het is nog vroeg
als de nacht eindigt en de
uil van het donkere licht
voor mij uit zweeft naar
de blauwe fontein
waar druppels
schitteren in vlagen
van de stervende
maneschijn
door knarsende kiezelstenen
schuifel ik naar de bank
gelegen aan het pad
langs de waterpartij
hier zet ik mij neder
en zie de dag traag
ontvouwen met een
schaduw aan mijn zij
deze plek van eindeloze duur
schept vreugde in een
onnoemelijk ogenblik
hier ontmoet ik de schepping
waar licht en teer ruisen
van de waterstralen
het wonder opnieuw
in mij laten dalen
|