Zeg, Jeroen, ik heb een meisje! Wimie kleurde toen hij t zei. En ik: Heus? Verliefd? Geweldig! Jezus, was ik maar echt blij.
Ja, we fietsen met zn tweeën nog naar school, zoals altijd. En we blijven goeie vrienden, maar ik ben hem nu al kwijt.
Want het wordt nooit meer als vroeger, Wimie gaat nu met die griet. Hij fietst voor me uit, mijn tranen ziet hij dus gelukkig niet.
|