Ik ben KARL
Ik ben een man en woon in De Vlaamse Ardennen () en mijn beroep is Gepensioneerd .
Ik ben geboren op 01/01/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, lezen, wandelen.
De foto is van Karl Kraus (1874-1936), Oostenrijks ironicus, die ik zeer geestig vind.
Ik verbaas me oprecht over mijn bestaan en lees alles wat ik begrijpen kan over Wetenschap, Religie, Filosofie en Psychologie.
08-09-2023
De ziel en zijn evolutie
Ik heb menigmaal gediscussieerd met een vriend, die een toegewijde adept is van wat sceptici "pseudo-wetenschappen" noemen. Hij gelooft vooral in de geschriften van - door Karin Spaink, in haar boek: Het Strafbare Lichaam, "de orenmaffia" genoemd - Dethlefsen en Dahlke, Christiane Beerlandt (over Louise Hay's radicale visie heeft hij het niet gehad), die daarenboven 'zwaar' steunen op duiding vanuit de "astrologie".
Deze mensen gaan ervan uit dat het lichaam het slachtoffer wordt van 'spirituele blokkades'. Het gevolg van vergissingen, verkeerde keuzes, begaan door de 'ziel' op zijn spirituele evolutionaire tocht naar de uiteindelijke vervolmaking, en vereniging met de 'bron' van waaruit de tocht begonnen is. Die spirituele tocht van de individuele ziel - in de theosofie 'monade' genoemd - is blijkbaar nodig om die ziel bewust te maken van haar volmaakte oorsprong, waarvan ze zich blijkbaar oorspronkelijk niet bewust is. (Alleen God weet, in godsnaam, waarom!)
Deze visie gaat ervan uit dat, wat zij onze 'ziel' noemen, de dood van lichaam en hersens overstijgt en dus overleeft, om zo verder te evolueren naar dat uiteindelijke doel: volmaakt bewuste hereniging met de 'Bron', waaruit zij ontsproten is, meestal 'God' genoemd.
Dan geven deze zelfverklaarde 'zieners' - die blijken door te hebben waar het eigenlijk over gaat (dat beweren ze toch) - de falende, sputterende, geblokkeerde 'ziel' raadgevingen over hoe het beter kan, tonen waar de 'blokkades' zitten, en vertellen hoe je eigenlijk op de juiste manier hoort te kijken en te denken. En vooral de invloed van de sterren en planeten niet uit het oog verliezen!
Of: dit soort 'zieners' bestaan echt, of: het zijn mensen met waanideeën, of: het zijn kwakzalvers, die ontdekt hebben hoe gemakkelijk de goedgelovige meute te misleiden/verleiden is, en daar dan het gebruikelijke 'slaatje uit slaan'.
Het eerste (zieners bestaan echt) houd ik voor zeer onwaarschijnlijk. Dus blijft de rest over.
Maar dat geloof over een immer evoluerende ziel, die alle mogelijke ( en onmogelijke?) ervaringen dient door te maken, om dan uiteindelijk te kiezen voor de ultieme vrede van de hereniging met God, kan heel veel troost bieden.
Het addertje onder het gras is dan wel: wat is het verband tussen wat je "ziel/monade" noemt en dat, wat je ervaart als je "persoonlijkheid ", het beeld dus dat je van jezelf hebt, en uiteindelijk beschouwt als je "zelf"?
Het is het gedrag en evolutie van onze "persoonlijkheid" waarop, in de geschriften van "de orenmaffia", de nadruk wordt gelegd, bij het verstrekken van hun duidingen en raadgevingen.
En als er nu iets is, dat fragiel, breekbaar, en aan onverwachte veranderingen onderhevig is, is dat wel onze zogenaamde "persoonlijkheid"!
Is er een leerproces aan de gang in het 'interval tussen geboorte en dood'? Zeker wel... het is in ieder geval mogelijk, als je er de tijd voor krijgt (denk aan de zeer vroege, vroege, en onverwachte overlijdens), en je er de intelligentie voor hebt.
Is het dat wat we meenemen over de grens van de dood heen? Ik zie geen enkele reden om dat aan te nemen. Bij dementeren en hersenbeschadiging, verdwijnt die persoonlijkheid, waaraan we zo gehecht zijn, zo goed als volledig.
Dat bewijst dat, als er "iets" de dood van lichaam en hersens overleeft, dat zeker onze persoonlijkheid niet is!
Die "ziel" dan maar?
Ik ben die ziel nog nooit tegengekomen. En als ze los staat van onze wereld van ervaringen heeft ze geen impact op wat we ervaren als "onszelf", en is dus niet verschillend van de 'ik-loze', 'tijd- en ruimteloze' toestand - die niet ervaren kan worden - van de dimensie van voor onze geboorte.
Als mensen het hebben over het "hiernamaals" - zie je ook bij BDE's - zit dat volgestouwd met bekende, vertrouwde ervaringen. Terwijl de dood waarschijnlijk het 'afscheid van het bekende' is!
Het leven is een ondoorgrondelijk mysterie! We proberen het vruchteloos 'doorgrondelijk' te maken door er het 'bekende' op te projecteren.
08-09-2023, 22:55
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
"Ik ben één met het universum" roept een 'psychonaut' uit, na het roken van een 'kritieke' dosis 5-MeO-DMT.
Wat bedoelt hij? Is hij één met wat de wetenschap postuleert: dat onvatbare, immer versnellend uitdijend heelal met zijn ontelbare sterrenstelsels, al zijn zwarte gaten, exploderende sterren, zwervende planeten enz. enz. Of is hij één met het universum dat hij waarneemt, ervaart; en waar hij zich vroeger afgescheiden van voelde. Maar nu zijn "waarnemer en waargenomene" één! Pure advaita dus.
Of denkt hij dat hij het enige bewustzijn in het universum is? Een universum dat door hem verbeeld, in stand gehouden, en uiteindelijk weer opgelost wordt?
Dat heet "Solipsisme".
Een man die lang over "Solipsisme" heeft nagedacht is Vexen Crabtree. Geen academische filosoof, maar wel iemand die controversiële onderwerpen durft aan te snijden. Hij heeft een artikel geschreven over "solipsisme" en zijn filosofische consequenties. Het artikel verscheen in 2002, hij heeft het herwerkt in 2010. De man heeft er dus acht jaar over nagedacht. Ik heb het gedeeltelijk vertaald, in de eerste plaats voor mezelf, om hem beter te kunnen begrijpen. Artikel is hier te vinden: http://www.humantruth.info/solipsism.html
De onderliggende humor is wel leuk! Zie hier het gewrocht:
[...]Metafysisch Solipsisme in Niet Waar
Solipsisme is een extreme extrapolatie van het subjectivisme. Het ontstaat als resultaat van een epistemologisch probleem: alles wat we weten is het resultaat van interne gedachten. Het is mogelijk dat alles wat we zien, het geheel van wat we beschouwen als "realiteit", een illusie of een vorm van bedrog is. Elk van ons zou compleet krankzinnig kunnen zijn, lijdend aan grote waanideeën, waarbinnen niets wat ervaren wordt overeenkomt met de realiteit. Sommige mensen leven, zonder dat ze dat willen, gedurende lange periodes van hun leven in zulk een toestand, en hallucineren zo hun leven voorbij. Metafysisch solipsisme is het geloof dat "je eigen mentale staten de enige staten zijn": alleen jouw zelf bestaat, niets anders. Alles is een creatie van jouw verbeelding, inclusief andere wezens. Het mag dan lijken dat die andere wezens echt leven, maar eigenlijk zijn het projecties van je onderbewuste wezenheid - hun onderbewuste is jouw onderbewuste, en je beperkte visie aangaande hun levens is het gevolg van het feit dat jouw diepste zelf jouw bewuste (alledaagse) zelf, op speelse wijze, de volledige kennis ontzegt van wat er werkelijk gaande is. De gehele wereld is een schouwtoneel in jouw verbeelding. Hoewel het onmogelijk is om solipsisme te weerleggen, zijn er toch sterke argumenten tegen in te brengen. 1. Waarom is de solipsist niet begiftigd met alwetendheid en almacht?
Indien het zelf gans het universum en zijn gehele geschiedenis creëerde als een daad van zijn verbeelding, is het toch zeer vreemd dat we geen inherent begrip hebben dat dit het geval is. Het is vreemd dat we geen immense superkrachten hebben. Als alle wezens het resultaat zijn van private reflectie, en als het universum een spel is, gecreëerd om onszelf te vermaken, dan lijkt het alsof de regels van de fysica en de grenzen van tijd en ruimte kunnen losgelaten worden in een opwelling. Is er iemand die deze krachten heeft? Duidelijk niet. Het solipsistisch geloofssysteem moet daarom uitleggen waarom de ultieme waarheid over de realiteit zo verdomd goed verborgen is!
De beste verklaring is: dat het goddelijke solipsistische zelf het universum creëerde als benodigd deel van een spel met als doel de tijd te doden, het voor zichzelf interessant te maken, en verveling tegen te gaan. Maar de beste manier om dit te doen, als een almachtig wezen, is: een actieve rol in het spel te spelen. Dit vereist dat men zijn eigen macht ernstig inperkt. Dus: het onderbewuste van de solipsist creëerde het universum, maar verbergt deze stand van zaken voor zijn eigen bewustzijn. En daarom: men komt tot solipsisme door filosofische overweging, niet door een instinctief geloof of door het zelf, dat creatieve krachten aan zichzelf demonstreert. Alleen maar door zichzelf te verdelen in een onwetend bewust zelf, dat geregeerd wordt door een almachtig onderbewust zelf, kon ware 'procrastinatie zonder verveling' bereikt worden.
Ons onderbewustzijn, verlangend om toch iets te doen te hebben, creëerde een universum en creëerde massa's mensen en creëerde ook ons bewuste zelf, als het enige geldige individu in deze wereld. Dit maakt solipsisme eigenlijk tot een gelijkaardig geloofssysteem als dat van sommige Boeddhisten, mystici en pantheïsten, maar dan wel de realiteit bekijkend vanuit een ander perspectief.
Het probleem is dat dit een hoogst ingewikkelde situatie is, op het randje van simpelweg ongeloofwaardig. Ook al is dit op zichzelf geen bewijs van 'zijn onwaar zijn'. De laatste druppel voor mij was dit: wat is het punt van deze totale escapade waarbij de ultieme waarheid verborgen is voor het bewuste zelf, terwijl in werkelijkheid, de solipsist claimt dat hij eigenlijk weet dat hij de gehele realiteit in zijn hoofd gecreëerd heeft? Het lijkt erop dat, van zodra een solipsist zich gerealiseerd heeft wat het spel is, het doel van de illusie een einde neemt. Maar het leven gaat verder alsof de solipsist, tenslotte, toch niet de enige realiteit is.
2. Het Bekering Probleem: Solipsisme uitleggen aan iemand anders
Als solipsist moet je een serieus probleem onder ogen zien, als je probeert je geloof aan iemand anders uit te leggen. Het is ongeveer onmogelijk iemand anders ervan te overtuigen dat het waar zou kunnen zijn:
• Je moet ze ervan overtuigen dat zij het enige feitelijke wezen zijn, en dat jijzelf een projectie bent van hun eigen zelf. Hoe dan ook zullen ze doorhebben dat jijzelf dit onmogelijk kunt geloven, en zullen ten strengste ontkennen dat het waar is.
• Je moet ze ervan overtuigen dat ze een projectie zijn van jouw verbeelding. Iets wat ze simpelweg nooit zullen geloven, vermits ze zelf bewust zijn.
Het ziet er naar uit dat het onmogelijk te verklaren is, op een zinvolle manier, dat jij zelf het enig feitelijke bewustzijn bent, omdat elkeen, aan wie je dit vertelt, je automatisch niet zal geloven. Dat is een zeer groot probleem: het maakt solipsisme alleen maar werkbaar als een compleet privaat geloof. Het betekent niet noodzakelijk dat het niet waar is, als je eerlijk gelooft dat al de mensen rondom je automaten zijn door jou gecreëerd, en dat ze geen onafhankelijk bewustzijn hebben. Maar het betekent dat het geloof geen praktische consequenties heeft, en dat het inderdaad ironisch zou zijn moesten er pro-solipsistische clubs of sociëteiten bestaan. Het ziet er naar uit dat het, als geloof, geen enkele sociale betekenis heeft.
Solipsisme, als geloof, kan niet getest worden. Er is geen manier om het te bevestigen of te ontkennen, en het heeft geen praktisch effect op de wereld. Als je in de wetenschap iets onmogelijk kunt testen, wordt het onmiddellijk verworpen als theorie. Het is alsof het geen waar geloofssysteem zou zijn. Het is een hooglijk abstracte oplossing voor een technisch epistemologisch probleem, dat voor het grootste deel het resultaat is van filosofische uitgangspunten die moeilijk te verifiëren zijn in de reële wereld. Solipsisme kan 'veilig genegeerd' worden zonder eigenlijk direct verworpen te worden. Als geloof maakt het simpelweg niets uit. Dit is een kenmerk van iets dat gewoonweg niet waar is.
3. Er kan er maar EEN zijn!
Slechts één persoon ter wereld kan een solipsist zijn en correct zijn in zijn geloof. Als twee solipsisten elkaar ooit ontmoeten, is één van hen misleid. Als tien solipsisten aan een meeting deelnemen (ik twijfel eraan dat er veel meer ooit zijn bijeengekomen - het is een zeldzaam geloof!), dan moeten negen van hen tenminste misleid zijn te denken dat zij het enige ware bewuste wezen zijn, en slechts één van hen kan mogelijk de ware oorzaak van alle bestaan zijn. Welnu, als je een groeiend aantal gelovigen ontmoet en het lijkt erop dat het overgrote deel van hen het mis moeten hebben wat betreft hun geloof, dan wordt dat een probleem voor dat geloofssysteem in het algemeen: het zou kunnen dat het in feite niet waar is voor om het even wie.[...]
06-09-2023, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
In de verschillende yoga-scholen, alsook in de Advaita geschriften speelt "Zelf-realisatie" een hoofdrol, om niet te zeggen de hoofdrol.
Wat is dat "Zelf" dat moet "gerealiseerd" worden? "Dat wat je in wezen bent" is meestal het antwoord.
Ik antwoord daarop: 'De totaliteit van wat je bent' is altijd aanwezig! Dus kan "realisatie" alleen maar betekenen: dat je je realiseert dat 'de totaliteit van wat je bent' altijd aanwezig is!
Het uitgangspunt bij de meeste Indische metafysische en filosofische scholen is: dat de realisatie van wat je écht bent, je zal bevrijden van alle angst en pijn en dat je daarna de aardkloot bewandelt als "verlichte, bevrijde" ziel. Maar dat gaat niet in één, twee, drie! Daar moet ernstig voor geoefend worden, met toepassing van een of andere yoga-techniek, liefst onder leiding van een "zelf-gerealiseerde" leraar. (Als die al te vinden is!)
De laatste tijd wordt al dat gezwoeg in vraag gesteld. Er is de hype van de heropleving van het gebruik van 'psychedelica'. Het gebruik hiervan zou het bereiken van de staat van "verlichting", waarbij je je 'één voelt met het universum' zeer bevorderen (wat dat inhoudt weet alleen diegene die die ervaring heeft). Ik bvb geef eerlijk toe dat ik mij daar geen voorstelling van kan maken.
Vooral het gebruik van een 'kritieke' dosis van de verbinding 5-MeO-DMT (5-methoxy-N,N-dimethyltryptamine), meestal gerookt, door het gestolde paddengif van de Bufo Alvarius te ontbranden in een daarvoor geschikte pijp, schijnt vaak te leiden tot een 'definitieve spirituele doorbraak'. (Er zijn legio voorbeelden op het web van die ervaringen).
Mensen raken bewusteloos en hebben blijkbaar de ervaring van volledig te desintegreren, maar op de een of andere manier wordt de ervaring toch geregistreerd! De een komt er 'jubelend' uit met een eureka-gevoel: ik heb het eindelijk voorgoed beet! Anderen - de meesten - vinden het maar een griezelige ervaring en zijn blij hun gedesintegreerde lichaam ongeschonden terug te vinden. En die zeggen: Nooit meer!
De overgrote populariteit is tegenwoordig weggelegd voor de "Ayahuasca ceremonie", waarbij een DMT aftreksel gedronken wordt. Normaal wordt oraal ingenomen DMT onmiddellijk afgebroken, en heeft geen effect. Maar de Amazone-bewoners hebben al eeuwen geleden ontdekt dat, als ze een aftreksel van een ander plant toevoegen, het mengsel wel actief wordt. De moderne scheikunde heeft ontdekt dat die tweede plant 'harmine' bevat, een krachtige natuurlijke MAOI, een monoamine oxidatie inhibitor. (DMT is een monoamine). Het drinken van de "ayahuasca-thee" veroorzaakt een ware caleidoscoop van zeer intrigerende tot zeer enerverende, zelfs angstaanjagende, ervaringen. Voor de een, boeiend en entertainend, voor de ander hogelijk 'mystiek'. Af en toe hoor je de kreet: God bestaat! Ik heb hem ontmoet!
Ik kan er alleen maar als buitenstaander over meepraten!
Voor mezelf beschouw ik ervaringen als een voorbijgaande toestand: ze hebben een begin en een einde. En de herinnering eraan is afhankelijk van de gezondheid van het geheugen, dat op zijn beurt afhankelijk is van de gezondheid van het brein.
Om terug te keren naar mijn uitganspunt: De totaliteit van wat je in wezen bent is geen ervaring. Het is een 'zijnstoestand'. Je hoeft niets te ondernemen om die te "bereiken"!
Voor mij betekent "bevrijding": bevrijd zijn van het verlangen om te zoeken naar "bevrijding".
03-09-2023, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Enkele duizenden jaren geleden moeten er onder de mensen ook al een categorie "hypersensitieven" op deze aarde rondgelopen hebben, die hun verblijf op onze planeet als, zo goed als ondraaglijk, ervaren hebben. Ik denk dan in de eerste plaats aan India. (Hoe het was op andere plaatsen, zoals bvb China weet ik niet.) Vermits ik al vroeg met de yogafilosofie in contact gekomen ben durf ik er iets over zeggen.
Je hebt de Samkya filosofie, met de daarop gebaseerde Yoga Soetras, volgens de traditie samengesteld door de monnik Patanjali. De Samkya filosofie is een dualistische filosofie, maar daar ga ik verder niet op in. Het gaat me om de Yoga Soetras. Een zeer merkwaardige handleiding om, met de daarin uitgelegde meditatietechnieken, de aarde voorgoed te verlaten door op te lossen in de 'nirbija samadhi' (de 'zaadloze samadhi'). Hetgeen inhoudt dat je niet meer op aarde kan terugkeren. Deze opvatting is het gevolg van het geloof in reïncarnatie. Daarom wordt het plegen van zelfmoord - de snelste manier om de planeet te verlaten (sic) - verworpen. Dat veroorzaakt 'slecht karma' en dwingt je om terug te keren. (Op het concept karma ga ik ook niet in.)
Deze uitweiding om mijn verbazing te uiten over het feit dat een categorie mensen hun leven als ondraaglijk ervoeren, ondanks de afwezigheid van bvb fysiek lijden door ziekte etc.
Een tweede voorbeeld is het Theravada Boeddhisme, waarin ten eerste gesteld wordt: "Bestaan is lijden". En als oplossing gegeven wordt: opgaan in Nirvana. Wat wordt bedoeld met Nirvana? Nirvana betekent letterlijk "uitdoving". Uitdoving van het verlangen naar ervaring. Ervaring die je alleen maar kunt opdoen in de dualistische wereldbeleving in het 'interval tussen geboorte en dood'. Hier wordt ook weer rekening gehouden met reïncarnatie. Maar reïncarnatie van wat?! Vermits het 'zelf' ontkend wordt. Het concept 'anatma' (anatta in Pali) is niet gemakkelijk uit te leggen. Wie er zich in wil verdiepen, hij wage zijn kans. Ook hier wordt zelfmoord afgekeurd als zinloos.
Dit is zware kost natuurlijk voor de beoefenaars van deze disciplines.
In de praktijk heeft het nooit gewerkt. Misschien voor enkelingen. Het zijn vooral theoretische concepten.
In de praktijk zie je in India dat de beoefenaars van de Patanjala-yoga er vooral op uit zijn "bovennatuurlijke krachten" te verkrijgen, de zogenaamde 'siddhis'. (Zoals Arthur Koestler in zijn boek "De lotus en de robot" laat zien.)
En de concepten van het Theravada boeddhisme zijn ook losgelaten. Boeddha is een god geworden en het oplossen in nirvana is vervangen door devotie, het concept van mededogen en het idee van de Bodhisattva in het Mahayana Boeddhisme.
In de praktijk van tegenwoordig wordt euthanasie aangevraagd, als het leven als ondraaglijk ervaren wordt. Of wordt er inderdaad suïcide gepleegd.
Maar wie zijn geschiedenis kent weet dat de mensheid zich vooral beziggehouden heeft met elkaar uit te moorden in de ontelbare oorlogen die er geweest zijn! Ook een manier om te ontsnappen aan dit tranendal.
Vrolijk word ik er niet van!
29-08-2023, 21:35
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Wat of wie zouden we zijn als we niet meer konden denken?
In de eerste plaats zouden we ons niet meer kunnen handhaven in deze wereld zonder hulp van de medemens.
Het denken, dat een product, en later het uitgesproken voertuig, van het geheugen is, is het essentiële hulpmiddel om de interactie met de wereld om ons heen te duiden, betekenis te geven en te hanteren.
Daarvoor dient het eigenlijk. Maar de menselijke geest overstijgt deze functie, omdat hij zich met het denken identificeert. Dit creëert de parallelle wereld van het denken, die voor de meesten van ons het allerbelangrijkste wordt, en als het ware als een scherm over de natuurlijke wereld der zintuigen en de natuurlijke lichamelijke functies gelegd wordt.
Toch is dit iets wat heel gemakkelijk te doorprikken is. In de periodes dat het denken naar de achtergrond verdwijnt: tijdens de diepe slaap, dutjes overdag, tijdens bewuste meditatie (zoals bvb aanbevolen in de yoga sutras), of het meest natuurlijke: tijdens het opgaan in een dagelijkse manuele bezigheid, of hobby, of spel (waarbij het denken weliswaar gebruikt wordt, maar dan in zijn natuurlijke functie).
Het probleem is: het zich hechten aan de parallelle wereld van het denken. Dat creëert een zelfbeeld dat daar totaal afhankelijk van wordt, en zich vastklampt aan, letterlijk, denkbeeldige visies en overtuigingen over hoe de wereld in elkaar zit.
Ik denk hier bvb aan de zogenaamde pseudo-wetenschappen, zoals: de psychoanalyse, de astrologie met zijn vele systemen (hangt af van het land waar je je horoscoop laat trekken) en plethora van handboeken, het duiden van ziektebeelden zoals in de teksten van Louise Hay, Thorwald Dethlefsen, Christiane Beerlandt en nog zoveel anderen, de homeopathie met zijn ongelooflijk gedetailleerde handboeken.
En dan heb je, vanzelfsprekend, nog al die religieuze overtuigingen, politieke overtuigingen, filosofieën.
Het zijn allemaal denkbeeldige wereldbeelden.
Het zich identificeren met een of meerdere van deze wereldbeelden wordt dan de essentie, de kern van wie we denken te zijn. Of dit wereldbeeld "waar" is, speelt dan geen rol meer. Voor jou, die zich daarmee geïdentificeerd hebt is, het "DE waarheid"!
Toch is dit heel gemakkelijk te doorprikken. Als je je er bewust van wordt dat deze denkbeeldige "waarheden" gewoon verdwijnen in de periodes dat je er niet over nadenkt, dan kun je ze bewust relativeren.
Als blijkt dat je je wereldbeelden niet kunt relativeren, wordt de "parallelle wereld van het denken" de "gevangenis van het denken"!
28-08-2023, 10:26
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Paul Bach-y-Rita is verder aan zijn project blijven werken tot aan zijn dood in 2006. Eerst zaten de proefpersonen in een stoel waarbij ze hun rug aandrukten tegen de matrix met vibrators. Later, met het uitvinden van de chip, was men in staat de matrix los te maken van de stoel en kon hij vastgemaakt worden op de buik of op de dij, zodat de proefpersonen vrij konden bewegen. Voor zo ver ik heb kunnen nagaan is er nog geen bruikbaar model, zodat mensen er de straat mee op kunnen, maar dat komt waarschijnlijk wel. Alva Noé, die het project met aandacht gevolgd heeft en het ook beschrijft in zijn boek "Out of our Heads", vermeldt het verbluffende feit dat sommige proefpersonen konden pingpongen!
Voor Noé draagt dit onderzoek bij tot het belangrijke inzicht dat de bewustzijnstoestanden die we ervaren los kunnen komen van de hersengebieden die traditioneel verbonden geacht worden met deze ervaringen. Hij beschrijft dit in een paragraaf getiteld: "Neurale plasticiteit en bewustzijn" waarbij hij een experiment rond die plasticiteit, met jonge fretten, beschrijft:
[...]Wat is het, aangaande het karakter van de hersenactiviteit, dat ons toelaat visuele ervaringen te hebben als tegengesteld aan ervaringen van een andere soort (bijvoorbeeld ervaringen van het gehoor of de reuk) of zelfs het hebben van helemaal geen ervaringen. Dit is een vraag over bewustzijn, over het onderscheiden kwalitatieve karakter van onze ervaringen. Specifiek is het een vraag over de neurale basis van het kwalitatieve karakter van onze bewuste episodes. Wat is het, aangaande het 'neurale vuurwerk', dat er voor zorgt dat de resulterende ervaring één specifiek soort karakter van aanvoelen heeft, eerder dan een ander? Wetenschappers zijn niet in in staat deze vraag te beantwoorden. Zij zijn tot nu toe niet in staat de kloof te overbruggen tussen neurale toestanden aan de ene kant en bewuste ervaring aan de andere. Dit wordt soms de 'verklarings-kloof' genoemd. Vanuit mijn perspectief is dit niet verbazend. De reden waarom wij de kwaliteit van de ervaring niet in termen van de intrinsieke aard van de activiteit van het brein kunnen verklaren is, dat er in feite niets intrinsiek, als onderscheiden visueel, is aangaande de actie van het brein. Laat mij dit uitleggen. Laat ons een groep verrassende en hoogst instructieve studies met fretten bekijken, die gedaan werden door Mriganka Sur en zijn collega's aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology). Sur en zijn team voerden een operatie uit op pasgeboren fretten, waarbij ze effectief een verbinding maakten van de ogen met die delen van het brein die normaal dienen voor het gehoor. Wat ze in feite deden was een wijziging aanbrengen bij iedere fret, zodat de cellen in de ogen, die normaal een connectie ontwikkelen met de visuele gebieden van het brein (de visuele thalamus, de visuele cortex), in plaats daarvan in de gebieden van het brein groeiden die normaal bestemd zijn voor het gehoor. Omdat fretten geboren worden in een neurologische zeer onrijpe staat, zijn ze ideaal voor dit soort interventie. Je zou kunnen gedacht hebben dat deze herverbinding bij de fretten er voor zou zorgen dat ze 'horen' met hun ogen. Tenslotte werden de ogen verbonden met de delen van het brein die dienen om te zien. In plaats daarvan liet het hen toe te zien met hun auditieve breindelen. Dit is een merkwaardige ontdekking. Het toont aan dat de link tussen breingebieden en de bewuste ervaring (bvb. de link tussen gehoorscortex en de ervaring van het horen en tussen de visuele cortex en de ervaring van het zien) plooibaar is.[...] (Alva Noé: "Out of our Heads" ~ vertaling KK)
21-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Ons brein blijkt 'plastisch' te zijn. Dat wil zeggen dat onze hersencellen eigenlijk multifunctioneel zijn. Na herseninfarcten (beroerte) of hersenbloedingen treedt soms een spectaculair herstel op, ook al zijn gedeelten van de hersenschors, die verantwoordelijk geacht worden voor een bepaalde functie, afgestorven. Reeds eind jaren zestig van vorige eeuw, heeft de flamboyante Amerikaanse neuro-wetenschapper Paul Bach-y-Rita (zijn vader was Mexicaan, vandaar de, in mijn oren, grappig klinkende achternaam) dit overtuigend gedemonstreerd. Hij ontwierp een toestel waarmee hij blinden weer liet 'zien'. Cambridge psycholoog Nicholas Humphrey heeft dit zeer 'plastisch' (sic) beschreven in zijn boek: "A History of the Mind".
[...]Gegeven het feit dat de menselijke retina zijn bestaan in de evolutie begon als deel van de huid, zou men kunnen zeggen dat we allemaal al 'huid-zicht' hadden (en op dezelfde wijze 'huid-tast', 'huid-reuk' en 'huid-gehoor.) Hier boven (in de tekst ~ KK) benadrukte ik de metafoor voor het reageren van menselijke wezens en andere dieren op de 'aanraking van het licht'. En toch is er duidelijk 'huid' én 'huid': huid die getransformeerd werd in een licht-gevoelige retina, en onze goeie ouwe huid (ons vel). Het gezond verstand zou suggereren dat iemand nooit zou kunnen zien met de huid van zijn rug. Er zijn twee duidelijke problemen: ten eerste dat de huid van de menselijke rug geen lichtreceptoren heeft, en ten tweede dat, als iemand wel lichtreceptoren had, het hem nog steeds zou ontbreken aan een beeldvormend mechanisme - met als gevolg, dat, alles wat hij zou kunnen detecteren, het niveau van lichtsterkte zou zijn. Laten we desalniettemin veronderstellen dat beide problemen omzeild kunnen worden. Veronderstel dat er een artificiële lens werd gebruikt om het licht in een beeld om te vormen en dat dan dat beeld werd veranderd in een vorm van stimulatie waarvoor de huid gevoelig is: zoals vibratie. Is het dan niet mogelijk dat de informatie, die de huid bereikt, behoorlijk adequaat zou kunnen zijn om - met behulp van uitgebreide oefening - een basis te vormen voor het herkennen van wat dat licht voor betekenis had in de externe wereld? En dat dit daarenboven even goed zou werken voor blinde mensen als voor hen die normaal kunnen zien? Eind jaren zestig van vorige eeuw, deden Paul Bach-y-Rita en zijn collega's aan het Smith Kettlewell instituut enige proefnemingen met een 'sensorisch substitutie apparaat' dat gebaseerd was op bovenstaande redenering. Wat ze deden was: op het hoofd van een blinde proefpersoon een kleine TV camera vastmaken. Het elektronisch beeld hiervan werd, in plaats van naar een TV scherm, naar een matrix van vibrators gezonden, die contact maakten met de huid van de rug. Er waren 400 vibrators in een 20x20 matrix, die een stuk huid met een oppervlakte van 25 cm² bedekten. Zo representeerde elk gestimuleerd punt op de huid een klein gebiedje van het beeld gecapteerd door de camera, vergelijkbaar met de manier waarop een krantenfoto een scene voorstelt met een collectie puntjes. De proefpersoon kon de camera richten door zijn hoofd te bewegen, een beetje alsof hij zijn ogen zou bewegen. De resultaten overtroffen alle verwachtingen. Na enkele uren getraind te hebben, leerden blinde proefpersonen een reeks gewone voorwerpen herkennen, zoals een telefoon, een kopje en een speelgoedpaardje. Zij ontwikkelden zeer snel het vermogen om accuraat voorwerpen in de ruimte aan te wijzen en hun afstand te schatten plus hun absolute afmeting (los van de afstand). Na ongeveer dertig uur oefenen konden ze complexe patronen onderscheiden en sommige proefpersonen leerden zelfs de gezichten onderscheiden van leden van de staf van het laboratorium. Bach-y-Rita citeert een ervaren proefpersoon terwijl deze de visuele scene met de camera exploreert: "Dat is Betty; ze draagt haar haar los vandaag en heeft haar bril niet op; ze doet haar mond open en ze beweegt haar rechterhand van haar linkerzijde naar de achterkant van haar hoofd." Het meest opmerkelijke van dit alles was misschien wel het bewijs voor ruimtelijke perceptie. Door gebruik te maken van de informatie van perspectief en parallax (de schijnbare verplaatsing van een voorwerp t.o.v.de achtergrond t.g.v.een verplaatsing van de waarnemer), kwamen de blinde proefpersonen er toe externe objecten waar te nemen als zijnde gelokaliseerd in een stabiele driedimensionale wereld. Ze lokaliseerden de objecten niet alsof ze tegen hun huid aanlagen - net zomin als wij, met een normaal zicht, voorwerpen lokaliseren alsof ze tegen onze retina aanliggen - maar namen ze onmiddellijk waar als zich, daarbuiten in de ruimte, bevindend. Bach-y-Rita heeft er geen probleem mee om te zeggen dat zijn blinde proefpersonen visuele perceptie verworven hebben: "Als een proefpersoon, zonder functionerende ogen, gedetailleerde informatie in de ruimte kan waarnemen en die subjectief correct kan lokaliseren en er kan op reageren op een manier, vergelijkbaar met de reacties van een normaal ziend persoon, dan voel ik mij gerechtvaardigd om de term "zicht" te gebruiken." (Nicholas Humphrey: "A History of the Mind" ~ vertaling KK) Wordt vervolgd....
18-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
"God is het licht van mijn ogen" staat in vele religieuze geschriften te lezen.
Wij leven in een wereld van "licht en geluid" - dat zijn tenminste de twee zintuiglijke ervaringen die ons het sterkst stimuleren.
Wat zou het wetenschappelijk onderzoek inhouden zonder de visuele ervaring? En dan zitten we al ver in de menselijke evolutie. Begin maar met te vragen: Wat zou het niveau zijn van omgaan met de wereld om ons heen, zonder zien en horen?
Toch overkomt dit menselijke wezens.
Het beroemdste voorbeeld dat de media haalde, eind negentiende tot voorbij de eerste helft van de twintigste eeuw, was een vrouw: Helen Keller (1880-1968). Een moedige, intelligente vrouw.
Toen ze negentien maand oud was, werd zij getroffen door een agressieve meningitis die zij overleefde, maar die haar volkomen blind en doof achter liet.
Omdat haar ouders welgesteld waren konden ze haar thuis verzorgen en lieten een persoonlijke gouvernante overkomen van het blinden-instituut: Anne Sullivan. Deze vrouw bleek een opvoedkundig genie te zijn en slaagde er in Helen - die, dat is gebleken, uiterst intelligent was - uit haar isolatie te halen. En dat dank zij het uitvinden van een taal! Een 'voel-taal' of een 'tast-taal'.
De Hongaars-Amerikaanse psychiater Thomas Szasz geeft hiervan een beschrijving in zijn boek: "The Meaning of Mind: language, morality and neuroscience":
[...]Vele studenten van de geest (mind) geloven dat deze zich ontwikkelt 'in tandem' met taal. Deze visie, waarmee ik het eens ben, wordt dikwijls geïllustreerd en ondersteund door het verhaal van Helen Keller.
Helen Keller was een gezonde baby. Wanneer ze negentien maanden oud was, kreeg ze meningitis wat haar blind en doof maakte, en als gevolg daarvan ook stom. Ze werd al vlug een impulsief, oncontroleerbaar en schijnbaar achterlijk kind. Enkel door de combinatie van twee fortuinlijke omstandigheden werd zij gered van een miserabel bestaan in een of ander instituut. De ene was dat haar ouders haar uitzonderlijk toegewijd waren, en daarenboven zeer intelligent en welgesteld; de andere was, dat zij in de persoon van Anne Sullivan, een uitzonderlijk intelligent en teder iemand vonden, om van hun zwaar gehandicapte dochter te houden, er voor te zorgen en haar te onderwijzen. Toen Sullivan zich bij het gezin Keller voegde, was Helen een zesenhalf jaar oud "wild creatuur". Dank zij Sullivan, groeide zij op tot een bekwaam en onafhankelijk persoon.
Omdat zij doof was leerde Helen niet spreken - dat wil zeggen: een taal leren - op de gebruikelijke leeftijd, op de gebruikelijke manier. In de plaats daarvan, leerde zij veel later een taal, toen Anne Sullivan begon te "schrijven" in de palm van haar hand en haar leerde om te tekens die zij maakte te verbinden met bekende objecten, zoals water dat uit een kraan vloeide. In haar autobiografie, herinnerde Helen zich deze ervaring:
"Terwijl de koele stroom over één hand gutste, spelde zij in de andere hand het woord 'water', eerst traag, dan snel. Ik stond stil, met mijn hele aandacht gefixeerd op de beweging van haar vingers. Plotseling voelde ik een mistig bewustzijn als van iets vergeten - een opwinding van een terugkerende gedachte; en, op een of andere manier, werd mij het mysterie van de taal onthuld. Ik wist toen dat 'w-a-t-e-r' het wonderlijke koele iets was dat over mijn hand vloeide. Dat levende woord deed mijn ziel ontwaken, gaf haar licht, vreugde, en maakte haar vrij."
In de loop van weken, werd Helen, als miraculeus, getransformeerd, van een schijnbaar achterlijk doof-stom, naar een nieuwsgierig intelligent kind. Ze leerde niet alleen communiceren door middel van tekens maar uiteindelijk zelfs met het gesproken woord! Haar spreken bleef imperfect maar verstaanbaar.
Er moet hier opgemerkt worden dat, net zoals de spreek-organen van een persoon, die kan horen, de tong, de larynx en de longen zijn, de spreek-organen, van een dove mens, de vingers, handen en ogen zijn. Wanneer een dove persoon denkt, beweegt hij/zij zijn/haar vingers. Drie maanden na aankomst bij de Kellers, meldde Sullivan aan Michael Anagnos, directeur van het Perkins blinden-instituut van Boston, waar zij was opgeleid:
"De dokter zegt dat haar geest té actief is; maar hoe kunnen we haar tegenhouden om te denken? Ze begint te spellen vanaf het moment dat ze 's morgens wakker wordt en gaat daar de hele dag mee door. Als ik weiger met haar te praten, spelt ze in haar eigen hand en voert duidelijk de meest levendige conversatie met zichzelf."
Tien dagen later vervolgt Sullivan:
"We moeten nogal wat bemoeienissen verdragen van mensen die de verantwoordelijkheid voor de wereld op zich nemen als God die verwaarloost. Ze vertellen ons dat Helen "overdrijft", dat haar geest te actief is (en dat zijn dezelfde mensen die een paar maand geleden dachten dat ze helemaal geen geest had!) en suggereren vele absurde en onmogelijke remedies. Maar tot nu toe heeft niemand er aan gedacht haar chloroform toe te dienen, wat, denk ik, de enige effectieve manier zou zijn om het natuurlijk gebruik van haar faculteiten stop te zetten."
John Albert Macy, de editeur van Keller's biografie, benadrukt dat Helen tegen zichzelf praatte door middel van haar 'spraak-organen': haar handen: "Juffrouw Keller spreekt verstrooid tegen zichzelf in het manuele alfabet. Wanneer ze heen en weer in de gang wandelt of langsheen de veranda, wapperen haar handen langs haar zoals een wirwar van vogelvleugels." Vermits iemand niet zo gemakkelijk de bewegingen van zijn handen kan verbergen als de beweging van zijn tong, is het betwistbaar of Helen "luid" of "in stilte" met zichzelf sprak.[...] (Thomas Szasz: "The Meaning of Mind: language, morality, and neuroscience" ~ vertaling KK)
Helen Keller werd een schrijfster, politiek activiste en gaf lezingen. Ze ontving vele onderscheidingen en eretekens voor en na haar dood. Haar biografie: "Mijn levensgeschiedenis" is nog altijd te krijgen en is een van de ontroerendste menselijke documenten die ik ooit gelezen heb.
17-07-2012, 10:30
Geschreven door Karlkraus Reageren (1)
Ik heb nu al een paar keer een uitleg gepost over hoe scans werken en of de wetenschap echt kan bepalen of iemand nog zelf-bewustzijn heeft. Die uitleg kwam van Berkeley filosofie-professor Alva Noé. Hij heeft een controversieel boek geschreven over waar wij bewustzijn moeten zoeken: "Out of our heads: why you are not your brain, and other lessons from the biology of consciousness". Verschenen in 2009 en, voor zover ik kan nagaan, nog altijd niet vertaald. Door de boeken van Victor Lamme: "De vrije wil bestaat niet", en Dick Swaab: "Wij zijn ons brein", wordt de fysicalistische en de materialistisch deterministische visie op bewustzijn sterkt gepromoot. Alva Noé gaat hier tegen in. Ik leerde hem kennen door het lezen van het boek van de zeer sympathieke Nederlandse geriater, Bert Keizer: "Onverklaarbaar bewoond." Daarin geeft Keizer een mooie samenvatting van Noé's visie. Dit inspireerde mij om Noé's boek te kopen en te lezen. Dit is wat Bert Keizer erover zegt:
[...]De fraaiste aanval op het bewustzijn die ik ken komt van Alva Noé, een Amerikaanse neurofilosoof. Hij deelt rake klappen uit in zijn boek Out of Our Heads. Why You Are Not Your Brain and Other Lessons from the Biology of Consciousness. Volgens Noé zoeken we op de verkeerde plek naar bewustzijn. Het zit niet in de hersenen maar in de situatie. Bewustzijn is vergelijkbaar met de al eerdergenoemde stemming in een feestje. Ook daarvan kun je niet zeggen dat die zich bevindt in de wijn, of de tafelkleden, of de verlichting, of de muziek, of in de afwezigheid van Henk, of in het toch nog komen opdagen van Ria. Je kunt een feest niet uiteen nemen om te stuiten op een attribuut dat je doet zeggen: en dáár zit de stemming in, of komt de stemming uit. En zo is het met bewustzijn, dat je niet kunt opjagen tot in een of andere neurologische structuur. Dat idee is een misverstand. Daarom kunnen we het ook niet vinden in de hersenen. Het idee dat bewustzijn in de hersenen zit hoort bij een beeld van hersenwerking dat onhoudbaar blijkt zodra je het goed probeert uit te duiden. We doen een poging en nemen 'zien' als voorbeeld. Door de lens van het oog valt een beeld op het netvlies, de achterwand van het oog. Dit beeld wordt in het netvlies omgezet in impulsjes die via de optische zenuw verder het brein in reizen naar de optische schors. Daar worden die impulsjes via een onbekende procedure omgezet in visuele indruk zodat 'zien' ontstaat. In dit beeld brandt ergens binnen in de hersenen een lampje 'bewustzijn' bij het licht waarvan de vervaardigde indruk van de buitenwereld wordt bekeken. Maar dat is onjuist, want in de hersenactiviteit vervaardigen we helemaal geen indrukken van de buitenwereld. Noé citeert Wittgensteins simpele vraag: 'Waar zie je de blauwe lucht?". Ooit iemand ontmoet die als antwoord op een nog niet helemaal nauwkeurig omschreven gebiedje ergens in zijn hoofd wijst? Nee, iedereen zegt omhoog wijzend: "Ik zie de lucht daar! Boven me! Kijk dan!" Maar wacht even. Vervaardigen we geen indrukken van de buitenwereld? Nee. Wat je ziet aan hersenactiviteit op een scan als de hersenbewoner een auto ziet is geen indruk van een auto. Daarom is het bekijken van een hersenscan ook geen kwestie van samen met de hersenbewoner 'meekijken' naar buiten. (We laten hierbij de neurale grofheid van de scan even terzijde. De gebiedjes die een scan afbeeldt beslaan zo'n 2 à 3 kubieke millimeter en daarin zitten honderdduizenden neuronen). Maar is er dan geen verband tussen hersenactiviteit en de wereld? Zo'n auto leidt toch tot impulsjes in de hersenen? Zeker, maar als je wilt weten wat de hersenbewoner daarbij denkt, voelt, vreest of gaat doen, dan word je niet wijzer van de impulsjes. Je zult het hem moeten vragen. En het antwoord zal misschien zijn: "Ik haat Toyota's." En misschien is er geen antwoord nodig als je ziet dat hij behendig wegspringt alvorens de auto hem kan raken. En vergelijk dat wegspringen eens met de reactie op een naderende auto van een op de weg liggende bal. Die doet niks. Nu zie je wat bewustzijn is. En tevens wat je er voor nodig hebt: hersenen, een lichaam en een wereld. En als die drie omgang hebben met elkaar dan gebeurt het. Die vergelijking met een bal is niet toevallig. In Noé's visie is bewustzijn gelijk aan leven. Bewustzijn is de manier waarop levende wezens, van bacterie tot mens, erin slagen tot een uitwisseling te komen met de wereld. Als u 'uitwisseling' te vaag vindt, laten we dan een voorbeeld noemen. 'Zien' maakt het onder andere mogelijk om hard te rennen om iets te pakken te krijgen of om aan iets te ontkomen. Daarom doen bomen er niet aan. Het zou een boom niet helpen om een naderende auto te zien aankomen. Hij kan toch niet opzij springen. 'Zien' is dus geen gebeurtenis in de optische schors. Het is een manier waarop een bewegend lichaam van bepaalde afmetingen op succesvolle wijze in de wereld kan zijn. Waarbij 'succes' onder meer betekent dat je nergens tegenaan loopt.[...] (Bert Keizer: "Onverklaarbaar bewoond")
Laten we eens kijken hoe Alva Noé het zelf verwoord. Onder andere zo:
[...]Bewustzijn is niet iets dat binnen ons gebeurt: het is iets wat we doen, actief, in onze dynamische interactie met de wereld rond ons. Het brein - dat bijzonder lichamelijk orgaan - is zeker doorslaggevend om te begrijpen hoe wij werken. Ik zou dat niet wensen te ontkennen. Maar als wij willen begrijpen hoe het brein bijdraagt tot bewustzijn, moeten wij kijken naar de 'job' die het brein doet in relatie met het grotere niet-brein lichaam en met de omgeving waarin wij onszelf bevinden. Ik dring erop aan dat de beste wetenschap en filosofie er ons zou toe leiden een lichaam- en wereld-betrokken concept van onszelf te ondersteunen.[...]
Hij is ook hard voor zijn collega's die oogluikend de hype in de media toelaten die ons de indruk geeft dat de hersen-wetenschap het probleem van hoe het bewustzijn door het brein 'gegenereerd' wordt nu wel opgelost heeft, terwijl dat helemaal niet zo is:
[...]We leven in een tijd van groeiende opwinding aangaande het brein. Alleen de preoccupatie met het vinden van een gen voor alles rivaliseert met het hedendaagse wijdverspreide optimisme wat betreft alles waar de neurowetenschap zich mee bezighoudt. Perceptie, geheugen, onze voor- en afkeuren, intelligentie, moraliteit, enz. - het brein wordt verondersteld het orgaan te zijn dat verantwoordelijk is voor dit alles. Het wordt wereldwijd geloofd dat zelfs bewustzijn - die Heilige Graal van de wetenschap en de filosofie - binnenkort een neurologische verklaring zal krijgen. Op het terrein van dure en flitsende brein-verbeeldende technologieën (zoals functionele magnetische resonantie imaginatie:fMRI, en positron emissie tomografie: PET), gaat er bijna geen dag voorbij, zonder dat er in de wetenschappelijke pagina's van onze vooraanstaande kranten en tijdschriften reportages worden gepubliceerd van belangrijke doorbraken en nieuwe ontdekkingen. Na tientallen jaren gezamenlijke inspanning van de kant van neurowetenschappers, psychologen en filosofen, is er maar één propositie over hoe ons brein ons bewust maakt - hoe het sensatie, gevoel, subjectiviteit veroorzaakt - onweerlegbaar overeind gebleven: we hebben er geen flauw benul van! Zelfs enthousiastelingen van de nieuwe neurowetenschap van het bewustzijn geven toe dat momenteel niemand een plausibele verklaring heeft voor hoe ervaring - bvb. het gevoel van roodheid in rood! - voortkomt uit de actie van het brein. Ondanks al de technologie en het experimenteren met dieren, staan we heden ten dage niet dichter bij het begrijpen van de neurale basis van ervaring dan honderd jaar geleden. Momenteel hebben we zelfs geen achterkant-van-de-enveloppe-theorie over hoe het gedrag van de individuele hersencellen bijdraagt tot bewustzijn. (noot: back-of-the-envelope is een Engelse uitdrukking die betekent: "Iets beter dan een gissing" KK.) Dit op zichzelf is geen schandaal. Het is een schandaal dat we toelaten dat de hype rond hersenwetenschap het feit verdonkeremaant dat we in de duisternis tasten! Er wordt soms gezegd dat de neurowetenschap van bewustzijn in zijn kinderschoenen staat. Maar dat is niet helemaal juist omdat het suggereert dat de vooruitgang voor zichzelf zal zorgen: het is gewoon een kwestie van tijd en het normale proces van rijping. Een beter beeld zou kunnen zijn: dat van onervaren reizigers die de weg kwijt zijn, zonder enig klaar idee waar ze zijn. Ze zijn verloren gelopen en weten het zelfs niet. Ik schrijf dit boek om ons te helpen uit te vinden waar we zijn en om de weg voorwaarts te tonen. Op een bepaalde manier is ons probleem dat we naar bewustzijn gezocht hebben waar het niet is![...] (Alva Noé: "Out of our heads" vertalingen van de twee fragmenten KK)
16-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Nu er sterke aanwijzingen zijn dat het Higgs-boson echt bestaat is er weer toekomst voor het Standaard Model. Of er ook toekomst is voor de Supersymmetrie en de Supersnaar-theorie is een ander paar mouwen. Nu pretendeer ik geenszins hier iets van te begrijpen. Die hele deeltjes-kermis hoort thuis in de quantum-mechanica, en de uiterst ingewikkelde wiskundige modellen die daar achter zitten zijn alleen maar te begrijpen door 'the very, very few'. Of dat 'a happy few' zijn valt nog te bezien. Richard Feynman, die verzot was op woordgrapjes, zei eens: "I think I can safely say that nobody understands quantum mechanics." Het is wel een hele bende: die deeltjes van het 'Standaard Model', en de Supersymmetrie maakt het nog veel ingewikkelder. Eens kijken wat een sarcastische Lee Smolin erover schrijft:
[...]"Eerst en vooral: een theorie kan niet gedeeltelijk supersymmetrisch zijn. Als één deeltje een superpartner heeft, moeten ze er allemaal een hebben. Zo verschijnt elke quark met een bosonische partner: een squark. Het foton heeft als partner een fotino. De interacties worden dan zo afgestemd dat, als alle quarks vervangen worden door squarks op hetzelfde ogenblik dat we alle fotons vervangen door fotinos, de probabiliteiten van de verschillende mogelijke uitkomsten onveranderd blijven. Er is natuurlijk een eenvoudiger mogelijkheid. Kan het niet dat twee deeltjes die we al geobserveerd hebben partners zijn? Misschien gaan het foton en het neutrino samen? Of het Higgs en het elektron? De ontdekking van een nieuwe relatie tussen bekende deeltjes zou zeker elegant zijn - én overtuigend. Spijtig genoeg heeft niemand ooit een succesvolle supersymmetrische binding gepostuleerd tussen twee bekende deeltjes. In plaats daarvan worden, in alle supersymmetrische theorieën, het aantal deeltjes tenminste verdubbeld. Een nieuwe superpartner wordt simpelweg gepostuleerd om samen te gaan met elk bekend deeltje. Niet alleen zijn er squarks en sleptonen en fotino's, er zijn ook sneutrino's om samen te gaan met neutrino's, Higgsino's met de Higgs', en gravitino's om te koppelen met de gravitons. Twee aan twee, een regelrechte ark van Noé van deeltjes. Vroeg of laat, naarmate je verstrikt raakt in het web van nieuwe namen en namino's, begin je je te voelen als Sbozo de clown. Of Bozo de clownino. Of 'swhatever'. In voor- en tegenspoed: de natuur ís niet zo. Zoals al opgemerkt: geen enkel experiment heeft ooit bewijs geleverd voor het bestaan van een selektron. En er schijnen, tot dus ver, geen squarks, geen sleptonen en geen sneutrino's te zijn. De wereld bevat enorme aantallen fotonen (meer dan een miljard voor elk proton), maar niemand heeft ook maar een enkel fotino gezien."[...] (Lee Smolin: "The trouble with physics" ~ vertaling KK)
Aldus Lee Smolin, in zijn heroïsche poging, de hedendaagse deeltjes-fysica voor de leek begrijpelijk te maken. Een ware tour-de-force! (verbazend genoeg nog altijd niet vertaald.)
LIMERICK TER ERE VAN HET HIGGS-DEELTJE
Een 'wig' is in Schotland een pruikje En 'Higgs' was in fysica 't puikje En zonder die puik, Bleef massa een pruik En nam 't standaard model een duikje! ~ Karlkraus
15-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Herinnert u zich nog de media-heisa, een paar jaar geleden - 2005 om precies te zijn - rond Terri Schiavo. Volgens haar artsen verkeerde zij sinds 1990 in een 'persistent vegetatieve toestand'. Aangenomen werd dat zij zich niet meer bewust was van haar bestaan. Toen haar man, in 1998 besloot haar te laten sterven leidde dit tot een juridische strijd tussen Terri's echtgenoot en haar ouders, die dus pas in 2005 beslecht werd in het voordeel van de echtgenoot, die daarop zijn vrouw liet sterven. De pers stelde het voor als een strijd: tussen de 'objectieve' wetenschap - die categoriek stelde dat hier geen zelfbewustzijn meer aanwezig was, dat Terri 'hersendood' was - enerzijds, en de emotionele ouders, die de onbewuste reflexen van hun dochter met 'bewustzijn' verwarden, anderzijds. Het geval lokte hevige reacties uit en de ouders werden gesteund door activisten van de 'pro-life' beweging en de 'disability rights' groepen. Vele mensen, ook ik, dachten toen: "Jammer voor die ouders! Maar ja, wetenschappelijke waarheid is nu eenmaal dé waarheid. Groot was dus mijn verbazing - om niet te zeggen: verbijstering - toen ik het volgende fragment las in 'Out of our heads' van Alva Noé:
[...]"Wij zouden ons kunnen wenden tot de technologieën die gebruikt worden om het brein te scannen in de hoop dat deze het ons zullen mogelijk maken om in het levende brein zelf te kijken om uit te vinden wat daar gebeurt. Het feit, dat brein-verbeeldende studies van patiënten met het locked-in syndroom - positron emissie tomografie (PET), functionele magnetische resonantie imaginatie (fMRI) en ook elektro-encefalografie (EEG) - meestal normale niveaus van corticale activiteit tonen, kan aanvaard worden als een bevestiging van het oordeel dat patiënten met het locked-in syndroom een normaal mentaal leven hebben. Het wordt echter veel lastiger als we ons wenden tot patiënten die zich in de persistent vegetatieve toestand bevinden. Waar we hier mee geconfronteerd worden is niet zozeer direct bewijs voor het ontbreken van bewustzijn, als wel de afwezigheid van de normale bevindingen van de brein-verbeelding. Helpt de afwezigheid van normale brein-profielen bij patiënten in de persistent vegetatieve toestand ons om te beslissen of ze gevoelig zijn of niet? Zou de loutere afwezigheid van de normale patronen van neurale activiteit, zoals gemodelleerd door functionele beeldende technieken zoals fMRI of PET, voor jou een bevredigend antwoord zijn op de vraag of een geliefd persoon niet veel meer is dan een plant? In feite zijn de dingen gecompliceerder. Er is het feit dat patiënten in de persistent vegetatieve toestand een opmerkelijke reductie van globaal hersenmetabolisme laten zien, maar dat geldt ook voor de langzame-golf slaap en voor patiënten onder algemene anesthesie. Maar slapers en operatie patiënten ontwaken en hernemen hun normale bewustzijn, terwijl patiënten in de persistent vegetatieve toestand dat zeer zelden doen. Merkwaardig is dat - in het kleine aantal gevallen waarin brein-verbeeldende technieken uitgeprobeerd werden bij patiënten die hersteld waren van de persistent vegetatieve toestand, waarbij zij hun bewustzijn volledig herwonnen hadden - het erop lijkt dat de globale metabolische niveaus laag blijven, zelfs bij totaal herstel. Daarenboven produceren externe prikkels bij de vegetatieve patiënten, zoals geluiden en speldenprikken,significante toenames van de neurale activiteit in primaire perceptuele cortexen. Interessant nieuw werk van Steven Laureys en zijn collega's in België geeft aan dat vegetatieve patiënten opvallend verstoorde functionele connecties vertonen tussen van elkaar verwijderde corticale zones en tussen corticale en sub-corticale structuren. Daar komt nog bij dat zij laten zien dat, in de gevallen waar het bewustzijn hersteld is - ook al blijft de totale metabolische activiteit laag - deze functionele connecties tussen de breinzones hersteld zijn. Deze bevindingen zijn belangrijk en wijzen in de richting van een dieper begrip van wat er gebeurt in het brein bij de persistent vegetatieve toestand. Maar dit verandert niets aan het feit dat we tot op heden zelfs niet in de buurt komen van het in staat zijn om brein-verbeelding te gebruiken om een kijk te krijgen in het hoofd om uit te vinden of er bewustzijn is of niet. Overweeg deze simpele vragen: Voelt een vegetatieve patiënt fysieke pijn - bvb de pijn van dorst of honger of van een speldenprik? Hoort hij het geluid van een deur die dicht slaat? We weten dat hij zijn hoofd draait als reactie op het geluid, en we weten dat hij zijn hand terug trekt van een speldenprik. We weten ook dat er enige significante neurale activiteit geproduceerd wordt in de primaire perceptuele cortexen als gevolg van deze prikkels. Is de patiënt in de persistent vegetatieve toestand een robot: reflexief reagerend op stimulatie, maar zonder feitelijk iets te voelen? En, belangrijker nog: is dit iets wat brein-verbeelding ons ooit zal kunnen helpen te beslissen? We hebben het antwoord op deze vragen niet. Het is onaangenaam te vernemen dat er tot nu toe geen theoretisch bevredigende of praktische betrouwbare criteria zijn om te beslissen of een persoon met hersenbeschadiging bewust is of niet. Heden ten dage moeten artsen en verwanten omgaan met deze vragen zonder leiding te krijgen van de wetenschap of de geneeskunde. Bijvoorbeeld: de pers had de neiging het uitgebreid bediscussieerde geval van Terri Schiavo te behandelen als een zaak waarin de wetenschap, gewapend met de koude harde feiten over de aard van Schiavo's hersenschade, de strijd aanbond met familieleden die onmiddellijk verblind werden door de liefde voor hun dochter en hun religieus fundamentalisme. Spijtig genoeg beschikt de wetenschap niet over deze harde feiten."[...] (Alva Noé: "Out of our heads" ~ vertaling KK)
14-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
De fysicus Lee Smolin, die in 2006 het controversiële boek "The trouble with physics" uitgaf, waarin hij de 'Superstring-theorie' kritisch op de korrel nam - hetgeen tot venijnige reacties van vele van zijn vooraanstaande collega's leidde - geeft in datzelfde boek een anekdote waarin hij een ontmoeting met creationisten beschrijft. Dat wil ik u niet onthouden:
[...]"Natuurlijk moeten wij voorzichtigheid betrachten. Niet alle bewijs, waarvan beweerd wordt dat het een gezichtspunt ondersteunt, is gebaseerd op soliede gronden. Soms zijn de beweringen, die uitgevonden worden om een theorie die in moeilijkheden verkeert te ondersteunen, alleen maar rationalisaties. Onlangs ontmoette ik een groep levendige mensen in de gang waar we stonden aan te schuiven voor de vlucht Londen-Toronto. Ze zeiden 'hallo' en vroegen me waar ik vandaan kwam, en toen ik hen vertelde dat ik terug keerde van een conferentie over kosmologie, vroegen ze mij onmiddellijk naar mijn visie over de evolutie-theorie. "O nee!" dacht ik en begon met te zeggen dat 'natuurlijke selectie' bewezen was, elke twijfel uitgesloten. Zij introduceerden zich als zijnde leden van een 'Bijbel-college', terugkerende van een missie in Afrika, waarvan een van de doelen geweest was, zoals bleek, om bepaalde leerstellingen van het creationisme te testen. Ze wilden met mij hierover in discussie gaan, maar ik waarschuwde hen dat ze zouden verliezen, vermits ik heel goed op de hoogte was van het bewijsmateriaal. "Nee," benadrukten ze, "u kent niet alle feiten." Daarom ging ik erop in. Toen ik zei: "Maar natuurlijk accepteren jullie toch het feit dat we fossielen hebben van dieren die niet langer leven," antwoordden ze: "Neen!" "Wat bedoelt u, 'neen'? Hoe zit het dan met dinosauriërs?" "De dinosauriërs leven nog en zwerven over de aarde!" "Dat is belachelijk! Waar dan wel?" "In Afrika." "In Afrika? Afrika zit vol mensen. Dinosauriërs zijn werkelijk groot. Hoe komt het dat niemand er een gezien heeft?" "Ze leven diep in de jungle." "Iemand zou er dan toch een gezien moeten hebben. Beweert u dat u iemand kent die er een gezien heeft?" "De pygmeeën vertellen ons dat ze er heel af en toe eentje zien. We hebben gekeken en hebben er geen gezien, maar wij hebben krassen van hun klauwen gevonden op de stammen van bomen, achttien of twintig voet hoog". " Zo, u geeft toe dat het grote beesten zijn. En de fossiele vondsten bewijzen dat ze in grote kudden leefden. Hoe zou het kunnen dat niemand buiten die pygmeeën hen gezien heeft?" "Dat is gemakkelijk uit te leggen. Ze brengen het meeste van hun tijd door met winterslapen in grotten." "In de jungle? Zijn er grotten in de jungle?" "Ja, natuurlijk, waarom niet?" "Grotten, groot genoeg, om een enorme dinosauriër binnen te laten? Als die grotten zo groot zijn, moeten ze gemakkelijk te vinden zijn, en dan kan je naar binnen kijken en ze zien liggen slapen." "Om zichzelf te beschermen, terwijl ze winterslapen, sluiten de dinosauriërs de openingen van de grotten af met aarde zodat niemand kan merken dat ze daar zitten." "Hoe doen ze dat: die grotten zo goed afsluiten dat ze niet gezien kunnen worden? Gebruiken ze hun poten, of hopen ze die aarde misschien op met hun neuzen?" Op dit punt gaven de creationisten toe dat ze het niet wisten, maar ze vertelden me dat 'bijbelse biologen' van hun school op het eigenste moment in de jungles aan het zoeken waren naar dinosauriërs. "Laat het me vooral weten als ze er eentje levend te voorschijn halen," zei ik en ging in mijn zetel zitten. Ik zuig dit niet uit mijn duim, en ik vertel dit niet alleen maar om u te amuseren. Het illustreert dat rationaliteit niet altijd een simpele oefening is. Het is meestal rationeel om niet te geloven in een theorie die iets voorspelt wat nog nooit gezien werd. Maar soms is er een goeie reden voor dat iets nog nooit gezien werd. Ondanks alles: als er dinosauriërs zijn, moeten zij zich ergens verbergen. Waarom dan niet in grotten in de Afrikaanse jungle? Dit mag dan dwaas lijken, maar deeltjes-fysici hebben meer dan eens de noodzaak gevoeld om een nooit gezien deeltje uit te vinden - zoals het neutrino - om bepaalde theoretische en mathematische resultaten te doen kloppen. Om te verklaren waarom het moeilijk te ontdekken viel, moesten ze het neutrino een zeer zwakke wisselwerking toeschrijven. In dit geval bleek het de juiste strategie, want vele jaren later was iemand in staat om een experiment op te zetten dat neutrino's vond. En ze hádden een zeer zwakke wisselwerking.[...] (Lee Smolin: "The trouble with physics" ~ vertaling KK)
14-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
De controversiële Amerikaanse wetenschaps-filosoof en neuro-wetenschapper Alva Noé betoogt in zijn boek: "Out of Our Heads: Why You Are Not Your Brain, and Other Lessons from the Biology of Consciousness" dat - zoals veel journalisten het, in de wetenschappelijke bijlagen van kranten en tijdschriften, voorstellen - je in het hoofd van de mensen zou kunnen kijken, terwijl ze denken, met behulp van fMRI en Pet scanners, een mythe is. Omdat het boek nog niet vertaald is geef ik er hier een fragment uit in eigen vertaling:
[...]"PET en fMRI hebben een zeer lage spatiale an temporele resolutie. Wanneer je gebeurtenissen in het brein lokaliseert met gebruikmaking van deze technieken, lokaliseer je ze in gebieden van 2 tot 5 kubieke mm - dat is: in gebieden waarin zich honderdduizenden cellen bevinden. Als er specialisatie of differentiatie tussen die cellen is, zal dat niet in het beeld verschijnen. Evenmin, wat dat betreft, kunnen we zeker zijn wanneer neurale gebeurtenissen exact plaatsgrijpen. Cellulaire gebeurtenissen ontplooien zich op een schaal van duizendsten van een seconde, maar het kan een veel langere tijdsduur vergen (grote gedeelten van een minuut) om signalen te detecteren en te processen voor het maken van beelden. Om deze redenen, hebben wetenschappers technieken ontwikkeld om data te normaliseren. Typisch hiervoor, is dat er een gemiddelde gemaakt wordt van verschillende subjecten. Het proces van gemiddelden maken leidt tot aanzienlijk verlies van informatie. Tenslotte verschillen breinen niet minder van elkaar dan gezichten en vingerafdrukken. Zoals de gemiddelde Amerikaanse belastingbetaler geen vaste lengte en gewicht heeft, zo heeft gemiddeld gemaakte neurale activiteit geen vaste locatie in enig particulier brein. Om deze reden, projecteren wetenschappers hun bevindingen op een geïdealiseerd doorsnee-brein. De foto's die we te zien krijgen in de wetenschappelijke magazines zijn geen snapshots van een particulier persoon's brein in actie.
Tenslotte - al deze gegevens bij elkaar - is het belangrijk er duidelijk over te zijn dat er geen zin is in dewelke PET of fMRI beelden directe informatie leveren over bewustzijn of cognitie. Ze leveren zelfs geen directe representaties van neurale activiteit. Functionele brein-verbeeldende systemen zoals PET en fMRI bouwen beelden gebaseerd op de detectie van fysieke grootheden (zoals radio- en licht-golven) waarvan geloofd wordt dat ze op een betrouwbare manier gecorreleerd zijn met metabolische activiteit. Bijvoorbeeld: bij PET injecteert men een positron-uitstralende isotoop in de bloedstroom; PET detecteert de collisie van positronen en elektronen.
Op deze manier, bevat het PET-beeld indirecte informatie over metabolische activiteit gebaseerd op de directe meting van een fysieke grootheid, die op zijn beurt verondersteld wordt informatie te bevatten over neurale activiteit. Deze laatste veronderstelling is niet onredelijk. Neurale gebeurtenissen vereisen zuurstof en dus vereisen ze bloed. De neurale activiteit, op zijn beurt, wordt verondersteld te correleren met significante mentale activiteit.
Dus: brein scans representeren de geest op drie stappen afstand: zij representeren fysieke grootheden gecorreleerd met de bloedstroom; de bloedstroom, op zijn beurt, wordt gecorreleerd met neurale activiteit; de neurale activiteit, op zijn beurt, wordt verondersteld te correleren met mentale activiteit.
Als alle aannames accuraat zijn, kan het beeld van een brein scan belangrijke informatie bevatten over neurale activiteit gerelateerd aan een cognitief proces. Maar we moeten er zorg voor dragen niet misleid te worden door het visuele, picturale karakter van deze beelden.
Brein scans zijn geen foto's van cognitieve processen van het brein in actie.[...]
(Alva Noé: "Out of our heads" ~ vertaling KK)
13-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Het Engelse medium Rosemary Brown (1916-2001) was in de jaren '70 wereldberoemd door haar biografie, waarin ze vertelt hoe zij contact had met Liszt die begon met haar eenvoudige composities te dicteren, andere componisten volgden. Maar het merkwaardige was dat ze op een gegeven moment ook Einstein op bezoek kreeg. Veertig jaar geleden had ik het boek in mijn bezit maar ben het kwijtgeraakt. Maar ik herinnerde me dat Einstein haar een vergelijking gedicteerd had. Na enig zoekwerk vond ik nog een Franse vertaling op het web over die ontmoeting met Einstein (http://marcel-mercier.com/einsteinvisiterbrown.htm). Kijk... ik geef hier geen opinie over, maar ik heb het uit nieuwsgierigheid eens vertaald. Wie het lezen wil: hij/zij leze het!
[...]Een feit waarover ik zelden gepraat heb, uit angst om uitgelachen te worden, zijn de bezoeken die Einstein me af en toe brengt. Hij spreekt - en dat in een snel tempo - over problemen die dikwijls mijn bevattingsvermogen verre te boven gaan. Nochtans is hij uiterst geduldig en vriendelijk naar me toe. Ik heb opgemerkt dat hij de manie heeft om, wanneer hij praat, zijn snor tussen zijn vingers rond te draaien. Hij heeft simpelweg ook de gewoonte te praten, alsof hij niet speciaal tegen mij spreekt, maar alsof hij een cursus geeft in een klas of zelfs dat hij alleen maar luidop denkt.
Ik kan niet geloven dat hij alleen maar komt om me vriendschappelijke bezoekjes te brengen. Ik geloof dat hij probeert ons ideeën over te brengen op dezelfde manier als de componisten dat doen voor hun muziek.
Wat hij te zeggen heeft bestaat uit abstracte ideeën die langzaam in zijn geest gerijpt moeten zijn. De ideeën die hij uitdrukt zijn zo diepzinnig dat hij moeite heeft ze in woorden uit te drukken, vooral wanneer hij over onderwerpen praat waarvoor wij geen gebruikelijke termen hebben. Sommige noties die hij aanraakt zijn zo abstract dat ze zeer moeilijk te begrijpen zijn. Nochtans zijn er momenten dat ik bijna de indruk heb te begrijpen wat hij uitlegt. Maar hoe moet je dat overdragen aan anderen opdat zij het ook zouden kunnen begrijpen?
Het is als een impuls. Voor een kort moment heb ik het gevoel de betekenis van zijn woorden begrepen te hebben, maar vervolgens verdwijnt dat gevoel. Ik hoop dat wat hij te zeggen heeft me gemakkelijker valt, zodat ik zijn ideeën op een bevredigende wijze kan uitdrukken. Maar het lijkt of we er op het ogenblik de geschikte taal niet voor hebben.
Einstein moet zich zelfs dwingen om te spreken met mijn eigen woordenschat voor ik het werkelijk kan begrijpen. Hij probeert het me op verschillende manieren duidelijk te maken, maar ik geloof niet dat ik echt in staat ben hem te volgen. Hij houdt niet op te herhalen dat ik mijn denkmechanismes moet ontwikkelen. Ik hoop dat het uiteindelijk resultaat zal opleveren.
Ik heb hem pas drie jaar geleden voor het eerst gezien, maar ik kan niet zeggen op welk moment precies. Er is zoiets als een overeenkomst, een band tussen diegenen die me komen bezoeken. Liszt bijvoorbeeld is extreem briljant; het is een intelligent persoon, niet alleen geïnteresseerd in muziek, maar ook in fysica en in vele andere domeinen. Ik veronderstel dat hij op die manier gedreven was om Einstein te ontmoeten.
In de andere wereld trekken mensen elkaar aan door gemeenschappelijke interesses, net zoals toen ze leefden op aarde en het maakt niet uit in welke periode van de geschiedenis ze geleefd hebben. Liszt dient me vaak als tussenpersoon en het is hij die Einstein naar me toegebracht heeft.
Einstein zal bijvoorbeeld zeggen: "De concepten die de mensheid heeft over tijd en ruimte zullen veranderen". Als ik me dan teveel inspan om te luisteren en te begrijpen stopt de communicatie.
Op een dag heeft hij me ook gezegd dat wij een gespleten bewustzijn hebben dat zal evolueren naar een versmolten vorm, hetgeen ons zal toelaten een juister oordeel te vormen. Ik heb deze uitspraak onmiddellijk genoteerd, hopende hier langer naar behoefte over te kunnen nadenken.
Wat mij bevalt bij Einstein is zijn liefde voor kinderen. Hij heeft me een keer gezegd dat hij graag met kinderen zou werken: "Ze hebben een nieuwe intelligentie. Ze is niet vervormd door de moderne onderwijssystemen, die de neiging hebben het denkvermogen van individuen te doen afwijken. Op het ogenblik hebben de onderwijssystemen als doel grote hoeveelheden informatie te gieten in geesten die nog in vorming zijn, zonder hun de tijd te geven om adequaat te assimileren en te reflecteren."
Dit lijkt hem zeer dwars te zitten, maar men moet begrijpen dat de opvoeding een van zijn voornaamste interesses is en dat hij gelooft dat de toekomst van de mensheid erop gebaseerd is.
Hij schijnt ook maar een povere opinie te hebben over onze aardse intelligentie. Hij heeft me een keer gezegd dat er op aarde maar tien mensen leven die écht kunnen denken en de denkprocessen gebruiken die ter beschikking zijn van mensen met een normale intelligentie.
Een tijdje geleden, toen Bertrand Russell overleed, zei hij me dat er nu nog maar negen denkers over waren, die naam waardig. Hij heeft mij hun namen niet verteld - en dat is misschien maar goed ook.
Op een dag heb ik hem, zeer timide, vragen gesteld over de ruimte. Hij draaide zijn snor tussen zijn vingers en zei:
"In één zin bevindt alles zich op één plaats, en in een andere zin is de ruimte oneindig. En dát is een schijnbare tegenspraak, zoals er zo veel zijn." En hij voegde er verder aan toe: "Eén keer dat we de natuur van de ruimte begrepen hebben zal het reizen door de ruimte voor ons gemakkelijker worden.
Deze notie is zo moeilijk te begrijpen dat ik er eindeloos heb zitten over piekeren, zonder dat deze kwestie me duidelijker werd. Het enige dat ik kan doen is afwachten en zien wat er komen gaat.
Soms wenste ik dat een bandrecorder hun stem kon registreren op dezelfde wijze als ik dat doe. Dan zou ik, in plaats van te proberen zeer moeilijke en gecompliceerde zaken op te schrijven, ze op een perfecte wijze kunnen opnemen en ze dan doorgeven aan personen die de noodzakelijke intelligentie hebben om er gebruik van te kunnen maken.
Soms doe ik moeite om alles wat ze me zeggen op te schrijven. Dat is een lastig werk, vooral wanneer de communicatie niet goed door komt. Bij Einstein komt het eerder maar middelmatig door.
Op een dag in de lente van 1967, gaf hij mij een vergelijking die, zo legde hij uit, een verzameling van 60 variabele vergelijkingen inhoudt in twee groepen van 30 vergelijkingen elk: een dalende groep en een stijgende groep.
S(Q)R=α
S=sequentie, Q=quantiteit, R=relatie (rapport)
En dit heeft hij me gedicteerd:
"S kan beschouwd worden als het verloop van de tijd voorstellend (de geschiedenis). Q kan de manifestatie van de levenskracht voorstellen (de Schepping). R kan de variabele factoren voorstellen (de condities van de schepping).
"S gaat doorheen Q, dat wil zeggen dat de tijd doorheen de schepping gaat, die onderworpen is aan de fluctuaties van het energetisch quotiënt, dat opereert volgens ritmische frequenties, zoals een gigantische polsslag die het leven doorheen het ganse universum animeert.
"De delicate kwestie van de resulterende dominantie op de loop van de evolutie, door een originele primordiale impuls, kan slechts in detail bediscussieerd worden wanneer de secundaire factoren in overweging genomen worden. Geen enkel facet van de natuur kan gescheiden worden van de eerste impuls die een oneindige ketting van reacties in beweging zet.
"Deze reacties kunnen soms gecontroleerd worden, of onderbroken, of zelfs definitief stop gezet. Sommige processen kunnen herhaald worden, omgekeerd of occasioneel herroepen.
"Dát zijn vraagstukken die een geoefend denken noodzakelijk maken en tevens een uitputtend onderzoek vereisen.
Op dat moment werd het contact met Einstein verbroken en nam sir Donald Tovey (een van haar gidsgeesten KK) zijn plaats in om te dicteren, volgens dezelfde lijnen van redenering, en ik denk dat het de moeite is om hier door te geven wat hij gezegd heeft tot welzijn van geesten die meer verlicht zijn dan de mijne en die deze zinnen kunnen overdenken:
"Er zijn, zoals men zou kunnen geloven, geen twee creatieve aspecten, dat wil zeggen: mannelijk en vrouwelijk, maar slechts één: de vitale Scheppingsenergie, die zich verdeelt en onderverdeelt om een veelvoud van vormen en formaties van materie te produceren.
"Elke manifestatie van vorm of geluid is het binnendringen van een vitale Energie, vanuit zijn zuivere monotype in een verdeeld schema. Het Leven of de vitale Energie is eenvoudig, totaal, zonder vorm, zonder geluid, en krachtiger dan al zijn effecten en manifestaties samen. Het is de enige vitale essentie die absoluut compleet is. Alle manifestaties zijn incompleet of zijn partiële uitdrukkingen van dat wat nooit volledig kan uitgedrukt worden anders dan in zijn eigen termen.
"Het is het onbegrijpelijke - en nochtans perfect begrijpelijk - welk 'God' genoemd kan worden, het fundamentele Wezen, absoluut en eeuwig.
"Deze definitie mag formeel lijken en te duchten voor hen die de gewoonte hebben het beeld van een persoonlijke God te cultiveren. Nochtans is dit zelfde Wezen geëngageerd in een hoogst persoonlijke modus operandi met elk van de menselijke wezens. Het motiveert elk bestaan en richt zijn aandacht, onverdeeld en onophoudelijk, op elk deel van de schepping, vanaf de grote lichtsferen en de energie-bronnen tot aan de kleinste bloem op aarde die haar blaadjes openvouwt. Het is het wonderbaarlijke Wezen die het aantal haren op een hoofd kan tellen, wat ook het belang van die haardos moge zijn, en die het vallen van een mus opmerkt.
"Het is het Wezen van totaal-mededogen en totale-autoriteit waarvan de luister onvoorstelbaar is, waarvan de majesteit onbeschrijflijk is, en waarvan het bewustzijn, dat elk ding omhelst, oneindig is. 'Het': de onbekende van alle kennis, de onbereikbare die alles kan bereiken.
"Zijn werkelijke essentie is de vitale Energie die onophoudelijk functioneert om het Leven te doen voortduren. Zij straalt de kwaliteiten uit van perfecte orde, evenwicht, harmonie en gezondheid. Zij werkt constant aan het herstel en het vernieuwen van de systemen in de natuur wanneer die verstoord zijn door de oncontroleerbare grillen van de energieën die zij hebben losgemaakt en aan wie de vitale Energie een autonomie van expressie heeft toegestaan.
Vanwege zijn eigen natuur, is deze vitale Energie vrij, vermits zij niet onderworpen is aan enige begrenzing, en, daar zij de enige vitale energie is, wordt zij niet door enige tegengestelde kracht gedomineerd (want die bestaat niet).
"Men kan bijgevolg begrijpen dat deze absolute vrijheid de karakteristieken van sommige van haar attributen aan een groot deel van haar scheppingen toestaat, en dat, bij die scheppingen die geen totale kennis bezitten, er frequente afwijkingen zijn in de harmonie van het functioneren.
"Deze afwijkingen veroorzaken het ontstaan van conflicten, van misvormingen, van verwarringen, van denkproblemen, op het niveau van lichaam en geest en bijgevolg het ontstaan van lijden.
"Het onderzoek, op een intelligente manier, van de psycho-mentale aspecten van het menselijk wezen zal de sleutel brengen voor een groot aantal problemen: onaangepastheid, slechte gezondheid en conflicten tussen mensen. Het groter wordende begrip zal de religiositeit doen verdwijnen, die dikwijls slechts een verdediging inhoudt van hen die angst hebben.
"Zij die niet weten hoe ze moeten redeneren of zij die sceptisch zijn, zullen niet gewillig nieuwe ideeën aanvaarden. Ze zijn gevangenen van zichzelf. Maar de vrije geesten - waarvan er helaas veel te weinig zijn in onze tijd - zullen capabel zijn om nieuwe feiten te begrijpen en te handelen in functie van de mogelijkheden die deze hen bieden.
"Dit zal de evolutie van sommige pionier-geesten inhouden die nieuwe wegen zullen openen die gevolgd zullen worden door de anderen wanneer ze zien dat deze nieuwe wegen voldoende afgebakend zijn.
"Een groot deel van de mensen zal zich niet engageren voor ze zeker zijn dat het gros van het volk dat zal doen.
"De mensheid bezit een soort fierheid die haar ertoe brengt het ridicule te vrezen en de rangen dun gezaaid te maken van hen die de morele kracht hebben om de spot te verdragen van de onwetenden, van mensen die te kwader trouw zijn, van zichzelf vervuld en angstig.
"En er zullen ook altijd degenen zijn die niet kunnen of niet willen begrijpen. En de dreiging van deze Filistijnen zou bepaalde personen kunnen doen aarzelen om aan de wereld nieuwe en ongewone ideeën en ervaringen voor te stellen.
"Dit zou de ontwikkeling kunnen schaden van de communicatie tussen de wereld van de geest en de wereld van de materie, en schade toebrengen aan de kennis die zou kunnen bekomen worden door het ijverig toepassen van dit gegeven.
"In werkelijkheid vertoont deze houding van extreem scepticisme momenteel tekenen van evolutie, maar er zijn nog heel veel geesten die geworteld zijn in vaststaande concepten.
"Van de andere kant is het ook gevaarlijk te gemakkelijk te geloven. Maar de gelovige is, krachtens zijn gedisponeerd zijn om te geloven, geschikter om de waarheid te ontvangen dan de ongelovige.
"Degenen die het meest vatbaar zijn om de vooruitgang in uw wereld af te stoppen zijn de verstokte sceptici die ervan overtuigd zijn dat hun onveranderlijk intellectualisme een zeker en onfeilbaar oordeel te kennen geeft.
"Tot besluit, een woord aan de wijzen, of, misschien op een simpelere manier, aan hen die het niet zijn.
"Het onderzoek van de psychische faculteiten alsook van de mentale mogelijkheden is een delicaat proces dat de grootste voorzichtigheid noodzakelijk maakt, het grootste geduld en de grootste volharding. Rome werd niet op één dag gebouwd, noch de Everest beklommen in een uur. Zelfs indien het succes niet bereikt wordt bij de eerste pogingen bewijst dat niet dat het onmogelijk zou zijn deze mysteries binnen te dringen en er de geheimen van prijs te geven.
"Wanneer we ons wenden naar voorbije tijden, kunnen we een repetitief schema ontdekken in de geschiedenis van de mensheid, een opnieuw verschijnen van scenes die ons tot de observatie kunnen leiden dat we in het rond draaien, en, daarenboven, in vreselijk vicieuze cirkels. Maar, gezien de realisaties van de mens in de twintigste eeuw, ben ik bereid te geloven dat deze cirkels niet zullen ophouden zich uit te breiden, zich uitstrekkend in tijd en ruimte, op een manier die lijkt op de rimpels die de impact van een voorwerp in het water maakt.
"Ik denk dat onze concepties, in alles wat dit inhoud, niet zullen stoppen met groeien om nieuwe ervaringen en ideeën te kunnen omvatten. Ik weet dat het menselijk bewustzijn in spiralen naar de hoogste toppen cirkelt die ooit bereikt zijn in de ganse geschiedenis van de mensheid.
"Maar deze technische realisaties zijn gevaarlijk, als ze tenminste niet in evenwicht gehouden worden door extra aandacht voor de problemen die ze zouden kunnen veroorzaken."
Hij had nog lang kunnen doorgaan, maar op dit punt gekomen voelde ik mij ongelukkig genoeg te moe om verder te noteren wat hij nog te zeggen had.[...]
11-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Zowel Paul Davies als Richard Swinburne wijst het idee van een multiversum af. De natuurkundige en kosmoloog Davies schrijft dat 'het een open deur is dat in een oneindig universum alles zal gebeuren wat kan gebeuren'. Maar dit is helemaal geen verklaring. Als we proberen te begrijpen waarom het universum levensvriendelijk is, zijn we niet geholpen wanneer ons wordt verteld dat alle mogelijke universa bestaan. 'Net als een donderbus verklaart het alles en niets.' (een donderbus was een vuurwapen dat in alle richtingen tegelijk vuurde en dus altijd wel iets raakte, vandaar de beeldspraakKK) Hiermee bedoelt hij dat het een loze bewering is. Als we zeggen dat de wereld en alles eromheen vijf minuten geleden ontstond, met onze herinnering aan ons eigen leven en het bewijs voor alle gebeurtenissen die duizenden jaren geleden plaatsvonden, dan kan onze bewering niet worden weerlegd. Het verklaart alles en tegelijkertijd niets. Een echte wetenschappelijke verklaring, stelt Davies, lijkt op één zuiver gemikte kogel. Het idee van een multiversum vervangt de rationeel geordende, werkelijke wereld door een oneindig ingewikkelde, raadselachtige poppenkast en maakt de gehele notie 'verklaring' volstrekt betekenisloos. Ook Swinburne is net zo stellig in zijn afwijzing van de multiversumtheorie: "Het is grotesk om een biljoen (volgens sommige theorieën zelfs 10⁵⁰⁰ KK )(causaal ongebonden) universa te postuleren om de eigenschappen van één universum te verklaren, terwijl het postuleren van één enkele entiteit (God) de klus zal klaren. (Antony Flew: "God bestaat wel")
10-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (1)
Hoe staat het met drinken van groene thee? Vroeger liet ik de thee lang trekken om er zoveel mogelijk 'anti-oxidanten' uit te halen... Ten eerste is dat van die anti-oxidanten een onderwerp van discussie en ten tweede wordt de thee bitter en bijzonder onsmakelijk. Sinds ik een paar duurdere soorten uitgeprobeerd heb en mij gaan informeren ben op het web, drink ik thee zoals de Chinezen en Japanners het doen. http://www.o-cha.com/brewing-gyokuro.htm De verhouding thee en water moeten goed zijn en het theewater mag niet te heet zijn! Voor dure soorten als Gyokuro zelfs maar tussen de 50°-60°. En dan de tijd dat ge hem laat trekken. De eerste keer maar anderhalf minuutje, de tweede keer maar een klein half minuutje, en dan altijd een half minuutje bij voor de derde, vierde en zelfs vijfde keer. En dan krijgt ge een scala van zeer subtiele smaken! Maar dan moogt ge er natuurlijk geen suiker of citroen bij doen, want dan verpest ge het ook. En zo wordt zelfs de goedkoopste groene thee: de 'gunpowder', drinkbaar!
09-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)
Een van mijn favoriete liederen uit Mahler's 'Des Knaben Wunderhorn' heet: "Des Antonius von Padua Fischpredigt"
De kerk is leeg en Antonius gaat naar de stroom en preekt voor de vissen, die allemaal komen om te luisteren, maar behept zijn met menselijke eigenschappen en tenslotte weer weg zwemmen en de preek vergeten. Ik heb het lied zelf dikwijls gezongen: hier de versie van Dietrich Fisher Dieskau, die onlangs overleden is: https://www.youtube.com/watch?v=Qp7XKITHJ5o Dit is de tekst:
Des Antonius von Padua Fischpredigt
Antonius zur Predigt Die Kirche findt ledig. Er geht zu den Flüssen und predigt den Fischen;
Sie schlagen mit den Schwänzen, Im Sonnenschein glänzen.
Die Karpfen mit Rogen Sind allhier gezogen, Haben d'Mäuler aufrissen, Sich Zuhörens beflissen;
Kein Predigt niemalen Den Karpfen so g'fallen.
Spitzgoschete Hechte, Die immerzu fechten, Sind eilend herschwommen, Zu hören den Frommen;
Kein Predigt niemalen Den Hechten so g'fallen.
Auch jene Phantasten, Die immerzu fasten; Die Stockfisch ich meine, Zur Predigt erscheinen;
Kein Predigt niemalen Den Stockfisch so g'fallen.
Gut Aale und Hausen, Die Vornehme schmausen, Die selbst sich bequemen, Die Predigt vernehmen:
Kein Predigt niemalen den Aalen so g'fallen.
Auch Krebse, Schildkroten, Sonst langsame Boten, Steigen eilig vom Grund, Zu hören diesen Mund:
Kein Predigt niemalen den Krebsen so g'fallen.
Fisch große, Fisch kleine, Vornehm und gemeine, Erheben die Köpfe Wie verständge Geschöpfe:
Auf Gottes Begehren Die Predigt anhören.
Die Predigt geendet, Ein jeder sich wendet, Die Hechte bleiben Diebe, Die Aale viel lieben.
Die Predigt hat g'fallen. Sie bleiben wie alle.
Die Krebs gehn zurücke, Die Stockfisch bleiben dicke, Die Karpfen viel fressen, die Predigt vergessen.
Die Predigt hat g'fallen. Sie bleiben wie alle.
Vertaling:
Sint Antonius komt om te preken, maar vindt de kerk leeg. Hij gaat dan maar naar de rivier om voor de vissen te preken; die slaan met hun staarten, die in de zon glinsteren. De karpers met hun kuit zijn allemaal naar hier gekomen, met hun monden wijd open, aandachtig toehorend. Geen preek heeft de karpers ooit zo bevallen. De snoeken met hun spitse muilen, die altijd maar vechten, zijn hier ijlings naar toe gezwommen om de vrome man te horen preken. Geen preek heeft de snoeken ooit zo bevallen. En ook die fantasten, die altijd maar vasten - ik bedoel: de stokvissen - zijn ook te voorschijn gekomen voor de preek. Geen preek heeft de stokvissen ooit zo bevallen. Goeie alen en steuren, die voorname slempers, verwaardigen zich om de preek te beluisteren. Geen preek heeft de alen ooit zo bevallen. Ook krabben en schildpadden, anders zulke trage boten, stijgen ijlings van de bodem op, om naar deze stem te luisteren. Geen preek heeft de krabben ooit zo bevallen. Grote vissen, kleine vissen, voornaam en gemeen, heffen allemaal hun koppen op als verstandige creaturen: omdat God het verlangt luisteren ze naar de preek. Als de preek gedaan is, keert iedereen zich om; de snoeken blijven dieven, de alen blijven grote minnaars. De preek heeft hen bevallen, maar ze blijven wat ze waren. De krabben gaan achterwaarts, de stokvissen blijven dik, de karpers vreten zoveel als ze kunnen, de preek is vergeten. De preek heeft hen bevallen, maar ze blijven zoals ze altijd geweest zijn.
08-07-2012, 00:00
Geschreven door Karlkraus Reageren (0)