Het valt me moeilijk om mijn gedachten in een vorm te gieten, waarbij de zinnen elkaar vloeiend opvolgen en er een verhaaltje ontstaat, een geheel waarin precies staat wat ik te vertellen heb, zonder over mijn woorden te struikelen, zonder me suf te denken over het verwoorden van wat in mijn hoofd zit. Er zit veel in mijn hoofd, maar ik weet niet waaraan beginnen. En het einde ken ik evenmin. Komt erbij dat ik moet oppassen voor ambetante lezers die vanop de preekstoel hun ongenoegen uiten over de inhoud van mijn schrijfsels.
Ik schrijf wel eens berichtjes die niet passen bij het tintenschema van mijn blog. Zo zijn er de 'tussendoortjes' die best wat pikanter mogen zijn, of actuele nieuwsberichtjes die zonder korreltjes zout genomen moeten worden. Preutse lezers moet ik meer plagen. En tegen schenen stampen doe ik niet genoeg.
Ik denk dat ik eens samen met mijn muze op bezinningsweekend moet gaan, ergens in de Ardennen in een verloren hotelletje, of in een wereldvreemd klooster... Liefst daar waar paters trappisten brouwen.
|