'k Zag gisteren een klein zwart negerke, op een klein wit fietske. Het contrast was aandoenlijk. Een zwart negerke op een wit fietske. Zijn beentjes raakten nauwelijks de pedaaltjes. En dan wiebelde zijn stuur terwijl het voorwiel heen en weer zigzagde. Dat kleine zwarte negerke heeft nog maar pas leren fietsen op zijn kleine witte fietske, keurig op het fietspad.
Het ventje parkeerde dapper zijn witte fietske tegen de gevel van de bakkerij waar hij buitenkwam met een klein wit broodje in zijn kleine zwarte handjes. De bakkerij is een gezellig buurtwinkeltje vlakbij de kerk waar een grote lindeboom een enorme schaduw werpt over het kerkpleintje. Een typisch Vlaams tafereeltje, om te schilderen, of om een gedicht over te schrijven.
Het vertederende beeld van een zwart jongetje op een wit fietske is de mooie keerzijde van multiculturele dysharmonie...
|