|
In mijn eerste jeugd eens twee goudvissen gehouden. Het was een koppel en ze waren heel gelukkig samen, dat dacht ik tenminste. Op een kwade dag dreef het vrouwtje (Wanda) op haar rug. Ik heb nog een tijdje voor Gijs, het visventje gezorgd maar op een nacht is hij uit de kom gesprongen, pats op de grond! Hij had een eind aan zijn eenzame treurig bestaan gemaakt. Nog even flap, flap en toen hartstikke dood. Die nacht heb ik hem ten grave gedragen tot aan het toilet en hem plechtig door gespoeld, zoals ik een week eerder zijn geliefde Wanda al had moeten laten gaan. Maar Gijs weigerde te verdwijnen hij bleef drijven en toen moest het nog eens. Dat was traumatisch. Ik ben er tijden niet goed van geweest en het de rest van mijn leven meegedragen. Waarschijnlijk ligt ook hier, de basis van veel ellende.
|