Sommige landen, waaronder Duitsland, Hongarije en Zwitserland, rekenden in het verleden ook 15 mei (ook wel aangeduid als koude Sophie) nog tot de IJsheiligen. Dat dateert uit de elfde eeuw, toen Sophie beschermelinge van de vorst was. In het Alpengebied werden indertijd op die dagen vuren ontstoken ter bescherming tegen de vorst.
Wat is er toch in den moestuin te doen? Wat zijn ze aan het kibblen en kijven! De boonen en erwten zijn kwaad op elkaar En denken dat altijd te blijven.
De wortelen brommen:"Het weer is te droog, Er moest eens wat regen komen." Een komkommer zegt:"Ik ontbeer hier de zon", En is daar boos over aan 't boomen.
Een koolraap hoort alles stilzwijgend aan En denkt:"Waartoe al die zorgen? De menschen eten ons toch maar op, Is 't vandaag niet, dan toch zeker morgen!"
Zou je niet liever naar binnen gaan, binnen gaan Kind je wordt helemaal nat. Waarom blijf jij in de regen staan, regen staan Kom in de kamer, mijn schat.
Meiregen maakt dat ik groter word, groter word Groot zijn dat wens ik zo zeer. Moederlief was ik maar groot genoeg, groot genoeg 'k Stond in de regen niet meer.
't Knaapje zag een roosje staan, 't Roosjen op de heide, 't Had zoo'n keurig kleedjen aan Snel is hij er heengegaan, 't Was of het hem beidde. Roosje, roosje, roosje rood, Roosjen op de heide!
't Knaapje zei:"Ik pluk u af. Roosjen op de heide!" 't Roosje zei:"Ik weer u af En ik prik u voor uw straf; Wilt gij, dat ik lijde?" Roosje, roosje, roosje rood, Roosjen op de heide!
En het knaapje brak 't Roosjen op de heide! 't Roosje weerde zich en stak; Maar de knaap rukt van den tak 't Roosjen op de heide. Roosje, roosje, roosje rood, Roosjen op de heide!