Toen we de tweede dag op Hunter's Island ons kampement mochten verplaatsen naar de zeekant, werden we keurig door de bomen geloodst door onze nieuwe buren, een sympathiek koppel, John en Gail uit New Hampshire, die ons prompt uitnodigden op een glas wijn, na het diner. John's moeder zou ook op bezoek komen. Ze woonde tijdens de wintermaanden hier, in haar villa iets buiten Beaufort en de zomermaanden 1300 km meer naar het noorden in New Hampshire. Eind april was het moment van migratie. Doreen, zo heette ze, was een echte Amerikaanse Lady met klasse : sportief gekleed, piekfijn verzorgd en duidelijk welgesteld, wat ook wel bleek uit haar splinternieuwe Buick (Bjuwik) full options, waar ze geruisloos mee kwam aangereden. Het werd een uiterst gezellige avond rond het kampvuur, waar we graag enkele Belgische bieren aan opofferden. Toen ik terloops vertelde over mijn gemiste kans om PARRIS ISLAND (Marine Corps) te bezoeken, zei John: "Ik zal eens aan moeder vragen of ze dat voor jullie wil regelen" "Spreek ik nu zo slecht Engels? " vroeg ik aan Dien, "die man heeft me niet begrepen" Moeder kwam erbij staan en ik deed mijn verhaal opnieuw. "Cool" zei moeder Doreen, "ik zal jullie morgen persoonlijk op Parris Island rondleiden" Nu zijn er tegenwoordig ook bij de marines al vrouwen in dienst, en Doreen zag er nog wel smakelijk uit, maar zo'n zware training op die leeftijd?? Voordat ik de juiste formulering had gevonden om dit op een beleefde manier gezegd te krijgen zei Doreen : "My late husband was a general in the US Navy, he fought in the Pacific" Bleek dat zij op iedere Amerikaanse basis van de land-, zee- en luchtmacht zomaar vrije toegang heeft. Amerikaanse legerbases zijn niet direkt te vergelijken met Leopoldsburg of Brasschaat. Het zijn volwaardige steden, volledig afgeschermd van de buitenwereld, met supermarkten, theaters, concertgebouwen, meubelmagazijnen en woonwijken voor officieren met gezin enz..., eigen sportterreinen en verschillende golfclubs (waar Doreen trouwens regelmatig een balletje gaat slaan). Je kan er alles kopen aan sterk gereduceerde prijzen, op voorwaarde dat je militair bent of vrouw (weduwe ) van. Allemaal goed en wel, toch kon ik maar niet geloven dat Doreen ons zomaar op Parris Island kon binnenloodsen. Maar de volgende morgen kwam John ons vertellen dat we een lunchafspraak hadden met zijn moeder in de "Common Ground (leuk adresje - alle soorten shrimps) om daarna met haar naar de Marines te rijden. En jawel, we lunchten met Doreen, stapten in haar Buick en reden in sneltreinvaart naar Parris Island ; Doreen stoorde zich niet het minst aan de toch wel strenge snelheidswetgeving. "Geen enkele politieagent in Amerika zou mij durven beboeten" verklaarde zij laconiek. "Erg handig" dacht ik, "waarom heeft mijn vader het niet tot generaal geschopt?" En dan kwam het : de wachtpost met enkele gewapende marines, de gesloten bareel. Ik hield mijn hart vast en mijn reispas klaar. Maar niets daarvan ! Doreen reed ontspannen verder, op 20 meter van de gate sprong het groepje marines in de houding, groette voorbeeldig, de bareel vloog omhoog en Doreen stoof, luchtig wuivend naar de versteende marines, het kamp binnen. We hebben er een paar uur rondgereden, aan een slakkengang van 25 miles/uur, want hier kon zij wel beboet worden door de militaire politie. We hebben alles gezien : de brullende sergeanten, de stram in de houding (en in de brandende zon) staande recruten, de slijkvelden, het arsenaal, de dormitories, de militaire stranden, de woonkernen en uiteraard ook één van de "officers bars" en het uitgestrekte golfterrein waar Doreen in clubverband speelt. Het was fantastisch, zelfs al mocht ik geen foto's nemen. Niet van Doreen, en niet van de MP's (buiten enkele onschuldige standbeelden). Toen we een paar uur later werden afgezet aan onze huifkar, vroeg ik terwijl we uitstapten : "Can I ask you an indiscrete question Doreen ? How old are you?" "Old" zei ze een beetje verlegen "I'm ninety years, I was born back in 1917" We bleven minutenlang verbauwereerd staan, terwijl het stof van haar optrekkende Buick zachtjes over ons neerdwarrelde...
|