Na een periode van lange afwezigheid hier op onze blog startten wij weer met volle moed met de 43ste Internationale voettocht van Defensie.
Samen met Anita, mijn collega Marc en diens echtgenote Yvette besloten we om Ieper te nemen als uitvalsbasis van deze Vierdaagse. Maandag 17 augustus palmden we ons appartement in, op nog geen 200 meter vanwaar de pendelbussen ons elke morgen naar de startplaatsen zouden brengen. Na de nodige formaliteiten met de eigenaar konden we onze valiezen uitladen en een verkennig maken door de stad Ieper.
Op een kleine wandelafstand komen we aan de Rijselpoort. Deze poort is de oudste en nog enige bewaarde stadspoort uit de 14° eeuw. Via deze poort kom je op de Ieperse vestigingen waar het Ramparts Cemetry zich bevind. Dit is een Britse Militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. De Franse graven werden na de oorlog verwijderd en de 198 op de Ramparts Cemetery bleven over. Daarbij zijn er 163 Britten (9 konden niet geïdentificeerd worden), 10 Canadezen, 11 Australiërs en 14 Nieuw-Zeelanders (waarvan er 10 tot het New Zealand (Maori) Pioneer Battalion behoorden). Vier lichamen van militairen die werden opgegraven bij de Sint-Jacobskerk werden hier op 11 oktober 1999 bijgezet. We wandelen verder de vestiging af langs de linkse zijde en komen dan aan de Menenpoort. Op de Menenpoort staan de namen van 54.896 vermiste soldaten en officieren van het Britse Gemenebest. De poort heeft de vorm van een Romeinse triomfboog. Omdat de Menenpoort te klein bleek te zijn, werden alle Britse vermisten gesneuveld vanaf 16 augustus 1917 vermeld op het Tyne Cot Memorial. Als scheidingsdatum tussen deze twee groepen werd de nacht van de Slag bij Langemark genomen. Vermisten van Nieuw-Zeeland en Newfoundland staan op aparte memorialen. De stoffelijke overschotten van deze soldaten hebben geen bekend graf en liggen ofwel ergens verloren in de Ieperse velden, ofwel op een oorlogskerkhof rond Ieper met als vermelding op de grafsteen Known Unto God (alleen gekend bij God). Sinds 1928 (uitgezonderd 1940 tot 1944) wordt hier iedere avond, klokslag acht uur door een groep klaroenblazers van de Stedelijke Brandweer de Last Post gespeeld opdat we niet vergeten hoe zij voor ons streden (Lest we forget ...). Via de Menenpoort gaat het richting Grote Markt. Deze geeft een middeleeuwse uitstrling en is volledig omringd door oude gebouwen. Hier bevinden zich de Lakenhallen, het belfort en Nieuwerck. De Laken halle van Ieper is één van de grootste burgelijke gebouwen in Europa waar ook het Flanders Field Museum is ondergebracht. Het belfort is 70 meter hoog en sinds de 12° eeuw tot 1817 werden hier echte katten uit de toren geworpen. Sinds 1955 zijn dit pluchen katten, vandaar de bijnaam van Ieper, de kattestad. Nieuwerck is een oostelijk aanbouw aan de Lakkenhalle waar zich momenteel de stadsadministratie zijn gevestigd. Als afsluiter nemen we ons avondmaal op de Grote Markt om dan weer te keren naar ons appartement.
















|