Ik zit aan een heerlijk glaasje wijn met een brokje kaas al een festijn met op het dressoir een brandende kaars en voor mij hoeft het echt niet meer te zijn.
Ik zag een zeemeermin in de zee dat was een zin uit mijn eerste dictee toen droomde ik weg 't is waar wat ik nu zeg met de volgende zin was 'k niet meer mee.
Ik ging naar de kermis in Deerlijk en ging zomaar dat zeg ik eerlijk daar zag ik je staan met achter je de maan en dat maakte jou echt heel begeerlijk.
Ze blijven bij mij altijd hangen 'k weet niet wat er mee aangevangen je ziet ze haast niet maar als je ze dan ziet zal j' er steeds erg terug naar verlangen.
Wat er aan de strijkstok blijft hangen ik wist niet waar ik dat moest prangen een haar van een paard is dat dan zoveel waard ja want je kan er muziek mee vangen.
En vlieg ik daar pijlsnel door de lucht het verlangt van mij een grote tucht om recht te blijven het kan niet beklijven en dan zweef ‘k naar beneden op een zucht.
Laatst keek ik nog eens in een jaarboek van vervlogen tijden vol kletskoek neen 'k vind dat niet laf er zelf niets meer om gaf en dat wist ik na veel veldonderzoek.
Ik wil graag op reis naar verre landen dat brengt mij steeds in droomtoestanden het daardoor vergeet het zelfs niet meer weet maar het liefst naar een met “Palm” boom stranden.
Ik hoop dat ik vannacht goed slaap zei ik vluchtig tegen mijn vriend Jaap maar Jaap is geen mens en waar trek je de grens voor vriendschap tussen een maat of mensaap.
Ik lag vannacht even te denken iets te delen zonder te krenken ieder evenveel 'k weet niet hoe ik 't verdeel en kwam tot 't besluit het weg te schenken.