alles over asten van toen tot thans Alles over Asten.
05-12-2008
'We willen een keer zekerheid hebben'
door Daniëlle Vink. donderdag 04 december 2008
ASTEN - Ze wonen prachtig. De driehonderd jaar oude boerderij aan de Oostappensedijk in Asten heeft nog veel karakteristieke elementen. Naast het huis grazen twee ezeltjes en het is er op deze koude middag doodstil. Aan de horizon heerst echter bedrijvigheid. Zo'n vijfhonderd meter achter het huis van de familie Goorts rukken de loodsen van het Helmondse Bedrijventerrein Zuidoost Brabant steeds verder op. De blauwe muren van de loods van Smurfit Kappa zijn slechts vijfhonderd meter ver weg. "Verder dan dit komen ze voorlopig niet" , vertelt Theo Goorts. "Maar als de plannen van een bedrijventerrein op Diesdonk doorgaan dan wonen we straks midden tussen de zware industrie. Dan zullen ze het hier wel afbreken." De bewoners van de Oostappensedijk leven al lang in onzekerheid. Al veertig jaar zijn er plannen om het Helmondse bedrijventerrein door trekken tot de A67. " Toen we hier twintig jaar geleden in het huis van mijn tante zijn gaan wonen wisten we vaag van de plannen, maar echt concreet was het toen niet", vertelt Maria Goorts. In die jaren zagen ze de horizon echter veranderen van boerenland tot bedrijventerrein. De plannen om het gebied door te trekken over het grondgebied van Asten zijn echter nog steeds onderwerp van studie, met veel gevolgen voor de huidige bewoners. "Een paar jaar terug stond het huis van de buren te koop. Veel kopers haakten uiteindelijk af omdat het onduidelijk is wat er in de toekomst hier gaat gebeuren." Er gloort echter hoop voor de familie Goorts. Het bos ten oosten van het bedrijventerrein op het grondgebied van Helmond komt steeds nadrukkelijker in beeld als alternatieve uitbreidingsplek. "Dat zou betekenen dat ik na mijn pensioen kan blijven genieten van de buizerds die hier 's ochtends rondvliegen", verzucht Theo Goorts. "Als ze dat bos dan herplanten langs de Astense Aa zodat we niet meer op die loodsen kijken is het helemaal mooi." Voorlopig is echter nog niets zeker. Maar er heerst optimisme. " Zowel wij als de buren hebben recentelijk ons rieten dak vervangen. Hierachter zijn net nieuwe varkensstallen gebouwd en verderop wordt een boerderij grondig verbouwd om er een bed en breakfast van te maken", somt Goorts op. "Dat zouden we niet allemaal doen als we dachten dat het hier plat zou gaan." Waar Diesdonk volgens Goorts echter vooral behoefte aan heeft is zekerheid. "De gemeente Helmond heeft inmiddels overal om ons heen grond gekocht. Dan ga je je toch zorgen maken."
Ook een boompje valt te trainen
door Johan Otten. maandag 29 september 2008 | 02:45 | Laatst bijgewerkt op: maandag 29 september 2008 | 10:10
Tekstgrootte
Belangstellenden kregen dit weekeinde in Asten uitleg over zaken als snoeien, voedsel, gereedschap en potten. foto Ton van de Meulenhof
ASTEN - De hoeveelheid werk die je ermee hebt valt best mee, zegt een van de hobbyisten op de bonsaidagen in het Museum Asten. Hij heeft 35 van die miniboompjes staan, en met een uurtje of vijf in de week is-ie qua verzorging een aardig eind op scheut. Nee, veel tijd heb je voor een bonsai niet nodig. Geduld daarentegen des te meer.
Al past de bonsaikweker kunstgrepen toe om zijn doel te bereiken, de 'boom in pot' letterlijke vertaling van bonsai gehoorzaamt ook aan de wetten van de natuur. En de natuur kun je maar tot op beperkte hoogte beïnvloeden. Een dikke, knoestige stam valt bijvoorbeeld niet in korte tijd af te dwingen. De bonsai moet zich rustig kunnen ontwikkelen, jaar na jaar. Sommige zijn al eeuwenoud.
De presentatie en demonstratie in Asten is een activiteit van de Bonsaivereniging Noord- en Midden-Limburg.
Voorzitter Ries Groenendijk en andere mensen van deze club geven het publiek met plezier uitleg over hun passie. Ze maken duidelijk dat je in principe van elke houtachtige een bonsai kunt maken, maar dat de ene soort zich er toch meer voor leent dan de andere. Een appelboom? Het kan, er zijn technieken om het blad wat te verkleinen. Maar de vruchten en bloemen blijven groot, dus het meest ideale is 't niet. Een berk is moeilijk, een wilg kan wel, maar die houdt het niet zo lang vol. Azalea's, naaldbomen, buxus: sommige soorten zijn door hun vorm of aard favoriet.
Wat het ideaal is waarnaar de bonsailiefhebber streeft? Het ligt er maar aan welke liefhebber je pakt, denkt Groenendijk. "De ene kweker houdt strak vast aan de oude Japanse stijlen, waar elk takje precies op de juiste plaats moet zitten. De ander is meer voor de Europese stijl, waar de regels vrijer zijn. Het is heel persoonlijk."
De miniatuurtjes krijgen hun vorm door snoeien (van blad, takken en wortels) en regelmatig verpotten. Met draden worden takken in de juiste richting geleid om het effect te geven van een natuurgetrouwe boom. Dat moet af en toe worden herhaald: "De takken hebben een geheugen. Je moet ze trainen om in een bepaalde stand te blijven staan."
Met bonsaiboompjes kàn veel geld gemoeid zijn. Groenendijk laat er een zien, gevormd uit een 95 jaar oude meidoorn, een boompje ergens uit een Limburgse heg. "Niet te betalen." Ernaast staat een imitatiebosje, geschatte waarde twee- à drieduizend euro.
Beginners raadt hij aan goedkoop te beginnen. Gewoon met iets dat de buurman uit zijn tuin haalt, of met iets van tien of twintig euro uit het tuincentrum. "Ga daar zelf mee aan de slag, bij de diverse bonsaiclubs zijn genoeg mentoren die graag willen vertellen hoe het moet. Als je het op die manier doet, wordt het echt iets van jezelf."
door Johan Otten. maandag 29 september 2008 | 02:45 | Laatst bijgewerkt op: maandag 29 september 2008 | 10:27
ASTEN - Op een prachtige najaarsdag werd het benefietconcert ter ere van het onfortuinlijke grandcafé-restaurant Friends in Asten gisteren een klinkend succes.
Veel muziek, een hoop publiek en een warme, vriendschappelijke sfeer: de organisatoren Dave Kluyt en Johan Vasen (van Giga Entertainment) hadden het zich niet beter kunnen wensen. Kluyt was geschokt toen eind juli een grote uitslaande brand de horecagelegenheid op de hoek van de Prins Bernhardstraat en de Logtenstraat voor een groot deel in de as legde. Hij maakte het van dichtbij mee, want hij woont boven het naast Friends gelegen restaurant Pesos. "Het gaf een heel machteloos gevoel om te zien dat goede vrienden dit overkwam. We zochten naar een manier om iets voor ze te doen." Dat werd dus een concert, een evenement waar Kluyt en Vasen in thuis zijn.
Een benefietconcert was niet speciaal nodig om de eigenaren Wim Thijsen en Rob Martens er financieel bovenop te helpen de gevolgen van de brand worden afgewikkeld via de verzekering , maar vooral bedoeld als een stevig hart onder de riem. Dat is in alle opzichten gelukt.
Al de bijval en betrokkenheid zorgde gisteren voor emotionele momenten. Een bijzonder moment was de bekendmaking door Thijsen dat de opbrengst van het concert wordt doorgesluisd naar een brandwondenstichting voor kinderen. Een deel van het geld wordt wel gereserveerd voor een beeld dat in het nieuwe Friends komt te staan.
Friends gaat half oktober provisorisch weer draaien.
Dit blog is gestart met de bedoeling zoveel mogelijk te vermeldden over mijn woon en geboorte plaats Asten. De Astenaar probeert zoveel mogelijk eigen artikelen te schrijven over Asten van " toen tot thans ". Helaas is dit niet altijd mogelijk en daarom stap ik wel eens om up to date te blijven over op geplaatste artikelen in de regionale dag en weekbladen. Ten onrechte wordt er dan onder vermeld dat deze artikelen van mijn hand komen. Ik vergeet wel eens de bron te vermelden en dat vind ik voor de betreffende schrijver cq schrijfster een uitermate vervelende zaak. Terecht wijst een mij bekende correspondente mij op dit euvel. Mea culpa. Vanaf nu zal ik zo eerlijk mogelijk blijven. Want tenslotte dienen allen een en dezelfde zaak, n.l. : Asten bij U in de belangstelling te brengen.
ASTEN - De planten groeien uit de voegen en hier en daar ontbreekt een steen. Gelegen tegenover een kroeg en met aan de achterkant een parkeerterrein lijkt het muurtje aan de Lindestraat in Asten eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Toch is het dat wel, volgens 'muurtjeskenner' van de heemkundekring Harry Verdijsseldonck.
"Het is zowat het laatste monument van Asten", benadrukt de 72-jarige Astenaar die een ware studie van het muurtje heeft gemaakt. Deze week luidde heemkundekring De Vonder de noodklok over de muur. Ooit maakte het deel uit van een zeventiende eeuwse katholieke schuilkerk. Nu is de muur verwaarloosd en als de gemeente niets doet, is de heemkunde bang dat hij omvalt. De plaatselijke politiek buigt zich eind deze maand over de gemeentelijke monumentenlijst waar het muurtje en de naastgelegen pastorie ook op staan. Verdijsseldonck hoopt dat Asten nu eindelijk werk gaat maken van de paar oude gebouwen die het dorp nog heeft. "We hebben hier de neiging om alles af te breken en er appartementen op te zetten."
Hoe oud het muurtje precies is, is lastig te zeggen. "Het rechterdeel was de voorgevel van de katholieke schuilkerk die in 1672 is gebouwd", weet Verdijsseldonck. "In 1759 is de kerk vernieuwd en kreeg de naam Onze Lieve Vrouwe van kleine Linde. Veel mensen denken dat het hier zo heet omdat er Lindebomen stonden maar de straat heeft haar naam te danken aan die kerk" , vertelt hij. Rond 1800 mochten de katholieken weer naar de kerk aan het Koningsplein. "Ze zijn er destijds zomaar uitgezet maar moesten het vervolgens wel terugkopen", klinkt de heemkundige nog steeds verontwaardigd. De protestanten verhuisden op hun beurt naar de pastorie aan de Lindestraat. De paar protestantse gezinnen die Asten rijk was, konden de naastgelegen schuurkerk niet betalen en dus werd deze in 1806 gesloopt. De muur moest volgens het koopcontract echter blijven staan en netjes worden opgemetseld zodat hij overal dezelfde hoogte had. Eeuwenlang staat de muur al zo. Hij werd door bezoekers van de tegenovergelegen disco gebruikt om tegenaan te leunen bij het zoenen en vormde de afscheiding van de tuin bij de voormalige pastorie. Ondertussen maakte de rustige straat plaats voor een doorgaande weg en veranderde de tuin in de parkeerplaats van het nieuwe winkelcentrum.
ASTEN - "Ruïnes vertellen de allermooiste verhalen." Daarvan is historica Marianne Gommans overtuigd. Omdat ze het belangrijk vindt dat die verhalen verteld blijven worden zijn er plannen om in een paviljoen tuin van het kasteel een studiecentrum voor heksenvervolging te starten.
De gemeenteraad van Asten stemde deze week in met het starten van een bestemmingsplanwijziging. Gommans, zelf woonachtig bij het kasteel, gaat nu namens de Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten, op zoek naar fondsen en subsidies om het houten paviljoen te financieren.
Als muren konden praten, hadden de deels door klimop overwoekerde muren van de kasteelruïne heel wat te vertellen. Kasteelheer Bernard van Merode startte rond 1600 een plaatselijke heksenjacht. Hij nam vijftien vrouwen uit Asten en naburige dorpen gevangen, onder wie zelfs de dienstmeid van de plaatselijke pastoor. In de kerkers van het kasteel werden de vrouwen gemarteld. Een van hen, Anna Ceelen, overleed als gevolg van de folteringen. Dit leidde uiteindelijk tot verzet in het dorp en een tik op de vingers van de kasteelheer door de schepenen van 's-Hertogenbosch. Het verhaal van de heksenvervolging spreekt ook nu nog tot de verbeelding. "We hebben hier zelfs soms nu nog bijeenkomsten van moderne heksen", vertelt Gommans. Schoolkinderen vinden het verleden van het kasteel vooral spannend. "Maar we willen hen ook meegeven dat het vervolgen van mensen omdat ze anders zijn , nog steeds actueel is." In het studiecentrum wil de stichting de kennis over heksenvervolging verzamelen. De verslagen van de heksenprocessen in Asten zijn bewaard gebleven, maar liggen in archieven in Brussel en Den Bosch. De maquette van het kasteel staat in het plaatselijke gemeentehuis en de in 2007 gevonden Baardmankruik is ergens in een depot opgeslagen. " Het zou mooi zijn om al die dingen op een plek te hebben, met een bibliotheek erbij." Een overdekte ruimte bij de ruïne is sowieso geen overbodige luxe. "Bij slecht weer hebben we geen plek om groepen op te vangen, ook is hier geen openbaar toilet", vertelt Gommans. Het kenniscentrum beperkt zich straks niet alleen tot Asten maar moet veel breder worden. "Het moet een plek worden waar mensen alles kunnen vinden over wereldwijde heksenvervolging." Wanneer het gebouw gerealiseerd wordt, is afhankelijk van de financiën. "De eerste klus is nu om het geld bij elkaar te krijgen."
Ik prijs mij gelukkig een paar vrienden te hebben die vogelaar zijn.Zij proberen mij wegwijs te maken in een doolhof van vogelsoorten en -geluiden. Met een van hen, Toon Joosten, maak ik een tochtje over de Strabrechtse Heide. Toon is niet zomaar een vogelaar. Hij is al jaren vrijwillig vogelteller bij Staatsbosbeheer. Aan hem en zijn maat André de Koning is een van de zes gebieden toegewezen waarin de hei op papier is onderverdeeld. Eens in de 14 dagen houden zij er de aanwezige vogels bij, op grond van wat zij zien en/of horen. Meestal gaat Toon 's morgens vroeg, soms 's avonds laat, als hij bijvoorbeeld wil zien hoe het ervoor staat met de nachtzwaluw. Onderzoekers van de Radboud Universiteit hebben raadselachtige miniatuur-wigwams op de hei neergezet waar zij insecten binnenlokken om te kunnen zien of het daaraan ligt dat er steeds meer nachtzwaluwen zijn.
Vandaag vertrekken we 's morgens. Om een uur of 5 fietsen we de hei op, het moment waarop de dag onverbiddelijk door de nacht breekt. Nevelslierten bedekken de velden. "Geelgors", roept Toon, als hij de tonen herkent van Beethovens Vijfde Symfonie. Ik zie vinken vliegen, maar die hoeft hij niet te noteren. Mezen, merels en piepers ook niet. Daarvan zijn er te veel om op te noemen.
Gekraagde roodstaarten daarentegen moeten wel op zijn formulier. Hij kort ze af als GKR. Deze maand worden alle formulieren van alle vogeltellers verzameld. Deskundigen van Staatsbosbeheer laten er ingewikkelde rekensommen op los om de veranderingen aan te tonen die de vogelstand dit jaar heeft ondergaan.
We leggen aan bij de vogelhut bij het Beuven. Door de nevel zien we praktisch niets. Het gekrijs van meeuwen overstemt alle andere vogelgeluiden. In een logboek staan waarnemingen van vogelaars. Sommigen menen zich flauwe grapjes te moeten permitteren, maar Rinus Manders stelt keurig uitgewerkte lijstjes samen. Rooie Rinus ken ik al lang als een bevlogen natuurman. Hij had maar één nadeel, dat hij altijd ongelooflijk naar knoflook stonk.
Met Toon fiets ik langs de Witte Loop in de richting van het Wasven. "Het mooiste stukje van de hei", volgens hem. Omdat hij vogelteller is, mag hij op plekken komen die voor normale stervelingen verboden zijn. En omdat hij mijn vriend is, mag ik met hem mee. Dat geeft de sensatie een uitverkorene te zijn. Wij fietsen over handbrede, door overwoekering met hei en gras vrijwel onzichtbare koeienpaadjes. Toon kent de weg, mijn vertrouwen in hem is volkomen. In de verte blaft een ree als een hond, maar het gaat hier om vogels. We horen de riedels van veldleeuweriken, het tikgeluid van roodborsttapuiten, de melodieuze fluit van een wielewaal en de metalige klank van blauwborsten. Soms twijfelt hij als hij van ver een vogel ziet: is dat nou een boomvalk of een koekoek? "Als ik het niet zeker weet, schrijf ik het niet op", zegt hij.
Toon constateert dat er steeds minder wulpen op de hei zitten. Vanochtend zien of horen we er geen een. Als we op een bank onze ochtendboterham eten, komt voormalig boswachter Toon Bussers eraan. Toon is blijkbaar een populaire naam onder vogelaars. De ene Toon bevestigt de andere Toon in zijn zorg om de afwezigheid van wulpen. "Vroeger wachtten de wulpen me op als ik de hei op kwam gefietst. Ze begeleidden me van het ene naar het andere territorium."
" Nee, nee, de hei is niet meer wat-ie geweest is", zegt Toon Bussers in het kader van de gedachte dat vroeger alles beter was. "Maar er zijn wel meer nachtzwaluwen dan voorheen", probeer ik. "Die boswachters van tegenwoordig zitten meer in hun kantoor dan in het veld", bromt Bussers onverstoord. Maar dan kijkt hij op. "Een havik", wijst hij.
En verder? Waarom weet ik ook niet, maar er schiet me een tegeltjeswijsheid te binnen die ik me van een kunsttentoonstelling herinner: "Lang geleden was alles kort. Kort geleden was alles lang." Zie maar wat u ermee kunt.
ASTEN - Het natuurgebiedje De Berken ten oosten van Ommel roept tegenstrijdige gevoelens op. Het is prachtig, zeker.
De Astense Aa mag er helemaal zelf bepalen hoe ze haar weg zoekt door het weelderig struweel. Dan eens naar links, dan naar rechts, de zo natuurlijke weg van de minste weerstand. Maar juist het ondergaan van zoiets moois doet des te pijnlijker beseffen hoeveel er de vorige eeuw in Brabant aan natuur is opgeofferd.
Tussen Ommel en Vlierden is in het kale beekdal die andere, ontzielde Aa te zien, maar bij de Berken ontsprong het riviertje zo'n veertig jaar geleden over een lengte van enkele kilometers de ruilverkavelingsdans. Een wandelpad volgt losjes de loop van de beek. En al is dit oude natuur, de moderne tijd is nooit ver weg. De harde rand van een maïsveld, het onophoudelijk geronk van de snelweg veel te dichtbij. Dat mis je hier het meest: een knop om die achtergronddreun uit te zetten.
Op de plek waar je alleen als voetganger verder kunt, staan de spelregels waar bezoekers zich aan moeten houden. Met een windscherm mag je er bijvoorbeeld niet in, al wil je nog zo graag. En je mag geen koopwaar aanbieden ook een eigenaardig verbod, want er valt vaak genoeg zelfs geen mens te bespeuren aan wie je iets kwijt zou kunnen.
Jaren terug kwam er wel een gezelschap van zeven jonge mensen in de Berken. In de vroege ochtend van 27 april 1944 was dat, en ze hadden de plek niet zelf gekozen. Een Duitse Messerschmidt schoot hun vliegtuig, de Lancaster ND 873 van de Britse luchtmacht, uit de hemel omlaag.
Onder eiken langs het traag bewegende stroompje wordt het verlies van hun levens herdacht. Hun namen blijven immer levend, staat er. Het monumentje is twee jaar geleden onthuld. De broers en zussen van Alfie McKay uit het hoge noorden van Schotland hebben het bezocht en een foto achtergelaten van een ingelijst portret dat waarschijnlijk bij een van hen thuis aan de muur hangt. Alfie blikt daarop vol verwachting de wereld in. Onder het portret blinken medailles op een rij. Hij zou nu 85 zijn, maar vond als 21-jarige zijn einde bij een mooie beek in Asten.
Lengte: Astense Aa totaal 22 kilometer, deeltraject De Berken 3 kilometer. Bron: Inlaat Deurnes Kanaal. Monding: Aa ten zuiden van Helmond.
Ecologische kenmerken: Ten noordoosten van Asten loopt de Astense Aa door het natuurgebied De Berken. Het landschap is hier kleinschalig, door een afwisseling van bosjes en graslanden met houtsingels. De Astense Aa heeft in de Berken nog een meanderend karakter en hier en daar (door de beek) ontwortelde bomen. Door de beschaduwing en het voedselrijke water ontbreekt de watervegetatie en ook de vegetatie langs de beek is indicatief voor deze omstandigheden. De Astense Aa is door haar natuurlijke morfologie aantrekkelijk voor met name libellen en andere macrofauna. De dagvlinders maken vooral gebruik van de natte graslanden langs de beek.
Bijzondere kunstwerken: De zandvang aan de benedenstroomse zijde van De Berken is in feite een verbreding van de Astense Aa. Daardoor daalt de stroomsnelheid en zakt het zand en slib naar de bodem.
Historie: De Astense Aa ontspringt ten zuidoosten van Neerkant en mondt bij Helmond uit in de Aa. De beek is tussen 1960 en 1970 over vrijwel de gehele lengte gekanaliseerd. De Astense AA loopt veelal door landbouwgebied, maar in enkele natuurgebieden (zoals in de Berken) is het meanderende karakter behouden gebleven.