Er was eens heel lang geleden, in een heel ver land ver weg van hier, in een heel andere cultuur zo anders dan onze cultuur hier, een jongetje dat Armadoni heette. Zijn papa Flori en mama Appi waren dolblij met hun nieuwe boreling.
Armadoni groeide als kool, als bloemkool om juist te zijn. Hoe meer hij at des te groter werd hij. Op een jaar tijd was hij al een halve meter groot en zijn mama en papa hadden een beetje angst en schrik, dus besloten ze maar hun dokter te raadplegen.
De brave mensen gingen met hun grote zoon naar dokter Arts. Die vroeg hen wat hij zoal at. Alles , had papa Flori gezegd, daarbij zijn kop schuddend van links naar rechts en omgedraaid. Mama Appi schudde dan weer met haar hoofd van boven naar beneden en vice versa en ook nog eens omgekeerd. De dokter deed wat onderzoekjes, nam een bloedstaaltje en zei dat hij nog iets zou laten weten, deze week !
Appi en Flori wachtten de ganse week bij de telefoon. En uiteindelijk, nadat Flori zijn handen bijna afgekloven had omdat al zijn nagels op waren, ging de telefoon.
Flori schoot als een raket uit zijn zetel en nam de hoorn op.
"Hallo?" riep hij. Appi was intussen ook van boven naar beneden gesneld en had waarschijnlijk het uurrecord van boven naar beneden snellen gebroken zonder dat ze het wist. Even nog dacht Flori om de redactie van het Guinnes book of records te bellen maar toen zag hij hier maar van af.
"Hallo?" zei hij nogmaals. Aan de andere kant van de lijn bleef het stil alhoewel Flori wel wat geadem en gehijg kon horen.
"Luister jij nu eens Appi, ik hoor toch iets zenne!" zei Flori een beetje kwaad terwijl hij de hoorn passeerde met een prachtige passeerbeweging aan zijn eega. Die krulde haar oren en duwde er de hoorn tegen.
Ze keek haar man aan en knikte.
"Ja Flori, ik hoor toch ook iets zenne!" zei ze waarna ze de hoorn terug aan Flori gaf.
Beiden stonden ze daar, te wachten op enig teken van leven vanuit de hoorn, en plots toen ze het wilden opgeven hoorden ze het volgende :
"Whoehaaaaaaaaaaaa....ha ha ha ha haa....nu heb ik jullie goed liggen hee mensen, 't is dokter Arts hier ! Woehaaaaaa !" riep hij luid lachend .
"Dokter, ik vind dat niet plezant hoor en mijn vrouw nog minder" zei Flori een beetje kwaad.
"Euh...ha ha ha...toch grappig....of niet? ....ha ...ha, waarvoor ik bel trouwens ivm uw zoontje Armadoni, het is niet erg, allé om te zeggen het is niet zo erg om te vrezen dat het erg is, met andere woorden, het ergste is voorbij, hetgeen hij mankeert is niet levensbedreigend en het speelt ook geen rol dat het zijn leven zal bedreigen, met andere woorden, 't is niks zo erg maar 't is ook niet minder erg, als u begrijpt wat ik bedoel?"
"Neen dokter, ik begrijp er de ballen van !" zei Flori een beetje gefrustreerd.
"Wel het zit zo, Uw zoon moet dringend Akapakakruid nemen en dan zal zijn groei afremmen en zal hij tegen dat hij de pubertiteit nadert een normale lengte hebben, het kan dan wel zijn dat hij iets dikker zal zijn dan zijn lotgenoten maar da's ni erg..."
"Hoe bedoelt u iets dikker?" zei Flori.
"Tja, ne kilo of honderd vrees ik !" zei dokter Arts.
"Ge zijt aan't zwanzen toch hee dokter?"
"Woehaaa...ha..ha...nu had ik u alweder goed bij uw kloten hee!" lachte de goedlachse dokter met zijn flauwe grapjes.
Flori schudde zijn hoofd en Appi deed hetzelfde.
"En welk kruid heeft onze jongen nodig? "
"Akapakakruid en dat groeit in de Himalaya!" zei de dokter.
"Wablieft, in de Himalay, hoe gaan wij daar aan geraken?"
"Woehaa....ha...ha....'k heb u weer goe zitten hee man, jij gelooft toch alles wat ik zeg hee, neen jongen, dat kruid kan je vinden in bossen en struiken, in bomen en bloemen, in velden en wegels en langs de kant van de weg overal maar het is wel zeer zeldzaam, het is een groengeelachtige plant met een klein rose bloemetje, het wordt ook 'jannettekruid' genoemd in de volksmond"
"Jannettekruid???"
"Ja, naar het schijnt werd dit in de oudheid gebruikt om de opening van deze heren te verzorgen nadat ze mee hadden gedaan aan een gangbang of zoiets!"
"Echt?" vroeg Flori.
"Maar neen man, da's een grap, weet je dat nu nog niet !"
"Dus, ge weet het, akapakakruid en veel geluk met het zoeken!"
"Maar dokter, als we dat gevonden hebb en, wat dan?"
"Dan kookt ge dat gedurende drie uur, dan giet ge dat af in een bokaal en laat dat goed ijskoud worden, daarvan geef je Armadoni elke dag gedurende twee jaar een flinke soeplepel en dan zou het in orde moeten komen!"
"Okee dokter bedankt !" zei Flori en hij legde de hoorn op.
"Wat nu sjoeke?" vroeg Appi.
"Ik vertrek onmiddellijk naar het bos, met de tent en blijf daar tot ik minstens zo'n tioen plantjes heb gevonden, alles voor onze zoon!" zei Flori en hij rende naar boven de trap op. In de kamer nam hij een rugzak en de opgevouwen tent die er lag. Een uur later was hij al onderweg , richting sprookjesbos.
"Maar een geluk dat ik niet in sprookjes geloof !" zei hij nog tegen Appi nadat hij haar uitvoerig gekust had op al haar welgevormde delen.
Drie uur later kwam hij aan de bosrand aan. Het regende pijpen en stelen en oude wijven. Bijna kwam er zo'n oud wijf op zijn paraplu terecht maar gelukkiglijk kon hij haar ontwijken.
"Miljaarde " had ze nog geroepen voor ze met haar lelijke verfrommelde bakkes op het asfalt terechtkwam.
Flori zette zijn eerste stappen in het bos. Er stonden veel bomen en struiken en zo. Hij keek goed in het vierkant. Soms dacht hij dat hij een akapakaplantje zag maar het was steeds vals alarm.
Plots sprong er uit een boom een trol naar benden, net voor Flori.
"Wat doet gij in ons bos meneer?" vroeg de lelijke trol die een afschuwelijk tronie had en een serieus stinkende adem.
"Ik kom naar akapakakruid zoeken om mijn zoon te genezen!" zei Flori onversaagd, terwijl hij zijn vuist balde.
De trol ging wat achteruit.
"Aha akapakakruid, dat weet ik wel staan maar dan zul je toch 't één en 't ander moeten doen vooraleer ik je kan helpen!" zei de lelijke beest.
"Zoals?"
"Wel onzen hof moet omgespit worden, onze koeien moeten gemolken worden en onze bomen gesnoeid, daarna moeten onze fietsen gemaakt worden en als ge dan nog tijd moest over hebben mag je mijn auto kuisen!" zei de trol lachend, terwijl zijn vieze, bruine rottende tanden zichtbaar werden.
"Okee, ik doe het !"
"Goed meneer, kom dan maar mee!"
Even later liep Flori met die lelijke trol het bos in. Er floot geen vogel, er was geen wind maar het regende nog steeds.
Is het nog ver had Flori nog gevraagd aan de lelijkaard.
"Ja!" zei de trol bars.
"Kunnen we dan niet de bus nemen?"
"Ja dat zouden we kunnen doen hebben maar spijtig genoeg rijdt er hier geen bus!" zei de trol terwijl hij Flori onheilspellend aankeek.
Flori kreeg er kippenvel van maar dacht dan weer aan Armadoni die amper in zijn beddeke kon ocharme ...
Vier of vijf uur later kwamen ze aan in het trollendorp, het liep er vol trollen, de ene al lelijker dan de andere, ze kwamen allemaal rond Flori staan en spraken trols.
"Euh...meneer de trol, kan ik eerst uwen hof omspitten dan ben ik daar al vanaf!" zei Flori beleefd.
"Woehaaaaaaaaaaaaa...idioot, denk jij nu echt dat ik je werk kan geven dommerik, jij gaat de pot in en jij wordt ons avondeten!" brieste de trol luid.
Dan zei hij iets in het trols en Flori werd door honderden kleine handjes vastgenomen en in een grote pot gedaan. Er werd water in gedaan, enkele kilo's zout en dan werd de pot naar een vuur gedragen.
"Mannen dit meent ge toch niet!" riep Flori luid.
Alle trollen grijnslachten, het vuur wakkerde aan en Flori kreeg het warm, zeer warm.
Hij was net een weesgegroetje aan het zeggen toen hij plots een enorme knal hoorde. En daar vanuit de lucht als een bliksemschicht stond plots Superman voor hem en haalde hem uit het bijna kokende water.
"Superman, wat doe jij hier?"
"Ik ben overal, om de mensen te redden!" en hij nam hem onder zijn arm, gaf enkele trollen nog wat rake klappen en dan stak hij zijn arm vooruit en even later vlogen ze door het luchtruim.
"Bedankt meneer de superman!" zei Flori.
Superman lachte.
"Maar nu heb ik nog steeds geen akapakakruid!" zei Flori.
Even later zette superman hem neer op de begane grond.
"Om mijn zieke zoon te genezen!"
"Blijf hier staan, ben zo terug!"
Flori knikte.
Nog geen minuut later was superman daar terug met twee zakken vol akapakakruid.
"Vwalla, is dat genoeg?"
Flori kon zijn ogen niet geloven. Hij keek naar de zakken akapakakruid en wilde toen naar superman kijken maar die was al weg.
"Miljaarde, da's geluk hebben!" zei hij, hij nam de beide zakken en vertrok terug naar huis. Daar aangekomen stond zijn vrouw al te wachten op de stoep.
Ze omhelsden elkaar, kusten en meer.
Enkele uurtjes later zat het akapakakruid al in een kokende pot water. En de dag nadien had Appi vijfentwintig flessen akapakakruidaftrreksel. Zoals afgesproken met dokter Arts, kreeg Armadoni elke dag een lepel ervan.
En ja hoor, hij groeide niet meer en uiteindelijk had hij nog een normale grootte, hij werd zo groot als zijn vader en iets groter dan zijn moeder.
De familie leefde nog lang en gelukkig in dat verre land ver weg van hier...
|