in de hal des volks wacht men op twee armen
met staartjes achteraan
waar opgetogenen of
weemoedigen vertoeven
totdat de kunstvogel
de lucht in zal gaan
hij hangt over koffie
rookt uit zijn neus
in zijn bestemmingskloffie
hij heeft geen keus
geboekt is gaan
de ogen staren al ver
of
zie ik een verdwaalde traan
ik voel, zoals ik slechts voel
de leegte van wachten
de tijd tussen komen en gaan
ja, dat is wat ik bedoel
de dame van het buffet
in hoogpolig tapijt,
kort van stof
naar lengte gerekend,
is onhandig bereid
nogmaals de techniek
te laten pruttelen
en rondt het ritueel af
met een zoete lach
bij koffie hoort toch immers
een ouderwets betuttelen
dames en heren
uw vlucht wordt verwacht
die kan aankomen
of vertrekken
het beeldscherm
heeft dat haarfijn bedacht
mijn tafel wordt een eiland
tussen verlaten stoelen
een gekleurde medemens
ontruimt het slagveld
met een enkele
swingende veeg...
|