Een kleine 100 mijl zuidwestelijk van de Mesa Verde, over de staatsgrens in Arizona, ligt de "Canyon de Chelly". Een eigenaardige naam, door de Spanjaarden toegekend aan het opperhoofd van de Navajo's ('Navahoos') die hier toen leefden.(wordt uitgesproken "d'chey") Ook hier weer dezelfde "cliff dwellings" in een canyon van 85 mijl lang, met veel rotstekeningen van de Anasazi, de Navayo's en de Hopi's. (Canyon del muerte). Alhoewel dit een National Park is, ligt het volledig in Navayo country en is niet zomaar toegankelijk. Behalve op de primitieve camping, zonder water of electriciteit, moet je voor iedere stap die je zet de toelating en begeleiding vragen van een officiële Navajo gids. Het toffe aan deze canyon is, dat hij voor het grootste gedeelte bereidbaar is in de bedding (in totaal zo'n 60 mijl) Een beetje zoals de wadi's in Dubai, Oman, Yemen en Jordanië. Je moet wel kunnen beschikken over een 4 x 4, die dan wordt bestuurd door de Navajo gids. Onze leefbak kwam dus niet in aanmerking, maar daar hadden de Navajo's iets op gevonden. Uit de US Army overschotten hadden ze enkele oude GMC trucks van 1960 gekocht (Ik heb met dergelijke bak tijdens mijn legerdienst in 1962 nog gereden !), die 6 x 6 bakken turquoos gespoten en de open laadbak voorzien van zeteltjes. Je kon voor $ 65 per persoon de canyon doorwroeten (rijden is hier ongepast) met zeer deskundige uitleg, eten (club sandwich roastbeef en een zelfgebakken soort koek van Dinant) en drinken (putwater met limonadepoeder) en dessert (meloen) Een onvergetelijke dag (en een volgende morgen bij het pijnlijk opstaan), met veel aanvullende info van een insider, veel hotsen en botsen en erg vermoeiend onder een brandende zon en wolken stof. De rotsen, die tot 400 meter soms vertikaal oprezen, werden volgens de stand van de zon en mits enige verbeelding omgetoverd tot arenden, gorilla's, spaceshuttles en de Simpsoms. Ik dacht zelfs even Dien gezien te hebben, maar ja, die zie ik in ongeveer alles tegenwoordig !
|