Ik ben Camiel
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 14/06/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, politiek, schrijven, litteratuur, toneel, kletsen, de tijd nemen....
Het leven is veel te kort om te kniezen en te treuren en ook na 50 valt er nog heel wat te beleven en te ontdekken
Hasta la victoria siempre!
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Een dwarse en muzikale kijk op het leven
Het leven wordt pas mooi na 50 want niets moet nog en alles mag!
18-05-2011
Mijn Muziek-Canon 15
1964 - The Rolling Stones: The Rolling Stones
1964 was het jaar van de doorbraak van die andere 'monstres sacrés' van de rock in de sixties, The Rolling Stones. In 1963 hadden ze met 'Come On' en 'I wanna be your man' (nota bene een Lennon/McCartney compositie) al 2 kleinere hitjes gehad in thuisland UK. Het componistenduo Jagger/Richards moest toen eigenlijk nog geboren worden. The Stones was toen een groep die bijna uitsluitend covers speelde van blues- en r&b-nummers maar ze deden het wel op hun geheel eigen manier: wild en opwindend.
Met als producers hun toenmalige manager Andrew Loog Oldham en Eric Easton doken ze begin 1964 de studio in voor de opname van een reeks nummers waaruit hun eerste LP, met als titel in de UK 'The Rolling Stones', zou voortkomen. Uit die sessies kwam ook 'Not fade away', hun doorbraaksingle in de UK. Het zou een nummer 3 worden. Gek genoeg staat dat nummer niet op hun eerste UK-LP maar wel op hun eersteling in de US die de titel 'England's Newest Hitmakers' meekreeg.
De 12 nummers op 'The Rolling Stones' zijn een verzameling uitstekende covers zoals 'Route 66', 'I'm a King Bee', 'Honest I Do' et j'en passe, aangevuld met 1 Jagger/Richards compositie, 'Tell Me' (dat enkel in Nederland een redelijke hit werd) en 'Now I've got a Witness' en 'Little by Little', 2 Nanker Phelge composities (Nanker Phelge was een pseudoniem voor de voltallige groep)
Als muzikanten zijn ook Gene Pitney (piano op 'Little by Little), Phil Spector (co-auteur van en maracas op datzelfde 'Little by Little) en uiteraard Ian Stewart die instond voor orgel en piano op de rest van de nummers, te horen.
We blijven nog eventjes hangen in 1963 met The Beatles, de groep die de pop- en rockmuziek grondig door elkaar zou schudden en de sixtis volledig zou overheersen.
De groep had met 'Please Please Me' en 'Love Me Do' al twee hitjes gehad in de UK. Op dat ogenblik was zo goed als iedereen er van overtuigd dat hun succes van voorbijgaande aard zou zijn en dus wou hun platenmaatschappij Parlophone dat succes zo snel mogelijk verzilveren met een eerste LP en dat werd dan 'Please Please Me'.
Oorspronkelijk was het producer George Martin's bedoeling de LP live op te nemen in de Cavern, de club in Liverpool waar The Beatles zowat het huisorkest waren. Om technische redenen besloot Martin dan toch maar de EMI studios aan Abbey Road te gebruiken voor de opname. Het mag dus niet verbazen dat de 14 nummers op 'Please Please Me' een neerslag zijn van het toenmalige live-repertoire van de groep.
Op 'Please Please Me' staan maar liefst 8 composities van Lennon/McCartney. Naast de hitjes 'Please Please Me' en 'Love Me Do' zijn daar ook 'I Saw Her Standing There' en 'P.S. I LoveYou' bij. Verder vinden we er ook 'Anna (Go To Him)' van Arthur Alexander op terug. Deze Alexander was een grote invloed op John Lennon's manier van zingen. Een andere cover was 'Twist and Shout' dat zou uitgroeien tot één van de Beatles-klassiekers en dat vooral dankzij de zang van Lennon.
Merkwaardig genoeg werd de LP als dusdanig pas in 1987 in de US uitgebracht. De meeste nummers zijn wel terug te vinden op de LP's 'Introducing...The Beatles' (Vee-Jay Records 1964) en op 'The Early Beatles' (Capitol Records 1965).
In de loop van deze Muziek-Canon zullen we The Fab Four nog geregeld tegenkomen.
Met de single 'Almost' en de daaropvolgende EP 'Today was a good day' maakte The Monotrol Kid (ofte Erik Van den Broeck) in 2009 zijn blijde intrede in Muziekland. Waar hij op die EP nog bijgestaan werd door zijn toenmalige vriendin Anne, dan doet hij het nu, goed anderhalf jaar later, op zijn net verschenen full-cd 'What about the Finches' helemaal solo. Zoals hij het zelf stelt: "Eén repetitiehok, 3 microfoons, 1 gitaar en 1 stem, daarmee zou het moeten kunnen lukken."
En of het gelukt is? Het antwoord is een volmondig: "Ja". Op 'What about the finches' staan 10 sterke tot ijzersterke songs die, naarmate je ze meer beluisterd, steeds sterker worden en dat zonder technische studio-liflafjes wat tegenwoordig schering en inslag is. Wat mij betreft kan dit album rustig naast het betere werk van pakweg Elliott Smith staan. Neen, de vrolijkste van de klas zal de Kid wel nooit worden maar bij iedere beluistering (en ik ben, terwijl ik dit schrijf, al aan mijn vijfde toe) lijkt het wel of hij de songs ter plekke verzint. Zou al deze tristesse misschien iets te maken kunnen hebben met de breuk met zijn muzikale en levenspartner Anne? Hoe dan ook is het zijn verdienste dat hij die tristesse weet om te zetten in songs die het eeuwige verhaal vertellen van aantrekken en afstoten en afscheid nemen.
Als ik toch twee nummers moet kiezen die er ietwat bovenuit steken, dan zijn dat wat mij betreft het openingsnummer 'Greenville' dat je als luisteraar meteen in de goeie mood brengt en 'The horse ride'. Slechts één klein minpuntje, op een voor de rest zeer evenwichtig en hoogstaand album, en dat is 'The devil song' waarin hij al het venijn er iets te dik oplegt.
Nu maar hopen dat deze songs door bijvoorbeeld Radio 1 opgepikt worden of is dit ijdele hoop?
Toen op 16 september 1963 het album 'Surfer Girl' van The Beach Boys het daglicht zag, had de groep wel al enkele kleinere hitjes gehad en 2 studio-albums uitgebracht, maar dit derde album betekende toch hun definitieve doorbraak en de ontbolstering van Brian Wilson als songschrijver en producer. Met het titelnummer 'Surfer Girl' haalden zij in de US de nummer 7 en b-kant 'Little Deuce Coupé' bereikte nummer 15. Merkwaardig genoeg werd het album in de UK slechts in 1967 uitgebracht.
'Surfer Girl' schreef Brian Wilson al op zijn 19de en daarmee was het één van de eerste songs die hij ooit componeerde. Met 'In My Room' stond op dit album ook voor de eerste keer een Brian Wilson-song die zeer persoonlijk getint was. Op dit album blijven zij ook nog trouw aan hun singles die op de ene kant een "surf"-song en op de andere een "car"-song hadden.
Het album bevat 12 heerlijke, zonnig klinkende popsongs waarvan de langste slechts 2 minuten 27 seconden duurt.
Arundhati Roy (Indiase activiste en auteur in MO* van Mei 2011):
Ik wil de consumerende klasse duidelijk maken dat ze het over een andere boeg moet gooien. Ik wil de leugens van de middenklasse ontmaskeren. Telkens er een rivier afgedamd, een woud gekapt of een dorp onteigend wordt, komt men af met het argument dat dat nodig is om het land te ontwikkelen en armoede te bestrijden. In werkelijkheid is die destructieve ontwikkeling alleen in het kortetermijnbelang van diegenen die steeds meer electriciteit of spullen verbruiken. Wie echt iets wil doen in de naam van de armen, moet niet méér verbruiken maar de verspilling stoppen. Dat zou de ruimte creëren voor een ontwikkeling die door de armen zelf gekozen en beheerd kan worden. Zo'n radicale ommezwaai ontstaat niet door als individu biologisch te eten of natuurkatoen te dragen. Die obsessie met persoonlijke correctheid is een vorm van maatschappelijke anorexie: omdat je geen controle krijgt op het systeem buiten jezelf, ga je obsessief toezien op je eigen gedrag. er zullen altijd tegenstrijdigheden zijn in ieders leven. (...) Het is nooit een pure kwestie van persoonlijke deugdzaamheid, maar van beleid.
(...)
We moeten niet zozeer een blauwdruk bedenken voor een toekomstige regeervorm, maar wel een aangepaste vorm van verzet tegen de dominante structuren en verhalen van vandaag. (...) De politiek vertegenwoordigt niet het volk maar de zakenbelangen van een kleine elite.
Het Duitse Model.
"De vaste werknemer verdient 15 euro per uur om de linkerdeur van een auto te monteren, de uitzendarbeider 8,5 euro voor de rechterdeur."
" 6,5 miljoen werknemers in Duitsland werken aan netto-uurlonen van vier tot zes euro."
Als het van VOKA en Bart De Wever's N-VA afhangt is dit ook voor Vlaanderen de toekomst.
De crisis is voorbij.
"Als één op de vijf Amerikanen zo arm is dat hij om voedselhulp mag vragen, is het een raadsel waar het economisch herstel zich bevindt."
De Waarde van Niets (Raj Patel).
De schittering van de vrije markt heeft ons blind gemaakt voor andere manieren om de wereld te zien, betoogt de Amerikaans-Indiase bestsellerauteur Raj Patel.
Tegenwoordig kennen mensen van alles de prijs maar van niets de waarde (Oscar Wilde)
Vanaf 27 mei 1963 zou muziek, en niet enkel muziek, nooit meer zijn als voorheen want toen werd het tweede album van een nu bijna zeventigjarige jongeman genaamd Bob Dylan (°24 mei 1941) op de wereld losgelaten. Was zijn eerste titelloze album nog haast onopgemerkt voorbijgegaan (weet je, één van die vele folkies...), dan sloeg deze tweede in als een bom. toch scheelde het niet veel of dit album was er nooit gekomen want na dat eerste, geflopte, album wou CBS het contract met Dylan verbreken. Het was dankzij de vasthoudendheid van John Hammond dat de plaat er toch kwam.
De opnames namen een dik jaar in beslag en er waren meer outtakes dan er nummers op de plaat terecht gekomen zijn. al die outtakes zijn later wel weer opgedoken op één of andere bootleg of op de officiële 'Bootleg-series'.
Was het eerste album nog grotendeels gevuld met covers dan stonden er op deze 'Freewheelin'' maar liefst 12 eigen nummers. Dylan had als songschrijver op één jaar tijd een meer dan opmerkelijke progressie gemaakt. Hij had natuurlijk het talent maar zonder zijn toenmalige vriendin Suze Rotolo (overleden in februari van dit jaar) zou zijn evolutie lang niet zo snel gegaan zijn waarschijnlijk. Suze kwam uit een communistisch nest en dat in de McCarthy periode in de VS. Suze is het meisje op de cover van het album waarmee Dylan over straat loopt. We hebben het grotendeels aan Suze te danken dat Dylan op zeer korte tijd uitgroeide tot de 'stem van een generatie' (titel die hij zelf verafschuwde).
'Blowin' In The Wind', 'Girl from the North Country', 'Masters of War', 'A Hard Rain's Gonna Fall' en 'Don't Think Twice, It's All Right' zijn 5 nummers (van de 13) die uitgegroeid zijn tot tijdloze klassiekers. Ook de andere nummers op het album staan op een toen (en ook nu nog) ongeëvenaard niveau.