Ik heb meer dan één engelbewaarder, en die hebben hun handen vol aan mij. Om mij weg te sleuren van glibberige zijpaadjes vol bekoringen en gevaren. Vandaag hebben ze me behoed voor een heleboel onheil.
Luister maar wat er gebeurde vanochtend aan een verlaten benzinepomp.
Ik wou 'met het kaartje tanken' en parkeerde mijn wagen keurig bij de pomp. Aan een andere pomp stond er een oud krakkemikkig volkswagenbusje met een vreemde nummerplaat. Vooraan zaten twee louche figuren die blijkbaar niet van plan waren om te tanken, die zaten daar maar. Te wachten? Op een slachtoffer? De chauffeur stapte uit , kwam naar me toe, de andere bleef zitten. Eén centimeter opende ik mijn vensterruit en tegelijk vlogen de portieren op slot. De man vroeg heel opdringerig of ik hem wilde helpen met zijn ruitenwissers die niet meer werkten. Een hele technische uitleg volgde om mij aan de praat te houden en om mij uit mijn auto te lokken... Zie je mij al frutselen aan die buitenlandse ruitenwissers, terwijl het ongure duo er met mijn auto vandoor zou gaan?
Het wijze engeltje op mijn rechter schouder waarschuwde me: "Niet uitstappen! Maak dat je hier als de bliksem wegkomt!". Het boze duiveltje op mijn linker schouder zei dat ik moest uitstappen, want "Je moet mensen in nood helpen, je moet je naaste liefhebben boven jezelf, je moet behulpzaam zijn en hen helpen", en nog zo van die zever over menslievendheid.
Ik luisterde naar het engeltje, en lapte mijn laars aan alle 'menslievendheid'. Wat betekent dit woord nu nog? En... Zoef! Weg! Met gierende en slippende banden en alles erop en eraan. Zoals in de film... Nu heb ik mijn auto nog, ik leef nog, en morgen zal ik opnieuw proberen te tanken.
|