Taalachterstand wordt vaak aangehaald als excuus voor schoolproblemen bij allochtonen. Ondertussen zwijgt men over het gekwebbel in hun thuistaal, over de vakanties in hun thuisland, over koranlessen op woensdagnamiddag die huiswerk en lessen onmogelijk maken, over allochtone ouders die het vertikken om thuis Nederlands te spreken met hun kinderen, over islamleraars die in het Turks hun moslimleerlingen ophitsen met koran- en andere wilde verhalen.
Maar er is meer dan alleen die vervelende taalachterstand. Veel meer. Behalve de taalhandicap zijn er nog andere 'bezienswaardigheden' die het schoolrijp-zijn in de weg staan. Men heeft het altijd maar over taalachterstand, over Nederlandsonkundigheid, over verbale mankementen en zo, maar essentiële vaardigheden zoals de vertrouwdheid met potlood en papier, de bereidheid om te presteren, luistervaardigheid, doorzettingsvermogen, vlijt, aandacht, discipline, zelfbeheersing... die dingen, die stopt men liever in de doofpot, en men beperkt zich tot de taalmoeilijkheden van de allochtoon.
Ik kan me goed voorstellen dat scholen liever niets met toeter- en andere testgevallen te maken willen hebben. Kritiek op de kleutertest is in deze tijd erg begrijpelijk. Men wil op een fatsoenlijke manier verlost zijn van een meetinstrument dat bij allochtoontjes niet meet wat het wilt meten. Daarom blijft men zeuren over faalangst en stress bij de testafname, om de aandacht af te leiden van allochtoontjes die niets begrijpen van de testinstructies. De taalhandicap van de kleine vreemdelingetjes verhindert elke betrouwbare prognose naar het eerste leerjaar toe!
In de kleuterklasjes waar het gonst van anderstalige kleutertjes, is een Vlaamse schoolrijpheidstest totaal onbruikbaar. De test meet niet wat ze bedoelt te meten, en de uitslagen zijn zo onbetrouwbaar als een kat in een vogelkooi.
En dan lijkt het alsof onze Vlaamse kleutertjes behept zijn met faalangst, stress, of zo van die nare toestanden. Lezer, laat u niet intimideren, onze Vlaamse kleutertjes zijn oké, maar het zijn de allochtoontjes die in gebreke blijven, die hardnekkig hun thuistaal hanteren en niets anders om zich heen horen dan exotische geluiden.
Ooit heb ik eens een niet-verbale test (test waarbij de taal helemaal geen rol speelt) afgenomen van een groepje allochtone leerlingen. Discriminatie dus, want ze werden apart genoemen, los van hun Vlaamse klasgenootjes, en anders benaderd. Om bondig te zijn: ook op dit soort testen scoorden allochtonen bijzonder laag. Het kan dus niet zijn dat de taalfactor de énige schuldige is aan zwakke prestaties. Aan hun hele attitude schort er iets, hun deelname aan het klasgebeuren is totaal anders dan die van onze Vlaamse kinderen. Zó heb ik het ervaren.
|