Ik ben Moerman Gerard, en gebruik soms ook wel de schuilnaam igor.
Ik ben een man en woon in 9870 ZULTE (Belgie) en mijn beroep is Op Rust.
Ik ben geboren op 22/12/1942 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Vinkenieren en Vaderlands Lievende Verenigingen..
Het leger vervoegd op 03/07/1961 en op rust gesteld in 1999 als beroeps o/officier.Gehuwd,3 kinderen en 5 kleinkinderen.
Klik op de foto's in het midden voor vergroting.
.
.
Om de foto in het midden te vergroten. Klik op de foto.
.
.
.
.
.
.
Om de foto in het midden te vergroten. Klik op de foto.
Gehuwd vrouwtje in verwachting eerste problemen duiken op. Men probeert meer thuis te zijn en dat is zeer moeilijk in het 2 Bon Cdo.
Dus men vraagt overplaatsing naar het 3 Para te Lombardzijde. Deze overplaatsing werd mij na veel moeite toegestaan , maar de problemen waren nog niet opgelost. In het 2 Bon Cdo kon ik maar wekelijks naar huis. In het 3 Para normaal dagelijks , om 05.20u op de trein en om 19.45u terug thuis. Men moest ook nog op zaterdag werken.
Ik ben een paar maal naar Otterburn geweest maar de eerste keer is altijd de leukste en blijft je het beste bijÂ…..
Het 2de Bon Commandoging dus op schietoefening naar Schotland « Otterburn ». De verplaatsing gebeurde voor het gross van de troep per boot namelijk de “Kamina” De voertuigen en de voorwacht, “mannen die het kamp en de ontvangstvan de troep moesten voorbereiden”, gingen met het vliegtuig. Een paar problemen moeten opgelost worden om de voertuigen per vliegtuig te vervoeren. De keuze viel op G.M.C. vrachtwagens, zij waren het enig type voertuig die zonder veel problemen in de C119 kon. Dit waren vrachtwagens van WOII en met open stuurhut. Bij de volgende oefening in Otterburn kregen we voertuigen van het Engels leger ter plaatse.
Bij het vervoer per vliegtuig mochten de brandstoftanks en de jerrycans maar ¾ vol zijn wegens het druk verschil in de lucht, de brandstof zet uit en loopt over. De batterijstopjes werden afgesloten met vaseline, maar de benzine geur in het vliegtuig was toch nog waarneembaar. De voertuigen in het vliegtuig werden vast gemaakt met kettingen en spanners. Na het opstijgen moest alles weer aangespannen worden. De vlucht verliep normaal, maar de tocht van het vliegveld naar Otterburn was een hele ervaring. “Aan de voor ons linkerkant van de weg rijden” was een hele uitdaging. Het links rijden werd 2 weken voor het vertrek reeds geoefend in de kazerne in Flawinne. Het was winter 2 meter sneeuw en geen verwarming in de voertuigen, de G.M.C. en de Doodge camionetten met open stuurhut. De overtocht van de Kamina verliep ook niet van een leien dakje. Het schip moest uren voor anker blijven liggen voor de haven van “New Castle” de zee was ruw en te gevaarlijk om de haven binnen te varen. Wij de “voorwacht” moesten de troep ontvangen het werden lange uren met thee en koekjes gesponsord door de Engelse Politie. Na het nuttigen van rantsoen maaltijden (bonen met tomatensaus) hadden de passagiers van de Kamina de ganse boot ondergekotsten er hing een kwalijke geur in de boot. Eindelijk kon de ontscheping plaats vinden. De manschappen werden met bussen naar Otterburn gebracht. Daar wachten er verwarmde barakken en een heerlijke warme maaltijd op zijn engels “Schapenvlees uit dozen”. Het 2de Bon Commando had geen eigen keuken mee gebracht we kregen eten van het Engels Leger. Dat is ons zuur opgebroken. De volgende keren was de keuken mee, we hadden onze les geleerd.
Ik werd met een frantalige collegaaangeduid om op het vliegveld aan AS24 (gocart met 3 wielen) te gaan halen. Op het vliegveld aangekomen, geen vliegtuig en geen gocart, ze waren om veiligheid reden op een ander vliegveld geland, maar waar? Om kort te zijn we hebben gezocht maar niet gevonden, ik en mijn Franstalige collega verstonden mekaar niet en dan nog in Engeland.De opdracht eindigde terug in Otterburn zonder AS24., maar we moesten het wel overdoen.
Het was zeer koud en veel sneeuw, er waren een paar mannen die het niet zagen zitten om zich in die omstandigheden te wassen. Dat losten we op door ze morgens met hun slaapzak buiten te dragen en ze in de sneeuw te laten vallen, ze hadden het rap begrepen. Dagelijks schietoefeningen met echte munitie, de meeste slachtoffers waren schapen die vrij rond liepen.
De wegen glad en besneeuwd maar geen probleem met de G.M.C. De oefeningen konden gewoon doorgaan. Na een 10tal dagen kregen we een uitstap Edinburg, we zijn daar alleen maar opgevallen door onze eetlust. Wel aan te bevelen een bezoek aan het Kasteel van Edinburg. Er werd afscheid genomen van Otterburn in de kantine, het feest werd opgeluisterd door plaatselijke “Pipers” doedelzakspelers. De “Kamina” en de C119 brachten ons veilig terug naar België; Leve de biefstuk friet en de Jupiler.
In onze tijd (1965) moest ik nog de toelating vragen om in het huwelijk te treden. Ik moest eerst aan de compagnie Commandant vragen om gehoord te worden. En daarna werd een klein onderzoek gedaan , naar de herkomst van de verloofde. Daarna moest ikaan de Aalmoezenier de toelating vragen , om voor de kerk te trouwen. Indien er een ongunstig advies moest uit de bus gekomen zijn , had ik voor mijn verloofde gekozen en het Leger verlaten. Onder tussen zijn we al bijna 45 jaar te samen en ik hoop nog vele jaren.
1 ste maal : het was juist voor de einde jaarsfeesten en voor we in verlof mochten vertrekken , moest de garage opgeruimd worden. Waar met de vuile vodden naar toe ? Wel in de kachel verbranden , het verbranden ging niet snel genoeg en er werd naar een oplossing gezocht. Benzine was er voor handen in de garage en daar werd gebruik van gemaakt. Resultaat , de kachel brandde en ik ook. Drie uur later was ik in Brussel in het militair hospitaal , afdeling brandwonden. Daar was nog geen brandwonden centrum , de afdeling bestond uit een steriele kamer en twee baden; Mijn einde jaarfeesten waren verbrand. Nog vermelden dat ik het genoegen heb gehad , van de Majoor Militis in het hospitaal te mogen ontmoeten , die daar ook als patiënt was op genomen.
Na enige tijd in dienst , in Flawinne , kreeg ik van thuis mijn eerste wagen , een V.W. “Kever” het was natuurlijk een tweede hands wagen , hij verbruikte zoveel olie dat oliewissel overbodig was.
Toen we in W.E. kwamen van Flawinne naar de Vlaanders , was er in Brussel ook al sprake van files (Begin de jaren 1960).Dat was in de Wetstraat te Brussel een 20 taal autoÂ’s stonden voor de verkeerslichten. Nu liet onze mobiliteit het toe , van ons uitgangsleven uit te breiden.
Foto : dit was het model van mijn "Kever" , let op , tussen de twee zijruiten bevind zich de "Flisse". Dat was een richtings aanwijzer in een soort plastiek , die wanneer men die bediende van in de wagen naar buiten kwam en zo de rijrichting aangaaf. Gerard
“Gerard” was uitgenodigd op de verjaardag receptie van de Koning ,op 06 juni 2000 , in het paleis te Brussel. Het was voor mij een bijzonder iets en ik keek er naar uit. Na een korte plechtigheid aan de voorkant van het paleis , werden we met groot onthaal via het erehek naar de salons begeleid binnen in het paleis. Tijdens de receptie die trouwens juist geteld ,maar dertig minuten mocht duren , kregen we twee koekjes en twee glazen drank aangeboden. Daarna mochten we het paleis verlaten langs de achterpoort , men moet daar niets achter zoeken , het is waarschijnlijk voor de veiligheid. Het was in ieder geval een mooie dag en een prachtige ervaring.
Tijdens de wederoproeping was er ook een dropping voorzien , in de Ardennen. Normaal geen probleem , maar onze uitrusting kwam uit een reserve depot. De uitrusting dragen we meein een een zak ”Chestbag” , die kort na de opening van de parachute van het lichaam verwijderd word. Met een lijn blijft de zak een paar meter onder de Parachutist hangen. De toestand van deze “Chestbags” was door de ouderdom zo slecht , dat ze open scheurden. Het was een schouwspel ongehoord , de lucht was vol met ondergoed ,kousen , schoenen , radioposten , enz. Diegene die reeds op de grond waren moesten rennen voor hun leven , ze waren immers het slachtoffers van een uitrusting bombardement.
Foto : Het doodsprentje van mijn vriend die is omgekomen in Duitsland. Wij waren te samen in Afrika in het zelfde peloton.
We waren op oefening in het Kamp van Elsenborn en op de stand ”Granaat werpen”. Toen sloeg het noodlot toe. Het granaat werpen was volop bezig en alles verliep normaal. De veiligheid van de mannen op de stand was een routine zaak er kon normaal niets gebeuren.
Wederoproeping 4 Bon commando en einde van mijn verblijf bij de mortieren 4
In de winterwas er een wederoproeping van het 4 Bon Commando in het Kamp van Elsenborn en wij namen deel aan deze oefening met het peloton 4Â’2.
Het was volop winter de wegen glad en zeer gevaarlijk. Het vroor bij nachttot –23 graden. De weder opgeroepen hadden geen aangepaste uitrusting voor deze slechte weer omstandigheden. Vele hadden vervroren voeten en werden ziek , de dokter werd er bij gehaald en de oefening werd stop gezet. Een aantal opgeroepen die zich op het terrein bevonden , waren al op eigen initiatief, terug naar het kamp gekomen , ze wildenin die omstandigheden niet meer meespelen.
Korte tijd nadien werd ik overgeplaatst naar de Staf Compagnie met als job “Chauffeur – Monitor”.
Foto : Let op de specifieke houding van de schutter , na de granaat in de loop te plaatsen van de mortier , moet hij de handen langs de loop naar onder brengenen zich dan van het stuk weg draaien.