Sprookje : Het erwtje
Er was eens lang geleden, een erwtje Piwi genaamd, Piwi was het zoontje van meneer en
mevrouw Boon. Hij hing maar wat rond op het veld tot op zekere dag men hem plukte,
men hem grondig waste en men hem in een bokaaltje stopte samen met duizenden
vriendjes.
Piwi huilde erg hard in het begin omdat hij helemaal niet makkelijk zat in de bokaal. Na
een tijdje leerde hij zijn makkers Groentje en Lichtgroentje kennen en vond hij het al
wat prettiger in die bokaal !
Ze werden dikke vrienden en zaten met hun gedrieen knusjes en gezellig aan het raam
van de bokaal.
Piwi keek naar buiten en zag dat ze werden opgeladen in een groot ding op wielen, na
een tijdje werd het donker en hoorden Piwi en zijn vrienden niks anders meer dan het
geronk van een motor, af en toe werden ze flink door elkaar geschud.
Na enkele dagen werden ze gewekt door een verschrikkelijke knal.
"Hee, wat gebeurt er ? " schreeuwde Piwi.
"Kweetniet" zegden Groentje en Lichtgroentje in koor.
En een gerinkel en geklingel en geklangel volgde na de knal.
Plots bevonden ze zich op straat, want alle bokalen waren kapot. Het was aan de rand
van een bos. Het grote ding met de motor lag op zijn zijkant en pufte zachtjes.
Piwi zei tegen zijn vriendjes :
"Kom , we gaan er vandoor !"
En zo snel hun dunne beentjes hen konden dragen rollebolden ze weg.
Ze gingen het struikgewas in en na een tijdje kwamen ze bij een rivier.
"Als we nu eens een vlot maken " stelde Groentje voor.
"Een vlot ? Hoe ? " zei Lichtgroentje.
"Met takjes, kijk er liggen genoeg takjes op de grond !" antwoordde Groentje.
Als gekken begonnen ze met hun drieen takjes te sprokkelen en aan elkaar te knopen
met gras.
"Voila " zei Piwi na enkele uren, "ons vlot is af !".
Een paar minuten later dobberden ze met hun drieen op het vlot de rivier af.
Na enkele uren stroomafwaarts te gaan kwamen ze in een stad aan.
Wat een zicht, ze
zagen een grote toren en enkele prachtige oude gebouwen, soms gingen ze met hun vlot
onder een brug en links en rechts van de grote rivier stond een bordje met 'SEINE' op.
"Verdekke," zei Piwi, " ik denk dat we in Parijs zijn ".
"P'rijs ? Wa is da " zegden Groentje en Lichtgroentje in koor.
"Hebben jullie dan niet goed opgelet op de erwtenschool misschien ? " vroeg Piwi en hij
was een beetje op zijn groene teentjes getrapt.
Zijn beide vriendjes schudden het hoofd.
Piwi draaide zich verontwaardigd om.
"Kijk, daar staat de Eifeltoren en daar is de Notre-Dame" en Piwi wees de gebouwen
aan.
"De Notre-Dame is een oude kerk waar vroeger nog Quasimodo heeft gewoond " zei
Piwi.
"Hoe heet dat beest ? "vroeg Groentje.
"Laat maar " mompelde Piwi.
Dan vielen ze wat later alledrie in slaap. Wat later werden ze gewekt omdat het vlot
plots enorm begon te schokken.
Ze wreven zich de groene oogjes uit en keken rond, vlak naast hen vaarde een enorme
boot en ze moesten zich stevig vasthouden aan het vlot.
Nog een uur later kwamen ze op een groot water aan.
"Dit is de Atlantische oceaan "sprak Piwi.
"D' atalantiese wat ? " zei Lichtgroentje.
Piwi besefte dat zijn beide vriendjes niet erg snugger waren en reageerde niet. Hij vroeg
hen beleefd om hun erwtenmond te houden en te luisteren.
"Ik denk dat we binnen enkele uren in Afrika zullen aankomen, dat is een mooi land,
waar allemaal blije mensen wonen".
Groentje en Lichtgroentje keken elkaar aan.
"In dat land is er ook veel armoede en ook oorlog, de kindjes worden er soms
doodgeschoten door de oorlog " zei Piwi.
Een traan verscheen op Groentje's gelaat, Lichtgroentje veegde ze weg.
"Kijk, ginds ligt China " en Piwi wees over de oceaan. In de verte zagen ze een strand en
er liepen gele mensen op.
"China is een zeer groot land en daar eet men geen erwtjes maar rijst " verklaarde Piwi.
"Oh, laten we dan maar daar gaan wonen, ik wil niet opgegeten worden !" zei Groentje.
"En ik ook niet, want ik wil niet tussen wortelen of zo belanden, ik haat wortelen !" zei
Lichtgroentje.
"Geen schrik vrienden, ik zorg er wel voor dat we met ons vlot op een goede bestemming
geraken ! " zei Piwi weer.
Enkele dagen later wees Piwi naar de horizon.
"Kijk, ginds ligt Amerika, dat noemt men het beloofde land, als je heel goed kijkt zie je
de skyline van Manhattan".
Groentje en Lichtgroentje gaven hun ogen goed de kost en genoten van het zicht en de
uitleg van hun vriend Piwi. Na lange tijd varen kwamen ze ook voorbij Egypte, Israel,
Chili, Spanje, Frankrijk, Denemarken en nog heel wat andere landen.
Dagen later kwamen ze in een klein landje aan, het bleek Belgie te zijn, volgens Piwi.
"Ik denk dat we nu in Belgie zijn " zei Piwi.
"Maar dan zal men ons oppakken en opeten " schreeuwden zijn vriendjes.
Ze hadden dit nog maar net geroepen of een grote golf gooide hun vlotje op het strand.
Toen ze verdwaasd op het strand lagen werden ze opgepakt door iets.
Ze keken naar boven en zagen een lief blond jongetje dat hen zachtjes in zijn hand hield.
"Ooh, dit zijn mooie erwtjes voor in de les biologie " zei het kereltje.
Hij stak de drie vriendjes in zijn broekzak, de volgende dag nam hij ze mee naar school
en hoorden ze iemand iets vragen.
"En...jongens, hebben jullie allemaal jullie erwtjes bij ? " vroeg een grote dame.
De kleine jongen haalde de drie vriendjes uit zijn broekzak. Plots stonden er wel dertig
jongetjes rondom hem.
"Wel, wel, waar heb jij die mooie en grote erwten gevonden ? " vroeg de dame.
"Ja, ik heb ze gevonden juf, echt waar !" zei het jongetje.
"Okee kinderen, allemaal terug op jullie plaats nu dus je weet het als je thuiskomt steek
je de erwtjes in een stuk spons en doe er water bij en laat me weten wat er gebeurt na
enkele dagen, okee ? "
De kleine jongen reed wat later met zijn fietsje huiswaarts. Hij ging naar de garage en
zocht een spons, hij knipte er een groot stuk uit en stopte dat stuk in een glazen
bokaaltje, dan stopte hij er de drie vriendjes in en goot er water bij.
"Lekker hee " zei Piwi " zo'n douche ".
"Ja tof, maar ik krijg precies wat scheuten links aan mijn lijfje " zei Groentje.
"Ik ook " zei Lichtgroentje.
Ze waren verbaasd en een beetje bang. Vanop de vensterbank zagen ze dat het kereltje
in de tuin speelde met zijn hond. De zon maakte hun erwtenvelletje lekker warm en ze
vielen in slaap.
Na een lange tijd werden ze wakker en konden ze hun ogen niet geloven, de pot zat vol
bladeren die uit hun lijfje kwamen en de pot werd zelfs te klein voor hen.
Elke dag kieperde het jongetje er nog wat water bij.
Na drie weken werden ze in de grond gestopt en de drie kameraadjes voelden zich
uitstekend alsof het zo moest zijn, ze voelden zich geweldig !
"Misschien tot kijk vriendjes " zei Piwi en hij knikte naar Groentje en Lichtgroentje
alvorens het jongetje hem in de grond stak. Ze knikten terug en werden later ook in de
grond gestoken.
Na enkele weken stonden er op die plaats drie reuzenstruiken met bonen aan, zo groot
als sinaasappels.
"Wel buurman, waar heb jij die superbonen gehaald ? " vroeg een man aan de vader
van het kereltje.
"Mijn zoontje heeft die gevonden beweert hij !".
Na alweer enkele dagen werd plots de grond omgewoeld, als bij toeval belanden Piwi,
Groentje en Lichtgroentje weer bij elkaar. De plantjes die uit hun lijf groeiden warren
weg, hun haar was weg en ze hadden vele rimpels, ze voelden zich moe maar gelukkig.
"Ja" zei Piwi" we hebben goed gewerkt denk ik ", en de papa van het kind gooide de
reuzenbonen in een mandje en droeg ze in het huis.
"Prachtig schat, dat zal smaken " zei een vrouwenstem.
Piwi, Groentje en Lichtgroentje keken elkaar lachend aan.
Nog weken lagen ze in de zon te genieten van hun oude dag.
Als ze zich verveelden vertelde Piwi over de vele landen die ze bezocht hadden.
En op een heldere sterrennacht, kwam de erwtengeest hen rustig halen, met zijn drieen
vlogen ze naar de eeuwige erwtenvelden waar ze nog lang en gelukkig leefden en later
erg wijze erwtengeesten werden...
Nog een sprook
De twee zoutkorrels
Siberië, ergens in de zoutmijnen.
Een snerpende wind joeg over de ijskoude vlakte. De
lucht hing vol dreigende en donkere wolken, hier en daar zag je een bliksemschicht.
Van leven was hier weinig of geen sprake, enkel in de zoutmijnen leek leven mogelijk al
was het in erbarmelijke omstandigheden.
Maar daar, ergens diep in het zout, zaten twee zoutkorrels rustig met elkaar te praten
alsof hen niks kon overkomen, tot plots een grote ijzeren schep hen met één graai
weghaalde van hun familie en vrienden? Beide zoutkorreltjes huilden toen ze plots in de
wind en de bijtende koude terechtkwamen.
De grote ijzeren schep gooide hen wat later
met duizenden andere in een vrachtwagen, even later lagen ze weer onderaan met
duizenden soortgenootjes op zich.
"Oef, we hebben geluk gehad " zei het ene zoutkorreltje.
"Zeg dat wel " zei het andere, en ze kropen wat dichter bij elkaar aan om het warmer te
hebben, dan vielen ze in slaap.
Plotseling werden ze wakker geschud en gleden ze vanuit de vrachtwagen in een grote
trechter.
"Verdomme, ik denk dat we in de zoutfabriek zijn " zei de ene weer.
"Ja maatje, ik ben er zelfs zeker van " zei de andere terwijl hij rondkeek.
"Weet je wat, we kruipen naar boven en gaan een kijkje nemen" en ze wurmden zich
traag maar zeker opwaarts.
Toen ze bovenaan de zoutberg waren zagen ze de enorme bedrijvigheid in de fabriek.
Mensen liepen als mieren door elkaar, sommigen hadden grote zakken vast en deden er
zout in, anderen stonden aan machines te werken.
"Ik denk dat we niet meer lang zullen leven " zei het ene zoutkorreltje.
"Ik vrees dat je gelijk hebt " snikte het andere en een traantje gleed over zijn witte
wangetje. Ze omarmden elkaar en huilden, tot ze beiden uitgleden, ze kwamen in een
machine terecht en gleden over transportbanden, uiteindelijk belanden ze in een
papieren zak, samen met honderden soortgenoten, bovenaan werd de zak door een
machine goed gesloten.
"Wat nu ?".
"Afwachten, we zien wel ! "
Dan werden ze in dozen gestopt en na enkele dagen kwamen ze in een winkel aan waar
ze in een rek gezet werden.
"Nou, ik vind het hier wel leuk "zei de kleinste zoutkorrel.
"Ik ook " zei de andere " maar zal het leuk blijven ? ".
Nauwelijks een uurtje later graaide een hand hun pak uit het rek. Een uurtje later
kwamen ze in een klein glazen potje terecht met bovenaan enkele gaatjes waar ze juist
door zouden kunnen. Ze keken angstig vanuit het potje naar de omgeving; ze zagen een
grote man, een vrouw en twee kindjes die aan tafel zaten. Plots werd het potje
vastgenomen, omgedraaid en er werd hard mee geschud, de twee korreltjes konden zich
nauwelijks vasthouden, gelukkig werd het potje even later terug op tafel gezet. Telkens
ze weer werden opgepakt namen ze elkaar stevig vast en konden ze niet door één van de
gaatjes vallen. Dat ging zo dagen door tot er nog maar enkele honderden van hen
overbleven. Daar zaten ze dan op het keuenrek naar buiten te kijken.
"Kijk, er valt zout uit de lucht " zei het ene korreltje.
"Dat is geen zout domkop, dat is sneeuw " lachte het andere korreltje.
Plots kwam de vrouw de kamer binnen en leek iets te zoeken.
"Schaaaaaat " riep ze naar haar man " waar staat het pak zout ?"
De man kwam even later de keuken binnen.
"Het laatste zout heb ik in het zoutvatje gedaan " zei hij.
"Tja, dat is wel wat weinig om de stoep ijsvrij te houden maar ja beter iets dan niets "
zei de vrouw en ze nam het potje mee naar buiten, hun hond, een grote labrador volgde
haar.
Beide korreltjes keken elkaar angstig aan, de vrouw draaide het potje ondersteboven en
ze zagen hun soortgenootjes in de witte sneeuw vallen en verdrinken, net toen zij ook uit
het potje zouden gaan vallen liep de hond onder het potje door en belandden ze met hun
tweetjes in de warme pels van het dier.
"Nou over geluk gesproken "zei de grotere korrel.
"Gesproken!" antwoordde de ander.
De dag daarna liep de man met zijn hond langs een grote rivier. De man nam plots een
tak van de grond en riep de hond, dan gooide hij de tak weg en de hond moest hem
terugbrengen.
Beide zoutkorreltjes die nog steeds in de warme vacht van de hond zaten keken elkaar
angstig aan terwijl de man de stok weggooide.
"Dit wordt gevaarlijk vriend "zei de ene.
"Als we in het water terechtkomen zullen we smelten !" snikte de andere.
"Luister, als de hond in het water springt, springen we op die tak die daar drijft okee
?!" zei de moedigste korrel.
De andere knikte.
De hond liep snel naar het water en nam een reusachtige sprong.
"Springen !!!" riep de ene korrel.
Beiden sprongen ze uit de pels recht op de drijvende tak en zonder nat te worden dreven
ze wat later verder de rivier af.
"Oef, dat scheelde niet veel " zei de ene weer.
"Niet veel " zei de kleinste terug.
Dagen aan een stuk bleven ze ronddobberen en dreven ze waarheen de tak hen bracht.
Na een tijdje zagen ze allemaal ijsbergen voor zich opdoemen.
"Miljaar, ik denk dat we naar de Noordpool aan het drijven zijn " zei de ene.
"Dat kan niet" zei de kleinere korrel '" ik wil naar huis ".
De grotere korrel nam de andere stevig vast en zei ;
"snap je het dan niet dat we gered zijn, het is daar erg koud, het ijs zal nooit smelten en
omdat het ijs niet smelt zullen wij ook niet smelten, we zijn gered, voor altijd !"
De kleinere keek hem glimlachend aan?
"Voor altijd ? " vroeg hij.
"Ja, voor altijd "knikte de grotere korrel.
En enkele uren later werd de tak door het water tegen een enorme ijsberg gesmakt en
beide zoutkorreltjes belandden op de top ervan. De zon scheen op hun wit velletje.
"Goed hee, dankzij de zon is het niet te koud en dankzij het ijs smelten we niet !
Jaren en jaren bleven ze op de ijsberg wonen en volgens de legende kwamen er nog meer
zoutkorreltjes bij. Langzaam maar zeker veranderde de ijsberg in een gigantische
zoutpilaar en terwijl alle mensen al van de aarde verdwenen waren zat de hele
zoutgemeenschap op de berg !
Beide moedige zoutkorreltjes hadden elk een zoutvrouwtje gevonden en ze hadden vele
zoutkindertjes.
En natuurlijk, zoals altijd leefden ze nog lang en gelukkig...
Ravache & Barremans : private investigators
Hoofdstuk 1
Ravache zat in de ruime simili-lederen zetel achter de bureeltafel, zijn voeten rustend op
de rand van de tafel, zijn collega Barremans zat verveeld in de andere zetel die het
bureau rijk was. Barremans was Hello Everybody aan het lezen, het allernieuwste
weekblad.
"Zeg Ravache"
"Zeg maar Swa hoor Fideel" antwoordt Ravache.
"Wel Swa, moet je horen wat er nu in Hello Everybody staat; naar het schijnt en het
staat hier ook geschreven heeft Michael Jackson besloten om te huwen met Marilyn
Monroe !".
"Hoe kan dat nu Fideel, Marilyn Monroe is al minstens dertig jaar het hoekje om en
dood ook !".
Barremans kijkt wat kwaad naar Ravache omdat die hem weer niet gelooft.
"Ja maar, het staat hier toch en je weet hoe excentriek die Jackson is hee !".
"Tja, als het in Hello Everybody staat vermoed ik dat het wel waar zal zijn" zegt
Ravache.
Barremans leest aandachtig verder in zijn lijfblad terwijl Ravache de slaap uit zijn ogen
probeert te wrijven. Hij verveelt zich dood.
"Verdomme Barremans "zegt Ravache plots.
"Zeg maar Fideel" antwoordt Barremans gevat.
"Ja...euh Fideel, wanneer gaan we godverdomme nog eens een klant hebben ons geld
van die laatste klus is bijna op, je weet wel toen we die poedel van die filmster moesten
zoeken en hem vonden in de dok, keidood en kletsnat..."
"Ah ja, nu weet ik het weer !" zegt Fideel.
"Awel jongen, al dat geld is bijna op, foetsie !" zegt Swa.
Zijn woorden waren nog niet koud, meer lauw of lichtwarm toen plots de telefoon
rinkelde.
Ze schrokken beiden want dit geluid hadden ze sinds maanden niet meer gehoord.
"Hoor ik daar nu de telefoon ? " vroeg Barremans aan Ravache.
"Natuurlijk idioot of dacht je dat het een naaimachine was, debiel! " reageert Ravache
geërgerd.
Barremans springt recht en wil de deur van hun bureau gaan openen.
"Hee Barremans, daar staat de telefoon, naast de typemachine en de Sega console, juist
voor de monitor van onze playstation, laat de deur maar dicht jongen !" zegt Ravache
hoofdschuddend.
"Ach ja, nu weet ik het weer " zegt Barremans en loopt naar de telefoon.
"Hallo, detectivebureau Rarremans en Bavache...euh...Barremans en Ravache, wat
kunnen we voor U betekenen ? " zegt hij.
Barremans wachtte gespannen op antwoord langs de andere kant.
"Goedendag meneer, U spreek hier met mevrouw Sofie Chateauwiet de la Foret, kan ik
jullie vanmiddag spreken, het is zeer belangrijk " zegt een sensuele stem.
Barremans wrijft zich in het weinige haar dat hij nog over heeft en begint direct een
lichaam te fantaseren bij de stem.
"Ja, natuurlijk mevrouw Chateau...euh...wit...de...euh...fret..." zegt hij.
"Sofie Chateauwiet de la Foret is mijn naam " zegt de stem.
"Zeg ik toch...waar spreken we af ? " vraagt Barremans.
Even stilte aan de andere kant van de lijn, eigenlijk duurt het nog wat langer dan even,
Barremans wordt ongeduldig en slaat even met de hoorn van het toestel op tafel.
Ravache kijkt hem alweer hoofdschuddend aan.
"Hallo, bent U er nog " zegt Barremans terug in het toestel.
"Ja hoor, mijn waarde, laten we afspreken in Het Koperen Kalf, U weet toch wel waar
dat is hee ?" zegt ze.
"Ja natuurlijk, het is namelijk ons stamcafé" liegt Barremans en hij knipoogt naar
Ravache. Die schijnt er niet mee te kunnen lachen.
"Om twee uur, vanmiddag, gaat dat voor jullie ? "
"Natuurlijk, we zullen er zijn ! Tot straks dan maar ! " zegt Barremans.
"Hoe kan ik jullie herkennen ? " vraagt de vrouw nog.
Barremans denkt even na en wil zeggen dat Barremans er echt macho en mannelijk
uitziet en dat Ravache zo lelijk is als de nacht en nog verwijfd ook maar hij bedenkt
zich...
"Wel één van ons beiden zal de krant, 'Het Eerste Nieuws' bij zich hebben."
"Okee, goed, tot straks dan !" een koele klik volgt. Barremans legt een beetje van streek
de hoorn neer.
Hij kan haast niet wachten om de vrouw te ontmoeten en wil haar al terugbellen om te
vragen of het niet wat vroeger kan zijn maar dankzij zijn jarenlange kung-fu-training
kan hij zich beheersen.
Ravache heeft het hele gesprek kunnen beluisteren via de extra speaker die constant aan
hun toestel hangt om eventueel gesprekken op te nemen en zo...
"Wel Barremans, sinds wanneer is Het Koperen Kalf ons stamcafé ?" zegt Ravache.
"Wat kon ik anders zeggen ? " antwoordt Barremans.
"Jij bent me toch een ezel hoor, waar ga je dat café dan vinden ? "
"Wel in de stad natuurlijk " antwoord Barremans, terwijl hij een Marlboro uit zijn
pakje sigaretten haalt. Hij breekt de sigaret in twee stukken en werpt ze achteloos in de
vuilbak.
"Zeg, waarom gooi je die sigaret weg ? " vraagt Ravache.
"Ach, ik rook niet meer " zegt Barremans.
Ravache schudt zijn hoofd.
"Enne...meneer weet toch dat er in de stad alleen al zo'n 150.000 cafeetjes zijn ?!"
"Oh, Ravache, geen probleem, ik zoek het wel op in de Zilveren Gids" antwoordt
Barremans terwijl hij naar de kast stapt waarin zich alle afgewerkte dossiers bevinden.
Er is één plank in de kast, aan de linkerkant ligt één dossier en aan de rechterkant ook,
daartussen in ligt de Zilveren Gids.
Barremans neemt de Gids en zet zich neer, hij begint te zoeken in de Gids.
Ravache laat hem betijen en vraagt na een uurtje ;
"Wel Barremans, nog niks gevonden ?".
"Zeg man, ik ben al bij de letter B hoor, geduld mijn waarde, geduld!" reageert
Barremans geïrriteerd.
"Jij driedubbel afgetrokken bleekscheet" roept Ravache," weet je dan verdomme niet
dat Koperen Kalf met de letter K begint van facteur, idioot !"
Ravache springt recht en sleurt kwaad de Gids uit de handen van zijn collega. Hij begint
haastig te zoeken en enkele minuten later heeft hij het adres al.
"Hier is het; Baanstraatweg 657, kom op, we zijn er mee weg !"zegt Ravache en hij legt
de Gids terug tussenin de twee dossiers.
Dan kijkt hij nog even op zijn echte imitatie-Rolex en ziet dat het al één uur is.
"Zeg Barremans."
"Zeg maar Fideel" antwoordt Barremans.
"Stop met die zever, je weet dat het intussen al één uur is, Het koperen Kalf is wel aan
de andere kant van de stad hee !".
Snel trekken ze beiden hun antracietgroene parka's aan en zetten hun geruite petten op.
Dan stappen ze beiden in de lift .
"Zeg Swa, rij jij of rij ik ?" zegt Fideel.
"Hoe durf je dat te vragen, Fideel Barremans, ben je al vergeten dat je onze vorige
wagen in de prak hebt gereden toen je met je zatte botten tegen die muur parkeerde ?"
"Okee Ravache, jij rijdt " antwoordt Barremans een beetje geambeteerd.
'Die klootzak vergeet ook niks hee!' denkt hij nog.
Dan begint hij luidop te fluiten uit onvrede en onmacht.
Even later stappen ze beiden naar hun wagen toe.
"Toch een mooi vwatuur hee Ravache, moet je kijken, die brede banden, die kleur, dat
felrood zoals een Ferrari, die uitlaat in chroom, de sportvelgen, echt ik ben trots op onze
wagen !" zegt Barremans.
"Onze wagen ? "vraagt Ravache.
"Okee, jouw wagen, stijfkop, ben je nu tevreden ?!" zegt Fideel.
Van pure woede duwt Barremans een oud vrouwtje van de stoep.
"Hee meneer, kijk uit hee of ik roep de polies !"krast de oude kol.
Barremans draait zich om en geeft haar een klap op haar verfrommeld gezicht.
"Wij zijn van de politie madam, kan ik nog iets voor U doen ?!" schreeuwt Barremans
haar gefrustreerd toe, terwijl hij alweer zijn vuist balt.
"Euh neen...bedankt meneer,'t is in orde "krast ze terug, terwijl haar oude gerimpelde
huid langzaam appelblauwgrijs wordt en het bloed uit haar neus stroomt.
Barremans lacht en kijkt Ravache aan.
Deze tikt even met zijn wijsvinger op zijn voorhoofd en kijkt Barremans kwaad aan.
"Jij stomkop, kon je haar niet gewoon met je matrak slaan, straks gaat ze klacht
indienen en vindt men jouw vingerafdrukken op haar bakkes, ezel die je bent !" zegt
Ravache boos.
"Jij kan toch niks verdragen hee Ravache" zegt Barremans terug.
"Kom we stappen in !" reageert Ravache.
Barremans stapt in, zijn gezicht is wat rood aangelopen door de opwinding, hij slaat het
portier hard toe om zijn ongenoegen te uiten. Ravache stapt rond de auto en zet zich
achter het stuur van zijn Fiat Panda. Hij steekt de sleutel in het contact en start de
motor, met gierende banden scheuren ze de straat uit.
"Ja Barremans, geef toe, echt een racemachine hee deze auto !" zegt Ravache.
"Jaja, ik weet het stoeffer" zegt Barremans verveeld en kijkt uit het raam.
"STOP ! STOP! " roept Barremans plots.
Ravache zet beide voeten op de rempedaal en ze komen abrupt tot stilstand aan de kant
van de weg.
Achter hen botsten enkele wagens op elkaar.
"Wat is er verdomme ?" roept Ravache.
"Daar aan de overkant, zie je die griet met die minirok met haar grote borsten, had ik
maar eens zo'n vriendin, tsjonge..."zegt Barremans en wat kwijl loopt uit zijn mond.
"Jij vierdubbel afgetrokken ezelskop, laat je me daarvoor stoppen ?! Man, soms vraag
ik me af of je ze nog wel alle vijf hebt !" roept Ravache.
"Alle vijf ? Wat bedoel je ?" reageert Barremans.
Vlug start hij de motor weer want hij ziet in zijn achteruitkijkspiegel nog net enkele
kwade automobilisten afkomen.
Ravache steekt een sigaret op. Barremans vraagt er ook één.
"Maar jij rookt toch niet meer hee ?"
"Ja , dat klopt, het is om ze buiten te gooien, dan moet jij het ook met één minder doen
hee !"
Ravache begint stilaan zijn geduld te verliezen en hij heeft zijn geduld nog nodig dus...
"Barremans, mijn waarde, vanaf dit moment, tot we in het café komen hou jij gewoon je
bek, begrepen !" zegt hij kwaad.
Barremans knikt en kijkt met tranende ogen naar buiten. De huizen schieten aan hem
voorbij, zo snel rijdt zijn collega. Hij vindt dit wel gevaarlijk maar zegt niks.
Een half uur en dertig seconden later stopt Ravache de wagen op de sjieke parking van
Het Koperen Kalf. Hij vindt nog net een parkeerplaatsje tussen een knalrode BMW 635
CSI en een Rolls Royce Silver Shadow.
Ze stappen uit hun limousine, Ravache neemt de krant van de achterbank en ze stappen
beiden het café binnen.
Ze nemen plaats aan de toog, die volledig uit marmer bestaat en bestellen elk een
drankje. Dan proberen ze zo gewoon mogelijk te doen.
"Zeg Ravache, 't een en 't ander hier, moet je kijken wat sjiek volk hier zit !" zegt
Barremans.
"Inderdaad, en dan zeg jij dat dat hier ons stamcafé is, loeser die je bent !" antwoordt
Ravache, en hij neemt de krant en begint hem ostentatief te lezen er op lettend dat
mevrouw Chateauwiet de la Foret het zeker zou zien als ze binnen komt.
"Zeg Ravache ?"
"Ja, wat nu weer ?"
"Ik ga even kakken, okee !"
Barremans haast zich naar het twalet.
"Oef, eindelijk even rust" mompelt Ravache. Intussen kijkt hij over de krant heen naar
de ingang. Plots ziet hij een knappe dame binnenkomen die recht op hem afkomt.
"Dat is ze zeker, godverdoemme wat een lijf " denkt Ravache en haastig legt hij de
krant weg en strijkt nog even zijn haar in de goede plooi. Dan tovert hij zijn
verleidelijkste glimlach op zijn gelaat en nipt nonchalant van zijn limonade.
De knappe vrouw blijft naar hem toekomen.
Als ze bijna bij hem is opent ze haar armen.
Ravache opent zijn armen ook.
Dan springt de vrouw als het ware op de man naast hem.
"Dag schat, sorry dat ik wat laat ben !" zegt ze tegen de aangeklede kleerkast die net
naast Ravache zit.
De man bekijkt haar, doet ze binnen, veegt zijn en haar mond wat later af, kijkt
minachtend naar Ravache en even later verlaten ze beiden de zaak.
Ravache is ondertussen tamelijk rood geworden en draait zich inwendig vloekend om,
hij neemt de krant weer ter hand en blijft er mee voor zijn gezicht zitten.
Even later voelt hij een tik op de schouder.
"Hallo Swa, ik ben terug !" zegt Barremans vrolijk.
"Getver, moet jij nu altijd zo onnozel doen Barremans !" zegt Ravache.
Barremans voelt zich op zijn pik getrapt en zet zich neer. Hij drinkt rustig van zijn glas
melk.
Plots komt er een prachtige vrouw binnen, lange benen, hagelwitte tanden, blond haar,
twee joekels van borsten en een kontje om U tegen te zeggen; ze stapt recht op hen af.
"Barremans en Ravache ?" vraagt ze.
Even valt er een ijselijke stilte, Barremans schraapt zijn keel en springt recht alsof hij
weer moet gaan kakken. Ravache grijnslacht de verblindende schoonheid toe.
"Euh..ja ja...dat zijn wij " zegt Barremans met een hoge stem.
Zijn tong hangt uit zijn
mond en kwijl loopt over zijn kin. Ravache geeft hem een por in de ribben en een
zakdoek en wijst naar zijn kin. Barremans veegt het kwijl af en is sprakeloos.
"Excuseer me, mijn collega is een beetje ziek, inderdaad mevrouw, wij zijn het , dan
bent U ongetwijfeld madame Chateauwiet de la Foret ? " zegt Ravache.
"En effet" zegt ze . Gelukkig weet Ravache dat dat Frans is voor inderdaad.
Ze schudden elkaars handen.
Barremans kan het niet nalaten om daarna even aan zijn
handen te ruiken, hij wordt bijna high van de vrouw haar lichaamsgeur.
Dan zet de dame zich neer op een kruk tussen hen beiden. Terwijl ze dit doet glijdt haar
minirokje ietsje naar boven en zien beide heren een stukje van haar zwart slipje.
Barremans begint te hijgen als een hitsige Duitse scheper, Ravache geeft hem een schop.
"Ja ik zie dat Uw collega niet al te best is " zegt de vrouw tegen Ravache.
"Ja, hij kan niet zo goed tegen de drukte van een café " antwoordt Ravache
verontschuldigend.
"Ach, geeft niet hoor, kom we bespreken de zaak dan wel op de parking in mijn wagen"
zegt ze en ze staat recht en loopt naar de uitgang.
Ze betalen hun rekening en beiden
haasten zich achter haar. Wat later zitten ze met hun drieen in de knalzwarte Rolls
Royce.
Even later rijden ze weg.
"Laat ons even een ritje maken heren, want ik voel me nergens nog echt veilig !" zegt de
vrouw en ze vertrekt met de knappe auto, Barremans en Ravache zitten achter haar.
"Ja, maar onze auto dan ?" vraagt Ravache flauwtjes.
"Ik breng jullie wel terug hoor !" lacht de dame.Barremans en Ravache hangen
halvelings op de voorzetels en kijken over de schouders van madame Chateauwiet de la
Foret.
Het panorama is overweldigend, ze kunnen de borsten van de vrouw haast
volledig zien, ze zijn verpakt in een klein kanten behaatje en als ze door de spleet over
haar buik nog verder kijken zien ze de zwarte jarretellegordel en de nylon netkousen.
Ze krijgen beiden last van een te krappe broek.
De vrouw kijkt hen vanin de achteruitkijkspiegel ondeugend aan.
Een tijdje later stopt de vrouw op een grote parking aan de zeedijk.
"Wel heren " zegt ze terwijl ze zich wulps omdraait waarbij Barremans en Ravache nog
meer te zien krijgen van haar weelderige vormen, "laat ik U vertellen waarom ik jullie
hulp heb ingeroepen !"
'Toch om eens goed te sexen' denkt Barremans, doch de dame stelt hem teleur.
"Ik ben sinds twee maanden weduwe, mijn man is plots gestorven aan een hartaanval
net toen hij me wou..nou U begrijpt wel wat ik bedoel veronderstel ik..."
Barremans en Ravache denken hetzelfde.
'Je zou van minder iets aan je hart krijgen'
"...wel van hem heb ik een grote fabriek geërfd in Spanje, maar het probleem is dat ik
de bazen van de fabriek niet vertrouw, daarom vraag ik jullie of jullie met mij willen
meegaan naar Spanje en incognito in die fabriek gaan werken, ik zorg er wel voor dat
jullie een gemakkelijk jobke krijgen en jullie proberen zoveel mogelijk te weten te
komen van de directie en zo, ik ben ervan overtuigd dat men een complot tegen mij aan
het smeden is en ik wil die schoenenfabriek voor geen geld ter wereld kwijt ! Dus hoop
ik dat jullie me helpen, geld is geen probleem !" zegt de dame, terwijl ze een traan
wegpinkt die op Barremans' lip belandt. Hij likt ze weg met zijn tong en geraakt in
extase.
'Wat een lekkere traan!' denkt hij.
"We doen het mevrouw,we staan tot Uw dienst " zeggen ze dan beiden simultaan.
"Gelukkig, godzijdank !" zegt ze, terwijl ze uit haar tas een dikke bruine enveloppe
haalt en die aan Ravache geeft.
"Dit is alvast een klein voorschotje, 25.000 euro, is dat genoeg ?"
"Natuurlijk, we zullen ons uiterste best doen, echt !" zegt Ravache.
Barremans moet zich echt beheersen, hij zou de vrouw zo om de nek kunnen vliegen.
Wederom slaagt hij er in zich in te tomen.
Enkele uurtjes later staan ze terug op de parking van Het Koperen Kalf.
"Zo heren, dan zie ik jullie vrijdag aanstaande om drie uur op Zaventem ! Dan vliegen
we samen richting Spanje en vergeet niet jullie wapens mee te brengen, het kan wel eens
gevaarlijk worden daar !" zegt ze, dan knipoogt ze naar hen en rijdt zachtjes weg.
Even later staan Barremans en Ravache terug bij hun Fiat Panda.
"Verdomme Ravache, kan je nu geloven dat ik klaargekomen ben in mijn broek, dit is
me nog nooit overkomen !" zegt Barremans.
"Jij hete hond...vetzakje dat je bent" zegt Ravache en hij voelt nog steeds die drukkende
erectie in zijn broek, doch wanneer hij het pokdalige gezicht van Barremans ziet
verdwijnt de erectie als sneeuw voor de zon.
"Kom Barremans, we zijn weg, deze klus moeten we klaren, heb je gezien hoeveel
voorschot ze ons al gegeven heeft ? "
Beiden stappen ze over hun toeren in de auto en met gierende banden scheurt de Panda
de baan weer op.
Minutenlang wordt er geen woord gesproken tot ze plots alweer tegelijkertijd zeggen ;
"wat een vrouw, wat een vrouw !"
'Zeg dat wel , zeg dat wel, maar mijn beste Ravache, ik zal haar nog wel versieren hoor,
wacht maar' denkt Barremans.
' ik weet zeker dat ze ooit voor mijn charmes zal bezwijken' denkt Ravache,
terwijl hij zichzelf al ziet aan een zonovergoten strand, hand in hand met mevrouw
Chateauwiet de la Foret...
Hoofdstuk 2
Barremans en Ravache gaan naar Spanje
Al dagen staan ze beiden te popelen om naar Spanje te vertrekken maar de tijd schijnt
voorbij te kruipen. Het is pas woensdag ! Om zich in Spanje goed te kunnen voelen
besluiten ze om samen te gaan winkelen naar het winkelcentrum om aangepaste kledij te
kopen. Dus vertrekken ze samen naar het winkelcentrum. Een half uurtje later lopen ze
er al in de gangen rond...
"Ferm hee Ravache "zegt Barremans terwijl hij naar een winkelvitrine wijst.
"Verdomme Barremans, vijfdubbelovergetrokken kamwieldop, zie je dan niet dat je
voor een lingeriewinkel staat, wat moeten de mensen van ons denken !" reageert
Ravache bitsig, en hij trekt zijn collega van de vitrine weg.
"Kom, daar is een herenkledijwinkel, laat ons daar eens gaan kijken " zegt hij nog en
hij duwt Barremans mee.
Barremans kijkt intussen elke knappe vrouw na met een gezicht als een Cockerspaniël
die zeven weken niet heeft gegeten.
Ze stappen de winkel binnen en een verkoper komt al naar hen toe.
"Goedemiddag heren, kan ik U helpen "zegt hij met een verwijfd en hoog stemmetje.
"Wel...euh...meneer, we zoeken wat vakantiekledij omdat we naar Spanje vertrekken
eind van de week " zegt Ravache.
"Ach zo, de heren gaan naar Spanje, ochot toch, leuk heeeee" en dan draait hij zich om
en begint voor hen kledij uit te zoeken.
"Zeg Ravache, is dat geen olofiel of zo ? "vraagt Barremans.
"Jij idioot, dat zie je toch al van ver, je moet kijken hoe hij loopt de jannet, het is
overigens wel homofiel hee Barremans !"
"Bah wat vies " reageert Barremans.
"Joehoe, joehoe heren, kom eens even " roept de verkoper plots en vrij hard.
"Hoor Barremans, ze ...euh...hij roept ons, kom..." zegt Ravache en hij trekt zijn vriend
mee naar de verkoper want hij voelt zich niet op zijn gemak bij zulke 'mannen'.
"Hij zal me toch wel gerust laten hee Ravache ?" vraagt Barremans nog even.
Ravache bekijkt hem en zegt : " Natuurlijk, wie zou er nu op jou verliefd worden met je
pokkenface ! Denk je dat hij zo wanhopig is ?"
"Let een beetje op je woorden hee Ravache !"
Dan gaan ze beiden schoorvoetend naar de verkoper toe.
"Kijk eens hier heren, een prachtige bermuda, enkele mooie tangaslips en enkele rose Tshirten
! Schoooon heeeeeee !" zegt hij.
"Euh...meneer...we zoeken wel serieuze kledij..wij zijn niet als U hoor !" zegt Ravache
een beetje kwaad.
De verkoper lijkt op zijn tenen getrapt en zegt :" Ochot...quel air je me donne...wat een
streken..." en hij roept naar een collega ; " joehoe Janineke wil jij deze heren verder
helpen ?" en met een verontwaardigde blik loopt hij weg, hevig zwaaiend met zijn iele
armpjes.
"Oef !" zegt Barremans " daar zijn we vanaf !"
Dan zien ze een mooie vrouw in hun richting komen, ze draagt een strakke zwarte broek
en een spannend wit hemdje, met elke stap die ze zet wippen haar grote borsten op en
neer.
"Waaw " zucht Barremans, " wat een vrouw!"
Ravache slikt even.
"Dag heren, kan ik U helpen ?" vraagt ze met een stralende glimlach.
Ze vermannen zich en doen hun verhaal en de dame vraagt hen haar te volgen wat ze
gedwee doen. Ze passen het ene kledingstuk na het andere en na enkele uren verlaten ze
zwaarbeladen de zaak.
In hun buro aangekomen beginnen ze alles uit te pakken.
"Zeg Barremans, ik denk toch dat we wat teveel gekocht hebben hoor !" zegt zijn
collega.
"Die winterjassen en bontmutsen hadden we volgens mij niet direct nodig hee !"
"Ach kom, het was de enige manier om Jeanineke bij ons te houden hee !"
"Ja, akkoord , maar die kostte ons wel 4560 euro hoor !"
"Ja oké, maar we hebben er wel plezier aan gehad hee, weet je nog toen Janineke zich
bukte om een das op te rapen en je de contouren van haar slipje duidelijk in haar broek
kon zien, of het mooie zicht op haar borsten, het leken wel meloenen !"
"Ja , ja, 't is goed " zegt Ravache.
Wat later zegt Barremans dat hij naar huis gaat want hij moet nog dringend enkele
persoonlijke dingen gaan kopen. Hij spreekt af met zijn collega, vrijdag op Zaventem.
"Zie wel dat je stipt op tijd bent hee !" zegt Ravache hem nog. Barremans knikt en
verlaat het buro.
Eindelijk breekt vrijdag aan, om exact twee uur staan beiden meet elk twee koffers op
Zaventem, in de inkomhal wachtend op mevrouw Chateauwiet de la Foret.
Een kwartiertje later komt ze aangewandeld.
"Dag heren ", zegt ze en ze geeft beiden een hand, "alles oké ?
Hebben jullie alles bij ?"
Beiden krijgen ze alweer trek om haar te bespringen maar gelukkig kunnen ze zich
beheersen.
Ze gaan naar de incheckbalie en na de nodige formaliteiten stappen ze in het vliegtuig
in.
Ze zitten met zijn drieen knusjes naast elkaar. Madame Chateauwiet de la Foret zit in
het midden, Ravache aan het raampje en Barremans aan het gangetje.
"Ziezo heren, ik stel voor dat we elkaar wat beter leren kennen nu, we hebben toch tijd,
ik zal eerst wat meer over mezelf vertellen okee".
Ze knikken beiden.
Wanneer het vliegtuig in het luchtruim hangt steekt ze van wal ;
"Wel, ik kom eigenlijk uit een arm gezin van vijftien kinderen, we hadden wel een
gelukkige jeugd maar steeds geld tekort, ik ging naar een gewone school en haalde het
diploma van scheikundige, op een dag ontmoette ik in de supermarkt Antoine, mijn
overleden man, het was liefde op het eerste gezicht en voorhem op het laatste gezicht, hij
gaf me alles; een Ferrari, dure kleding, juwelen enzovoorts, en echt ik hield
echt van hem, ik was niet bij hem om het geld, helemaal niet, ik hield van zijn reuma,
van zijn vals gebit, van zijn gerimpelde vel, na zes maanden zijn we getrouwd, ik was
zesentwintig en hij drie en negentig maar het sprookje duurde niet lang zoals jullie al
wisten, verder ben ik eigenlijk een gewone vrouw en hoop ik dat jullie me echt kunnen
helpen !" zegt ze.
"Amai, U kan goed vertellen " complimenteert Barremans haar en hij bekijkt haar
begerig .
"Inderdaad", zegt Ravache.
"Wel meneer Ravache, Uw beurt dan maar !" zegt ze lachend.
"Ach, zegt U maar Swa, dat is korter en veel persoonlijker!"
"Okee Swa, ik heet Sofie en hoe heet jij met je voornaam Barremans ?" vraagt ze.
"Barremans" antwoordt Barremans lachend.
"Nee...euh...Fideel dus...ja Fideel..." zegt hij dan verontschuldigend.
"Mooie namen beiden, leuk " zegt ze.
Ravache begint te vertellen :
"Ik ben geboren in Olen en ben samen met Fideel naar school geweest bij de Jezuïeten
in Erps-Kwerps, ik ben nu 39 jaar oud en gelukkig gescheiden "zegt Ravache terwijl hij
Sofie aankijkt en probeert te zeggen dat hij single is, "verder werk ik al lang met Fideel
samen en verdienen we vooral de laatste maanden dankzij de advertentie in de
Koopjeskrant, goed onze kost !
Mijn hobby is het kweken van bladluizen en ze te
proberen kruisen met poedels ! " zegt Ravache trots.
"En is dat al gelukt " vraagt Sofie.
"Nee, maar ik blijf proberen " zegt Ravache.
"Mooi, en hoe was Uw leven tot nu toe Fideel ?" vraagt ze en ze draait zich ietwat naar
Fideel toe waardoor haar strakke bloese verder komt open te staan en hij een magnifiek
panorama heeft op haar prachtige borsten.
Fideel ontwaakt uit zijn dagdromerij en kijkt Sofie verliefd aan 'wat een lekker ding
toch' denkt hij, dan vermant hij zich en vertelt zijn levensverhaal ;
"Wel ik ben geboren in Kaapstad, waar mijn moeder en vader werkten toen "
"Bij artsen zonder grenzen ?" onderbreekt Sofie hem.
"Neen, neen, bij mijnwerkers meet grenzen, meer niet, wanneer ik twee jaar was zijn ze
terug naar België gekomen omdat de mijnen leeg waren, we hebben jaren in een
stacaravan gewoond in Oostwestmalle, mijn vader deed de vuilbakken en mijn moeder
de straat, ik heb nog twee broers en drie zussen, een hond, een goudvis, enkele katten,
allemaal dieren die uit het asiel kwamen. Op mijn twintigste trouwde ik met de dochter
van een beenhouwer maar die kon niet verdragen dat ik ook met andere vrouwen naar
bed ging en dikwijls op café ging, af en toe heb ik haar in mekaar geslagen en op een dag
was ze weg. Vijf dagen erna zijn we gescheiden en sindsdien woon ik alleen niet ver van
Ravache, we hebben elkaar leren kennen in een vogelpikclubje en het klikte meteen, we
besloten samen een detectivezaak te gaan runnen en dat is het zowat Sofie !" zegt
Barremans terwijl hij zogezegd per ongeluk zijn hand op haar bil legt.
"Oh sorry, dat was de bedoeling niet, ik dacht dat het mijn bil was zie je ?!"
verontschuldigt hij zich.
"Ach geeft niet Fideel, ik hou wel van wat contact !" zei ze.
Ze had dit nog niet gezegd of tientallen handen dwaalden over haar lichaam, ze
bepotelden haar van kop tot teen en Ravache en Barremans deden goed mee.
"HALLOOO, HEEEELA, dat bedoel ik nu ook weer niet hoor " zegt ze een beetje
kwaad. Als bij toverslag verdwijnen alle handen, Barremans kan het echter niet laten
om als laatste nog even haar prachtige borsten te betasten.
"Fideel toch, jij ondeugend mannetje "lacht ze.
Fideel heeft alweer een ongewenste zaadlozing in zijn broek.
Hij zegt niks en bedekt zijn
natte kruis met zijn handen en kijkt Sofie verliefd aan.
"Zo jongens, ik ga even naar het twalet " zegt ze en ze staat recht en gaat door het
smalle gangetje naar de lavatory. De meeste hoofden volgen haar wiebelende kont.
"Da's nogal een vrouw hee Ravache ! En haar borsten heb jij die ook gevoeld, zo stevig
! Ik heb zulke borsten niet meer gevoeld sinds ik op mijn achttiende borstvoeding kreeg
!"
"Barremans, je zou beter je poten thuishouden, ze is inderdaad knap en bijzonder maar
we zijn hier om te werken, de rest komt later okee ?!"
"Okee" antwoordt Barremans.
"Zeg Ravache"
"Wat nu weer ?"
"Kun je geloven dat ik weer in mijn broek ben klaargekomen !"
Plotseling schieten een heleboel medepassagiers in een lach en sommigen wijzend
lachend naar Fideel.
Fideel wordt zo rood als een tomaat en laat zich wat dieper in zijn stoel zakken.
"Zie je nu wel idioot, zesdubbelovergehaalde tandembel, hou je nu toch eens koest , pas
op Sofie is daar terug !" zegt Ravache.
Sofie zet zich weer tussen beiden en vraagt aan Fideel;
"wat zijn die vlekken op je broek ?"
"Oh, van de koffie die ik net gedronken heb"
"Witte vlekken van koffie ???"
"Euh...tja, het was erg slappe koffie zie je "zegt Fideel en hij neemt de telefoongids uit
zijn handbagage en legt deze over zijn kruis, dan begint hij er in te bladeren.
"Wat doe je nu Fideel ? "vraagt Sofie.
"Oh, om mijn geheugen op peil te houden leer ik alle namen en adressen en
telefoonnummers uit de gids uit mijn hoofd !"
"Amai, en aan welke letter zit je ?"
"Aan de letter A van Alleman,maar ik ben er nog maar vier jaar mee bezig hee !"
Sofie fronst haar prachtige wenkbrauwen en kijkt Ravache aan, deze tikt met zijn
wijsvinger tegen zijn hoofd en Sofie begrijpt meteen wat hij bedoelt.
'Die idiote zevendubbele idioot, die mag zijn kansen op Sofie wel vergeten nu' denkt
Ravache maar net op dat moment slaat Sofie haar arm rond Fideel en met de andere
hand tikt ze op zijn dij.
"Mijn klein detectiefje, ik vind je toch wel lief hoor !" zegt ze.
Barremans buigt zich naar voren en knipoogt naar Ravache.
'ja Ravache, nu kun je Sofie wel vergeten vrees ik'.
Ravache is jaloers van woede en begint uit agressie als een bezetene in zijn neus te
peuteren...
Na een 24-uur durende vlucht en tussenlandingen in Moskou, Reykjavik,Boston,New
York, Alaska en Diepenbeek landt het vliegtuig op de startbaan van Benidorm.
"Zijn we er al" vraagt Barremans.
"Nu al " roept een woedende Ravache.
"Ja, en ik had nog eens zo graag aan het raampje gezeten verdomme " zegt Barremans
nog.
Een half uurtje later verlaten ze de luchthaven. Een zwarte limousine komt op hen toe
gereden.Ze grijpen beiden hun wapen want ze vertrouwen het niet.
"Hooo heren, steek jullie wapens weg, dit is mijn privé-chauffeur Eugene, de enige die ik
hier kan vertrouwen !" zegt Sofie. Ze steken hun revolvers weg.
De wagen stopt voor hen, Eugene stapt uit, laadt hun koffers in de koffer en opent de
portieren voor hen.Barremans en Ravache hadden zo'n onthaal niet verwacht.
Eugene kijkt Sofie aan en vraagt; " naar het hotel ?"
Sofie knikt en de wagen vertrekt.
Barremans fluistert tegen Ravache ; " dat is er ook weer zo ene, zie je die oorringen die
hij aan heeft en die tatoeages op zijn voorarmen, zie je dat hartje met daarin de naam
STAFKE ?"
"Ja, ik heb het gezien Fideel, ik weet het !" antwoordt Ravache.
Een kwartier later staan ze voor het hotel.
Ze gaan naar de balie en krijgen hun
kamersleutels. Ze stappen met zijn allen de lift in en uiteindelijk staan ze voor hun
kamers.
"Ziezo, dit is mijn kamer, nummer 17 en jullie kamer is er recht over, kamer 13, ga
jullie verfrissen, trek luchtige kledij aan en kom dan naar mijn kamer, okee " zegt Sofie
en ze verdwijnt in haar kamer.
Barremans en Ravache gaan hun kamer binnen.
Ze kunnen hun ogen niet geloven; kamerbreed smyrnatapijt op de grond, twee dubbele
bedden met echte kasjmier spreien, schilderijen aan de hagelwitte muren, sigaren en een
barkast die gevuld is met champagne, zijden gordijnen , een up to date hifi-videoinstallatie,
een home cinema en breedbeeldtelevisie...Beide mannen staan triplex of toch
zoiets. Dan is er nog een enorm terras met prachtig uitzicht op de muur van het hotel
ernaast !
"Amai mijn kl...., knap hee Ravache !" zegt Barremans.
"Dat mag je wel zeggen !" antwoordt hij terwijl hij zich op één van de bedden laat
vallen.
"Zeg, ik ga alvast een douche in bad nemen en me omkleden !" zegt Barremans en hij
haast zich naar de badkamer. Hij neemt zijn koffer mee en sluit de deur achter zich.
Ravache gaat naar de barkast en schenkt zichzelf een halve liter champagne in.
Een kwartiertje later komt Barremans uit de badkamer.
"Godverdomme, doe jij me schrikken !" roept Ravache.
Barremans is gekleed in een knalrode zwembroek, om zijn middel een opgeblazen
groene zwemband, aan zijn voeten gele zwemvliezen en op zijn kop een zwarte
duikersbril. In zijn handen een drieliter fles zonneolie en zijn lunchbox met bokes.
"Zeg Fideel, wat ben jij in 's hemelsnaam van plan ? Jij achtdubbelovergehaald
kikkerdrilkop, we komen hier om te werken hee sufferd !" zegt Ravache kwaad.
"Zeg Swa, we mogen toch wel een beetje genieten ook hee ?!" zegt Fideel terwijl hij trots
zijn nieuwe T-shirt toont met daarop 'I LOVE GIRLS AND COCA COLA '.
"Eerst het werk en dan plezier, okee !" zegt Ravache nog.
"Okee droogstoppel, okee" zegt Barremans en teleurgesteld gaat hij terug de badkamer
in.
Een half uurtje later staan ze voor de deur van Sofie, gekleed in een lichtzwartbeige
broek, een roodgrijsgeelachtig los hemd en een strooien hoed op hun kop.
Ravache klopt op de deur.
'KLOP KLOP KLOP '
De deur zwaait open en daar staat Sofie in een prachtig gebloemde gestretchte jurk tot
net onder haar achterwerk.
Barremans slikt even en ook Ravache heeft het moeilijk.
"Kom binnen vrienden !" zegt ze.
Ze gaan beiden binnen en zetten zich wat ongemakkelijk op de sofa terwijl ze Sofie
begerig aankijken.
"Wel heren, morgenvroeg om zes uur zet ik jullie af aan de fabriek, ik heb net alle
nodige telefoontjes gedaan en ze verwachten jullie, dan gaan jullie naar de
personeelsdienst en zeggen jullie dat jullie je komen aanbieden voor werk, geen angst,
jullie worden zeker aangenomen, vraag maar naar de baas, Appelthans Emiel, hier een
foto !" zegt Sofie en ze geeft de mannen een foto met een vrij lelijke man op met pukkels
in zijn gezicht en een licht snorretje.
"Die man is zo sluw als een wolf, zijn assistent is Jos Lelou, die zullen jullie regelmatig
zien in de fabriek, hij waakt over alles samen met zijn helpers Komo en Gromilla,
wanneer Lelou iets verkeerds ziet meldt hij dit aan Appelthans.
Ik zal jullie ook een
plattegrond van de fabriek geven zodat jullie af en toe eens kunnen gaan snuffelen 's
nachts en neem ook jullie wapens zeker mee hee, vertrouw niemand van de arbeiders, de
meesten zijn weliswaar Spaans en de anderen zijn vriendjes van Appelthans, vwalla, nu
weten jullie alles, kom we drinken er nog ene in de hoop dat jullie dingen vinden die ik
kan gebruiken tegen hen !" ze loopt heupwiegend naar de bar en schenkt drie glazen vol
champagne.
"Op het succes heren !" en hun glazen vinden elkaar.
"Op het succes Sofie ".
Beide heren denken al aan hun wilde liefdesnachten met Sofie maar de plicht gaat voor
natuurlijk.
Wat later kuieren Barremans en Ravache over de zeedijk.
Die avond vallen ze in een onrustige slaap, vooral Barremans...morgen begint het echte
grote werk...
Hoofdstuk 3
Ravache en Barremans aan het werk
De volgende morgen staan beide collega's goedgezind op, de zon schijnt door de ramen
en ze voelen zich kiplekker, alhoewel Barremans geen kip lust !
Een kwartiertje later, om juist te zijn vijftien minuten en 2 seconden later, staan ze
beiden op de gang.
"'t Is weeral morgen" zegt Ravache.
"Neeje, 't is vandaag "antwoordt Barremans.
"Ik bedoel deze morgen, achtdubbelovergehaalde trekzak !"
"Och, wat zijn we weer goedgezind vanmorgen !"
"Hou je muil man, je weet dat ik last heb van ochtendhumeur !"
"Ja en van middaghumeur,avondhumeur en soms nog van nachthumeur ook !"
"Tja, ik werk niet graag en subiet moeten we naar die stomme fabriek" zegt Ravache
nog.
Dan gaat Sofie's kamer open.
"Hoorde ik daar iets over een stomme schoenfabriek of zo ?!"
"Euh niks, wij hebben niks gehoord hoor !" zegt Ravache gauw.
Sofie wrijft zich in de ogen en knikt flauwtjes.
"Jullie weten dat je eerst naar de personeelsdienst moeten hee, maar je moet niet naar
Appelthans vragen want die heeft een vergadering naar het schijnt, vraag maar naar
ene Maladie, het hoofd van het personeel ! Okee ? "
Beiden knikken en kijken Sofie nog eens lekker aan in haar babydolletje.
"Maar vooral heren, jullie kennen mij niet hee !"
"Okee!"
"Okee Sofie, je hoort wel van ons !" zegt Ravache en hij wijst naar zijn gsm, dan
stappen ze de lift in.
Ze nemen een taxi en na een half uurtje zijn ze aan de fabriek, de fabriek heeft een
enorme schouw en er is een wirwar van pijpen op het dak, vrachtwagens rijden af en
aan, honderden mensen lopen door elkaar.
Ze stappen beiden de enorme inkomdeur van de fabriek binnen, er boven staat "Arbeit
macht frei", Barremans lijkt zich deze spreuk van ergens te herinneren maar hij weet
niet meer van waar.
"Waar heb ik dat nog gezien "vraagt hij zich af.
"Waar heb ik dat nog gezien" vraagt ook Ravache zich af.
"Kijk daar ,personalos servisos, de personeelsdienst" zegt Ravache en hij wijst naar het
pijltje dat aan één van de muren hangt.
Ze lopen beiden een keilange gang in met links en rechts ontelbare deuren, op een
bepaald moment staan ze voor de deur van de personeelsdienst.
'Mme Maladie, chefos personalos'
"Hier moeten we zijn !" zegt Ravache.
"Ik denk het ook " zegt Barremans.
Dan klop Ravache op de deur.
'KLOP,KLOP,KLOP'
Even volgt er een doodse stilte.
Dan roept iemand 'binnos' en ze gaan het bureel binnen. Daar zien ze achter een
potsierlijk buro een grijzende dikke dame zitten met een vierdubbele onderkin en enkele
wratten in het gezicht.
"Si, wat kan ik voor joellie doen?" vraagt ze en ze glimlacht haar bruingele tanden
bloot.
"Wijos zoekos werkos " zegt Ravache in zijn beste Spaans.
"Oh primo, ik hebos nog justos twee plaatsos vrijos in de fabrico" zegt ze en ze geeft
hen beiden een sollicatieformulier.
"Invullos en dan ikos senor Lelou roepos, okos ?" zegt ze weer.
Onze vrienden vullen het formulier zo goed mogelijk in.
"Zeg Ravache, hier staat geslacht ? Ik ben toch niet geslacht hee ! Wat een domme vraag
!" zegt Barremans.
"Daarmee bedoelen ze of je man of vrouw bent idioot !" verduidelijkt Ravache. "Weet
je wel ; een piemel of een voorpoep !?"
"Ach ja, dom van me!" zegt Barremans.
Plots wordt er weer op de deur van het kantoor geklopt.
'Klop,klop'.
Een mager geniepig mannetje glipt als een aal de kamer binnen, knikt
goedendag naar madame Maladie.
"Dag mannen, ik ben Lelou, de opzichter en assistent van de big chief Appelthans, jullie
komen hier werken als ik het goed begrijp, kom geef die formulieren maar hier !" zegt
hij wat nors.
"Inderdeed" zeggen ze beiden.
"Wel ik zal jullie eerst in de fabriek rondleiden en dan zal ik jullie zeggen waar jullie
kunnen beginnen, kom !"
Lelou gooit hun sollicitatieformulieren op het bureau van madame Maladie en loopt het
buro uit. Ze volgen hem.
Lelou toont hen de volledige fabriek en ze zijn beiden onder de indruk.
Ze hadden niet
verwacht dat het zo groot zou zijn.
"Vwalla heren en hier zullen jullie werken " zegt Lelou " in deze hall komen alle bijna
afgewerkte schoenen samen op deze automatische band en jullie gaan ze controleren en
er de veters in doen waar nodig okee ! Zal dat gaan ?!"
"Zeker meneer Filou " zegt Barremans.
"'t Is wel LELOU !!!" roept Lelou tegen hem.
Barremans knikt even.
Dan toont Lelou nog even hoe het moet en neemt hij zijn walkie-talkie.
"Allo Komo, komen jij en Gromilla naar de afwerkhall om even een oogje in het zeil te
houden want er zijn twee nieuwe medewerkers de heren...euh..."
"Ravache en Barremans" zegt Ravache snel.
Lelou zegt hun namen in de walkie talkie.
Even later komen twee aangeklede kleerkasten de hall binnen. Ravache en Barremans
moeten schrikken van hun postuur.
"Da zien er geen gemakkelijke uit hee Ravache" zegt Barremans angstig.
Komo en Gromilla zetten zich aan de kant op een stoel en houden hen aandachtig in het
oog.
Barremans voelt alweer kippenvel alhoewel hij niet eens kip lust !
Dan beginnen ze te werken.
Barremans neemt een paar schoenen van de band, bekijkt ze aandachtig en vraagt dan
aan Ravache :
"Waar moeten die veters in ?"
"Jij negendubbelovergehaalde vierkantswortel, zie je dan niet dat je twee sandalen vast
hebt !" zegt Ravache woedend.
"Hoe kan ik dat nu weten, dat staat er niet op hee !"
Komo en Gromilla zitten te lachen.
Barremans steekt woedend zijn middelvinger naar hen op, allez in zijn gedachten toch.
Na een uur werken heeft Barremans al blaren op zijn handen, het is immers de eerste
keer dat hij in zijn leven echt moet werken.
"Zeg meneer, kan één van jullie een pleistertje voor me halen aub" zegt hij tegen Komo
terwijl hij hem de blaren toont.
"Qé ?" zegt deze en wijst naar de EHBO-post.
Barremans verlaat zijn plek en gaat naar de EHBO-post.
Hij klopt op de deur en gaat er binnen. Een knap verpleegstertje type Penelope Cruz
stapt op hem toe.
"Si senor, watos U hebbos ? " vraagt ze, terwijl Barremans door haar witte schort haar
onderbroekje en bh kan zien. Hij voelt alweer beweging in zijn broek.
"Euh ja; ik blaaros op handos " zegt hij en hij toont haar zijn handen.
De verpleegster spuwt er enkele keren op en doet er dan een verband rond, dan lacht ze
vriendelijk naar hem en even later staat hij terug in de hall, wanneer hij terug naar zijn
plek gaat ziet hij hoe hard de meeste arbeiders moeten werken, hij ziet in de verte, in een
hoek, een bureel, gemaakt in de nok van het dak, een aantal meters boven de grond, aan
het raam staat een man met een dikke sigaar in de mond, dan herkent hij hem;
Appelthans, hij houdt alle arbeiders nauwlettend in het oog.
Wat later vertelt Barremans wat hij zeg aan Ravache.
"Zeg Ravache, waar zijn die twee aangeklede apen ? "
"Ze zijn koffie gaan drinken."
"Zeg Swa, je weet nu dat het bureel van Appelthans aan de andere kant is hee."
"Goed Barremans, goed gezien, straks als we gedaan hebben gaan we eventjes
rondkijken !"
"Prima" zegt Barremans en ze werken voort, de schoenen blijven maar komen en ze
hebben het erg moeilijk om het werkritme bij te houden.
Voor het eerst in hun leven zweten ze beiden van het werken, ze hadden niet gedacht dat
ze dit nog ooit zouden meemaken.
Plots gaat de fabriekssirene, de dag zit er op, het wordt een drukte van jewelste,
iedereen wil zo snel mogelijk naar huis, iedereen haat zich naar de prikklokken, de
meeste verlaten lachend en moppen tappend de fabriek, blij dat er weer een zware dag
achter de rug is.
Ravache en Barremans verstoppen zich achter een grote container.
Ze sluipen stil dichter naar het kantoor in de hoek van de fabriek.
"Kijk Barremans, dat is Appelthans !" fluistert Ravache.
Barremans ziet hoe Appelthans zijn bureel sluit en zich ook naar de uitgang begeeft.
"Dit is onze kans !" zegt Ravache.
Even later sluipen ze beiden de trap naar het bureel op.
"Zeg Barremans, heb jij een creditcard bij je, om de deur te openen ?"
"Neen , maar ik heb wel mijn fancard van de scouts bij,daarmee zou het ook moeten
gaan !"
"Jij bent toch een tiendubbelovergehaald zak hee, ik zal mijn creditcard wel pakken !"
Op dat moment horen ze voetstappen in de gang van de hall.
Ze zien Lelou en zijn helpers rondlopen.
"Kom maatjes, we gaan nog even naar boven kijken" zegt Lelou terwijl Komo en
Gromilla hem volgen.
Ravache en Barremans kunnen net op tijd de deur open en verstoppen zich onder het
massieve bureelmeubel.
"Verdomme da's vreemd, Appelthans heeft zijn deur niet op slot gedaan "mompelt
Lelou,hij kijkt even in het bureel rond en dan sluit hij de deur en doet ze op slot.
"Verdomme, nu zitten we hier hee !" fluistert Barremans. Plots gaan in de fabriek alle
lichten uit.
"Lap, nu is de zekering nog gesprongen ook !" zegt Barremans.
"Jij mafkees, dat is Lelou die alle lichten net heeft uitgedaan, snap jij nou echt niks man
!" zegt Ravache kwaad.
Het enige dat ze nog kunnen zien is het lichtje van de computer van Appelthans.
"Miljaar Barremans, nu zitten we hier wel goed hee !" zaagt Ravache.
"Vind je ? Ik zit niet echt goed hoor " grapt Barremans.
Dan neemt Ravache zijn aansteker en kijkt het bureel rond en ziet hij dat het plafond
een vals plafond is.
"Zie Barremans, een vals plafond !" wijst Ravache naar boven.
"Kunnen ze daarvoor gearresteerd worden?? " vraagt Barremans.
"Neen, idioot, we kunnen ons daar verstoppen als we die tegels wegschuiven !"
"Goed idee, hoe ben jij daar op gekomen ? " vraagt Barremans.
"Zwijg elfdubbelovergehaalde ellendeling, laat ons eerst Sofie bellen !" zegt Ravache
kwaad.
Ravache pakt zijn mobieltje en belt Sofie's nummer.
Een stilte volgt.
"Allo, mevrouw Chateauwiet de la Foret, met wie spreek ik ?"
"Sofie, Ravache hier luister we hebben een probleempje, we zitten opgesloten in het
bureau van Appelthans en we kunnen nog enkel weg via het valse plafond, we gaan ons
daar morgen heel de dag in verstoppen, kan jij ons voor morgen ziek melden ?"
"Ja, goed idee, ik bel wel "zegt ze " oh ja, overmorgen ben ik uitgenodigd door
Appelthans om met hem te gaan dineren, dus hou jullie oortjes open en good luck en
jongens...wees voorzichtig hoor !" zegt ze nog.
Ravache steekt zijn gsm weer weg.
"Zeg Barremans, we gaan hier eerst eens goed rondsnuffelen hee of heb je al slaap ?"
"Neen , nog niet, maar ik vind het wel spijtig dat we hier vastzitten, nu zal ik Rad van
Fortuin moeten missen !"
"Jij lul, we zitten hier wel in Benidorm, hier kan men VTM niet pakken, snap jij dan
echt niks !"
"Niet veel "antwoordt Barremans naar waarheid. En dan beginnen ze de laden te
doorzoeken.
"Hee Ravache, kijk hier eens een doosje met suiker, zou Appelthans suikerziekte of zo
hebben ? "
Ravache komt kijken, steekt zijn vinger in het poeder en proeft er van.
"Suiker, suiker, jij elfdubbelovergehaalde kurkentrekker, dit is heroïne, shit ! "zegt
Ravache.
"Aha, da's toch al iets " zegt Barremans.
Ravache zet het doosje terug op zijn plaats en sluit de lade.
"Hee , hier, een revolver " zegt Ravache en hij haalt een wapen uit een andere lade.
Barremans roept : " Jochei, jochei, een revolver !"
"SSSSSSSSSSSTTTTTTTT, stil, wil je dat ze ons ontdekken ?"
"Ja drugs en wapens, da's eigenlijk al genoeg om hem enkele jaartjes in den bak te
steken !" zegt Ravache.
Inmiddels is het elf uur geworden en besluiten ze in hun schuilplaats te kruipen. Ze
stappen voorzichtig op het buro van Appelthans, Ravache duwt met zijn lange armen
enkele plafondtegels opzij en trekt zich op het valse plafond, Barremans doet, na enkele
keren gevallen te zijn, hetzelfde, dan schuift Ravache de tegels weer op zijn plaats, ze
schuiven naar de kant, waar ze meer steun hebben en dommelen wat later in.
Plots schiet Ravache wakker, de sirene van de fabriek loeit.
'LOEI,LOEI,LOEI'
Hij wekt Barremans en ziet dat het al zeven uur is. Ze horen een deur opengaan.
Ravache schuift een plafondplaat een beetje opzij, door een kiertje ziet hij dat
Appelthans het buro binnenkomt, Lelou volgt hem
"Zeg meneer Appelthans, U bent gisteren vergeten Uw deur op slot te doen !" zegt
Lelou.
"Neen, ik denk het niet, alhoewel...het zou altijd kunnen natuurlijk!" antwoordt
Appelthans nors.
"Zeg a propos, je weet dat ik morgen met die trut, onze grote bazin, ga dineren, je weet
toch dat we via de Stierstraat rijden en daar zouden jij en je mannen de aanslag moeten
plegen, zoals we eerder afspraken, we zullen daar ongeveer rond twee uur voorbij
komen, neem geluidsdempers mee en schiet haar een kogel door de kop, ik reken op
jullie !" zegt Appelthans koel.
"Je kan op ons rekenen baas" slijmt Lelou.
"Dan zijn we eindelijk van dat kreng verlost !"
Lelou en zijn kompanen verlaten het bureel. Ravache en Barremans kunnen niet
geloven wat ze te horen kregen.
"De smeerlap" fluistert Ravache.
"De watte?" vraagt Barremans.
Ravache steekt geïrriteerd zijn middelvinger naar hem op.
"Hoe bedoel je Ravache" fluistert Barremans nog. Ravache gebaart hem om stil te zijn.
Ze horen Appelthans aan de telefoon.
"Hallo José, morgenavond kunnen jullie in de fabriek de ton met heroïne leveren, ik
betaal cash...de bazin zal ons niet meer storen ! Okee, morgenavond acht uur, poort drie
!"
Appelthans legt de hoorn neer en neemt wat later een slok van zijn whisky, dan gaat hij
naar het raam en kijkt uit over de immense fabriek.
"Morgen is alles van mij " roept hij en hij lacht als een hyena.
Barremans krijgt koude rillingen op zijn rug.
Traag kruipt de dag voorbij, om vijf uur loeit de sirene weer.
'LOEI,LOEI,LOEI'
Alle mensen verlaten de fabriek en ook Appelthans verlaat wat later weer zijn bureel,
sluit de deur en stapt de trap af.
"Kom op Barremans, we moeten Sofie gaan waarschuwen !"
Voorzichtig laten ze zich zakken uit het plafond, en leggen de tegels weer op zijn plaats.
"Godver Ravache, ik moet wel dringend naar het twalet hoor"
"Dan zult ge toch nog efkes moeten wachten !"
Doch wat later hoort Ravache plots water lopen, het is Barremans die zijn behoeft doet
in één van de planten in het buro.
"Jij twaalfdubbelovergehaalde balzak, heb jij dan geen respect voor de natuur ?"
Even later openen ze de deur en sluipen ze de ijzeren trap af.
Niemand schijnt nog in de fabriek te zijn en ze sluipen stilletjes naar één van de grote
ramen.
Ravache slaagt er in é
|