Een babbel met mijn vader, mijn tante en mezelf
Er zijn verschillende vrouwen in Romain's leven geweest. Zijn bekende leven begint in 1943 met de oprichting van zijn eigen gezelschap in de Minard, na zijn kennismaking met Hélène Marechal die hem daarin steunde. En met Roby Catalina. En met Mary Brouillard. En met Yvonne Delcour. Daarvóór kende hij echter bijna 10 jaar mijn tante Angèle Deseyn, en waren ze zelfs gehuwd.
Hoe leerde Romain Deconinck mijn tante Angèle kennen?
Romain Deconinck was met mijn tante verloofd in de jaren 1933-1934, làng voor ze getrouwd zijn. Romain was toen assistent bij de bekende fotograaf Barbaix aan het Sint-Michielsplein. Hij heeft er zijn beroep geleerd als leerjongen. Romain's specialiteit was, in de tijd toen tekenfilms zeer populair waren, foto's maken waarbij iemand een Mickey Mouse op zijn hand had staan. Ook mijn tante Angèle heeft nog zo'n foto. Eerst werd de foto op een glazen plaat genomen en achteraf werd daar met Chinese inkt een Mickey bij geschilderd. Geboren in 1915, was Romain zo'n 20 jaar toen hij mijn tante Angèle ontmoette. Angèle was een jaar jonger dan Romain. Van 1934 tot 1937 zijn ze verloofd geweest. Na 5 jaar huwelijk zijn ze in 1942 feitelijk en in 1945 wettelijk gescheiden. Zij waren dus bijna 10 jaar samen. Romain en Angèle waren actief bij de Melomanen, een zang- en toneelmaatschappij in de Savaanstraat. Mijn tante Angèle heeft volgens haar zeggen nooit mee opgetreden. Zij beweert in elk geval van niet, alhoewel een aantal foto's uit de beginperiode in de Minard het tegendeel laat vermoeden en waarom zou ze zo'n uitgebreid fotoalbum uit die periode in haar bezit hebben? Ze stond in elk geval binnen het gezelschap bekend als Angèle, Ange of Angi, 'de vrouw van Romain'. Dit blijkt ook uit de vele foto's aan haar opgedragen. Zelf wil ze niet aan die tijd herinnerd worden
Dat was de tijd van het gezelschap van impresario Dickson, waarin Romain meespeelde. Het Dicksongezelschap was gesticht door de vader van Henk De Bruyn. Daardoor kende Angèle vanzelfsprekend ook de broers Marcel en Henk De Bruyn, Yvonne Verbeeck, en alle andere debuterende huis- en gastartiesten. Alhoewel Yvonne, volgens eigen zeggen (telefonisch contact), zich Angèle niet kan herinneren. Dit is niet onmogelijk vermits zij tussen 1942 en 1945 met Romain in contact kwam, dus juist tijdens de scheiding. Yvonne Verbeeck en Henk De Bruyn, de zanger, werden altijd in één adem genoemd, alhoewel hij getrouwd was met een kapster, Christine. Ook mijn vader heeft voor die periode een hiaat in zijn herinneringen voor wat er verder tussen Romain en mijn tante is gebeurd. Van zijn twaalf tot zijn zeventien jaar was hij door familieomstandigheden van huis weg en verbleef in een internaat in Herentals. Hij is niet op het huwelijksfeest van zijn zuster met Romain geweest, maar de dag na hun huwelijk zijn ze bij hem op bezoek gekomen. Hij zat toen te Brussel in een "Home pour Jeunes Gens" op de Alsembergse Steenweg. De beginperiode van hun verkering, in 1933-1934, verliep héél romantisch als een halve Romeo en Julia-historie, balkon incluis. De familie Deseyn woonde toen, na de scheiding van mijn grootouders, in de Poelsnepstraat juist om de hoek van de Ganzendries: ttz. mijn grootmoeder met haar beide dochters Angèle en Jenny. En er woonde een vriend van Romain net om de hoek. Beide huizen paalden achteraan bijna aan elkaar. Daardoor kon hij via zijn vriend over het balkon Fensterln om met zijn lief te kunnen zijn. Dat gebeurde regelmatig. Mijn grootmoeder of de buren mochten niet weten dat ze iets hadden. In 1937 zijn ze tenslotte gehuwd. Ze zijn ingetrouwd bij zijn ouders in de Leopoldstraat nabij de Ham (die straat heet nu Keizer Leopoldstraat). Romain's ouders woonden in een groot burgerhuis in een rij met demisouterrains, een van die art-nouveauhuizen in gele baksteen aan de zijde van de Sint-Jorisbrug. Zijn vader was boekbinder, nadien postbode. Toen ze trouwden was hij dat al. Zijn moeder was schoolmeid. Romain en Angèle zijn er blijven wonen tot hun scheiding. Nog hetzelfde jaar is hij opgeroepen bij het leger. Mijn tante Angèle beweert dat hij nooit soldaat is geweest, maar dat kan niet, anders kon hij in 1940 niet zijn gemobiliseerd. In 1940 werden nu eenmaal alleen soldaten gemobiliseerd. De mannen tussen 18 en 34 jaar die geen soldaat geweest waren zoals mijn vader moesten gedwongen naar Frankrijk, als reserve. Dikwijls wordt beweerd dat Romain met zijn toneelgezellen de troepen entertainde. Dat is sterk overdreven. En hij is zeker nooit voor de Duitsers opgetreden. In werkelijkheid zat dat zo: tijdens zijn mobilisatie zou het gezelschap van de Melomanen eens staan zingen hebben aan de poort, waarschijnlijk van de Leopoldskazerne, om de aandacht van Romain te trekken. Da's al. Verkeerdelijk is dit feit opgeblazen als of dat het gezelschap "regelmatig" voor de troepen ging optreden. Dit moet gedemystificeerd. In 1940, na 18 dagen, was de oorlog afgelopen. Alle soldaten werden krijgsgevangen of gedemobiliseerd. Ook Romain moest naar huis en hij is de gehele tijd in Gent gebleven na de demobilisatie. Op een zeker ogenblik ging hij aan de Gentse universiteit solliciteren voor een plaats in het laboratorium bacteriologie en hygiëne. Hij werd er "preparator". Dat moet nog in 1940 geweest zijn. Of er iemand hem aan een plaats heeft geholpen opdat hij niet naar Duitsland zou moeten is me niet bekend... Hij is pas met zijn eigen gezelschap na de oorlog begonnen. Tijdens de oorlog speelde hij in de Dickson-revues, die doorgingen zowel bij de Melomanen als in de Minard. Henk De Bruyn speelde daar ook (zijn vader was er immers de oprichter van), onder andere samen met Yvonne Verbeeck. Ze voerden stukjes op en heel waarschijnlijk ook onder een andere naam, op andere gelegenheden. Het waren blijkbaar toch méér dan amateurs - of zij hadden in elk geval véél aspiraties - want de meeste van hun foto's die ik bezit afkomstig uit het album van mijn tante Angèle zijn genomen door een beroepsfotograaf. Zoals die van Hélène Marechal, van danseres Roby Catalina, van Mary Brouillard en andere leden (waarvan we de familienaam niet konden achterhalen: misschien kan iemand daaromtrent informatie bezorgen?), waarvan sommige waren aangesloten bij het Femina-gezelschap (-agentschap?). Mijn vader zat in Duitsland toen hij het bericht kreeg dat Romain en Angèle gescheiden waren. In 1942 waren ze uiteen gegaan, maar in 1945 pas officieel. Waarom ze gescheiden zijn weten alleen zij. Romain heeft mij ooit eens, eind jaren 1960 begin jaren 1970, toevertrouwd dat het de schuld van mijn grootmoeder was. Maar ook de oudere Mary Brouillard, waarmee hij een tijdlang samenwoonde, zat er voor véél tussen. Ze hebben ooit het café naast de Minard, de Marimain (Mary + Romain) opengehouden. Die bestaat trouwens nog steeds. Tenslotte is Romain in 1945 hertrouwd met de jongere Yvonne Delcour. Romain had een uitgebreide vriendenkring, en niet alleen in de toenmalige scène van het amateur- en volkstoneeltoneel. Over kleermaker Latsi Lakatos, een Hongaarse vriend van Romain herinnerde mijn vader, ook kleermaker zijnde, zich nog een anecdote uit 1934. Lakatos huurde een huis in de Volderstraat, schuin over de aula van de universiteit. Hij was een gevluchte Hongaar (na de revolutie naar hier gekomen?). Hij was toen dé kleermaker van Gent. In die tijd moest men buitenlander zijn om prestige te genieten. Er bestond geen sant in eigen land. Maar het was écht wel de beste van Gent. Romain liet er ook zijn kleren maken omdat ze vrienden waren. Raoul Roelandt, een kleermaker die ook meespeelde in Romain's gezelschap en een paar jaar ouder was dan mijn vader, heeft nog bij Lakatos gewerkt. Later, na de oorlog heeft Roelandt zich geplaceerd in de Henegouwenstraat. Hij is slechts één keer vermeld in een documentaire die de VRT ooit over Romain maakte, alhoewel hij een belangrijke medewerker van Romain's gezelschap is geweest. Latsi Lakatos was daarenboven een zeer goed violist en speelde ook in de Melomanen. Romain en Latsi speelden er op een bepaald ogenblik een sketch waarin Lakatos Sombre Dimanche te gehore bracht, een zéér melancholisch stuk en de Hongaarse ziel kennende... Lakatos stond dus op scène, gans alleen op zijn viool te spelen. Op een bepaald moment begint het publiek enorm te lachen. En Lakatos verwonderd, verbijsterd: dit tijdens zijn chique stuk op zijn viool! Wat was er gebeurd. Romain was achteraan op scène verschenen met een emmer en een dweil. En hij stond te schreien, en de tranen met een dweil uit te wringen. Lakatos was razend. Hij begon een hele uitleg te geven over het stuk, dat het de ziel van de Hongaren was en er zich veel mensen zelfmoorden naar aanleiding van het stuk enzovoort. Achteraf hebben ze zich toch verzoend, en hij heeft Romain een viool cadeau gedaan... Romain heeft die sketch nadien nog enkele malen herbruikt.
Samengesteld door Guido Deseijn, december 2000.
(1) Naar gegevens verstrekt door mijn vader, Oscar Deseyn, en mijn tante, Angèle Deseyn
http://users.pandora.be/gerda.guido/omtrent_romain.htm
|