC nog altijd 360 vermeld. Herstructureren is mooi (??) maar dan moet het wel grondig gebeuren.
Haltebord met verouderde info De Lijn. 360 is al een tijdje 62…
IC 1537 heeft wel zijn gewone samenstelling. Nu is er natuurlijk plaats zat; wat een contrast met vanmorgen! De trein vertrekt uit Tienen met 5 minuten vertraging; in Brussel-Noord blijft daar nog 1 minuut van over en we halen zelfs de S naar Denderleeuw van 15:42. Dat bespaart ons een ritje in de stoptrein.
De treinlectuur. Tahar BEN JELLOUN, L'insomnie. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Coucke wil in Roemenië het kasteel van Dracula kopen. Eerst zijn hoektanden nog laten bijslijpen, natuurlijk. Geloof het of niet, dit stond er al voor ze 's anderendaags in De Tijd hetzelfde idee hadden, met foto… Pech.
Uitgedrukt… A hê geloute… hij is er aan voor de moeite, of erger: het is met hem gedaan. Zou kunnen komen van: hij heeft geloten, zijn lot is bepaald.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.