Na een korte vlucht landen we even na
acht uur 's morgens op de Marco Polo luchthaven van Venetië. De meeste
passagiers haasten zich naar de boottaxi's die vanaf de luchthaven
regelmatig over en weer varen naar de belangrijke aanlegplaatsen in de
historische binnenstad.
Wij moeten naar de cruiseterminal en daar rijdt een lijnbus naartoe. Na
een halfuurtje rijden langs een saaie baan die helemaal niet Venetiaans
aanvoelt, komen we op de Piazzale Roma, een groot plein waar talrijke
lijnbussen een halte hebben. Hier stappen we over op de shuttle bus van de
rederij, die ons in luttele minuten tot bij de cruiseterminal brengt.
En daar ligt hij dan: 'The Splendour of the seas' van de Royal
Caribbean line onder de vlag van Nassau, de hoofdstad van de Bahamas.
Met zijn 264 meter lengte en 11 dekken hoog is 'The Splendour' één
van de kleinere cruiseschepen. Het is nog maar 10 uur en daar staan we al nietig te wezen vlak voor
deze kanjer van een cruiseboot. De afvaart van onze Middenlandse zee
cruise is pas om 17 uur in de namiddag, dus zullen we nog veel geduld
moeten oefenen, dachten we. Niets is minder waar. Terwijl de passagiers
van de binnengelopen cruise nog volop aan het uitschepen zijn kunnen wij
onze valiezen al inchecken. Die zullen we pas straks terugzien in onze
kajuit. Bedienden van de rederij zijn volop in de weer een grote
vertrekhall in orde te brengen om de bijna 2000 passagiers vlot te
laten inchecken. Inmiddels is de rij wachtenden al aanzienlijk gegroeid
en kort voor 11 uur begint de inscheping. Juist zoals op een luchthaven
worden paspoorten en documenten nagekeken en de handbagage gescant. We
ontvangen een seapass, een plastiek kaartje, gelijkend op een
identiteitskaart, dat onze gegevens bevat. We zullen die kaart de
volgende week gebruiken telkens we aan wal gaan, terug aan boord komen,
als kajuitsleutel, als betaalkaart aan boord.....
Even later zwaaien de deuren open en stappen we het schip op. Onze
kajuit is op deck 7 en pas om 14 uur klaar. Alle tijd dus om aan een
grondige verkenning van het schip te beginnen. Met grote ogen kijken we
rond en verbazen ons over de grootte en luxe van dit drijvend 5
sterren hotel. Een overdadig lunchbuffet staat voor ons opgesteld in het
Windjammer café. De Mexicaanse griep was toen al in aantocht en als
voorzorg staan pompjes met handgel aan de ingang van het restaurant.
Het is tijd om ons naar deck 7 te begeven en onze kajuit op te zoeken.
Da's niet mis! De kajuit is erg ruim, heeft een verzorgde badkamer, een
salon en een groot schuifraam met balkon. Op TV worden we verwelkomd
en er op attent gemaakt dat er om halfvijf stipt een verplichte
evacuatie oefening wordt gehouden waaraan iedereen moet deelnemen ....
in reddingsvest. Glashelder wordt in een TV spot uitgelegd hoe je de
life jacket aantrekt en op welk punt we moeten verzamelen. Ik krijg
bijna de slappe lach als je, stipt op tijd, jong en oud ziet toekomen
allen gekleed in een flaterende knaloranje reddingsvest mét pillamp en
bijpassend fluitje. Sommige passagiers hebben het reddingsvest wel
achterstevoren aan en worden geholpen door het gedienstige personeel.
Een komisch zicht van een weldoordachte reddingsoperatie. Gelukkig is
het bij die korte oefening gebleven en hebben we een ganse week
gecruisd over een rimpelloze zee.
Drie loeiharde signalen uit de scheepshoorn kondigen het vertrek uit
Venetië aan. Matrozen gooien de armdikke touwen los en langzaam maakt
de boot zich los van de kade. Honderden passagiers staan op de
buitendekken 9 en 10 en bewonderen het gekende Venetiaanse panorama dat
traag voorbijglijdt. De dominante 98 meter hoge Campaniletoren, het
Dogenpaleis en de rijke palazzi.
Vanop het San Marcoplein zwaaien mensen naar het witte cruiseschip en zijn blijgezinde passagiers. Zeer indrukwekkend.
Het avondmaal kunnen we gebruiken in het informele Windjammer café in
buffetstijl of in 'The King and I', een sfeervol Thais gedecoreerd
restaurant met tafelbediening. In 'The King and I' zijn er twee
seatings; om 18.30u en om 21u.
In een ruime theaterzaal kunnen we elke avond genieten van een andere
proffecionele show, shows gemaakt en gebracht door artiesten die heel
wat in hun mars hebben.
Terug in de kajuit ligt op het kingsize bed een cruise compass krantje.
Daarin lezen we de aktiviteiten aan boord en aan wal voor de volgende
cruisedag. Buiten zien we niks, alleen de verlichting van de boot
weerspiegelt in het donkere water. Op kanaal 25 van de TV kan je de
vaarroute schematisch volgen. Venetië ligt al een heel eind achter ons
en we varen gestaag tegen een gemiddelde snelheid van 37 km per uur
over de Adriatische zee richting Kroatië.
Met
spijt in ons hart staan we in de vroege ochtend aan de canyonrand en
kijken nog een laatste maal naar de enorme canyonkloof. Dit panorama
hebben we al zo dikwijls in reisgidsen, tijdschriften en op internet
gezien, maar de werkelijkheid overtreft de allermooiste foto !
En dan is het tijd om ons klaar te maken voor de laatste grote rit,
terug naar Las Vegas. We nemen Highway 64, van de Grand Canyon village
tot de stad Williams, honderd kilometer lang en kaarsrecht. Tussen de
stadjes Seligman en Kingman volgen we een deel van de historische Route
66. Dit is slechts een klein stukje van deze zeer bekende route. Gans de
Route 66 is 3940 kilometer lang en loopt van Chicago tot Santa Monica.
Op 54 kilometer van Las Vegas ligt de reusachtige Hoover stuwdam. Hij
werd gebouwd in de jaren dertig en is genoemd naar de 31ste president
van de Verenigde Staten, Herbert Clark Hoover. De 222 meter hoge dam
moet overstromingen voorkomen die veroorzaakt worden door
onvoorspelbare waterstijgingen van de machtige Colorado rivier.
Zeventien reusachtige generatoren leveren electriciteit voor de staten
Nevada, Arizona en een deel van Californië. Zonder deze dam zouden de
neonreklames in Las Vegas donker blijven. Het reusachtige stuwmeer (
645 vierkante kilometer groot, 185 kilometer lang en 180 meter diep ) dat ontstond heet 'Lake Mead', een recreatiegebied voor allerlei watersporten.
Kort nadat we dit gigantische bouwwerk op foto en video hebben
vastgelegd, komen we terug in de gokstad Las Vegas. Na een canyontour
van ongeveer 2300 kilometer die ons door de staten Nevada, Utah en
Arizona bracht is de cirkel rond.
We hebben nog één overnachting gepland in het in piramidevorm gebouwde
casino-hotel 'Luxor'. Juist zoals in Egypte wordt het bewaakt door een
inmense sfinx. Tijdens onze laatste avondwandeling door flikkerend Las Vegas openen we
op een computer, midden een bos gokautomaten, een mailtje van het
thuisfront met als bijlage... de eerste foto van onze eerste kleinzoon
' Maurice'. Vandaag is Maurice al een flinke kleuter van 3 jaar !
De terugreis verloopt vlekkeloos. In vier uur vliegen we van Las Vegas
naar Atlanta. De transatlantische vlucht duurt bijna acht uur.
Gelukkig, voldaan en met een flinke jetlag landen we 's anderendaags op
Brussel nationaal. Nog dagen zijn we om 3 uur 's nachts
klaarwakker geweest, om in de namiddag om te vallen van de slaap. Da's
jetlag, en dat gaat vanzelf weer over. Wat niet overgaat zijn de
karrevracht mooie herinneringen aan deze prachtige reis.
Ik heb ze voor onszelf én voor U, beste lezer, in deze blog trachten te beschrijven.
Wenst U al onze foto's van deze overgetelijke rondreis te bekijken surf dan naar:
seniorennet - fotoalbum - categorieën - reizen en vakantie - Noord-Amerika - de westkust in de VS
De
schitterende canyon laat zich langs vele kanten bewonderen. Op de west
rim drive, een gedeelte dat in de zeer drukke zomermaanden verboden is
voor particuliere voertuigen, rijdt een hop on, hop off shuttlebus. De
eindhalte is Hermit's Rest, dertien kilometer westelijk van het dorp.
Onderweg stopt de bus achtmaal aan de meest interessante uitkijkpunten.
Vanaf de Bright Angel lodge daalt een wandelpad kronkelend naar de
bodem van de canyon, 1200 meter diep. Deze tocht is zeer zwaar en je
moet over een uitstekende fysieke conditie beschikken. Misreken je
niet, je doet hier net het omgekeerde dan wat je in de bergen zou doen.
Je daalt eerst af en als je al moe bent, wacht er nog een zeer lastige
beklimming. De canyon is zeer aantrekkelijk maar elk jaar opnieuw eist
hij mensenlevens. Ook nu hangen er her en der affiches om
uit te kijken naar een jonge vrouw die van een moeilijke trektocht in
de canyon niet is teruggekeerd. Parkrangers vertellen dat het
onontbeerlijk is om voldoende voedsel en veel water mee te nemen, niet van
de wandelpaden af te wijken en de steeds wisselende weersomstandigheden
in de canyon nauwlettend in 't oog te houden. Zoniet is deze
avontuurlijke tocht riskant, zelfs gevaarlijk.
In het stadje Tusayan, slechts dertien kilometer ten zuiden van de
canyon, staat het Grand Canyon IMAX theater. In deze filmzaal wordt op
een reuzenscherm de film 'Grand Canyon, the hidden secrets'
geprojecteerd. De film vertelt het waar gebeurde verhaal van Majoor
John Wesley Powell die in 1869 een eerste expeditie leidde en de woeste
Colorado rivier afvoer over de gehele lengte van de canyon. Hij bracht
de inmense kloof in kaart. De film is ook hier in België op DVD
verkrijgbaar maar het IMAX effect, alsof je mee in de aktie zit, kan je
op je televisietoestel niet verkrijgen.
Nog vanuit Tusayan organiseert de firma 'Papillon' helicoptervluchten
boven de canyon. We checken in voor een vlucht van een half uur. Naast
de tarmac wachten we op onze vlucht, terwijl we de af- en aanvliegende
helicopters gadeslaan. Juist voor de middag nemen we plaats in een
witgele helicopter met panoramische ramen. Rakelings scheert het
toestel over de bomen en plots gaapt er een enorme diepte onder ons. We vliegen
over en tussen de canyonwanden. Op onze koptelefoon klinkt aangepaste
muziek en een boeiende uitleg. Veel te snel is deze supermooie tocht voorbij.
Op 28 maart 2007 is er aan de westkant van de canyon, daar waar de
Hualapai indianen wonen, nog een spectaculaire attraktie voor het grote
publiek geopend: de Grand Canyon skywalk. Een ovale loopbrug met
glazen(!) wanden en een glazen(!) vloer, steekt ongeveer 20 meter over de
gapende canyonrand. We kunnen het (nog) niet proefondervindelijk beschrijven,
maar ons lijkt het sensationeel!! We
hebben de canyon op verschillende manieren bekeken. Vanop de rand,
vanuit de lucht, op film en in 't echt. Onnodig te vertellen dat we
ogen tekort kwamen om deze fascinerende canyon in ons op te nemen. We stonden 's
morgens,'s middags en 's avonds aan de canyonrand, uitkijkend over
steeds weer dezelfde kloof, maar telkens zo anders !
Als we gaan dineren in de canyonlodge steekt er plots een kort onweer op.
Het regent ! Dat hebben we op onze rondreis nog niet gehad !
Een
staalblauwe hemel kondigt weer een mooie dag aan. Daar, aan de overkant
van de 12 kilometer brede kloof ligt de zuidrand, duidelijk en scherp
te blinken in de zon. Om er met de wagen te geraken moeten we wel een
slordige 342 kilometer rijden ! Maar de weg is uitstekend,
spectaculaire panorama's wisselen mekaar af.
Voorbij het stadje Cameron begint de eindspurt naar de Grand Canyon. We
rijden over de Little Colorado rivier, een zijrivier van de grote broer,
en slaan rechts highway 64 in. Een groot bord met daarop 'You're
entering Grand Canyon national park' kondigt aan dat we dra aan de
canyon zullen komen. Het feest kan beginnen. Voortdurend gaat onze blik
naar rechts. Verschillende uitkijkpunten nodigen uit tot stoppen,
uitstappen, bewonderen en fotograferen.
Desert view met de Watchtower, Lipan point, Moran point, Grandview point en Yavapai point
zijn plaatsen waar we telkens een subliem vergezicht hebben over een
deel van de canyon.
En zo komen we aan in het Grand Canyon village, hét toeristische
centrum aan de zuidrand. Een gans dorp, aangelegd om de toeristenstroom
op te vangen. Hier zijn alle voorzieningen voor een aangenaam verblijf.
Hotels (ondermeer het befaamde El Tovar hotel), lodges, een
kampeerplaats, een supermarkt, souvenirswinkels, geneeskundige zorgen,
een benzinestation, een postkantoor...zelfs een treinstation. Vanuit het stadje Williams, 100 kilometer ten
zuiden van de canyon, kan je in tweeënhalf uur met een far-west
stoomtrein naar de canyon sporen. Bij aankomst en vertrek horen we hem
fluiten en toeteren zoals in de goeie ouwe tijd.
We hebben twee overnachtingen geboekt in de 'Thunderbird lodge'
dichtbij de canyonrand. Hier aan de south rim is zoveel leuks te
beleven dat het doodzonde zou zijn om er maar even bij stil te staan !
De
meest overweldigende, de allergrootste, de allerbekendste canyon hebben
we voor het laatst bewaard: de Grand Canyon. Deze canyon, één van de
merkwaardigste geologische fenomenen ter wereld is enkel in
superlatieven te beschrijven. Met een totale lengte van meer dan 350
kilometer, 12 tot 16 kilometer breed en een diepte van ongeveer 1600
meter is hij inderdaad 'the biggest in the world'.
Natuurelementen en de Colorado rivier deden er miljoenen jaren over om dit natuurwonder te creëren.
We willen de canyon in al zijn glorie bekijken, ook aan de noordrand.
Slechts 10% van de miljoenen toeristen die jaarlijks de Grand Canyon
bezoeken, brengen ook een bezoek aan de north rim. Toch heeft de door
de toeristen 'vergeten' noordrand wel degelijk enkele sterke troeven.
De noordkant is hoger, kouder, groener, intiemer en veel rustiger dan
de zuidrand die we later zullen verkennen. De noordrand bevindt zich op
een gemiddelde hoogte van 2400 meter, dat is 400 meter hoger dan de
zuidkant. Van midden oktober tot midden mei zijn de noordrand en alle
faciliteiten gesloten, dan is alles meestal ingesneeuwd.
Het is een mooie, rustige rit van Lake Powell naar de noordrand van de
Grand Canyon. De uitstekende wegen voeren ons door dichte bossen van
pondorosadennen, berken, espen en sparren. Het is einde september en
vele bomen staan hier reeds in hun herfstkleuren.
We logeren in de Grand Canyon lodge, knusse houten bungalows
verspreid tussen het groen. We rijden en wandelen naar verschillende
uitkijkpunten.
Point Imperial op 2683 meter is het hoogste punt van de north rim. De Bright Angel Trail is een smal paadje waarop we een kort wandelingetje maken naar een onbeschrijfelijk mooi uitzicht.
De 'Cape Royal' wandeling brengt ons naar een 'balkon' vanwaar we weer
een ander schitterend uitzicht hebben over de canyon. Het is het enige
uitkijkpunt op de noordrand vanwaar we de Colorado rivier kunnen zien.
In de late namiddag wandelen we terug naar Bright Angel point waar we
samen met vele toeristen een prachtige zonsondergang aanschouwen.
In de luidruchtige saloon van de lodge drinken we nog een biertje maar
voor elf uur 's avonds is het aan de canyon muisstil en aardedonker.
Tijd om onder de wol te kruipen !
Vlakbij de kleine stad Page en het Powell meer ligt Antelope Canyon.
We zouden het de 'vergeten' canyon durven noemen want slechts weinige
toeristen die naar de canyons in het westen van de Verenigde Staten
reizen vinden en bezoeken deze goed verscholen canyon. Antelope Canyon
kan en mag je niet op eigen houtje verkennen. De Navajo indianen
brengen je er, mits betaling, naartoe. In 'the middle of nowhere' staat een gammele houten barak met
golfplaten dak. Dat is het visitor's center van Antelope Canyon. Hier
kopen we de inkomkaarten voor de canyon. Met even gammele open jeeps
rijden de Navajo's op vastgestelde tijden naar de inkom van de kloof.
Met een struise indiaanse vrouw aan het stuur stuiven we op een brede
zandweg richting Antelope Canyon. Het is een zeer kleine, nauwe canyon,
slechts twee meter breed en tweehonderd meter lang. Het lijkt alsof de
natuur een smalle doorgang heeft gekerft tussen hoge wanden die
naargelang de stand van de zon rood, oranje en paars kleuren. Het beste
tijdstip van de dag om deze canyon te bezoeken is rond het middaguur.
Dan staat de zon loodrecht boven de canyon en lichten de door erosie
glad geschuurde wanden het mooist op.
Het is een prachtige kloof, een uitgelezen plek voor fotografen die
hier kunstzinnige, een beetje abstracte foto's kunnen maken. We hebben
ruim de tijd om de kleine canyon enkele malen door te wandelen alvorens
met de jeep terug te keren... als die wil starten tenminste ! Enkele inzittenden van de jeep hebben zich reeds als volleerde
automecaniciens onder het vehikel gelegd om naar het defect te speuren.
Even later zullen ze met vereende krachten proberen de jeep in gang te
duwen... maar niets helpt.
Een andere jeep, van een iets recenter bouwjaar, brengt ons even later
veilig terug naar de inkom van het park. Weer een belevenis om nooit
meer te vergeten.
Voor ons is Antelope Canyon inderdaad een canyon die we nooit meer zullen vergeten, en dit voor nog een heel andere reden.
Tijdens gans de rondreis door de nationale parken hebben we met onze GSM
(bijna) nergens kontakt gehad met het thuisfront. Terug in Las Vegas
zullen we pas vernemen dat ons eerste kleinkind geboren werd, juist op
het ogenblik dat wij door deze fascinerende canyon wandelden !
We hebben vandaag een rit van ongeveer tweehonderd kilometer voor de boeg van Monument Valley tot Lake Powell.
Het bekende panorama met de roodbruine rotsformaties aan de horizon
blijft ons nog een tijdje vergezellen, terwijl we langs de rechte
eenzame highway 163 richting Kayenta rijden. Dit beeld hebben we al
vaak gezien in allerlei avonturenfilms en reklamespots. Kort na ons
vertrek uit Monument Valley rijden we de staat Arizona, ook wel de
Grand Canyon state genoemd, binnen.
Op een boogscheut van het stadje Page ligt het Powell meer, het op één na grootste kunstmatige meer in de Verenigde Staten.
Een beetje geschiedenis.
Tot voor 1957 was deze streek Navajoland, een canyon vergelijkbaar met
Canyonlands of de Grand Canyon. In 1957 besloot de overheid de enorme
Glen Canyon stuwdam te bouwen die de watermassa van de Coloradorivier
moest afdammen en die massaal elektriciteit moest produceren. Dankzij
of spijts deze stuwdam ontstond dit kunstmatige meer, met zijn
onwaarschijnlijk blauwe water. Het contrasteert fel met de oranjerode
toppen van de rotsformaties die boven het water uitsteken.
Aan de rand van de vroegere canyon rezen huizen op om onderdak te
bieden aan de massa arbeiders en ingenieurs die aan dit megaproject
werkten. Ondertussen is er veel veranderd. De stuwdam is al lang klaar
en de vrachtwagens hebben plaatsgemaakt voor waterski's, woonboten en
bootexcursies.
Het Powell meer is een drukbezochte plek. Toeristen komen de schoonheid
van het meer bewonderen, rijke Amerikanen komen er met hun boten
spelevaren.
Het is grappig en ook een beetje decadent om te zien met welk een
'konvooi' ze soms komen voorbij varen. Een luxe jacht trekt een
speedboot die op zijn beurt nog een kleiner bootje meesleept.
Wij genieten en verkennen het Powell meer met zijn grillige kusten,
grotten en fjordachtige canyons tijdens een georganiseerde boottocht.
Op een langzame grote 'cruiseboot' maken we een excursie naar de
'Rainbow Bridge'. Het is een 83 meter hoge boog uit roodbruine steen.
Het meer is soms zeer wijds, dan weer erg nauw, maar de kapitein loodst
zijn boot feilloos langs de soms veraderlijke rotskliffen. We leggen
aan en de laatste honderden meter moeten we stappen tot we vlakbij
'Rainbow Bridge' komen. Zoals al zo dikwijls deze reis hebben we hier
weer dat 'wauw' gevoel. Enorm... ruw...onwezenlijk mooi... zijn maar
enkele woorden die spontaan opkomen bij het zien van zoveel pure
natuur. De boottocht terug verloopt vredig kalm.
We avondmalen in het grote ronde restaurant van het Lake Powell resort.
Jonge uitwisselingsstudenten zorgen voor een vlotte bediening. Ze
dragen badges met daarop hun naam en hun thuisland. Wij worden bediend
door een Braziliaanse schone. Maar ook jongeren uit vele Aziatische en Europese
landen zijn er aan de slag. Ze zorgen ervoor dat de gasten in
het inmiddels bomvol gelopen restaurant keurig worden bediend.
Twee Navajo indianen begeleiden ons op een georganiseerde excursie door de vallei.
Gekleed in een knalrood hemd, een jeansbroek, hun lange zwarte haren in
een vlecht en met hun roodbruin gebrande huid zijn het onmiskenbaar
echte indianen.
We rijden door Mistery valley, een gebied in Monument valley dat je
enkel begeleid mag bezoeken. Heel regelmatig zijn er fotostops voorzien.
We rijden echt door een westerndecor. Enkel 'the good, the bad and the ugly' ontbreken in dit plaatje.
Onze goedlachse indianen animeren het bonte gezelschap. Ze vertellen
over hun leven in de vallei en over de indrukwekkende rotsen.
Drie Amerikaanse dames (leraressen op pensioen?) nemen vlijtig notities.
Weer een fotostop verder willen de indianen laten zien hoe stoer ze wel zijn.
We staan voor een hoge natuurlijke rotsboog (zoals we ze hebben kunnen bewonderen in Arches). Eén van de indianen klimt, lenig als een kat, in geen tijd tot helemaal
boven op de boog. Iedereen van ons gezelschap legt deze stunt vast op
foto of video.
De jongste van de gepensioneerde leraressen wil deze prestatie ook eens
proberen. Als dat maar goed afloopt... Op handen en voeten begint ze
aan de klim. Op een steil stuk bedenkt ze zich, durft niet meer verder,
maar ook niet meer terug. Ze probeert op haar buik af te dalen tot onze
vriendelijke indiaan ze uit haar hachelijke en belachelijke positie
komt redden.
's Middags bereiden de indianen een barbecue voor ons midden de
machtige natuur. De stukken vlees ruiken heerlijk terwijl de andere
indiaan in een zwartgeblakerde en gedeukte koffiekan koffie zet.
"John Wayne koffie" grapt hij, terwijl hij een sterk, gitzwart
brouwsel voor ons uitschenkt. Wilde paarden die in de vallei
rondzwerven komen ook onze kant uit.
We zetten onze tocht verder en komen aan de mooiste rotsformaties en vergezichten op deze avontuurlijke tocht.
's Avonds bekijken we in de 'Goulding's lodge' een diashow die ons nog
meer leert over het verleden en heden van de streek en haar bewoners. We
avondmalen in het restaurant van de lodge. Een fris biertje of glaasje
wijn zal smaken na een warme, stoffige dag. Maar dat is buiten onze
vrienden, de indianen, gerekend. Hier schenkt men géén alcohol. Ons pintje
bier is alcoholvrij en de fles wijn die onze vrienden bestellen ziet
eruit als wijn, is gebotteld in een wijnfles, draagt een mooi etiket
maar smaakt.... als fruitsap !
Raak hier maar eens boven je theewater !
Vanuit onze kamer zien we in de verte bliksemschichten aan de hemel. Een uniek lichtspel
tegen de strak afgetekende contouren van Monument Valley.
Zijn er warmteonweders op komst?
Steeds maar verder rijden we door de staat Utah, vol verwachting uitkijkend naar het volgende park.
Zoals gewoonlijk pick-nicken we 's middags op een leuke plek.
We spreiden ons tafelkleedje uit op een picknicktafel aan het
uitkijkpunt over de 'Goosenecks' van de San Juan rivier. De San Juan
rivier is een zijarm van de Coloradorivier. 'Goosenecks' betekent
ganzennekken zoals het geërodeerde rivierlandschap genoemd wordt. Het
panorama is overweldigend. We staan op een plateau, 300 meter boven de
rivier. Van hierboven schijnt de San Juan een kleine, rustige rivier
die zich in wijde bogen door een kaal en donker landschap slingert.
Even verder tekenen zich de scherpe contouren van Monument Valley aan
de horizon af. Hebben we dit prachtige landschap al eens niet eerder
gezien? Herkennen we het niet van in de bioscoop of van op de TV,
vragen we ons hardop af ? Juist, oude westerns zoals 'Stagecoach' met
John Wayne in de hoofdrol, maar ook veel recentere films zoals 'Back to
the future III' van Steven Spielberg en 'Thelma and Louise' werden hier
gedeeltelijk opgenomen.
De merkwaardige rode rotsen, soms wel 300 tot 400 meter hoog dienden als natuurlijk decor. Monument Valley is een immens grote, dorre, vlakke vallei waarin
bizarre rotsformaties, als waren het monumenten, hoog oprijzen. Vandaar
komt de naam 'Monument Valley', één van de imposantste
natuurverschijnselen in de Verenigde Staten. Met een beetje verbeelding
zie je de cowboys die vervaarlijk met hun lasso zwaaien achterna
gezeten door indianen die luidkeels hun oorlogskreten slaken.
Want we zitten wel degelijk in een indianengebied. In de uitgestrekte
vallei wonen nog altijd de Navojo indianen die leven van de landbouw,
schapenteelt en voornamelijk van het toerisme. We overnachten in de Goulding's lodge, gelegen midden in Monument Valley en uitgebaat door de Navajo's.
Vanaf het visitor's center kunnen we de vallei met onze huurwagen verkennen.
Het wordt ons echter niet aangeraden. De weg is onverhard en verkeerd in slechte staat.
De kans dat we vastrijden in het soms mulle zand is groot.
Met sterke vier maal vier terreinwagens doen de Navajo indianen
excursies door de vallei. We besluiten een dagexcursie te bestellen.
Dat is weer iets om naar uit te kijken.
Een uitgebreid Amerikaans ontbijt gebruiken we in het 'Jailhouse café'.
'Eggs sunny side up' (dat zijn spiegeleitjes), met uitgebreid garnituur
zal ons smaken. We maken even kennis met twee Belgische koppels die
bijna identiek dezelfde reisweg volgen dan wij.
Niet
ver van Moab en Arches national park ligt Canyonlands, een 1400
vierkante kilometer groot park en een van de meest woeste gebieden in
de Verenigde Staten. Canyonlands is minder gekend dan zijn grote broer
de Grand Canyon, maar volgens velen wel even mooi. Het park heeft alles
wat de grote parken van het westen zo uniek maakt; de natuurlijke bogen
van Arches, de rode pilaren van Bryce en diepe ravijnen vergelijkbaar
met die van de Grand Canyon.
De Coloradorivier, de Green river en de natuurelementen hebben dit
landschap uitgesleten tot een grote doolhof met kloven, stenen pilaren
en ravijnen.
De twee woeste rivieren verdelen het park in drie gedeelten: het meest
bezochte 'Island in the sky', 'The Needles' en 'The Maze', enkel
toegankelijk voor terreinwagens met vierwielaandrijving.
Trekkers, moutainbikers en liefhebbers die de Coloradorivier willen
afvaren komen hier ruimschoots aan hun trekken. Wij doen aan een minder
avontuurlijke sport: wandelen en genieten van de schitterende natuur.
De meest populaire wandeling is de ongeveer drie kilometer lange 'grand
view point trail' helemaal tot het uiterste punt van het 'Island in
the sky' district.
Op de voorgrond staat 'monument basin', vol met stenen pilaren.
Daarachter daalt het gekerfde landschap trapsgewijs af naar de Green -
en Coloradorivier die in de verte samenvloeien. Dit panoramische
uitzicht over het grillige landschap ervaren we als het hoogtepunt van
ons bezoek aan Canyonlands.
Een vrouwelijke parkranger geeft aan de canyonrand uitleg over het
ontstaan van Canyonlands. Als een onderwijzeres schildert de jongedame
met potjes plakkaatverf de breuken, kloven en rotsformaties op een groot
blad papier.
Na haar deskundig pleidooi zijn we toch weer iets wijzer geworden in de wondere wereld van de canyons.
De
volgende dagen verkennen we de streek rond Moab, een stadje in het
oosten van de staat Utah. Highway 191 die pal door de kleine stad
loopt, is zo te zien een drukbereden weg, vooral door grote trucks.
Onze vrachtwagens lijken wel speelgoed tegenover de supergrote,
fijnbeschilderde en felverlichte monstertrucks die hier over de wegen
denderen. Op een namiddag staan we aan een kruispunt om er enkele te
fotograferen. In hun luxueuse cabine en op 18 reuzenwielen rijden de
chauffeurs duizenden kilometers om vrachten van de ene naar de andere
staat te brengen.
Moab is ideaal gelegen om weer twee andere nationale parken te bezoeken.
Elke canyon, elk park is zo verschillend en zo uniek dat we vol energie
de 30 kilometer lange, geasfalteerde weg door het Arches park
inslaan. Het stadje is tevens een ontmoetingsplaats voor jongeren die
per mountainbike de parken bezoeken. Ook voor een avontuurlijke afvaart
van de machtige Colorado rivier is Moab de uitvalsbasis bij uitstek.
Arches, vrij vertaald 'bogen', is een beschermd natuurgebied, vooral
beroemd om zijn unieke, natuurlijke rotsbogen. Hier vindt men de meeste
bogen op zulke kleine oppervlakte, ter wereld. Er zijn er tot nu toe
meer dan tweehonderd
ontdekt. Van kleine, nauwelijks één meter brede raampjes tot
machtige
stenen poortbogen waar makkelijk een vliegtuigje doorheen kan vliegen.
De bogen ontstonden miljoenen jaren geleden door erosie.
Wind, regenwater en vorst drongen de roze zandsteen binnen en zo
vormden zich scheurtjes en speten die door de eeuwen heen steeds groter
werden.
De 'vensters' werden door de natuurelementen steeds verder uitgeslepen
en kregen geleidelijk rondere contouren, totdat er grote, sierlijk
gevormde 'bogen' waren ontstaan. Arches nationaal park was klaar !
Aangezien de bogen nu nog steeds aan sterke verwering blootstaan, zal
dit er uiteindelijk onherroepelijk toe leiden dat ze instorten.
Arches maakt het de bezoekers niet al te moeilijk. Verschillende bogen
kan je reeds van op loopafstand van de hoofdweg bewonderen. Andere
bereiken we na een lastige wandeling over soms moeilijk begaanbaar
terrein.
'Balanced rock' is één van de blikvangers in het park. Een
druppelvormig blok zandsteen staat in wankel evenwicht, dreigend naast
de hoofdweg. Geologen en parkrangers hebben uitgerekend dat het
ongeveer 3500 ton weegt.
'Landscape arch' verdient ook een speciale vermelding. De frele boog van
32 meter hoog en 89 meter lang is daarmee de grootste natuurlijke
stenen boogoverspanning ter wereld. Je moet geen geoloog zijn om te
weten dat deze boog, één van de aantrekkelijkste in het park,
ooit zal instorten. Zo dun en freel is hij geworden nadat er in de
voorbije decennia (in 1991 en 1995) grote stukken rots zijn
afgebrokkeld.
Een stevige klim brengt ons naar de meest gefotografeerde 'triomfboog'.
Het is 'Delicate arch', met in de achtergrond de met sneeuw bedekte
toppen van de La Sal mountains in de staat Colorado. In de hoofdstraat van Moab zijn er talrijke gezellige restaurants en winkels.
's Avonds ontdekken we zowaar een restaurantje met een leuk terras.
Maar een terrasje doen in de Mormonenstaat, Utah, is toch een beetje anders dan bij ons.
Alcoholische dranken mogen niet verkocht en geschonken worden zonder
dat je een maaltijd besteld.
Een beetje een rare maar makkelijk omzeilbare wet, want als we bij onze
biertjes een pakje chips, portie kaas of borrelnootjes bestellen is er
geen enkel probleem.
Kan je voorstellen met welk assortiment kaasjes, chips en andere dikmakers we na enige tijd aan tafel zaten?
De weg tussen Zion en Bryce canyon wordt omschreven als één van de mooiste
'scenic highways' in de staat Utah. De twee parken liggen een goeie
twee uur rijden, of naar Amerikaanse maatstaf een spreekwoordelijke
boogscheut, van elkaar.
We reserveerden twee overnachtingen in de historische 'Bryce canyon
lodge', gelegen in een dennenbos vlakbij de canyon. We opteerden om
tijdens deze rondreis in
de parken zelf te logeren. De lodges in de parken zijn vrij duur en
zeer lang op voorhand volgeboekt. Onze overnachtingen bijvoorbeeld zijn
ruim 9 maanden voor de afreis geboekt en bevestigd. Het is naar ons
gevoel een unieke belevenis om vanop je terras de zon te zien
opkomen boven de loodrechte wanden van Zion canyon, de contouren van
Monument Valley of uit te kijken op het blauwe water van het Powell
meer.
We nemen onze intrek in gezellige houten bungalows, wijd verspreid rondom het centrale hoofdgebouw.
We openen onze kamerdeur en een eekhoorntje springt mee de kamer in en
steelt de snoepjes die op de nachttafeltjes liggen. Het vlugge diertje
is snel weer weg.
Het is warm op de kamer maar de terrasdeur openzetten is geen goed idee. De
eekhoorn is even snel weer terug binnen op zoek naar nog meer snoepjes,
gevolgd door nog zo een lief diertje..... en nog een.....
Bryce canyon is een van de kleinste nationale parken in het westen van
de VS, maar volgens velen het allermooiste. Maar waar is Bryce canyon?
De statige, torenhoge rotsformaties van Zion canyon zie je al van ver
opduiken maar Bryce zien we (nog) niet. Dat kan ook niet want deze
canyon is een immens grote kuil waarin rotsformaties en kalkpilaren
staan. De kleur van de rotskolommen gaat van wit over okergeel tot
feloranje en dieprood. Wind, water, sneeuw, ijs en hitte sculpteerden de
meest bizarre vormen in dit labyrint van rotsen en pilaren in kalk-en
zandsteen.
In het visitor's center krijgen we allerlei informatie over het park
evenals een plannetje met wandelpaden, hoeveel tijd je voor een
wandeling moet uittrekken en hoe moeilijk ze zijn. We ontdekken het
park vanop de canyonrand, om daarna te voet af te dalen naar de bodem
van de canyon. De stoffige wandelpaden lopen door een feeërieke wereld
van rode, oranje en paars gekleurde formaties en fijne kalkpilaren in
de grilligste vormen. Velen hebben toepasselijke namen gekregen zoals
de Chinese muur, het kasteel van Gulliver, de tower bridge, Wall
street, de alligator....Met een rijke verbeelding kun je dat misschien
wel in de rotsen ontdekken. Lang
geleden woonden in de streek rond Bryce canyon de Paiute indianen. De
eerste mormoon die zich hier in 1875 vestigde, en naar wie het park
genoemd is, was Ebeneezer Bryce. Hij was veehouder en van hem is de
uitspraak over Bryce canyon: "raak hier in godsnaam je koeien kwijt".
Samen met vele andere toeristen staan we aan 'sunset point', waar we
een mooie zonsondergang bekijken. Het lijkt wel alsof er lichtjes
branden tussen en achter de rode rotsen.
We schrikken wel even als we na het avondmaal het restaurant verlaten.
Het is erg koud geworden ! Niet te verwonderen eigenlijk, Bryce canyon
ligt op een hoogte van 2400 meter. Vanaf half oktober tot laat in april
vallen hier dikke pakken sneeuw !
We
ontwaken in een stad die nooit slaapt. Het nerveuze neongeflikker is
gedoofd maar de speel en gokwoede duurt onverminderd voort, 24 uur op
24.
Van 's morgens heel vroeg, of misschien nog van gisterenavond, zitten
(gokverslaafde?) mensen voor de jackpots, een beker met jetons in de
ene en een grote cola in de andere hand.
We laten de gekke gokstad achter ons en rijden gezwind naar het eerste
nationale park op onze rondreis, Zion Canyon, gelegen in de Mormonenstaat Utah.
De afstand tussen Las Vegas en Zion Canyon bedraagt ongeveer 158 miles
of 250 kilometer. In de VS worden de afstanden in miles aangegeven.( 1
mile = 1,6 kilometer). Uitnodigend liggen de goede, soms kaarsrechte wegen voor ons open, en
dat geeft de verleiding tot snel rijden. Maar opgepast, overal geldt een
snelheidsbeperking van 55 mph, een kleine 90 kilometer per uur,
nauwlettend in het oog gehouden door de highway patrol ( onze
zwaantjes).
Zion Canyon is een ruwe, smalle canyon met huiveringwekkende afgronden,
loodrechte rotswanden en torenhoge rotspartijen. De meeste
rotsformaties kregen toepasselijke namen. Zo is er de 'Great white
throne', 'Angels landing' en 'Weeping rock'.
In 1919 kreeg Zion de status van nationaal park, en is daarmee het oudste in de staat Utah. Zion Canyon is een drukbezochte canyon. Door het jaarlijks toenemend
aantal bezoekers mogen er geen individuele wagens door de canyon
rijden, behalve die van de gasten die in de Zion lodge verblijven. Alle
andere bezoekers moeten hun wagen op de parkings achterlaten en rijden
met een hop on, hop off shuttlebus naar alle uitzichtpunten in het
park. Aan elk uitzichtpunt vertrekken talrijke wandelingen variërend
van een makkelijke vlakke wandeling tot een moeilijke klimpartij. We
kopen in het informatiecentrum een ' golden eagle pass' die ons toegang
verschaft in alle nationale parken die we zullen bezoeken.
We logeren in de Zion lodge, de enige lodge in het park, mooi
geïntegreerd in de uitbundige natuur. Onze wandelbottinnen komen goed
van pas als we enkele mooie wandelingen maken. In de late namiddag
kleurt de zon de rotsen in de mooiste kleurschakeringen.
Het avondmaal wordt in de lodge geserveerd. Op de uitgebreide menukaart
is er een ruime keuze tussen vis- en vleesgerechten. We stellen vast dat
het een fabeltje is dat je in de Verenigde Staten enkel hamburgers,
cheeseburgers en ander soort junkfood kan eten. De maaltijd smaakt
lekker en is ook nog mooi geserveerd.
Opeens krijgen we een man in 't oog helemaal alleen aan een tafel. We
krijgen spontaan de slappe lach als we zien hoe hij zijn grote steak
eet. Hij hanteert zijn mes en vork als zijn het dolken waarmee hij het
stuk vlees nog moet doden. Gierend van 't lachen kruipen we achter onze
servet weg, als hij nadat de eerste lap vlees is 'doodgedaan' en
opgepeuzeld, er doodleuk nog een tweede besteld. Tafelmanieren heeft de
man zeker niet, maar wel een heel gezonde eetlust!
Las
Vegas is dé gokstad van de VS, de place to be voor gokkers die van
overal in de Verenigde Staten en ver daarbuiten hun geluk hier komen
beproeven.
Tientallen super-de-luxe hotels verdringen zich langs 'The Strip', de
meer populaire naam voor de Las Vegas boulevard. Ze concurreren met
elkaar om het grootste, het luxueuste, het meest opvallende, het felst
verlichte gokpaleis te zijn.
Zo krijg je een caleidoscoop van kleuren en vormen.
Elk hotelcasino is gebouwd rond een bepaald thema. Een natuurgetrouw
vrijheidsstandbeeld staat voor het 'New York-New York' hotel. In 'The
Venetian' is
het thema Venetië, het 'Luxor' hotel is opgetrokken in de vorm van een
pyramide inclusief sfinx (met exact dezelfde afmetingen als de echte in
Egypte). Als we voorbij hotel 'Paris' wandelen waan je je in de lichtstad
mét eifeltoren en Arc de Triomph. In het beroemde 'Caesar's palace' is
het alsof je in Rome bent ten tijde van de wreedaardige keizers. Het
zijn maar enkele voorbeelden van de meest opzichtige casino's die de
skyline van de gokstad sieren (of ontsieren).
Een beetje overrompeld door de grote hotelcasino's staan er langs de
strip ook vele 'Wedding Chapels' waar mannen en vrouwen een ander soort
gokje kunnen wagen : trouwen. De stad telt ongeveer 50 kapelletjes
waar paren in het huwelijk kunnen treden, variërend van snelle
inzegeningen zonder poespas tot overdadige spektakels. De 'mariage
business' trekt elk jaar meer en meer mensen naar de gokstad.
We eten een broodje in het Alladin hotel waar alles dan weer in het
teken staat van het gekende sprookje. In een decor van kastelen en
burchten zitten we op een koel terras binnen, al lijkt het alsof we
onder een blauwe hemel zitten waarin witte wolkjes ronddrijven en
vogels rondvliegen. Het oogt heel erg echt, het is wel decoratief, maar
allemaal nep. En die altijd blauwe hemel heeft ook nog een andere
reden. Je raakt daardoor makkelijk je tijdsbesef kwijt. Terwijl het
buiten al donker is, is hier de hemel nog blauw en heb je nog al de
tijd om nog een gokje te wagen en verder te spelen. Slim bekeken van de casino-eigenaars, niet?
Overdag is de gokstad indrukwekkend, 's avonds baadt ze in een zee van
neonlicht. Voor sommige hotels kan je een gratis openluchtspektakel
bekijken. Aan 'The Mirage' is er een vulkaanuitbarsting en voor het
'Belaggio' hotel, geïnspireerd op de Noord-Italiaanse stad, bewonderen we
kunstig dansende fonteinen.
De avond is nog jong, de stad bruist en vol ontzetting kijken we rond
naar de gokwoede van sommige Amerikanen die hier dag én nacht handenvol
dollars verspelen op de gokmachines. Heel even maken we ook de keerzijde van al deze glamour mee. Vlak voor
onze neus, midden op de brede neonverlichte boulevard, krijgt een
koppel (?) fikse ruzie met elkaar. De man slaat met geweld zijn vrouw
tegen de grond. De vrouw blijft bloedend liggen , terwijl de man gewoon
wegwandelt. Een massa mensen ziet het gebeuren maar niemand doet iets en wacht op de politie.
Wij zoeken ons hotel op, want morgenvroeg beginnen we aan onze rondreis door de nationale parken.
Zeer
vroeg in de ochtend nemen we een taxi naar de luchthaven van San
Francisco. Niettegenstaande het vroege uur is het al druk op de
luchthaven.
We checken in voor de korte vlucht naar Las Vegas. De
veiligheidsagenten laten zich deze ochtend van hun ijverigste kant zien
want zelden hebben we zo een strenge controle gehad van de bagage en
van
onszelf.
Vanuit het vliegtuig maken we een mooie zonsopgang mee boven de Nevada
woestijn. Middenin die woestijn ligt de gokstad Las Vegas, ook wel 'sin
city' (stad der zonden) genoemd. Het is een grote, nog steeds groeiende
stad, en duidelijk veel uitgebreider dan wat de doorsnee toerist van
Las Vegas verwacht. Bijna iedereen kent slechts twee straten in de stad nl.
Fremont street en de Las Vegas boulevard, veel beter gekend als 'The
Strip'.
Op de Mc Carran luchthaven staat onze huurwagen klaar. Een auto huren
in de V.S. is een fluitje van een cent. De bediende van het
autoverhuurbedrijf overhandigt de boorddocumenten en wenst ons een
goeie reis. De huurwagens staan gerangschikt volgens model. We kunnen
nog kiezen met welke kleur van wagen we de komende weken zullen
rondrijden. Onze huurwagen is nagelnieuw en heeft een automatische
versnellingsbak. Da's even aanpassen.
Het is maar enkele minuten rijden tot 'The Venetian', ons hotel aan 'The Strip'.
The Venetian is een groot, héél erg groot casinohotel met maar liefst
4000 suitekamers en is een geamerikaniseerde kopie van de stad Venetië.
Het San Marco plein met campanile, het
dogenpaleis, de kanalen met gondels en gondeliers... je zou bijna
denken dat we in Venetië aangekomen zijn.
Bij het binnenrijden van het hotel negeren we een bord 'Valet parking',
en dat hadden we beter niet gedaan. We parkeren onze wagen in de
supergrote ondergrondse garage, zoeken de weg naar de receptie. Daarna vinden
we met moeite onze huurwagen terug, laden de bagage uit en sleuren ze tot
in de lobby van het hotel. Als we het bord 'Valet parking' wél hadden
gevolgd, rij je tot vlak aan de ingang van het hotel, wordt de bagage
door een bediende gedragen die ook je auto veilig weg zet. Je krijgt een
kaartje en telkens je de auto nodig hebt wordt die voorgereden. Simpel
en efficiënt, maar dat wisten we (nog) niet.
Aan de receptie krijgen we een plan waarop een vriendelijke dame ons de weg toont naar de kamer.
Alle wegen naar alle kamers lopen door de immens grote gokzaal
(gambling hall), die gans de benedenverdieping van het hotel beslaat.
We hebben ze niet getelt, maar honderden ratelende jackpots vullen de
gokzaal, afgewisseld met roulettetafels en andere geldverslindende
gokautomaten.
We vinden onze zeer ruime kamer maar staan vlug terug beneden, razend benieuwd hoe ons de gekke stad Las Vegas zal bevallen.
San
Francisco, ook wel 'the city by the bay' genoemd, is een mooie, bijna
Europees aandoende stad. Het is een Amerikaanse grootstad op mensenmaat.
San Francisco telt 'slechts' 800 000 inwoners en dat is weinig
vergeleken met miljoenensteden als New York, Los Angeles of Chicago.
Bovendien kan je er rustig wandelen, zijn er weinig wolkenkrabbers en liggen
de culturele trekpleisters van de stad nooit ver weg. Mocht je toch moe
worden van al dat stappen, dan zijn er de pittoreske cable cars die je door de
stad rijden.
We besluiten een grote stadswandeling te maken. Een goed stadsplan zal ons zeker van pas komen.
Op enkele honderden meter van het hotel stappen we onder de rijk
versierde, traditionele jadegroene Chinese poort Chinatown binnen. Met
meer dan honderdduizend inwoners is deze wijk de grootste Chinese
gemeenschap buiten Azië.
De 260 meter hoge Transamerica Pyramid, gebouwd in de vorm van een
pyramide en voltooid in 1972 trekt onze aandacht. Het is de hoogste en
meest opvallende wolkenkrabber in San Francisco.
Een flinke wandeling verder komen we langs de cable car barn. Hier
bekijken we de motoren, raderen en kabels in werking, die op ingenieuze
wijze de kabeltrams op en af de soms steile hellingen van de stad laten
rijden.
Weer enkele kilometer verder komen we aan Alamo square. Hier staat de
meest gefotografeerde, kleurrijke, victoriaanse huizenrij van San
Francisco. Deze rij huizen worden ook wel 'the painted ladies' of
'postcard row' genoemd en staan inderdaad op vele prentkaarten
afgebeeld. Vanop een bank aan het glooiende groene plein van Alamo
square hebben we een groots uitzicht op de stad met in de achtergrond
de wolkenkrabbers van het Financial District.
Fisherman's Wharf is een ruim 1,5 kilometer lange promenade langs de baai.
Aan pier 39, een loskade uit 1905, vestigden zich een hele kolonie
Californische zeeleeuwen. Ze scharrelen rond op de steigers, kruipen
over elkaar heen en plonzen in het water.
Aan pier 41 kan je per veerboot naar Alcatraz Island. Op dit
eiland staat een voormalig fort dat van 1934 tot 1963 dienst deed als
zwaarbewaakte federale gevangenis, waar de onverbeterlijke
misdadigers van het land opgesloten zaten. De beruchte gangster Al
'scarface' Capone bracht hier vijf jaar gevangenisstraf door.
Langs Lombard street, de bochtigste straat ter wereld, komen we terug
aan de baai. We genieten van een fraai uitzicht op de 'Golden Gate
bridge', de onovertroffen, beroemde oranjerode hangbrug. Wist je
dat sinds de opening van de brug in 1937 permanent 25 schilders en
staalarbeiders aan het werk zijn om de brug te onderhouden?
's Avonds gaan we 'chinezen' in één van de vele restaurants in China town.
Om ons stadsbezoek aan San Francisco mooi af te ronden zijn we op zoek
naar een gezellige bar, liefst mét panoramisch uitzicht. Misschien
kunnen we wel iets drinken op de hoogste verdieping van het St. Francis
hotel. Een volledige glazen lift bevindt zich aan de buitengevel van
het hotel. Mijn echtgenote echter heeft het niet zo begrepen op grote
hoogtes, en dus stijgen onze vakantievrienden en ikzelf met een flinke
vaart en met een raar buikgevoel naar de 32ste verdieping van het hotel. Er
is geen bar te bekennen maar de rit met de glazen lift doen we nog
enkele keren over, gewoon voor de fun.
We hebben meer geluk in ons eigen hotel. In de bar op de 21ste verdieping bruist het van ambiance.
Maar eigenlijk zitten we hier ook niet echt op onze plaats. In onze
stapkledij mét fleece vallen we wel héél erg op, want in de poepchique
zaak
is iedereen in feestkledij. Mannen verschijnen in kostuum met hemd en
das, vrouwen
in strakke pakjes op naaldhakken en diensters in lange rok, maar
met een split waar (bijna) geen eind schijnt aan te komen.
We zullen toch maar naar de kamer gaan en dromen van al de mooie dingen die we tot nu toe al mochten meemaken.
San
Francisco zonder cable cars is ondenkbaar. Het is dan ook geen toeval
dat de cable car het enige geklasseerde monument op wielen ter wereld
is.
De oude kabeltrammetjes die de steile straten van San Francisco op en
af rijden, zijn een uniek en bijzonder populair vervoersmiddel. Ze zijn
in 1869 ontworpen door Andrew Smith Hallidie, een Engels ingenieur. De
eerste tocht met een cable car vond op 2 augustus 1873 met groot succes
plaats. In 1880 waren er al acht cable car routes in gebruik met een
gezamelijke lengte van 175 kilometer. Daarvan zijn er nu nog drie
routes over. Het heeft echter maar een haar gescheeld of ook deze
laatste trammetjes zouden zijn vervangen door moderne autobussen. De
inwoners van San Francisco hebben echter stormachtig geprotesteerd en
de toekomst van dit populaire vervoersmiddel is gelukkig verzekerd.
Er zijn nu nog drie lijnen die van zes uur 's morgens tot middernacht rijden:
De Powell & Mason line, de Powell & Hyde line en de California
line. De meest spectaculaire is de Powell & Hyde line die door de
steilste en bochtigste straten van de stad rijdt.
Cable cars hebben geen motor, maar zijn wel uitgerust met maar liefst
vier verschillende remsystemen. Dat is bepaald geen luxe, want ze
rijden vaak over zeer steile straten. Ze worden door een indrukwekkend
en ingenieus stelsel van stalen kabels in het wegdek, de heuvels van de
stad op en af getrokken.
Onderaan de tram bevindt zich een haak (grip). De 'gripman' bediend
deze haak en grijpt de vier centimeter dikke stalen kabel die in een
sleuf in het wegdek loopt. Zo worden de trams op hellingen van soms wel
21% getrokken.
De trammetjes zijn open, hebben ongeveer 30 zitplaatsen en nog eens
dubbel zoveel staanplaatsen (de treeplanken meegerekend) en gaan met
een constante snelheid van 15 kilometer per uur.
Het controlecentrum en centrale van de cable cars is gekend als 'The
cable car barn and powerhouse' en kan vrij bezocht worden. Bezoekers
kunnen het interessante voortbewegingsmechanisme gratis gadeslaan.
Aan het kruispunt van Powell met Market street ligt de 'cable car
turntable', een draaischijf om de trams, die zich slechts in één
richting kunnen voortbewegen, te keren.
Deze installatie maakt het mogelijk dat de bestuurder schijnbaar
moeiteloos de zes ton zware tram met de hand 180 graden keert voor de
volgende rit.
Goed
uitgerust van de vermoeiende heenreis en na een stevig Amerikaans
ontbijt kunnen we aan de verkenning van San Francisco beginnen.
Dat er in de V.S. weinig of geen cultuur te vinden is wisten we al.
Maar de Amerikanen hebben ook geen eetcultuur.
De gemiddelde Amerikaan eet veel te veel en veel te vet. Niet te
verwonderen dat je er veel zwaarlijvige, zeg maar corpulente mensen
ontmoet. Toch is het ontbijt, een beetje zoals in Groot-Brittannië,
dikwijls een volwaardige maaltijd met alles op en aan. Gezellig,
uitgebreid en gevarieerd.
Vruchtensappen, granen, verschillende sooten brood, eieren, ham, spek,
worstjes; maar ook de dikmakers zoals pancakes (dikke pannenkoekjes),
hash browns (geraspte en geroosterde aardappelen), french toast
(wentelteefjes) en french fries (frieten!) staan 's morgens bij het
ontbijt. Een echte Amerikaan neemt dat allemaal, en overgiet het
rijkelijk met ketchup !!!
Het systeem dat wij hier kennen als kamer met ontbijt, soms half of vol
pension, is in Amerika weinig gekend. We boekten voor deze rondreis
kamers in hotels, motels en lodges, maar nooit was er een maaltijd
inbegrepen dus ook geen ontbijt. Geen nood, vlak naast of aan de overkant
van de hotels zijn er ontbijtzaken en restaurants. We zijn deze morgen
al vroeg gaan ontbijten en gelukkig... als we buiten komen
staat er op de stoep een hele rij mensen, geduldig aan te schuiven tot
er een zitplaats, in de blijkbaar gekende zaak, vrijkomt.
Reizigers
naar de Verenigde Staten worden goed gecontroleerd. Dat was voor 11
september 2001 al zo, maar nu is de controle nog veel grondiger.
Bij de incheckbalie wordt aan elke passagier gevraagd of ze hun
valies zelf hebben ingepakt, of ze niet meer uit het oog verloren hebben en
of er andere personen nog spullen hebben bij ingestoken. We merken
het duidelijk, na de aanslagen van september 2001 zit de schrik voor
mogelijke terroristische aanslagen er goed in.
Kapers zijn er deze ochtend niet gevonden, dus kan de Delta vlucht naar Atlanta stipt op tijd vertrekken.
Delta airlines verzorgt een rechtstreekse lijnvlucht vanuit Brussel naar Atlanta. De reistijd bedraagt ongeveer 10 uur.
Atlanta, hoofstad en tevens grootste stad in de staat Georgia ligt in
het zuiden van de Verenigde Staten. De internationale luchthaven is één
van de grootste en drukste in de wereld.
We moeten met een snelle metrotrein naar een ander luchthavengebouw voor de aansluitende vlucht naar San Francisco.
Door het tijdsverschil (in San Francisco is het 9 uur vroeger dan bij
ons) komen we in de late namiddag in San Francisco aan.
Per taxi gaat het naar downtown San Francisco waar we in het 'Sir
Francis Drake' hotel logeren. Mooi uitgedoste hotelwachters helpen ons
met onze bagage.
Ik ben Jos Dom, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jodo.
Ik ben een man en woon in Edegem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 14/04/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek