Ik ben Van Camp Alfons, en gebruik soms ook wel de schuilnaam fonne - ennof - fons - alfons - fonsvc - alfie.
Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is gepensionneerde politieman.
Ik ben geboren op 29/12/1935 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: genealogie - voetbal - zwemmen en tennis.
VII.82.- VAN den BROECK Josephus x PRIé Catharina - OUDGROOTOUDERS - hun 6 kinderen
6 kinderen uit het huwelijk van : Josephus VAN den BROECK en Catharina PRIé
1° kind : VII.82.1.- -VAN den BROECK Maria ° Antwerpen, MA 19.11.1877 - zie VI.41 - - OUDMOEDER - - - - - - 2° kind : VII.82.2.- -VAN den BROECK Catharina ° Antwerpen, DO 15.4.1880, om 7.00 uur 's morgens. - - - - - 3° kind : VII.82.3.- -VAN den BROECK Josephus Paulus ° Antwerpen, ZA 6.1.1883, om 11.45 uur 's avonds. Adres bij geboorte : St.-Jorisvest 112 S3 (GA nr 141, dd. 8.1.1883, Antwerpen) - - - + Antwerpen, VR 23.3.1883, om 10.00 uur 's morgens in zijn woning gelegen St.-Joris- vest 112 Sectie 3. Hij was 2 maand en 16 dagen oud. (OA nr 1265, dd. 23.3.1883, Antwerpen) - - - - - 4° kind : VII.82.4.- -VAN den BROECK Jacobus, dokwerker ° Antwerpen, ZA 9.1.1886, om 12.45 uur 's avonds. Adres bij geboorte : - idem als hiervoor (GA nr 239, dd. 11.1.1886, Antwerpen) - - - + Antwerpen, ZA 7.12.1907, om 10.15 uur, in zijn woning gelegen Lepelstraat 37. Hij was 21 jaar - 10 maand en 8 dagen oud. (OA nr 4497, dd. 9.12.1907, Antwerpen) - - - - - 5° kind : VII.82.5.- -VAN den BROECK Franciscus ° Antwerpen, VR 1.2.1889, om 2.00 uur 's morgens. Adres bij geboorte : St.-Jorisvest 112. (GA nr 756, dd. 2.2.1889, Antwerpen) - - - + Antwerpen, MA 12.5.1890, om 10.00 uur in zijn woning. Hij was 1 jaar - 3 maand en 11 dagen oud. (OA nr 1770, dd. 14.5.1890, Antwerpen) - - - - - 6° kind : VII.82.6.- -PRIé Ludovica ° Antwerpen, ZO 11.3.1894, om 9.30 uur 's avonds. Adres bij geboorte : -Kloosterstraat 91 (GA nr 1612, dd. 13.3.1894, Antwerpen) - - - + Antwerpen, VR 23.7.1965, om 2.20 uur in het St.-Elisabethgasthuis. (OA nr 2470, dd. 26.7.1965, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 26.4.1919 met : -BREE Henricus (° Wesemael) ° Antwerpen, VR 5.5.1893, om 4.00 uur in de namiddag. Zoon van : - Antonius BREE, boodschapper, en - Susanna WESEMAEL door hen erkend op 17.8.1895 Adres bij geboorte : - Klapdorp 84/6 S2. (GA nr 2862, dd. 6.5.1893, Antwerpen) (HA nr 870, dd. 26.4.1919, Antwerpen) Adressen bij huwelijk : Hij : - Lange Riddersstraat 78² Zij : - Lepelstraat 35 Getuigen bij hun huwelijk : - Désiré Van Dieghem, arbeider, 40 jaar, aangehuwde oom van de echtgenoot, en -Jozef Van Haesendonck, arbeider, 30 jaar, geen bloed- verwantschap met de gehuwden. Beiden gehuisvest te Antwerpen. - - - - - - - - - - Erkend kind : VII.82.6.a.- -BREE Jaak (° Prié), suikerbakker ° Antwerpen, ZO 17.8.1913, om 6.00 uur ' s morgens. Adres bij geboorte: - Lepelstraat 34 (GA nr 3947, dd. 18.8.1913, Antwerpen) - - - + Antwerpen, DO 13.2.1986, om 00.30 uur in het Stuivenberggasthuis. Adres bij overlijden : - Lange Scholierstraat 36. (OA nr 581, dd. 17.2.1986, Antwerpen) - - - x Antwerpen, ZA 24.12.1938, met : -VAN HAERENBORGH Constans, Maria inpakster, ° Antwerpen, DO 30.7.1914 om 12.00 uur 's middags. Adres bij geboorte : Zavelstraat 39 W10 Dochter van : - Carolus Ludovicus VAN HAERENBORGH ° Antwerpen 1879, schijvenschuurder, en - Dymphna TIELEMANS, ° Antwerpen 1882 (GA nr 3747, dd. 1.8.1914, Antwerpen) (HA nr 2413, dd. 24.12.1938, Antwerpen) Adressen bij huwelijk : Hij : - Rochusstraat 27/7 Zij : - Nijverheidsstraat 5 W11. Getuigen bij hun huwelijk : - Jan Bree, ketelkuiser, 39 jaar, oom van de echtgenoot, en - Henri De Bodt, behanger, 37 jaar, schoonbroer van de echtgenoot. Beiden gehuisvest te Antwerpen.
-o-o-o-O-o-o-o-
Reacties op bericht (1)
22-05-2008
Eulalia Tock
Heeft U toevallig ook nog meer gegevens over Eulalia ? (ouders, geb datum en ovl datum ?) Ik probeer een link te vinden met mijn stamboom
http://members.home.nl/paul.tock/tock.htm
22-05-2008, 19:33 geschreven door Paul Tock
Foto van : I.1.- Pat VAN CAMP kwartierdrager of probandus
…Gespuis, stumperds, ellendelingen, bandelozen… à 1. Uit: { DE LATTIN A. – De politie waakt – 1976 – p. 101 } De verschrikkelijke 4de of Sint-Andrieswijk… Verslag van haar commissaris in het jaar 1841: 9.500 tot 10.000 behoeftigen meer dan in andere stadswijken. De bewoners onderscheiden zich door hun rumoerigen geest. Enkele hunner straten zijn de gewone verblijfplaats van ontslagen tuchthuisboeven en van al wat uit de samenleving gestooten is. Reeds in 1831 waren er 161 herbergen voor de volksklas. Sedertdien steeg hun aantal haast met den dag. Veel plezier: Niet minder dan vier parochiekermissen en bovendien verscheidene markten. Allen zijn van bijzonderen aard en eischen een bijzonder politietoezicht. In de straatjes krioelt het van het gespuis. Breekt het uit zijn wijk, dan is het om elders den boel op stelten te zetten. En respect voor de burger, geen zier. Op de “promenade publique”, tusschen de Harmonie en de Begijnenpoort, paradeeren bij zomerdag de deftige Antwerpenaren met al de leden van hun gezin. Het is er landelijk, het is er lommerlijk en men kan er elkaar bewonderen en salueeren volgens de regels van het burgerlijk fatsoen. Opgepast echter voor het jonge galgenaas uit de Steenberg- en Rochusstraat. Iedere wandelaar die met een witten hoed gesierd is, krijgt een karrevracht beleedigingen naar den kop. In beleedigingen is trouwens het Sint-Andrieskwartier de baas. De tong is scherp en geslepen en niemand hoeft er naar zijn woorden te zoeken. Louis Eeckhout, de bleeker uit de Rochusstraat, is zeker een rustig burger, en zijn dochter Theresia het fatsoenlijkste meisje dat men zich droomen kan. Zij denkt dan ook het volle recht te hebben in de wijk te wandelen. Zij vergeet alleen dat zij de spruit van een burger is, dus eigenlijk niet in het lijstje van de wijk past. Twee feeksen uit de Boeksteeg gaan haar te lijf, spuwen haar in het gelaat, geven haar een klap, schelden haar uit voor hoer, dievegge der weezen, canaille. De reden? Vader Eeckhout moest geld van hen hebben en had het den vorigen dag aangedurfd het hun te vragen… à 2. Uit: { POFFE E. – Plezante mannen in een plezante stad. - 1913 - p. 226. } De bevolking van de Vlierstraat was wel het wonderlijkste samenraapsel van stumperds en ellendelingen dat ge verdenken kondet. Het huisraad en porseleinwerk stond voor de vensters uitgepakt, of beter gezegd voor de luchtgaten, want ruiten waren gewoonlijk afwezig, uitgegooid door de kinderen of uitgeslagen door de vechtende ouders. à 3. Uit: { VAN CAUWENBERGH G. – Gids voor Oud Antwerpen – 1975 – p. 123. } Sint-Andrieskwartier, vierde wijk, parochie van miserie, luizenmarkt, rode burcht – allemaal namen om één en dezelfde wijk aan te duiden. Een programma, een calidoscoop waarin zowel de berusting in het lot van verschoppeling, volkse vroomheid, als het verzet tegen de ellende aanwezig zijn. à 4. Uit: { De LATTIN A. – Dit waren Gemini’s kinderen – 1957 – p. 157 } De meeste zwervers en bandelozen resideerden, voor zover zij ergens iets of wat vast hokten, in het Sint-Andrieskwartier. Daar troepten zij tesamen als mieren. In de Kloosterstraat, de Lepelstraat, de Schoytestraat, de Prekersstraat en in al de gangen en steegjes die men in die straten in overvloed aantrof.
Geen wijk in Antwerpen heeft zoveel namen als het Sint Andrieskwartier: de Vierde Wijk, de Parochie van Miserie, de Luizenmarkt, de Rode Burcht. Ze is de wijk van volkse figuren zoals Mie Citroen, Zotte Rik en Lange Sander. Maar ook van grote namen zoals Hendrik Conscience, Door Van Rijswijck, de volksschrijver John Wilms en Lode Zielens.
Het was een typische arbeidersbuurt en uitsluitend bevolkt door de armsten der armen. In de ontelbare gangen en stegen en smalle straatjes, in de dikwijls bekrompen huisjes, woonden een bonte mengeling van leurders, dokwerkers, koffieboonraapsters, zakkenmaaksters, zwervers en bedelaars.
Vandaag is het nog steeds een levendige buurt, waar het aangenaam is om te wonen. De misérie is gelukkig verdwenen, maar enkele mooie pareltjes zoals de Paardekensgang en de Sint Andrieskerk nog niet.
Sint-Andrieskerk
Paardenpoortje of Paardekensgang
In enkele vorige berichten beschreven wij reeds enkele gekende straten in Antwerpen. Sommige zijn verdwenen, en sommige bestaan nog steeds. Zo is de "Vliersteeg" één van die stegen die nu niet meer bestaan. Thans noemt zij zich als Korte -en Lange Vlierstraat, waarvan de ene uitkomt in de Nationalestraat (de vroegere Boeksteeg) en de andere in de Kloosterstraat.
We willen u de kostelijke beschrijving van de inwoners van de Vliersteeg door Edward Poff niet onthouden:
"De bevolking van de Vliersteeg was wel het wonderlijkste samenraapsel van stumperds en ellendelingen dat ge verdenken kondet en de nijverheid, welke men daar uitoefende, zou, mij dunkt, heel goed gepast hebben in een tentoonstelling van wondere kostwinningen. De vrouwen, zij die een 'treksken' van het armenbestuur genoten moesten overdag straat in, straat uit slenteren, met een gieter in de eene, een ijzeren krabber in de andere hand, om de bestaande of toevallige pissijnen te kuischen. Met een geneverneus, een dikke zwartsaaien muts op het hoofd en kousen voor wanten aan hunne handen, sletsten zij op klompen den heelen dag door dik en dun, snapten ondertusschen een stevigen borrel en kwamen 's avonds juist in tijd naar huis, om geregeld een kloppartij met hunnen wettigen echtgenoot te houden. Het huisraad en porseleinwerk stond uitgepakt voor de vensters, of beter gezegd voor de luchtgaten, want ruiten waren gewoonlijk afwezig, uitgegooid door de kinderen of uitgeslagen door de vechtende ouders...."
In aansluiting van wat er over het Sint-Andrieskwartier wordt verteld is dit eveneens een prachtig stukje folklore.