De vele paden maken Madeira tot een ideaal wandeleiland.
Eigenlijk had dit verhaal beter geschreven kunnen worden door Paula. Paula, een 49-jarige Britse uit de buurt van Blackpool, is een echte wandelaar. Zes dagen geleden kwam ze aan op Madeira en liep ze rechtstreeks vanaf het blinkend nieuwe Aeroporto do Funchal de bergen in.
Daar is ze sindsdien gebleven. Wandelend, haar eigen potje kokend en slapend in haar bivakzak bij de uitdovende warmte van een kampvuurtje. Dit is Paulas zevende dag op Madeira en de lokale hotellerie heeft nog geen cent aan haar verdiend.
We komen elkaar tegen op het pad naar de Caldeirão Verde, een wandeling langs een van de vele irrigatiekanaaltjes (levadas) waardoor het water van de bergen naar de lager gelegen akkers stroomt. Ik heb geslapen in een groot en zacht bed van de Quinta do Furão in Santana, heb vanmorgen ontbeten met uitzicht op zee en ben met mijn huurauto naar de parkeerplaats gereden waar ik mijn wandeling ben begonnen.
Madeira lacht me toe. De doorkijkjes naar de blauwe zee in de diepte en dorpjes met witte huizen en oranje daken zijn adembenemend, de natuur is uitbundig groen, en het pad langs de levada is een niet te missen wegwijzer. Terwijl ik verzonken ben in wandelgeluk verschijnt Paula ineens op een richel boven me.
Ze zegt goedendag en kijkt daar opgelucht bij. Als ik stop om een praatje te maken, blijkt waarom. Paula heeft een rampdag achter de rug. Ze is gisteren jammerlijk verkeerd gelopen. Ze moest zich een weg banen door dicht struikgewas en kwam op veel te steile hellingen. Ze heeft gebeden dat ze het mocht overleven. De hele dag heeft ze rondgedoold om uiteindelijk uit te komen op de plek waar ze s ochtends was begonnen. Vanmorgen heeft ze het juiste pad gevonden, maar nu is ze door haar eten heen, en de volgende plaats waar ze eten kan inslaan, is ver weg.
Neem een deel van mijn lunchpakket, bied ik aan. Het is toch te veel. Bovendien ligt het diner van gisteravond zwaardvis met banaan, een Madeirese specialiteit nog zwaar op mijn maag.
En zo zitten we even later mijn brood te delen in de Caldeirão Verde, een groen keteldal waar het water van loodrechte hellingen klaterend in een helder bergmeer druipt. Ik in een licht jasje en een Adidas-trainingsbroek, Paula in een stevig fleecejack, kaki wandelbroek met opgestikte zakken en stoere leren bergschoenen.
Ze wijst naar het bergmeertje onder ons waarin grijze schaduwen wegschieten. Forellen. Natuurlijk heeft ze visgerei bij zich. Maar geen mobiele telefoon.
Ze was bijna dood geweest, zegt Paula terwijl ze een yoghurtje leeglepelt. s Morgens had ze de tunnel genomen onder de Pico Ruivo door, de hoogste berg van Madeira. Drie kwartier in het pikkedonker, doodeng. Ze had kunnen zweren dat er iemand in haar nek hijgde.
Als Paula dit had geschreven, was het een verhaal geworden vol afgronden en ruige bergen, over schuilen tegen de regen in grotten, over droogvoer eten bij het kampvuur en de wurgende onzekerheid van de wandelaar die de weg kwijt is. Maar ook over de rust van de natuur, de weldaad van het alleen zijn, het fluiten van de schaarse vogels in de vroege ochtend en het wonderschone landschap helemaal voor jou alleen. Als ze iets heeft geleerd, zegt Paula, die landschapsarchitectuur heeft gestudeerd, dan is het wel dat je de natuur het beste met rust kunt laten.
Ik heb een heel ander verhaal. Dat van mij gaat over pootjebaden op het zwarte stenenstrand van Funchal en wandelingen langs stromende watertjes en groene hellingen, over een ritje met een huurauto door groene valleien met terrassen vol bananenbomen en een biertje op het terras van het hotel met uitzicht op de ondergaande zon. Eén eiland, twee verhalen.
Na de lunch lopen Paula en ik een stukje samen op. Ik terug naar mijn auto, Paula verder op haar tocht. Na een tijdje kruisen we het pad dat van het gehucht Ilha naar de Pico Ruivo voert. Paula twijfelt. Bergop ligt de uitdaging, de top die ze op moet, beneden lonkt een warme maaltijd en misschien zelfs een echt bed. Ze wil naar boven lopen, maar draait zich dan toch om. De Pico Ruivo kan tot morgen wachten. Ze zwaait als ze afdaalt.
foto'smadeiracasa.com
De volgende dag wandel ik met een gids via geplaveide toeristenpaden over de drie hoogste toppen van Madeira naar de Pico Ruivo. We lopen de hele dag in een natte wolk. De fantastische uitzichten die deze wandeling beloofde, zijn in nevelen gehuld. Boven in de berghut kijk ik of ik Paula zie. Ze is er niet. Als we teruglopen naar de parkeerplaats, waar het busje wacht dat ons terugbrengt naar het hotel, denk ik aan het verhaal dat Paula gisteren vertelde, vlak voordat we uit elkaar gingen. We stonden aan de rand van een afgrond en keken naar beneden. Paula vertelde over Jezus die door de duivel werd uitgedaagd om van een berg te springen. Als hij echt de zoon van God was, zou hem toch niets kunnen gebeuren, God zou hem altijd redden.
Het trok haar ook wel, bekende Paula. Het pad afspringen en naar beneden duiken, met gespreide armen de leegte in en maar zien wat er gebeurt. Misschien wilde Paula wel aan het leven ontsnappen. Maar willen we dat af en toe niet allemaal?
VIJF KEER MADEIRAWandelen: Langs de levadas, de irrigatiekanaaltjes waarmee het water uit de bergen naar de akkers wordt geleid, kun je prachtig wandelen. Maar je kunt ook omhoog. De hoogste top, de Pico Ruivo (1862 meter), ligt midden op het eiland en is bereikbaar via goed onderhouden paden.
Ritje maken: Voor wie een huurauto heeft: maak een ritje over het eiland. Een mooi dagtochtje is van Funchal omhoog naar de Pico do Arrieiro, via Ribeiro Frio naar Santana, over de kustweg naar São Vicente en dan midden over het eiland via de pas van Encumeada weer terug. Fototoestel mee.
Slapen op een quinta Het eiland mikt op de welgestelde reiziger, dus er zijn veel luxe hotels. Een categorie apart zijn de quintas, voormalige landhuizen die zijn omgebouwd tot hotel. Er zitten hele mooie tussen, zoals de Quinta do Furão in Santana aan de noordkust. Op een rots aan zee aan de zuidkust in Ponta do Sol ligt de Quinta da Rochinha. Adembenemend. www.quintas-madeira.com.
Jardim Botanico: Je rijdt er onderdoor als je van het vliegveld naar hoofdstad Funchal rijdt: de botanische tuin. Acht hectare bloemen, bomen en planten van binnen en buiten Madeira.
Maderawijn: In Funchal zijn wijnhuizen waar je madera kunt zien en proeven. The Madeira Wine Company: Avenida Arriaga 28 (www.madeirawinecompany.com). DOliveiras: Rua dos Ferreiros 107.
DOEN & LatenVliegenTransavia vliegt maandag en donderdag tussen Schiphol en Madeira. Heen 6.45 uur (aankomst Funchal 9.45), terug 10.40 (aankomst 15.40). In Madeira is het één uur vroeger. Een retourticket kost ongeveer 340 euro. TAP Air Portugal vliegt dagelijks tussen Amsterdam en Madeira, met een tussenstop in Lissabon of Porto. Ticket ongeveer 480 euro.
SlapenMadeira is voor de luxe toerist. De hoofdstad Funchal heeft een hotelstrip met veel grote, dure hotels. Wie graag rustig zit, is beter af op een quinta. Zie www.madeiraislands.travel, www.madeira-rural.com. Campings zijn er ook. Zie www.madeira-camping.com.
VervoerDe gemakkelijkste manier om jezelf te verplaatsen is een auto huren. Dat kan op het vliegveld van Funchal. Wie geen auto heeft, is aangewezen op taxis en bussen.
Wandelen met een gidsHet is prachtig wandelen op Madeira. Een probleem bij het wandelen op Madeira is: hoe kom je naar het beginpunt van je wandeling en hoe kom je terug als je klaar bent? Wandelbedrijfjes bieden georganiseerde wandelingen aan met gidsen. Je loopt dan in een groep van tien tot vijftien personen. Een bus brengt en haalt de wandelaars. Een georganiseerde dagwandeling kost zon 35 euro.
Enkele wandelbedrijven zijn: Nature meetings (www.naturemeetings.com), Madeira Explorers (www.madeira-explorers.com), Terras dAventura (www.terrasdeaventura.com), Madeira Wind Birds (www.madeirawindbirds.com).
En op eigen gelegenheidWie het liever zelf uitzoekt, moet voor eigen vervoer zorgen. Een huurauto is het gemakkelijkst. Dan moet je je wandeling wel zo plannen dat je weer uitkomt op je beginpunt. Een taxi huren kan, maar loopt snel in de papieren. De bus is een optie. Dat vereist wel wat puzzelwerk en veel geduld.
Er zijn goede wandelgidsen te koop van Madeira. De ANWB heeft een wandelgids, de Duitse uitgever van wandelgidsen Rother heeft een (Engels- en Duitstalige) gids. De meest complete is de Nederlandstalige Sunflower Wegwijzer, met autotochtjes en wandelingen. Busverbindingen worden aangegeven. Bij het toeristenbureau zijn folders met wandelingen te krijgen.
OppassenWandelen op Madeira is prachtig, maar niet per se ongevaarlijk. Goed schoeisel wordt van harte aanbevolen en hoogtevrees is onhandig. De paden langs de irrigatiekanaaltjes (levadas) lopen meestal vlak, maar ze kunnen wel langs steile afgronden voeren. De wandelingen in de folders van het toeristenbureau zijn geel-rood gemarkeerd en altijd goed beveiligd. Houd rekening met het weer, dat is zeer veranderlijk. Terwijl je beneden in de zon zit, kan het boven regenen.
SeizoenHet eiland heeft een subtropisch klimaat waardoor het bijna het hele jaar goed toeven is. Alleen in juli-augustus kan het (vochtig) heet worden. Het voorjaar is het beste seizoen omdat er dan veel bloemen bloeien. Maar dan is het ook druk, in de winter is het rustiger. Madeira is beroemd om zijn Nieuwjaarsvuurwerk dat veel toeristen trekt. Druk bezocht worden ook de wijnfeesten begin september.
door mac_van_dinther
bron;volkskrantreizen.nl