In het begin van hun huwelijk wou Louis een franske bijverdienen. Dat is nu toch al vijfjaar geleden. Een taximaatschappij in het dorp kon wel een chauffeur gebruiken? Full time zou te duur zijn voor hem. Ze hadden een afspraak dat hij buiten zijn werkuren, als hij Louis nodig had, Louis er zou staan voor hem. Louis had de vroege gedaan op zijn vast werk. Nog maar net kwam hij thuis, had nog net de tijd om zijn vrouwtje een zoen te geven, of de telefoon rinkelde. Of hij een oud vrouwtje naar het rusthuis kon brengen.
Toen Louis om 15 uur bij haar huis aankwam schrok hij even. Het zag er niet echt fleurig uit. Nochtans ging het om een grote villa. De tuin was een halve wildernis. Verf aan ramen en deuren was niet meer te vinden. Verwaarloosd en vervallen zag het er uit. Omdat Louis geen bel vinden kon bonkte hij op de eens groen geschilderde deur. Hij hoorde schoffelen. Het oude vrouwtje had hem gehoord. Binnen. Riep ze stil. Hij duwde de deur open. Een oude kartonnen valies stond naast de deur. Het vrouwtje was tot op de draad versleten. Louis moest haar ondersteunen om aan de taxi te geraken. Hij tilde haar voorzichtig op en zette haar naast hem in de taxi. Weet u waar ik naartoe moet? vroeg ze bijna onhoorbaar. Ja, dat weet ik, naar het rusthuis St Jan stelde Louis haar zichtbaar gerust.
Het vrouwtje droeg een kleed met bloemenmotief anno 1965. Daarbij een strooien hoed. Waarschijnlijk uit dezelfde periode. Het zag er naar uit dat het leven van het vrouwtje was blijven stilstaan voor de tweede wereldoorlog. Bent u gehaast? vroeg ze. Je zag aan haar ogen dat ze hoopte dat hij tijd genoeg zou hebben. Wilt u dan eens langs het kerkhof rijden, daar ligt zijn man zaliger. Ik ben na zijn dood in 1968 er niet meer geweest. Er rolden tranen over haar gerimpelde wangen. Louis reed met een gelukkig vrouwtje naar het kerkhof. Wat nu, ik kan zover niet gaan. Sakkerde ze in paniek. Rustig maar, blijf even zitten. Zei Louis en liep naar achter. In de koffer van de taxi zit altijd een eenvoudige rolstoel. Hij deed hem open en reed naar de zijkant. Haar ogen straalden alsof zij het was daar in Lourdes. De man lag op de derde rij , halverwege. Louis liet haar even alleen. Roep me maar als je klaar bent. Zei hij. Dank u. Vijf minuten bleef ze bidden aan het graf van haar overleden echtgenoot. Ze had blijkbaar nog een goed gesprek met die man. Dan riepze hem. Ze bleef hem bedanken. Nu wil ik nog eens langs het kantoor van zijn man zaliger. Zei ze.Ze gaf Louis het adres. Het kantoor dat hij zich voorstelde was er niet meer. Op die plaats staat een heel hoge wolkenkrabber. Hier was het. Zei het vrouwtje die zijn twijfels zag. Dan reden we naar het rusthuis. Onderweg vertelde ze hem nog haar naam en dat ze kinderloos was gebleven. Volgende week word ik vijf en tachtig zei ze nog. Aan het rusthuis aangekomen namen de verpleegsters het van Louis over. Toen hij wegreed keek hij nog in de achteruitkijkspiegel. Ze wuifde hem nog na. Bij de baas aangekomen vertelde hij zijn verhaal. Daarbij zei hij nog dat hij de rit wel zou betalen. Maar de baas toonde zijn goed hart en het hoefde niet. Dat was die dag zijn enige rit. Een week later reed Louis met zijn vrouwtje naar het rusthuis. Het verhaal had zijn vrouwtje aangegrepen en ze wou dat oude vrouwtje toch ook eens zien. Het was haar verjaardag. Ze hadden taart bij. De hoofdverpleegster vroeg hen om even mee te komen naar de directrice. Ik vrees dat goed en slecht nieuws heb. Begon de directrice. Het slechte nieuws is, mevrouw is gisteren overleden. Ging ze verder. Louise barste in tranen uit, Louis moest zich ook bedwingen. En het goede nieuws? vroeg hij. Mevrouw was vermogend. Begon de directrice. Hoezo, ik heb haar huis gezien. Zei Louis verontwaardigt. Dat klopt, sinds de dood van haar man, is ze niet meer buiten geweest. Tot verleden week was er een vrouw in het dorp die elke week voor haar boodschappen deed. Die vrouw is ergens anders gaan wonen. Daarom is ze naar hier gekomen. Vervolgde de directrice. Het was al lang gereld dat wanneer ze niemand meer had die haar boodschappen deed ze naar hier zou komen. Om een lang verhaal kort te maken. Haar echtgenoot was dé grote diamantair in Europa. Om een voorbeeld te geven, de notaris is vanmorgen nog langs geweest, ze betaald voor alle dertig bewoners voor de duur van hun verblijf de onkosten. De villa, waar nog altijd iets van te maken is, krijgen jullie. Als dat nog niet genoeg is krijgen jullie zolang jullie samen zijn een jaarlijkse dotatie van, luister goed, twee honderd vijftig duizend euro per jaar gedurende twintig jaar. Ik leunde achterover. Louise vrouw wist niet of ze nu mocht huilen van vreugde of van verdriet. Uiteraard stonden wij er op om de begrafenis van de oude vrouw te regelen. We kregen het voor mekaar dat ze samen met haar echtgenoot ineen mooi graf kon liggen. Louis en zijn vrouwtje Louisa bleven kinderloos. Vooral Louisa had het daar lastig mee. Als ze dan op zondag bij de buurvrouw, vroeger toch, op de koffie ging en er liepen wat kinderen rond, dat was een zware periode voor Louise. Ze liet het niet merken maar als ze s avonds alleen waren kwam het er uit. Ze hadden de villa laten opknappen. Het zag er echt prachtig uit. De tuin, zon twintig hectare groot bevatte buiten prachtige bomen in een bos bijeengebracht en een imposante vijver. Drie jaar later kregen ze het nieuws dat Louis terminale kanker had. Louis zou vijf en dertig worden.
Louis had hevige bijna ondragelijke pijnen. Tot hij nog enkel morfine kreeg. Amper zes weken later overleed hij. Na de begrafenis is Louisa nooit meer de deuruit geweest. Iemand uit de buurt deed voor haar boodschappen. Louise stierf vier weken na Louis van verdriet. Hun enorme vermogen ging naar vadertje staat?
Ik ben jean hellemans, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jean hellemans.
Ik ben een man en woon in hoogstraten () en mijn beroep is pensioen.
Ik ben geboren op 06/04/1943 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen, LIERSE, schrijven, onze kleinkinderen, mensen.
Ik hoop dat het seniorennet een uitlaatklep kan zijn voor mij en voor iedereen.