4 december 1982: vandaag met Ans het dorp in; inkopen gedaan. Drukke straten. In zoân winkel gekeken naar televisiespelletjes voor Michiel. Zoân set gekocht met een stel cassettes. Driehonderdenvijftig gulden. Je zult zeggen: âJij bent gék. God is bezig met een reddingsplan voor de hele wereld. Jezus wil iedereen toerusten met positieve krachten voor dat grote doel. Het is: alle hens aan dek. En waar is Piet?!: Piet koopt duur speulgoed voor ât keind.â? Nou zeg; zo kan die wel weer even. Het is ook nog voor zân verjaardag ⦠en het is ook eigenlijk voor ons allemaal. Overigens: wat gaat het wie-dan-ook aan, wat ik koop. Van de hoop, die in me leeft, dáárvan moet ik rekenschap kunnen afleggen (1 Petr. 3:15), maar de restâ¦
Ik heb een tijd toe staan kijken. Jochies waren bézig met zoân spel. Op het t.v.-scherm zag je een soort popje dat zich in een doolhof probeerde te verschuilen voor achterna-zitters. En telkens, wanneer dat weer lukte â?en dat was vrij dikwijls- groeiden er hoorntjes op zijn kop. Hij stak dan ook zijn tong uit. Ik dacht in het verdergaan: âDaar zit een preek in! Wij mensen jagen zo dikwijls achter schijngevaren aan, verzinnen schijnoplossingen, doen schijnwerk, dood werk, vechten tegen windmolens. Iedereen moest toch eigenlijk met die spiegelgevechten ophouden. Iedereen behoort toch de werkelijke strijd te leveren tegen de demonen, die zich schuil houden in de labyrinten van onze ziel. Hoe dikwijls trekken zij een lange neus tegen ons, wanneer het wéér is gelukt. Alleen als iemand zijn vertrouwen stelt op God, kan hij de duivel werkelijk afdoende uit elke schuilhoek verjagen.â? Even later kwam er gelegenheid voor een praktijkoefening. Ans roerde een vervelend geschil aan met medegelovigen. Och, oud zeer, ver uit het verleden, maar het steekt nog. Ik antwoordde wat geprikkeld. Opeens zag ik dat popje op het t.v.-scherm. De horentjes kwamen al te voorschijn. Ik denk, dat Ans ook een waarschuwing kreeg. We zwegen: een bedreiging voor het weekend was weg.
Nu even een ander chapiter: Deze week belde Joke ook nog. Enige meid, zo flink ook hí¨, zes weken na de bevalling al weer op kantoor aan de slag. Geen postnatale depressie, zó gezond, zo vitaal: dat is wel eens anders geweest. O ja; ons eerste kleinkind. Nou ja, de Donkers hebben het al over Marcel gehad. Dadelijk komt mijn vrouw er nog over te praten. Ik laat dat nu maar. Joke dus aan de telefoon: weet je, wat zo fijn is?: je kunt haar nog eens wat vertellen, haar zelfs om raad vragen. Je hebt wel eens van die situaties. Je weet, ik zit in pinksterkringen. Heel die discussie betreffende kernwapens en zo, spéélt daar vrijwel niet. Van de week echter kwam dat toch ook bij óns ter sprake in een gemeentevergadering. Ik zat er mee; legde het niet doorgeprate idee aan haar voor. En warempel een begrip zo wijd als de zee heeft die dochter van mij (1 Kon. 4:29). Ze hád een antwoord. Ze zei: âHeit, er zijn er maar genoeg, die er een dwanggedachte van maken om altijd over die rotdingen te moeten spreken. Maar het kan ook een dwanggedachte worden om er nóóit over te willen spreken. Heel gezond, dat het toch eens ter tafel komt Volken falen tegenover elkaar en dan denken ze, dat het enig antwoord is: kernkop aanschaf. Het wederzijds falen vereenvoudigen ze en passant tot falen alleen van de ander. Al dat onderlinge falen is echter niet de kernkwestie. Alle ellende komt híeruit voort: wij hebben allemaal gefaald ten opzichte van God (Rom. 3:23). Daarop is het enige antwoord: vergeving door het offer van Jezusâ bloed (Hebr. 9:22). Vanuit die vergeving wordt ons falen tegenover God ongedaan gemaakt (Jes. 38:17). Vanuit de betere verhouding met God maken wij een begin met niet meer zó falen tegenover mensen. Als veel mensen overal zo handelen, brengen wij de heilbrengende kernenergie in toepassing. En van díe springladingen lijdt alleen het rijk van satan maar schade. Nou, en dat mág toch.â? En ik: âMooi gezegd, maar wanneer ik hiermee zo hier en daar aankom, zullen ze dan niet zeggen, dat het allemaal maar woordjes zijn, voos en loos gepraat.â? Zij weer: âNee paps; het zíjn geen woordjes; het is de ervaring, die wij hebben opgedaan met levend werk. Uit het resultaat daarvan blijkt het goede recht van de woorden, die ik zo-even zei (Luc. 7:35)⦠We hebben het toch zélf gezien, hoe door bekering en vergeving oorlog met de onderburen â?over vuilniszakken nota bene- ophield. Wat in het klein begint, zal doorwerken tot in het grootste toe. Ach kom; oorlog⦠kernbommen⦠ik had oorlog van bínnen. De duivel had zijn raketten vanaf zijn mobiele bases ín mij afgevuurd op mijn héle wezen. In het verborgene was het bij mij een troep. Jullie vonden het misschien nog wel gáán. Naar Gods normen was het echter een bélt. Mijn beste werk tóen: dood als een pier. Mijn â?uniformâ toen: ontoonbaar. Maar God bracht zijn kernenergie bij mij naar binnen⦠- de kernbewapening van de mensen knalt de boel kapot - de kernladingen van de duivel vernietigen je innerlijk - de kernkracht van God reinigt je bewustzijn (Hebr. 9:14). Mijn werk nú: springlevend. Mijn uniform nú: het toppunt van doelmatigheid. Dus: als de mensen zeggen: âDe kernwapens weg; om te beginnen uit Nederland.â?, dan zou men ook zoiets kunnen zeggen als: âSatans kernkoppen: nee; Gods kernkracht: ja!â? En, wanneer men dan vraagt: âEn de kernwapens van de mensen dan?!â? dan kunnen wij zeggen: âAch dat nietes/welles-gedoe is maar gerommel in de marge.â?
Die Jo hí¨; er zitten aardige dingen in. Maar hoe vertaal je dat nu naar de praktijk toe. Ik hoor de commentaren al: âDus jouw dochter denkt, dat de raketten níet worden geplaatst of wél worden verwijderd, als zij maar aardig is tegen de buren.â? Dat kan natuurlijk niet. Kan ik dat warrig vriendelijke gebabbel van haar misschien een beetje stroomlijnen. Laat ik het eens zó proberen: - de hevige wereldspanningen zijn een gevolg van het elkaar misverstaan van groepen mensen. - Het onderling misverstand tussen groepen mensen is de optelsom van wrijvingen in de mens/mens verhouding. - De frictie tussen individuen wordt veroorzaakt door de onvrede in het innerlijk van ieder afzonderlijk persoon. - Die onvrede vindt zijn oorzaak in de kapotte verhouding met God. - Jezus helpt ons om weer een vaste ankerplaats te krijgen aan Gods goede rede (Hebr. 6:19). - Daardoor komt er vrede in de mens, die zich naar God toekeert. - Die vrede werkt allereerst helend door in de mens/mens verhouding. - Die heling gaat verder tot in de groep/groep verhouding. - Met het geweld van wapendreiging houd je de kleppen gesloten, maar de spanning in de â?wereldketelâ loopt wél op. - Het in bedwang houden van â?de anderâ met steeds meer uitgekiend oorlogstuig en ook het weer dáártegen ageren is dweilen met de kraan open (Jokeâs haast kwetsend zeggen: gerommel in de marge). - Met de zachtheid van Gods Geest haal je de druk van de ketel uiteindelijk zelfs van de gróte ketel. - Zó doe je de kraan dicht (Mark. 7:21). Mm⦠nog niet om te gillen; toch een proefballonnetje oplaten op de volgende gemeentevergadering.
O ja, wat zal ik antwoorden, als ze zeggen: âDus jij wilt ze zo maar laten aanmodderen met die dingen. Wíj willen ons ertegen verzetten.â? Zou dít iets zijn: âDat moet je dan maar doen, als je het andere dan maar niet nalaat (Luc. 11:42).â? Och, laat ik niet teveel van tevoren overleggen. Gods Geest zal wel raad geven, wanneer het zover ís (Mark. 13:11).