Vulkanen
Ze ontstaan op breuklijnen
Werking van een vulkaan
De aardkorst bestaat uit verschillende losse platen. Deze platen drijven op magma; dat is gedeeltelijk gesmolten steen. Hierdoor liggen ze dus niet vast en zijn ze voortdurend in beweging. Doordat deze platen eens in de zoveel tijd tegen elkaar op botsen, kunnen vulkanen ontstaan.
Dit gebeurt vooral in de buurt van breuklijnen. Op deze plekken botsen de schollen (platen) tegen elkaar aan. Dit kan een langdurig proces zijn, maar er kan ook binnen een jaar een vulkaan ontstaan.
Naar elkaar toe schuiven
Vulkanen kunnen op drie manieren ontstaan. De eerste manier is als een plaat onder een andere schuift. De plaat wordt dan naar beneden gedrukt en smelt in het hete gesteente. Omdat er dan teveel magma op één plek ontstaat, drukt dit tegen met grote kracht tegen de aardkorst aan. Omdat het magma in eerste instantie niet kan ontsnappen, ontstaan er bij deze manier vaak heftige uitbarstingen.
Van elkaar weg
Platen kunnen van elkaar weg trekken. Er ontstaat dan een lege ruimte waar magma om omhoog kan komen. Dit zorgt ervoor dat er een nieuw stuk aardkorst ontstaat. Hierbij kunnen ook vulkanen ontstaan. Als de platen nog verder uit elkaar trekken scheurt deze nieuwe aardkorst weer. Er komt dan weer magma vrij dat voor nieuwe bergen of vulkanen zorgt. Op deze manier ontstaan bergketens.
|