Van de Walmart in Monck's Corner naar Beaufort, of van de hemel naar de hel. Beaufort (zeg "Bjoeferd", in South Carolina), niet te verwarren met Beaufort (zeg "Boofot" in North Carolina). Een zalig slapend stadje onder een stralende zon, aan de rand van de Coastal Islands, een reeks eilanden, aaneengeregen door bruggen, het ene al meer verlaten dan het andere. De meeste eilanden zijn niet meer dan uitgestrekte schorren- gebieden, een beetje verdronken Land Van Saeftinghe, maar dan op Amerikaanse maat geschoeid. Een van de meest afgelegen eilanden is HUNTER's ISLAND, dat eeuwenlang enkel door piraten werd bezocht om er op herten en schildpadden te jagen. Er heeft nooit iemand vast gewoond, want er was geen drinkwater. Nu is heel het eiland een natuurgebied, met er middenin een "State Park Campsite". ( dit is het enige soort campings die in natuurgebieden voorkomen. Ze worden beheerd door rangers, en zijn goedkoop, maar naar Amerikaanse normen eerder primitief : geen swimming pool, geen airco restrooms, geen TV, geen Wifi geen hot tubs en met hun rijdende paleizen moeilijk bereikbaar, want er mag geen enkele boom gekapt worden. Een ander beroemd eiland is PARRIS ISLAND, zeer groot, maar volledig van de buitenwereld afgesloten. Dit is het opleidingscentrum van de beroemde USMC (United States Marine Corps), met hun beruchte drill sergeants, met messcherpe plooien in hemd en broek en Baden Powel hoed, die luid brullend mariniers maken van door het slijk kruipende sukkels. Enkel op bepaalde dagen, met "graduation day" mag het publiek, na strenge controle op het paradeplein om de afgestudeerde marines toe te juichen, (vooraleer ze naar Irak vertrekken). Vandaag was zo'n dag, maar we waren 2 uur te laat... om zot van te worden.
|