 Ik denk nog vaak aan kleine Sjaak, groot in 't kattekwaad Vlug als kwik, de held de schrik Van de buurt en onze straat Spijbelaar, altijd klaar voor het gappen van een koek. Een ruit kapot, dat was een schot Van Sjakie van de hoek. Hij stal voor ons likeurbonbons en iedereen werd ziek En als men thuis vroeg hoe dit kwam, verklikte je hem niet. Maar aan Oma die alleen was bracht hij dagelijks een bezoek Dat was hij wiens hart van goud was.Dat was Sjakie van de hoek. Een ieder ging zijn eigen weg en Sjakie werd soldaat. Voor miljoenen en voor Sjaak kwam de vrede veel te laat. Zijn zoontjes zijn precies als hij Half lief en half piraat.... De één heet Sjors, de ander Sjaak Toe maak ze geen soldaat.
Gezongen door Conny v.d. Bosch te jong gestorven Liefs van Rozemarijn
|