Ik ben Van Camp Alfons, en gebruik soms ook wel de schuilnaam fonne - ennof - fons - alfons - fonsvc - alfie.
Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is gepensionneerde politieman.
Ik ben geboren op 29/12/1935 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: genealogie - voetbal - zwemmen en tennis.
VII.80.5.- HOREMANS Josephus x GRARé Clementina - hun 5 kinderen -
1° kind van Josephus HOREMANS en Clementina GRARé : VII.80.5.a.- -HOREMANS Elisabeth Jacoba, werkvrouw ° Antwerpen, MA 24.11.1902, om 7.45 uur 's morgens Adres bij geboorte : - St.-Andriesstraat 4 (GA nr 6910, dd. 25.11.1902, Antwerpen) - - - + Antwerpen, VR 25.6.1925, om 14.10 uur in het St.-Elisabethziekenhuis. Adres bij overlijden : - Geuzenstraat 23-25 (OA nr 1680, dd. 26.6.1925, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 8.1.1921 met : -FEYT Carolus Theresia vuurstoker/arbeider/dokwerker ° Antwerpen, MA 2.9.1901, om 4.15 uur 's morgens. Zoon van : -Ferdinandus FEYT, en -Isabella Ludovica HERMUS Adres bij geboorte : - Lange Ridderstraat 21 Sectie 4 (GA nr 5417, dd. 3.9.1901, Antwerpen) - - - + Edegem (A), ZO 29.6.1980 in het Universitair ziekenhuis. Hij was 77 jaar oud. (OA nr B.321, dd. 21.8.1980, Edegem) (HA nr 116, dd. 8.1.1921, Antwerpen) Adressen bij hun huwelijk : Hij : - Kloosterstraat 59³ Zij : - Ridderstraat 69 Sectie 4 Getuigen bij hun huwelijk : -Jan Feyt, metaalbewerker, 26 jaar, broer van de echtgenoot, en -Jan Baptiste Garé, arbeider, 42 jaar, oom van de echtgenote. Beiden gehuisvest te Antwerpen. - - - - - - - - - - 2 kinderen uit dit huwelijk : VII.80.5.a.I.- -FEYT Fernand Clement ° Antwerpen, VR 29.4.1921, om 12.30 uur (GA nr 2180, dd. 2.5.1921, Antwerpen) - - - - - VII.80.5.a.II.- -FEYT Jozef Lodewijk, loodgieter ° Antwerpen, VR 8.2.1924, om 10.00 uur in de voormiddag. Adres bij geboorte : -Lange Ridderstraat 69 Sectie 4 (GA nr 623, dd. 11.2.1924, Antwerpen) - - - Legerdienst : A44/156 Gn/2-1035 3° Veldgenie Cie Definitief verlof : 1.1.195 - - - x Antwerpen, DI 5.10.1948, met -CAPPAERT Irma François Elisa °Antwerpen, ZA 30.4.1927, om 1.00 uur 's morgens. Adres bij geboorte : - Abdijstraat 167 Wijk 9 Dochter van : -Josephus Franciscus CAPPAERT, ° Antwerpen, 1899 - haarkapper, en -Elisa Clara VAN DYCK ° Antwerpen, 1896 (GA nr 1604, dd. 2.5.1927, Antwerpen. (HA nr 2210, dd. 5.10.1948, Antwerpen) Adressen bij hun huwelijk : Hij : - Volkstraat 9 - Wijk 8 Zij : - Geulinckstraat 28 - Wijk 11. Getuigen bij hun huwelijk : -Ferdinand Feyt, elektrieker, 28 jaar, broer van de echtgenote, gehuisvest te Deurne, en -Leopold Van Dyck, elektrieker, 56 jaar, oom van de echtgenote, wonende te Deurne. - - - - - - - - - - Kind uit dit huwelijk : VII.80.5.a.II.A.- -FEYT Frank Karel Elisa ° Antwerpen, MA 16.7.1956. - - - - - - - - - - 2° kind : VII.80.5.b.- -HOREMANS Rosalie Josephus Clementine (° Graré) ° Antwerpen, ZA 4.3.1905, om 4.00 uur in de namiddag. Adres bij geboorte : - Lange Ridderstraat 80 - Wijk 4. (GA nr 1358, dd; 6.3.1905, Antwerpen) - - - + Antwerpen, ZO 9.4.1905, om 10.00 uur in haar woning gelegen Lange Ridderstr. 80 Zij was 1 maand en 5 dagen oud. (OA nr 1408, dd. 11.4.1905, Antwerpen) - - - - - 3° kind : VII.80.5.c.- -HOREMANS Ludovica Josepha ° Antwerpen, VR 2.3.1906, om 3.30 uur in de namiddag. Adres bij geboorte : -Lange Ridderstraat 82 - Wijk 4. (GA nr 1212, dd. 3.3.1906, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 9.6.1923 met : -SCHEEFHALS Ludovicus, metser ° Antwerpen, MA 10.2.1902, om 6.00 uur 's avonds. Zoon van : -Joannes SCHEEFGHALS, arbeider ° Antwerpen, 1872, en -Anna Maria HAERBOS ° Antwerpen, 1873 (GA nr 890, dd. 12.2.1902, Antwerpen) (HA nr 1486, dd. 9.6.1923, Antwerpen) Adressen bij hun huwelijk : Hij : - Rozenstraat 18 Zij : - Lange Ridderstraat 89 Getuigen bij hun huwelijk : -Jan Scheefhals, spiegelslijper, 30 jaar, broer van de echtgenoot, en -Karel Feyt, arbeider, 22 jaar, zwager van de echtgenote. Beiden gehuisvest te Antwerpen. - - - - - - - - - - 3 kinderen uit dit huwelijk : 1° kind : VII.80.5.c.I.- -SCHEEFHALS Jozef Maria Louis ° Antwerpen, MA 5.11.1923, om 9.00 uur in de voormiddag. Adres bij geboorte : -Steenbergstraat 40 (GA nr 4778, dd. 8.11.1923, Antwerpen) - - - + Antwerpen, VR 15.5.1925, om 12.00 uur in de namiddag. Hij was 1 jaar - 6 maand en 10 dagen oud. (OA nr 1649, dd. 18.5.1925, Antwerpen) - - - - - 2° kind : VII.80.5.c.II.- -SCHEEFHALS Jozef ° Antwerpen, VR 17.2.1928, om 8.00 uur 's avonds. Adres bij geboorte : -Lange Ridderstraat 69 - Wijk 4. (GA nr 716, dd. 20.2.1928, Antwerpen) - - - + Antwerpen, DI 23.10.1928, om 10.00 uur in de voormiddag. (OA nr 3377, dd. 24.10.1928, Antwerpen) - - - - - 3° kind : VII.80.5.c.III.- -SCHEEFHALS Clementina Joanna ° Antwerpen, ZO 27.11.1932, om 2.30uur 's morgens. Adres bij geboorte : -Lange Ridderstraat 3 - wijk 4. (GA nr 4186, dd. 29.11.1932, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 27.2.1954 met -VAN LOOY Willy Augustine Jan ° Antwerpen, ZO 31.7.1932, om 11.30 uur 's avonds. Adres bij geboorte : -Pacificatiestraat 9 - wijk 8. Zoon van : -Eduardus Maria Julianus VAN LOOY ° Deurne (A), 1886, metaalbewerker -Marie Theresia VAN RAEMDONCK ° Haasdonk (OV) 1900 (HA nr 3292/1921, Antwerpen) (GA nr 2756, dd. 2.8.1932, Antwerpen) Adressen bij huwelijk : Hij : -Rudolfstraat 1 - Wijk 8 Zij : -Lange Ridderstraat 75 - Wijk 4 Getuigen bij hun huwelijk : -Jan Eeckels, scheepshersteller, 50 jaar, aangehuwde oom van de echtgenote, gehuisvest te Antwerpen,en -Raymond Van Looy, mekanieker, 29 jaar, broer van de echtgenoot, gehuisvest te Borgerhout - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 4° kind van : Joseph HOREMANS en Clementina GRARé VII.80.5.d.- -HOREMANS Maria Simon Henrica ° Antwerpen, DI 4.2.1908, om 3.00 uur in de namiddag. Adres bij geboorte : -Lange Ridderstraat 69 - Wijk 4 (GA nr 752, dd. 7.2.1908, Antwerpen) - - - + Antwerpen, ZO 15.6.1986, in het Sint- Elisabethziekenhuis. Adres bij overlijden : - Lange Vlierstraat 8 - Wijk 4 (OA nr 1888, dd. 17.6.1986, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 23.8.1930 met : -EECKELS Joannes ° Antwerpen, ZO 16.8.1903, om 9uur 's morgens. Zoon van : -Joannes EECKELS, smid ° Antwerpen 1869, en -Theresia CLAUWAERT ° Antwerpen 1871 (HA nr 404/1894, Antwerpen) (GA nr 4594, dd. 17.8.1903, Antwerpen) - - - + Antwerpen, VR 10.9.1982, te 21.40uur in het Sint-Elisabethziekenhuis. Adres bij overlijden : -Steenbergstraat 8 - Wijk 4 (OA nr 2563, dd. 13.9.1982, Antwerpen) HA nr 1730, dd. 23.8.1930, Antwerpen) Adressen bij hun huwelijk : Hij : - Prekersstraat 63 - Wijk 4 Zij : - Lange Ridderstraat 69 - Wijk 4 Getuigen bij hun huwelijk : -Cornelius Eeckels, smid, 40 jaar, broer van de echtgenoot, wonende te Hoboken,en -Carolus Feyt, arbeider, 29 jaar, zwager van de echtgenote, wonende te Antwerpen. - - - - - 5° kind van : Joseph HOREMANS en Clementina GRARé VII.80.5.e.- -HOREMANS Anna ° Antwerpen, VR 6.5.1910, om 7.00 uur 's morgens. Adres bij geboorte : -Lange Ridderstraat 69 - Wijk 4 (GA nr 2343, dd. 9.5.1910, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 3.8.1935, met : -LAURYSSEN Karel Frans ° Brecht (A), ZO 9.12.1906, om 5.00uur 's morgens in zijn woning Vaartstr.39 Zoon van : -Josephus Franciscus LAURYSSEN ° Brecht (A) in 1880, werkman, en -Anna Marie Elisabeth DRIESEN ° Loenhout (A), 1884 (GA nr 140, dd. 10.12.1906, Brecht) (HA nr 1428, dd. 3.8.1935, Antwerpen) Getuigen bij hun huwelijk : -Karel Feyt, arbeider, 23 jaar, zwager van de echtgenoot, gehuisvest te Merksem, en -Alfons Lauryssen, arbeider, 29 jaar, broer van de echtgenoot, wonende te Merksem.
…Gespuis, stumperds, ellendelingen, bandelozen… à 1. Uit: { DE LATTIN A. – De politie waakt – 1976 – p. 101 } De verschrikkelijke 4de of Sint-Andrieswijk… Verslag van haar commissaris in het jaar 1841: 9.500 tot 10.000 behoeftigen meer dan in andere stadswijken. De bewoners onderscheiden zich door hun rumoerigen geest. Enkele hunner straten zijn de gewone verblijfplaats van ontslagen tuchthuisboeven en van al wat uit de samenleving gestooten is. Reeds in 1831 waren er 161 herbergen voor de volksklas. Sedertdien steeg hun aantal haast met den dag. Veel plezier: Niet minder dan vier parochiekermissen en bovendien verscheidene markten. Allen zijn van bijzonderen aard en eischen een bijzonder politietoezicht. In de straatjes krioelt het van het gespuis. Breekt het uit zijn wijk, dan is het om elders den boel op stelten te zetten. En respect voor de burger, geen zier. Op de “promenade publique”, tusschen de Harmonie en de Begijnenpoort, paradeeren bij zomerdag de deftige Antwerpenaren met al de leden van hun gezin. Het is er landelijk, het is er lommerlijk en men kan er elkaar bewonderen en salueeren volgens de regels van het burgerlijk fatsoen. Opgepast echter voor het jonge galgenaas uit de Steenberg- en Rochusstraat. Iedere wandelaar die met een witten hoed gesierd is, krijgt een karrevracht beleedigingen naar den kop. In beleedigingen is trouwens het Sint-Andrieskwartier de baas. De tong is scherp en geslepen en niemand hoeft er naar zijn woorden te zoeken. Louis Eeckhout, de bleeker uit de Rochusstraat, is zeker een rustig burger, en zijn dochter Theresia het fatsoenlijkste meisje dat men zich droomen kan. Zij denkt dan ook het volle recht te hebben in de wijk te wandelen. Zij vergeet alleen dat zij de spruit van een burger is, dus eigenlijk niet in het lijstje van de wijk past. Twee feeksen uit de Boeksteeg gaan haar te lijf, spuwen haar in het gelaat, geven haar een klap, schelden haar uit voor hoer, dievegge der weezen, canaille. De reden? Vader Eeckhout moest geld van hen hebben en had het den vorigen dag aangedurfd het hun te vragen… à 2. Uit: { POFFE E. – Plezante mannen in een plezante stad. - 1913 - p. 226. } De bevolking van de Vlierstraat was wel het wonderlijkste samenraapsel van stumperds en ellendelingen dat ge verdenken kondet. Het huisraad en porseleinwerk stond voor de vensters uitgepakt, of beter gezegd voor de luchtgaten, want ruiten waren gewoonlijk afwezig, uitgegooid door de kinderen of uitgeslagen door de vechtende ouders. à 3. Uit: { VAN CAUWENBERGH G. – Gids voor Oud Antwerpen – 1975 – p. 123. } Sint-Andrieskwartier, vierde wijk, parochie van miserie, luizenmarkt, rode burcht – allemaal namen om één en dezelfde wijk aan te duiden. Een programma, een calidoscoop waarin zowel de berusting in het lot van verschoppeling, volkse vroomheid, als het verzet tegen de ellende aanwezig zijn. à 4. Uit: { De LATTIN A. – Dit waren Gemini’s kinderen – 1957 – p. 157 } De meeste zwervers en bandelozen resideerden, voor zover zij ergens iets of wat vast hokten, in het Sint-Andrieskwartier. Daar troepten zij tesamen als mieren. In de Kloosterstraat, de Lepelstraat, de Schoytestraat, de Prekersstraat en in al de gangen en steegjes die men in die straten in overvloed aantrof.
Geen wijk in Antwerpen heeft zoveel namen als het Sint Andrieskwartier: de Vierde Wijk, de Parochie van Miserie, de Luizenmarkt, de Rode Burcht. Ze is de wijk van volkse figuren zoals Mie Citroen, Zotte Rik en Lange Sander. Maar ook van grote namen zoals Hendrik Conscience, Door Van Rijswijck, de volksschrijver John Wilms en Lode Zielens.
Het was een typische arbeidersbuurt en uitsluitend bevolkt door de armsten der armen. In de ontelbare gangen en stegen en smalle straatjes, in de dikwijls bekrompen huisjes, woonden een bonte mengeling van leurders, dokwerkers, koffieboonraapsters, zakkenmaaksters, zwervers en bedelaars.
Vandaag is het nog steeds een levendige buurt, waar het aangenaam is om te wonen. De misérie is gelukkig verdwenen, maar enkele mooie pareltjes zoals de Paardekensgang en de Sint Andrieskerk nog niet.
Sint-Andrieskerk
Paardenpoortje of Paardekensgang
In enkele vorige berichten beschreven wij reeds enkele gekende straten in Antwerpen. Sommige zijn verdwenen, en sommige bestaan nog steeds. Zo is de "Vliersteeg" één van die stegen die nu niet meer bestaan. Thans noemt zij zich als Korte -en Lange Vlierstraat, waarvan de ene uitkomt in de Nationalestraat (de vroegere Boeksteeg) en de andere in de Kloosterstraat.
We willen u de kostelijke beschrijving van de inwoners van de Vliersteeg door Edward Poff niet onthouden:
"De bevolking van de Vliersteeg was wel het wonderlijkste samenraapsel van stumperds en ellendelingen dat ge verdenken kondet en de nijverheid, welke men daar uitoefende, zou, mij dunkt, heel goed gepast hebben in een tentoonstelling van wondere kostwinningen. De vrouwen, zij die een 'treksken' van het armenbestuur genoten moesten overdag straat in, straat uit slenteren, met een gieter in de eene, een ijzeren krabber in de andere hand, om de bestaande of toevallige pissijnen te kuischen. Met een geneverneus, een dikke zwartsaaien muts op het hoofd en kousen voor wanten aan hunne handen, sletsten zij op klompen den heelen dag door dik en dun, snapten ondertusschen een stevigen borrel en kwamen 's avonds juist in tijd naar huis, om geregeld een kloppartij met hunnen wettigen echtgenoot te houden. Het huisraad en porseleinwerk stond uitgepakt voor de vensters, of beter gezegd voor de luchtgaten, want ruiten waren gewoonlijk afwezig, uitgegooid door de kinderen of uitgeslagen door de vechtende ouders...."
In aansluiting van wat er over het Sint-Andrieskwartier wordt verteld is dit eveneens een prachtig stukje folklore.