Wat doe jij dan toch met al die tijd ‘k heb tijd over doch raak hem niet kwijt een filosoof zei ’t is geen blufferij ontspanning is het zout van de arbeid.
Duinen verdwalen in eenzaamheid elk plantje leeft in gemeenzaamheid je ziet ‘t er niet aan toch moeten ze er staan dat is een vorm van milieuduurzaamheid.
De stilte leidt en brengt slaap dichter een droombeeld maakt het wat gerichter de nacht afgerond een nieuwe morgenstond in je hoofd is alles weer wat lichter.
Zo’n lekker broodje met witte worst dat smaakt mij het best met de broodkorst wat braadvet erop voor mij is dat tiptop maar dat geeft je nadien wel veel nadorst.
Als de voldoening is verdwenen voel je ’t van je kop tot je tenen troost waar je op hoopt dat geeft je dan een boost maar toch stap je met loodzware benen.
Het wassende water woelde woest dat deed het zo omdat het zo moest het ging wild te keer maar ik wou dat niet meer en werd wakker door een kuchende hoest.