Waargebeurd verhaal
Dit verhaal is waar gebeurd, ik heb dat op een nacht gedroomd, nadat ik de avond er voor was gaan chillen met aspirine en appelsienenlimonade. Het is een triest maar tegelijkertijd ook een leuk verhaal. Het gaat over Leo God, een jongeman van 64, die leefde in een dorpje ergens in Vlaanderen, dat kon ik in mijn droom niet zijn omdat er nergens wegwijzers in voorkwamen. Deze jongeman, had een vreselijk probleem. Iets wat hem al jaren dwarszat. Neen , het was niet het klein pensioentje dat hij kreeg noch de verwijten van zijn vrouwtje Elferida. Het was ook niet hun blinde hond Adhemar,met één poot die voortdurend zijn behoeften op de krant van Leo deed en meestal had hij de krant dan nog niet eens gelezen, vaak zat Adhemar na zijn gevoeg, stiekem in de hoek te gromlachen. Dan werd Leo echt kwaad en gooide hij de afstandbediening naar de hond, die daarop reageerde met naar Elferida te pikkelen en in haar enkels beet. Soms liep het bloed over haar zwarte pantoffels op de mooie zwarte tegels van hun bescheiden appartementje. Het was ook niet de postbode die elke dag expres hun post in een verkeerde brievenbus om hen te treiteren. Ze waren namelijk niet erg geliefd in het dorp. Hetgeen Leo het meest verafschuwde was zijn vreselijke achternaam: GOD. Hij voelde zich daardoor zo belachelijk dat hij nog liever Janssens of Peeters of Klotemans had willen heten. Het begon al op school , op zijn eerste kleuterschool dag toen zijn mama hem inleverde in de school. Juffrouw Esmeralda bekeek het magere lelijke ventje en slikte, ze richtte zich tot Leo's mama. “Aha, dag mevrouw, is dat Uw mooi mannetje, wat een leuk ventje” zei ze liegend. De mama van Leo bekeek haar alsof ze gek was. “Ja, onze Leo” “Mooi, en de achternaam?” “God!” “Hoe?”VROEG juffrouw Esmeralda. “God of hoort U niet goed godverdomme?” Juffrouw Esmeralda kon amper haar lach inhouden, ze schaterde van het lachen binnenin. De mama van Leo liet hem staan en vertrok. Leo weende, de tranen rolden over zijn puisterige gezicht en zijn dikke bochelneus. “Ge moet niet huilen vriendje!” zei Esmeralda. En ze gaf hem een papieren zakdoekje. “Kom we gaan naar de klas om met de andere kindjes kennis te maken!” Leo volgde de juf en even later kwamen ze in een klasje met andere kindjes. Juffrouw Esmeralda opende de deur : “Vriendjes , “zei ze, “dit is jullie nieuwe vriend Leo GOD”. De meeste kindjes kregen ter plaatse een lachkramp en een breuk van het lachen. “Woehaaa....God......whaaaaaa” “Waar is sinte pieter ?” riep een ander kind. “En Jezus?” riep een ander kind. Juffrouw Esmeralda werd echt kwaad. “Pas op jongens of straks geen godsdienstles!” De kleuters lachten nog harder. Leo niet. Die huilde. Leo huilde elke dag. Op de kleuterschool,op de lagere school, in het middelbaar, op de unief en ook toen hij soldaat moest worden. Overal werd met zijn naam gelachen. Overal... Uiteindelijk werd hij dierenarts. De dieren lachten niet met zijn uiterlijk noch met zijn naam. Vele jaren was hij de beste dierenarts van het dorp. En dan op zijn vierenzestigste had hij genoeg geld bij elkaar gewerkt om dat te doen wat hij al jaren wou doen. Uitgerekend op1 april, net na 31 maart zelfs, stapte hij naar het gemeentehuis van de gemeente. Hij ging naar een loket waar een bediende zat. Moest daar een giraffe zitten zou dat vreemd zijn niet? De man achter het loket, met een klein Adolfsnorretje, een brilletje op zijn neus, en een grijns zei : “Dag meneer, waarmede kan ik U van dienst zijn?” “Ik weet niet of ik hier terecht kan maar ik wil mijn achternaam laten veranderen!” “Uw achternaam?” zei de klerk en hij lachte flauwtjes. “Ja!” “Oké, en mag ik weten wat Uw achternaam dan wel is meneer?” “God”. “God?”, zei de loketbeambte, terwijl hij even naar het papier voor hem keek. Zijn lach kon hij nauwelijks bedwingen. Hij nam snel een papier achter zich en zette zich recht aan zijn bureel. Leo wachtte braafjes. “God dus?” zei de man weer en vulde de naam op het papier in. Dan gooide hij snel zijn potlood neer en liep weg. “Dringend naar toilet meneer, sorry, even geduld!” en hij rende weg, naar het toilet, een beetje verder, daar hoorde hij de man bulderend lachen. Leo slikte. Even later kwam de man terug. “Oké, meneer God!” “En in welke naam wil U dat dan laten veranderen?” “Afgod!” zei Leo. De klerk gooide zijn potlood weer neer en rende als een bezetene naar het toilet. Leo hoorde hem alweer bulderlachen. Het hele gebouw leek te daveren. Ook de collega's van de klerk hadden inmiddels alles gevolgd en zaten te gniffelen, te glunderen, te brullen, te gieren, te ginnegappen,te proesten, te schaterlachen en sommigen durfden zelfs te glimlachen. Leo was bedroefd. De klerk was terug. Uitgelachen. “Waarom afgod meneer, dat is toch even erg?” “Neen meneer , ik vind van niet, ik wil daarmee zeggen dat ik God af ben, dat ik God niet ben, dat ik gewoon een mens ben zoals alle anderen! Dat ik dit discriminerend en belachelijk gedrag, niet langer wil nemen!” riep Leo kwaad. De klerk proestte het uit. En dan plots begon het buiten te regenen, te stormen, te donderen en bliksemen. De mensen gingen kijken naar buiten, door de ramen, de straten werden rivieren, wagens werden meegesleurd en het bleef regenen. De mensen kregen schrik. Verborgen zich onder hun bureau, vluchtten naar het toilet. Plotseling bewoog alles. Een aardschok. En nog één. En nog één. Leo stond erbij en keek er naar. Hij lachtte een beetje. De klerk was intussen onder zijn bureau gekropen. Het angstzweet op zijn voorhoofd. Dan plots vloog het kantoor in brand, zomaar ineens, zonder aanleiding. Mensen schreeuwden, riepen om hulp, ze lachten niet meer. Leo keek toe, de vlammen deden hem niks. Integendeel. Hij genoot van de intense hitte, hij voelde zich fantastisch, dan volgde er een luid gekrijs en veranderde Leo's lijf in een roodachtig torso, hij kreeg horens op zijn kop en gitzwarte vleugels verschenen op zijn rug, zijn handen werden klauwen. Hij rochelde en gilde luid. De mensen die het zagen vielen dood neer, van angst. Leo roffelde enkele malen met zijn hoeven op de grond en vloog dan weg door de gebroken ruiten. “Dat zal ze leren om mensen uit te lachen!Daar kan ik nu echt niet tegen hé” “Ja maar Duveltje, was dat nu echt nodig om daar zo p te reageren?” “Jezus, zeik niet of ben je de zondvloed al vergeten?!!!!!” En net toen werd ik wakker, badend in het zweet, zo bang als een wezel.....
|