Ik ben Jean-Pierre Cornelis, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jepico.
Ik ben een man en woon in Zelzate (België) en mijn beroep is minder-valide( vroeger bedrijfsleider).
Ik ben geboren op 08/01/1951 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: pc's, muziek, romantiek, liefde enz..
ik geboren te Assenede op 08/01/1951 en dus een echte steenbok. Ik tracht op mijn blog een zo groot mogelijke diversiteit van alle onderwerpen te brengen.
ben zoals ik ben
carpe diem ut ameris ama
om bemind te worden moet je liefde kunnen geven
20-12-2005
vaarwel
VAARWEL Zo onverwachts, zo verslagen, een laatste tocht in je witte wagen.
Een laatste groet zonder woorden slechts engelen die het hoorden.
Een laatste zoen op je witte kist, op het grauwe veld, gehuld in mist.
Te jong ging jij uit ons midden, ik kan alleen voor jouw ziel nog bidden.
Een traan rolt langs mijn wang, de smaak is zuur en bitter wrang.
Niets is eerlijk in dit leven, behalve de liefde door jouw ooit gegeven.
Een duif vliegt op, ik zie hem gaan, en weer daalt langs mijn wang een traan.
Daar gaat je ziel, ik laat je los, en mijn traan valt op het mos.
Misschien dat door mijn traan, een bloem hier ooit zal staan.
Geboren uit verdriet een troost voor wie haar ziet.
Dan kijk ik op en ga ik heen vol lijden, het is hier dat onze wegen zich scheiden.
Vaarwel mijn vriend, misschien tot ooit, Slijten zal het, vergeten doe ik je nooit! jepico
Heel langzaam Gaat de wereld open Mijn lichaam Mijn gedachten Beginnen met Eerste kerstdag Heel voorzichtig Open ik mijn ogen Langzaam Breekt de Kerst aan En langzaam Komt het binnen Het kerstgevoel Van samen zijn
wandelend langs de huizen kwamen uit de warme kamers en daken steeds meer geluiden op mij af, nee niet angstig
was ik, doch op mijn hoede het ijs hing als glas aan de kale heesters in de voortuinen soms hield ik even in terwijl
poezen onder de auto's speelden en de sterren mij vreemd waren zoekende naar jou, altijd weer kroop de kerstnacht in mijn huid
In God is geen duisternis, mijn verzameld verdriet in deze dagen is samen met mij alleen, ja alléén op weg naar een ander nieuw jaar
ik neem jullie mee en zaai de zonnebloempitten onder het glas van ijs, conserveer onze liefde en reik je mijn armen als last -------------------------------------------
in verte een huisje met vele lichtjes ik kijk door het raampje en zie: een mooi; gelukkige gezinnetje, een tafel vol lekker eten, een kerstboom met cadeautjes. kortom als wat we maar willen. buiten is het ijzig koud en donker. ik ben alleen, heb geen gezinnetje en heb het koud. een klein meisje komt naar buiten gerent, neemt me bij de arm en zegt heel gewoon: "fijne kerstmis" dit ene gebaar van dat meisje was voor mij een hele mooi kerst. ik had het niet meer koud en was niet meer alleen. prettige kerstdagen iedereen!!
Het toegeefslijkste lichaam, het ontoegankelijkste voor de zee; zijn oren zijn verzonken schelpen, zijn kijken is nooit afgerond, hij zwemt in donker water waar onraad is en prooi; de leegte van de zee erkent hij niet, behaaglijk wentelt hij zich om. ----------------------------
De Maki
vlooi de mandril vlooi de chimpansee vlooi de maki als hij dat wil en de oetangs doen niet meer mee.
Die wilden na het apenkooien niet de chimpansee, maar liever de gorilla's vlooien en niemand anders wilde met de gorilla in zee.
Nu vlooit de maki de mandril en die vlooit de chimpansee ------------------- jepico
Bij dat van mensen vergeleken, is het denken van honden beperkt, en hun dromen daaruit slechts een verwarde keus.
Overdag in de onrust valt het niet op maar in windstille nachten, als niets beweegt, beweegt in mij nog de onzekerheid, een hond die huivert in zijn droom. ------------------------------------------
Zeehond
Het toegeefslijkste lichaam, het ontoegankelijkste voor de zee; zijn oren zijn verzonken schelpen, zijn kijken is nooit afgerond, hij zwemt in donker water waar onraad is en prooi; de leegte van de zee erkent hij niet, behaaglijk wentelt hij zich om.
de rups kruipt over loof en doorn korte sprieten keuren alles wat haar maag verdraagt tot zij uit haar jas groeit
kaken malen in het pantser van de kop zij hult zich in een rode pop
vier vleugels van geel en grijsbruin loodsen haar voorbij een bries een inktvlek siert de pijlstaart
zij warrelt rond een lamp strijkt neer met kleefklauwen
straks is haar lied uit wordt zij ijler dan damp -----------------------------------
Zwarte Zwanen
Een vlugge glimp van witte lingerie onder roetwolk van rokken: zwarte zwanen die, gekoppeld in eenzelfde rêverie, als kanten schuitjes door de vijver varen: kokette weduwen die niet om hun doden blijven treuren - zwart is in de mode. Eén kijkt soms even of haar spiegelbeeld zich onder water net zo erg verveelt.
De rups trekt zichzelf in twijfel steigert op de twijg, lijkt blind rond te tasten in de richting van de vlinder die hij wil stort dan neer recht voor de bek van de merel. Hap! Weg vlinder ------------------------------------------------------------
Fragiel
Lathyrus, mijn moeders bruids-boeket het kindjes engelen-boeket
zachte geur in tinten licht pastel fijne breekbaarheid toont het vaarwel
als de eerste liefde, vol verlangen als t engelenkind op aarde, onbevangen
Lathyrus, het dierbaar allerliefst boeket bij de allerliefste neergezet.
Geen wolkje tussen de strepen van einderreizen in de lucht geen vlaagje wind doortrok de bladeren tot fluister, geen zucht vergezelde mijn gedachten die keer op keer verder weg waren dan dwalend
over bruggen die beter zouden branden dan ooit gebouwd doelloos heb ik ze tot kraken toe heen gesjouwd niet bewust van het mooie weer ontluikend stralend
Op zoek naar het vuur dat me in staat zou stellen om het gespannen oordeel voor eens en altijd te vellen daar ik dacht me wel verlost te gaan voelen als er eenmaal as zijn zou
na het heftige fikken zouden alleen nog de smeulende plekken mijn nachtmerries in dikke rook kunnen rekken tot een hoop die niet zou zijn te koelen gelukkig wees jij me het ongenaakte blauw ----------------------------------------------------------------------------------
Het is heel koud in dit gedicht. Zo koud - voorzichtig met je netvlies - dat je blij mag zijn om het alleen te hoeven lezen.
Het is gemaakt van zwarte vingers en bevroren inkt. Het staat in gletsjers om me heen verrezen.
Ik heb er lang in rondgedwaald. Ten slotte ben ik opgegeven, door de wind in slaap gefluisterd, weggedoken in de tijd -
Sindsdien kijk ik omhoog door ijs en luister naar de eeuwigheid. -------------------------------------
Dierbaar
Niet de aap maar het paard lijkt het meest op de mens, als je 't in de ogen kijkt.
Of sla de boeken erop na, veldslagen, ontdekkingsreizen, de melkboer in de straat.
Held van 't wilde Westen, ruilobject voor koninkrijken, verlosser van de filosoof.
Hier en daar staat op een plein in brons een krijgsheer op zijn paard, - dat zou andersom moeten zijn.
-----------------------------------------
Sonnet
Beer is huid Slang is leer Struis is veer Vis is kuit
Schaap is wol Os is haas Geit is kaas Paard is knol
Kip is ei Bij is was Das is das Vogel vrij
Flamingo Flamingo
-----------------
Zwarte Panter
Zijn neefje is van oudsher onheilsbode als hij je pad kruist. Maar dit grote kwaad is zwartfluwelen pech in het kwadraat: waar hij passeert, valt altijd wel een dode.
Lui ligt hij op een tak, een jachtmethode waarbij hij zich alleen maar vallen laat. De dolken in hun schedes, maar paraat te doden om den vleesbeladen brode.
Hij heeft zijn koplampen nu uitgedaan en slaapt net als een grote poes, geduldig, terwijl de oortjes nog in waakstand staan.
Het kwaad is altijd zwart, de goedheid wit. En toch, en toch. Hier is het zwart onschuldig. Maar hoed je voor het lelieblank gebit.