in een strakke trui
en dito broek
loopt zij mee in het groen
ze heeft een rode blos
en wapperend haar
met een blik in haar ogen
gericht op ver mededogen
nee, ze is hier duidelijk;
een spanning, sterk aanwezig
ik voel me soms een dier
zeker in het groen
ach, je kent mij
ik zou nimmer wat doen
ze is een lopend voetstuk
en kletst al maar door
ik zie haar wel, maar
niet dat ik haar hoor
ze is een engel uit
het maagdenkoor
haar blonde, wilde haren
winden mij erg op
en al dat ander
haar borsten met name
ach alles tezamen maar ja, ik blijf koen
ik zou nimmer wat doen
o ja, het ging om
de honden
die laten we uit
een ommetje mag het heten
ik was het bijna vergeten
ik ben dan wel oud
maar nog niet versleten
|