|
Sinds wij Cesar hebben heb ik altijd een trouwe wandelkameraad die nooit slappe excuses verzint waarom hij niet wil wandelen. Soms zegt een kennis “als je weer eens gaat wandelen, sein mij in en ik ga mee” En wanneer ik dan een berichtje stuur of ze misschien… dan komen ze met een smoes dat ze nodig moeten kuisen. Net of het stof op de kast na de wandeling doodleuk is verdwenen en ze het zouden missen.
Wanneer ik op het toilet zit, houdt Cesar de wacht voor de deur en beschermt mij in mijn kwetsbare positie tegen een eventuele vijand.
En ook in de badkamer houdt hij de wacht op de badmat wanneer ik onder de douche sta en geeft mij zelfs het stukje zeep aan wanneer dat is gevallen.
Soms weet ik weer waarom ik in het verleden altijd beweerd heb dat ik een kattenmens ben. Het onafhankelijke, zoals ik zelf ben trekt mij aan.
Maar Cesar brengt mij terug naar het menselijke, het geduldige mens in mij, en dat voelt als compleet.
|