| 
             Bankrover
 
  Een vreemd incident is
            me ter ore gekomen uit de mond van weduwe Slagmulders. Dat is een dametje dat
            beneden me woont, en verder niet interessant is voor dit verhaal. Misschien hebt
            u ook iets in de krant gelezen over die bankoverval in Antwerpen. Zij was erbij.
            Het volgende verhaal is eigenlijk een reconstructie van de door haar
            aangebrachte feiten. 
  De bankrover zwaaide de deur van het bankkantoor
            open en brulde: 'Iedereen liggen!' Het duurde eventjes, want de meeste mensen
            waren zestigplussers die hun pensioen kwamen afhalen. Toen het gekraak en
            gesteun was opgehouden en iedereen lag, stapte de bankrover naar het loket.
             Het was waarschijnlijk al een tijdje geleden dat hij dit werk had gedaan.
            Een ontsnapte gevangene? Een bankrover op zijn retour? Hij stond in elk geval
            niet echt op scherp. Hij had een buikje, dat wat over zijn riem puilde. Er zat
            een groot gat tussen zijn voorste tanden. Misschien had hij wat tanden verloren
            in een poging de tralies door te bijten. Maar zijn hand was vast, zijn blik was
            vastberaden. 'Een miljoentje graag', zei hij. De bediende bekeek hem
            koel¬tjes: hij wist zich veilig achter het kogelvrij glas.  'Een miljoen!'
            siste de bankrover.  'Nee.' 'Ik ben een bankrover.' 'Zo?' 'Geef me
            dat geld en vlug wat!' 'Hoe was uw naam ook weer?' 'Ik
 dat doet er niet
            toe!' 'Hebt u hier een rekening?' 'Nee, natuurlijk niet. Wie is er u zo
            stom om zijn eigen bank te beroven?' 'Zit u met een tekort aan cash? Hebt u
            misschien al eens aan onze heel interessante leningvoorwaarden gedacht, aan
            ...' 'Dat interesseert me niet. Ik wil geld. NU!' 'Een lening op korte
            termijn dus. Tja, u beseft wel dat de rentevoet daarvoor heel wat
            ho...' 'Geld verdomme!' De bankrover beukte met de kolf van zijn geweer
            tegen het glas. De bediende glimlachte spottend. De bankrover schoot zijn geweer
            leeg op het loket, maar moest zelf duiken voor de ricocherende kogels. De
            bediende zette een vingertje en drukte op de rode knop naast zijn stoel.
             Haast onmiddellijk kwam Boris uit een kamertje tevoorschijn. Boris was een
            Rus die Wodka dronk en ooit met Marlène Dietrich op dezelfde tram had gestaan in
            het naoorlogse Berlijn. Hij verstond geen woord Nederlands, zodat hij uitermate
            geschikt was voor zijn taak.  'Rmpff' sprak Boris. Wat in het Russisch zoveel
            wil zeggen als 'Pak je biezen of ik vreet je met huid en haar op. Zoals hij daar
            stond met zijn Berenmuts en zijn Rolex-horloge was het een erg imposante figuur.
            Dat vond de bankrover ook. Hij richtte trillend zijn geweer op de stoere
            Russische borst.  'Scheer je weg of ik schiet!' dreigde hij. Boris trok
            zijn laars uit en stroopte een onfrisse sok van zijn ongewassen voet. Een
            dametje dat te dicht bij Boris lag viel meteen in zwijm.  'Genade!' kreunde
            haar echtgenoot, maar ook hij viel bewusteloos achterover. Boris zelf gaf geen
            krimp. In de Goelach-archipel had hij samen met Solsjenitzin al voor heter vuren
            gestaan. Solsjenitzin had er trouwens wel iets aan over gehouden, want na zijn
            terugkeer begon hij pillen van boeken te schrijven die je niet op je rek kon
            zetten zonder dat de boel ineen donderde. Boris echter was nog uit het echte
            Russische hout gesneden.  'Strrumpff' lispelde hij. Dat was een regelrechte
            bedreiging. De laatste keer dat hij dat woord had geuit, was er een
            oktoberrevolutie gevolgd. De bankrover wist dat hij verslagen was.  Hij
            smeet gefrustreerd zijn geweer in de paraplubak en verdween met het beetje
            waardigheid dat hem nog restte. Boris kreeg een applaus en een been om af te
            kluiven. Toen ik van het incident hoorde ben ik me dadelijk beginnen inzetten
            voor de belangen van Russische immigranten. Mannen als Boris kunnen we
            gebruiken. Zonder hem was de politie tussenbeide moeten komen. En die vechten
            niet met vuile sokken. Bedankt, Boris. 
   
    
            ©Jules
            Grandgagnage   
             |