Hoe westelijker in Rajasthan, hoe meer uitgesproken woestijnachtig het landschap wordt. Toch zagen we niet zoveel kamelen, tenzij deze waar we met een jeep 40km ver naartoe gevoerd werden.
Een mini kamelensafari - eigenlijk een onconfortabel ritje met z'n tweeën op de rug van een kameel , waarbij je constant voorwaarts en achterwaarts glijdt, voert je verder de zandpannen in en eindigt in wat cognac drinken in het warme zand.
Uit het niets verschijnen enkele muzikanten en een klein meisje dat blijft dansen en zingen tot we het groepje met enkele roepies doorsturen.
Het is de voorbode van een avondlijk (niet al te geslaagd) muziek-, dans- en eetfestijn.
Van zodra je in de omgeving van een bezienswaardigheid komt, word je overvallen door een zwerm aanklampende verkopers van allerhande, maar steeds dezelfde, prullaria.
Dan heb je de voorafgaande stormloop van vasthoudende bestuurders van allerhande vehikels al overleefd. Het lijkt niet tot hen door te dringen dat mensen ook nog eens enkele straten TE VOET willen doorslenteren. Stalen zenuwen heb je soms nodig of hen straal negeren.
En eenmaal toch ingestapt in hun toek-toek of riksja blijven ze je trouw opwachten, zelfs na een twee uur durend bezoek of eetmaal. Ze willen zelfs al afspraken maken voor de volgende dagen.
Overal in India zie je ze liggen : de koeien midden op de weg. Rustig herkauwend, terwijl steeds meer verkeer langsraast, met steeds hogere snelheden. Iedereen weet dat koeien tot de heiligste dieren van India behoren maar voor ons blijft het een onwezenlijk beeld.
En iedereen ontwijkt ze! Zij zijn heer en meester in het verkeer.
Ook in de nauwe bazars en souks moet je je aan de kant drummen om madam (en soms meneer) door te laten.
India, het land van de dertig graden en (veel) meer.
Reeds bij onze aankomst in Delhi konden we vastellen dat de temperatuur meer dan "enkele graden" hoger lag dan in België, zo rond de 35. En het zou als maar warmer worden.
Airco en (plafond)ventilatoren op de kamer, in de restaurants en in het tourbusje waren dan ook geen overbodige luxe.
De laatste week was het praktisch onmogelijk tussen 13 en 16 uur buiten te komen (meer dan 40°). Dus zo vroeg mogelijk ontbijten was de boodschap en op stap om de geplande bezoeken af te leggen tot kort na middag. Dan een fris biertje, een uurtje of twee schuilen op de kamer en daarna gaan eten.
In de vroege vooravond konden we dan meestal een tweede "vrije" wandelbeurt aanvatten.
De Taj Mahal behoort terecht tot één van de 7 moderne wereldwonderen. De bouw van dit witmarmeren mausoleum nam maar liefst 22 jaar in beslag. Keizer Shah Jahan liet het optrekken uit liefde voor zijn overleden vrouw Mumtaz en sindsdien is de Taj Mahal het universeel symbool van de liefde.
De lange tuin en 2 gebouwen in rode zandsteen (de moskee en haar replica) accentueren het witmarmeren mausoleum en de perfecte symmetrie van het complex, dat ingelegd is met ontelbare half-edelstenen.
Iets meer dan drie uur hebben we dit kunstwerk van alle kanten bewonderd. En er wordt dikwijls gegoocheld met de pracht van een zonsopgang of ondergang. Maar hier is het een must : vanaf 19 uur kregen de muren van dit architectonisch wereldwonder een zacht roze kleur, die overging in een oranje gloed.
Maar de Taj Mahal is meer dan bouwkundige perfectie : het is in wezen een mausoleum dat een tragisch geëindigde liefde uitbeeldt voor een te jong gestorven vrouw, overleden in het kraambed van haar 13de kind.
Jammer genoeg worden weinigen uit de duizendkoppige onverschillige toeristenmassa hierdoor beroerd.
Wanneer er één constante is in India dan is het de onlesbare dorst. Bij temperaturen die opgelopen zijn van 30° tot 40° en de laatste dagen nog een stuk er boven, droogt men ter plaatse uit.
Het is nu wetenschappelijk bewezen dat door water te drinken je dorst niet te milderen is. Onze zoveelste fles was nog maar juist leeg en opnieuw hadden we een droge keel, die het slikken bijna onmogelijk maakt.
Enkel goed fris bier kon hier wat aan verhelpen. We hebben er dan ook voor gezorgd die verschrikkelijke dood door uitdroging te voorkomen. Gezien de brouwerij Kingfisher praktisch het monopolie heeft in India is haar zakencijfer door ons verblijf met 20% gestegen tijdens de maanden maart en april 2007.
Blijkbaar had niet iedereen een "tapvergunning" want we hebben soms bier gedronken, fles en glazen in krantenpapier gewikkeld of overgeschonken in theepotten....
Bijna alles is heilig in India, en zeker het hele plaatsje Puskar met zijn meer. Dit omdat het ontstond toen de Oppergod Brahma een lotusbloem liet vallen en zo een bron opborrelde, die het meer vulde.
Via de ghats (trappen die naar het water leiden en voorbode van Varanasi) kom je aan de waterrand EN daar werd Denise bekeerd.
Gezien het nogal wat tijd in beslag nam, hebben we de bekeringen beperkt tot die éne persoon.
We hebben ook "niet heilige" meren bezocht zoals het Gadisar Lake in Jaisalmer, waar de mannen vroeger vanaf twee overdekte plateau's in het meer het dansen van de vrouwen konden volgen op een ander plateau.
En het Picholameer in Udaipur waar een maharadja zijn zomerverblijfje in neer plantte : het Lake Palace.
Naast de vele tempels werden ook een reeks interessante moskeeën opgericht in India, zij het veel minder in aantal (verhouding hindoe - moslim = 82% - 11%). Reeds in Delhi werden we geconfronteerd met de het Qutab Minar moskeeëncomplex met zijn 73 m. hoge minaret en met de Vrijdagmoskee aan het eind van Chandni Chowk, DE winkelstraat van Oud-Delhi.
In Fatehpur Sikri vestigde keizer Akbar eind 1500 zijn hoofdstad en in zijn gloriedagen hield hij er een vijfduizend koppen tellende harem op na. Hij was tolerant tegenover de andere wereldreligies, zodat in de zeer opvallende Grote Moskee (Jama Masjid) met de grootste toegangspoort van heel Azië (de Buland Darwaza) invloeden terug te vinden zijn uit de islam, het christendom en het hindoeïsme.
Ook het min of meer "vreedzaam" (onder het waakzaam oog van een massa militairen) naast elkaar samenwonen van de Grote Moskee naast de Gouden Tempel in Varanasi blijft ons bij. - en ook de 800 kilogram goud die aan het torendak is gesmeerd. - en het feit dat we de hulp hebben moeten inroepen van een vriendelijke Indiër om te kunnen ontsnappen aan de wirwar van de smalle straatjes, die samen de souks vormen. Anders liepen we er misschien nog in rond.
Op dag 2, tijdens de stadstoer door Delhi, kregen we reeds een voorsmaakje van wat we mochten verwachten aan pracht en praal van de Indische tempels : de Laxmi Narayan Visnu tempel.
De Jaïntempels steken echter boven alle andere uit. Reeds in Jaisalmer kregen we 2 ongelooflijke mooie Jaïntempels te zien; de overige waren jammer genoeg niet toegankelijk voor niet-Indiërs.
Te nuchtere Westerlingen vragen zich bij al dat moois dan af, hoe dat allemaal kon bekostigd worden. Vergeet niet dat Jaisalmer vroeger strategisch gelegen was op de karavaanroutes en daardoor schatrijk is geworden. (zie ook de rijke koopmanshuizen - havelli - in de stad).
Maar de belangrijkste en de grootste en de mooiste Jaïntempels van het subcontinent zagen we in Ranakpur. De hoofdtempel - gewijd aan de belangrijkste leermeester Adinath - bevat 29 mooi gesculpteerde en rijk bewerkte witte marmeren zalen ondersteund door 1.444 zuilen, waarvan geen enkele identiek is. Verder staan er nog 2 kleinere, niet minder mooie tempels. Dit is iets om met open mond van verbazing te aanschouwen.
Is het u trouwens ook opgevallen dat bij de Jaïns de beelden aan de binnenkant zitten en bij de Hindoes aan de buitenkant?
Dat tempels niet steeds op ruime open plaatsen dienen te staan, bewijst de Jagdish-tempel in Udaipur. In volle stadsdrukte voeren 32 steile trappen u 24 meter hoger naar een religieus bouwwerk. De buitenzijde is volledig bekleed met gebeeldhouwde verhalen, waar dieren en mensen een hoofdrol spelen. Binnenin troont de zwarte stenen Visnugod.
Een vaststaand feit in de Hindoereligie is, dat de God Brahma niet geliefd is. Waarschijnlijk omdat hij zijn eerste vrouw zou verstoten hebben - zij kon hem geen kinderen schenken - om een jongere te nemen. In India zijn maar twee tempels gewijd aan Brahma, waarvan we die in Puskar bezochten.
Het City Palace van Udaipur leek me het mooiste van Rajasthan en we kwamen zelfs met drie uur, tijd tekort om zijn fraai betegelde zalen, rijk gedecoreerde balkonnetjes en knusse binnenplaatjes allemaal rustig te kunnen bewonderen.
Maar wat is mooi? We hadden daarvoor reeds het stenen kantwerk van het Kings Palace in Jaisalmer tot ongelooflijk mooi uitgeroepen.
Van het hagelwitte Lake Palace, midden het Picholameer in Udaipur, konden we vanop een bootje de buitenkant van alle zijden bewonderen. Dit voormalige zomerverblijf van een maharadja is nu een exclusief hotel, dat net boven onze prijsklasse ligt.
We hadden ons reeds moeten tevreden stellen met het bewonderen van enkel de buitengevels (lengte 195 m. / breedte 103 m.) van een ander paleis : het Umaid Bhawan Palace in Jodhpur, dat ook al tot een zeer exclusief hotel is omgevormd en liefst 347 - voor ons niet te betalen - kamers bevat.
Ook Jaipur heeft zijn City Palace - je weet wel, waar o.a. de 2 enorm grote zilveren kruiken staan. Het is paleis is ruim met vele gebouwen, waarvan er nog een deel bewoond wordt door een maharadja familie.
En er bestaat ook nog de bizarre Hawa Mahal, bijna niets meer dan een façade met vele, vele vensterluiken, waardoor de hofdames iets van de buitenwereld mochten begluren. In het Nederlands : Paleis der Winden, vanwege de "trok" te wijten aan de vele venstergaten.
Op de grotere wegen - redelijk smalle doch meestal goed onderhouden asfaltwegen - flitsen de zeer snel rijdende camions voorbij in onafgebroken files. De E17 is er maar klein bier bij.
In de steden de klassieke heksenketel, maar dan in de overtreffende trap, waar toek-toeks, moto's, auto's, riksjas, fietsen, paardenkarren en ossenspannen en alle mogelijke en onmogelijke vervoersmiddelen met mekaar in de clinch gaan. En wee U, voetganger!!!
De ergste struggle for life maakten we mee op die smalle baileybrug over de Yamunarivier toen we naar de mini Taj Mahal reden. We overleefden de oorlog nauwelijks, bijna gestikt in onze toek-toek door de uitlaatgassen rondom ons. WAANZIN !!!
Onze sympatieke Sikh - chauffeur van het tourbusje nam redelijk cool deel aan het dit verkeer door op de grote wegen de camions te trotseren (wij ook trouwens) en het gevecht aangaan met alles wat bewoog in de grote steden. Chapeau!
De groep rond de zanger Kailash Kher lijkt even populair te zijn in India als Clouseau bij ons. We konden een Evening Concert bij wonen, dat zeer professioneel georganiseerd werd in het kader van het 1 week durende Jaipur Festival.
Meerdere duizenden mensen waren samengestroomd op Amrodon Kabach, gaande van de eerste minister (een vrouw!) tot hysterische jonge meisjes.
Wij, buitenlandse gasten, werden als VIP's behandeld en kregen een zitplaats (met kussens) toebedeeld, enkele rijen achter de notabelen.
De personen op rij 999 zullen echter het optreden moeten volgen via de grote T.V. schermen, verspreid over het plein....
Toegegeven, de "moderne" soufi muziek die gespeeld werd en de prachtige stem van de zanger kon zelfs ons, westerlingen, bekoren.
Op weg naar huis raakt de toek-toek chauffeur het noorden kwijt en een stel jonge mannen op een moto rijdt een heel stuk voorop om ons alsnog in het hotel te krijgen.
De dagreizen van honderden kilometers kunnen gelukkig soms overbrugd worden in "comfortabele" nachttreinen, die op enkele uren na op tijd vertrekken of aankomen.....
*Delhi - Jaisalmer : Over de 900 km doen we 20 uur, dat is 45 km/uur gemiddeld. Boonen fietst vlugger.... *Agra - Orchha : trein komt met 4u20' vertraging aan in Agra. Kruipen pas om 3u45' in bed... *Varanasi - Delhi : trein STIPT op tijd, maar loopt onder weg uuuuuren vertraging op. Durf het niet meer aan te reclameren op de NMBS over "vijf minuten retard"!
*Het gewoel op de perrons van de stations en in en rond het grote aantal wagons, waaruit die treinen zijn samengesteld, is onbeschrijflijk. Verkopers van alle mogelijke etenswaren rijden met hun karren al roepend op en neer, door de massa volk heen.
*Er bestaan vier à vijf klassen op het Indiase spoor, gaande van de wagons waar ijzeren staven de ruiten in de ramen vervangen tot slaapwagens met afzonderlijke couchettes.
*Wij reizen tweede klas in "open slaapwagens". Rechts van een smalle gang in de lengte van de wagon bevinden zich telkens 2 maal drie boven elkaar liggende slaapbanken en links nog 2 bedden boven één.
Eenmaal de trein vertrokken, dommelt men plus-minus in, gelegen op de harde banken en tussen al het rumoer door van op- en afstappende Indiërs en het treinpersoneel, dat continu "chai" en andere levensmiddelen tracht aan de man de brengen. Rustig is wat anders...
* het levende fort van Jaisalmer, gelegen op een 76m hoge heuvel, dat de kern vormt van de stad. Het oude stadsdeel is omgeven door 5 km muur en nu nog leeft een hele bevolking binnen dit machtige bouwwerk (4.000 mensen).
* het massieve Mehrangarch-fort, ook Citadel of the Sun genoemd, in de blauwe stad Jodhpur, waar we via moderne middelen uitleg kregen en een audiotoer in 33 stappen konden meemaken door alle schitterend luxueuze zalen en andere ruimtes. Beschermd door muren tot 36 meter hoog, heb je er alleen toegang via 3 poorten : de Jey-, Fath- en Lohapoort.
* het praktisch oninneembare fort van Kumbalgarch, strategisch 1100 meter hoog in de ruige bergen gelegen, met zijn 36 km lange buitenmuur en 12 km vestingswallen. Binnen dit terrein liggen vele tempels, waarvan er één zeer Grieks aandeed met zijn zeer hoge zuilen.
* het subtiele fort van Amber, met paleisachtige allures, waar het opvallendste gebouw de Jai Mandir is. Deze Hal der Overwinning lijkt een echt spiegelpaleis. Je kunt je er eventueel per olifant laten naar toe brengen.
* en bijna vergeet ik het verbazingwekkende Rode Fort van Agra te citeren, de tweelingsbroer van het Rode Fort in Delhi. Het herbergt verschillende marmeren zalen, moskeeën en weelderige tuinen. Vanuit het fort, opgetrokken uit rode zandsteen, heb je een buitengewoon zicht op de Taj Mahal.
1. Grote Bazen * Brahma - de schepper (creator), * Visnu - de bewaarder - beschermer - onderhouder (preserver) * Shiva - de vernietiger - verwoester - de transformator (destroyer).
2. Vervoermiddelen Die goddelijke personen verplaatsen zich niet te voet! Ze hebben elk een persoonlijk vervoermiddel : * Visnu gebruikt een mytische vogel - (half mens / half adelaar) Garuda genaamd (is trouwens ook de naam van de nationale vliegtuigmaatschappij van Indonesië) * Shiva heeft de stier Nandi. * Saraswati, de 2de vrouw van Brahma, wordt geassocieerd met een zwaan
3. Afbeelding * Brahma wordt afgebeeld met vier hoofden die naar de vier windrichtingen kijken. * Visnu wordt vaak afgebeeld op een adelaar of slapend op een reuzenslang. * Shiva heeft een drietand als symbool van de vernietiging Hun Vrouwen De (2de) vrouw van Brahma is de godin van kunst en onderwijs Saraswati De vrouw van Visnu is Lakshmi, de godin van de schoonheid en rijkdom De vrouw van Shiva is de godin Parvati.
Daarnaast bestaan een ganse plejade andere goden en godinnen, teveel om allemaal op te noemen. De bekendste is misschien de Olifantengod Ganesh, die zich verplaatst op een rat (?) MAAR vergeten we vooral onze Apengod Hanuman niet, naar wie onze reisgids werd genoemd.
Wist u dat ook een kleur heilig kan zijn? De Brahma tempel in Puskar is in een "holy color" geschilderd : een soort rooie menieachtig kleurtje.
zoals : * het internationale paspoort dat Denise kwijt speelde op het vliegtuig, zodat ze niet door de inkomdouane geraakte. Slechts na de zoveelste grondige zoekbeurt werd het uiteindelijk teruggevonden. Gloeiende paniek bedwongen... * de reistas, een leesbril en de zonnebril van André... * de vliegtuigticketten voor de terugreis van Marie-Jeanne; een meer dan lichte onrust bij het niet onmiddellijk terugvinden ervan ....
Gelukkig waren de vele Indische goden ons gunstig gezind en werden de meeste zaken uiteindelijk teruggevonden, zodat de ontstane zeer grote of kleine paniek uiteindelijk kon bedaren.
Enkel een beschermgod voor brillen schijnt nog niet te bestaan, want die spullen zijn spoorloos gebleven...
We toerden met zijn vijven, plus onze inlandse gids Hanuman, van 18 maart tot 8 april 2007 door Rajasthan. Dit is een deelstaat gelegen in het Noorden van India, die de machtige en rijke Maharadja's overheerst hebben en waarvan soms beweerd wordt dat het een land van duizend sprookjes is.
Dergelijke reis laat dan ook duizenden indrukken na.
Wat volgt is een mengeling van : - een klassiek reisverslag. Dit echter zo weinig mogelijk, omdat je zoiets veel beter en uitgebreider kan terugvinden in gelijk welk reisboek of op internet .
- de menigvuldige impressies, die de Indiareis op me, nuchtere Westerling, maakten.
Ik wou vooral de uitdaging aangaan om de opgedane indrukken onder woorden te brengen. En niet alleen de extase voor de zeer mooie gebouwen beschrijven, maar nog veel meer doodgewone dagelijkse vaststellingen, invraagstellingen en bedenkingen neerpennen, die vaak o zo anders zijn dan bij ons.