Als de islamleraar tijdens een vergadering zijn hoofd niet meer overeind kon houden, zijn ogen sloot en indommelde, wisten we dat de ramadan bezig was. De directeur liet de man slapen en maande iedereen aan om zachtjes te praten, en om begrip op te brengen voor de islamitische vastentijd. Misschien was de moslim wel ziek of oververmoeid, of was hij te lang blijven plakken in de moskee? Hij snurkte niet, maar droomde over een utopische multiculturaliteit, en van het suikerfeest, het einde van de ramadan. Zijn moslimleerlingen had hij al opgestookt om die dag gewoon thuis te blijven om samen met familie en vrienden het suikerfeest te vieren.
Zijn droom over een harmonieuze samenleving werd hem geïnspireerd door valselijke beloften van hogerhand: "De moslimcultuur en het islamitisch geloof zijn best verenigbaar met onze westerse samenleving"... en meer van die sussende onzin.
Ik bekeek de slapende man met een vredige uitdrukking op zijn gelaat. Ik vroeg me af hoe die in staat was om les te geven, ik zag hem al strompelen en struikelen vooraan in de klas, of aan het bord, waar hij slaapwandelend een krijtje wil pakken om dwaze teksten op het bord te schrijven. Mijn amusante overpeinzingen hield ik voor mezelf, ik wilde ze niet delen met de gehersenspoelde aanwezigen met hun glazige blik.
Ooit hebben hier halvegaren rondgelopen die besloten om islamietertjes in onze Vlaamse scholen islamonderricht te geven. Een vreemde 'godsdienst' drong zich op in ons klassieke lesrooster, een onherstelbare ontsporing! En zo kwam het dat islamleraren binnensijpelden in onze scholen. Doorgaans hadden ze een kanjer van een snor op hun borstelige bovenlip. Echt iets voor hun madammen om in te kroelen, en te rollebollen. En zo komen er talrijke kroostrijke moslimgezinnen. Hoe zouden ze het doen, die madammen? Met of zonder hoofddoek? Met of zonder sluiers, zonder habijten? En hun brilletje zullen ze ook wel afzetten, denk ik.
Zonder condoom, pil en spiraal, slaagde de islamleraar er in om bij hem thuis acht kindjes te verzamelen. Op een dag trakteerde hij op de geboorte van zijn achtste kindje met een klef en ongemeen zoet spul, zo van dat viezerige zoet, dat naar tandpijn en naar hoofdpijn smaakt, en doet snakken naar een fris pintje om de walgelijke smaak door te spoelen.
Het was de tijd toen de islam in het onderwijs nog weinig te betekenen had, het was te overzien en in bedwang te houden. Maar een speels klein sneeuwballetje kan ook eindigen in een reusachtige lawine!
De islamleraar is al een hele tijd geleden vertrokken naar de eeuwige jachtvelden, zo dood als een vermorzelde pier...
|