In mijn tienerjaren was ik verzot op vliegtuigen en heb ik gepassioneerd tientallen "Revell" modellen in mekaar geknutseld en de meeste daarvan in duikvlucht aan het plafond van mijn kamer opgehangen. Ik beken dat ik, in een zeldzame rebelse bui, al eens een Messerschmitt 109 of een Spitfire durfde aanvallen, veilig verschanst achter mijn hoofdkussentjes, met een klein luchtpistooltje, dat eigenlijk veel te weinig lawaai produceerde. Ik heb er later echt veel spijt van gehad... Stel u mijn kamer voor, duizend keer vergroot, met aan het plafond al mijn vliegtuigjes + die van mijn vriendjes, maar allemaal echte. Geen modellen, geen kopieën, maar echte vliegtuigen, die bovendien stuk voor stuk geschiedenis hebben geschreven. Vanaf het eerste "vliegend tuig" van Wilbur en Orvil Wright, over de "Spirit of St.Louis" van Lindbergh tot Apollo 11 waarmee Buzz Aldrin en co naar de maan zijn gevlogen (ook dat herinner ik me nog goed, de zomer van 69, vlak voor ik bij Wyeth begon) Mensen, mensen, wat een schitterende collectie, die nergens zijns gelijke heeft. Ik voelde me klein, die namiddag, toen ik naast een F18 uit het ruim van een vliegdekschip met de lift opsteeg naar de startbaan...
|