Filosoferen
Wat is het en wat heb je eraan?
Filosoferen is een ander woord voor ‘nadenken met als doel onszelf en onze omgeving te begrijpen’. Dit doen je door vragen te stellen en daar een antwoord op te zoeken.
Als je het antwoord op zo´n vraag vindt, dan rijzen er tegelijk nieuwe vragen: er zijn meer vragen dan antwoorden. Tijdens het filosoferen wordt dit zichtbaar, want daarbij gaat het vooral om vragen waarop geen goed antwoord is of waar niemand het over eens is. Onderwerpen
- Problemen die zo omvattend zijn, dat ze ieder specialisme overstijgen. Bijvoorbeeld: is er een principieel verschil tussen levende en levenloze natuur?
- Levensbeschouwelijke problemen die niet helder afgebakend zijn. Bijvoorbeeld: wat is de zin van het leven?
- Kennisvragen die meer fundamenteel zijn dan vragen die specialisten stellen. Bijvoorbeeld: hoe komt betekenis tot stand?
- Morele vragen. Bijvoorbeeld: wat is voor de mens van waarde?
- Politieke vragen. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we de samenleving goed inrichten
Wel of niet Filosoferen is niet alleen je mening geven over iets. Als jij tijdens een discussie in de kroeg met je vrienden roept dat de mens volgens jou geen functie vervult op de aarde, dan is dat dus nog geen filosoferen. Maar kun je ook uitleggen waarom je dat vindt? En heb je er systematisch over nagedacht of het onderzocht? Dan zou je het filosoferen kunnen noemen. Mogelijkheden Door te filosoferen kun je een inzicht krijgen in andere opvattingen over het leven. Daardoor ontstaan nieuwe mogelijkheden. Verder kan kennismaking met filosofen van wie de ideeën je aanpreken, je een gevoel van herkenning en erkenning geven. En je inlevingsvermogen in andere standpunten kan vergroot worden. Daarnaast kun je je eigen gedachten ontdekken en leren formuleren door te filosoferen. Geschiedenis In de zesde eeuw voor Christus werd er al gefilosofeerd. In die tijd waren er grote politieke en wereldbeschouwelijke veranderingen. Dat zorgde voor veel onzekerheid. Traditionele antwoorden op vragen over het leven en de wereld verloren hun vanzelfsprekendheid. De oude mythen raakten hun geloofwaardigheid kwijt. Het gevolg was dat mensen de aandrang voelden om op eigen gezag nieuwe antwoorden op vragen te gaan zoeken. Door de politieke en economische omstandigheden ontstond een klasse van intellectuelen die deze taak op zich namen. Dat waren de eerste filosofen, maar ook wis- en natuurkundigen, juristen, organisatieadviseurs, biologen, psychologen, letterkundigen enzovoort.
|