verjaren is uw haren knippen om nieuw en frissig fit te zijn en om de ochtendwind te voelen op vers begeurde lentehuiden verjaren is op droge lippen twee vochtige ogen zijn van gisteren het verlangen koelen van morgen stil de doodsklok luiden verjaren is vergaren leeggeslurpte schelpen en lachend lasteraars uw troon op helpen verjaren is nooit meer bang worden voor de kwetsuren van het leven en nooit meer tussen mensenhorden eenzaam zijn van dagelijks geven ongeweten ouder worden, ongeweten jonger, verjaren is vermageren van hemelhonger en elk jaar weer schrijden over de verjaarnacht van mijn dood, met lange handen hoog en een zingende keel, koortsig rood.