Mijn broer die studeert voor vertaler daardoor is hij nu veel socialer als nu iemand spreekt hij die niet onderbreekt dus is hij maar een woordenverhaler
In Leuven daar woont er een Tobback hij rijdt in een gamel autowrak en reed hij eens plat werd 't betaald door de stad en dat geld dat stak in zijn binnenzak.
Morgenvroeg krijg jij ontbijt op 't bed. we houden het allemaal heel net op 't blad ligt er kant niets zal ons storen want op de deur hangt een kaartje met belet.
Ik kreeg met Valentijn drie brieven doordrenkt met de geur van madelieven gericht naar mijn hart daardoor wel verward maar bewaar ze toch in mijn archieven.
Een vier zes vijf drie acht negen tien die volgen niet hetzelfde stramien wat gebeurt er hier dat is geen klein bier zo een wanorde heb ‘k nog niet gezien.
Wie moet er de tafel afruimen na 't eten van fruit vooral pruimen vlug op naar 't toilet misschien nog niet bezet en daarvoor kan ik alleen maar duimen.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, acht, negen de zeven die ben ik vergeten waar is ze nu heen wel dat is geen probleem want die zeven kom 'k straks nog wel tegen.
Laat ons nu ongestoord gaan slapen die slaap mag je zeker niet kapen want als je dat doet gaat het slapen niet goed en dan tel je maar verder je schapen.
En wie zal er dat gaan betalen die schade gemaakt door vandalen hoe groot die ook was 't was iets meer dan een kras en juist dat moest de rechtbank bepalen.
Een toerist met autopech in Diest de stad die hij als mooiste verkiest hij moest aan de kant want hij rook precies brand geen erg want hij had die wagen geleased
Een broek hou je op met bretellen maar waar kan je die nog bestellen de riem komt nu op maar dat is als een strop maar daarmee kan je het soms herstellen.
Wat geef ik je met Valentijnsdag iets van waarde maar zonder bedrag iets groot of iets klein maar het moest wel mooi zijn maar dat zeg ik je niet in dit verslag.
Zij stapt in het huwelijksbootje dat doe je toch niet in je blootje neen dat moet in stijl op een verheven peil wees maar zeker dat wordt echt geen zootje.
Verdorie vanwaar komt nu dat licht waarvoor is dat nu zomaar gezwicht het was toch zo vlug en 't is nog niet terug want het vloog hier voorbij als een schicht.
‘s Avonds als alle lichten uitgaan de torenklok twaalf keer gaat slaan lig ik in als verdooft met 't deksel over mijn hoofd want dan komen de Trollen aan mijn raam.