Vlaams minister van Inburgering Liesbeth Homans (N-VA) streeft naar tien procent Vlaams overheidspersoneel met een migratieachtergrond tegen 2020. Dat besluiten De Morgen en De Standaard uit haar beleidsbrief. Momenteel staat de teller op 3,1 procent. “Een overheid die andere sectoren wil overtuigen om de etnische kloof te dichten, heeft veel meer overredingskracht wanneer ze zelf een sterk doorgedreven diversiteitsbeleid voert”, argumenteert Homans.
Eerst Liesbeth Homans die de 'etnische kloof' wil dichten, en daarna lees ik over de verzuchtingen van Hilde Crevits. Twee vrouwen die zo vroeg op de dag al van alles willen. Ik denk dat die twee eens serieus met elkaar moeten babbelen.
Vlaams onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) eist dat leerlingen na hun middelbaar beter Engels, Frans en Duits moeten spreken. De eindtermen voor de taalvakken worden strenger, talenkennis moet beter, en taalexamens worden strenger. Ook zullen scholen op hun verantwoordelijkheid gewezen worden om de taalkennis van hun leerlingen bij te schaven. Voor een goede taalbasis zullen in het lager onderwijs taalinitiaties Engels, Frans en Duits voorzien worden.
Engels, Frans en Duits dus. Nederlands niet? Het lijkt er op dat Crevits de leerlingen internationaal en Europees mondiger wil maken. Maar hoe moet dat dan met scholieren die na hun middelbaar zich in het Nederlands niet eens fatsoenlijk kunnen uitdrukken? En die zouden dan volgens Homans een overheidsambt moeten gaan uitoefenen? Een functie die een correct taalgebruik vereist?
Op tv zag ik een Marokkaanse trambestuurder in opleiding - Mouhcine Roudah - die zich wel verstaanbaar kon maken, maar aan zijn uitspraak haperde er toch wat. Zo ook bij alle allochtone schoolverlaters die de finesses van de Nederlandse taal niet aanvoelen, en nooit zùllen aanvoelen: woordenschat, zinsbouw, articulatie en vooral spraakkunst lieten te wensen over, zo heb ik het vroeger ervaren in de middelbare concentratiescholen. Het klonk soms zò abominabel dat ik dacht: "Dat komt nooit meer goed. Hier geboren en tòch nog een 'spraakgebrek'. Ach ja, de thuistaal! Hun hele jonge leven lang hoorden ze thuis en op straat niets anders dan de moedertaal uit hun verre thuisland. Iedereen dacht toen: laat de school met haar kostbare taalprojecten alle taalproblemen oplossen bij die bruintjes...
|