Zoals te zien op haar vele portretten,heeft Maria de Medici op modegebied alle kraag-en kantstadia doorlopen.In haar jeugd droeg ze een gepijpte kraag. Later werd ze veelvuldig afgebeeld met een "Medicikraag" een in de hals op een frame rechtopstaande waaierkraag die naar haar genoemd is. Op het schilderij van Van Dijk draagt ze een eerder platliggende Mediciskraag. In de rekeningen van koningin Anna van Oostenrijk is veelvuldig sprake van kant. Zo was Genuese kant,zeer actueel in de 17de eeuw; De Toscaanse ambassadeur Rucellai, beschrijft Anna in 1643:"gehuld in het zwart,met een prachtige kraag in Genuese kant". Hij spreekt eveneens van "ung mouchoir de point de Gênnes frisè.Deze term zou slaan op de metaaldraden die voor de kant gebruikt zijn. Genua was immers beroemd omwille van zijn goud-en zilver kant.Doch,de koningin hield ook van de fijne Vlaamse gelobde Van Dijckkant een platliggende kraag die gegroeid is uit de medicikraag. Hij is niet meer gesteven maar ligt los op de schouders. Lodewijk XIV,de Zonnekoning, zal later heel belangrijke impulsen geven aan de Franse kantgeschiedenis, maar dat is een ander verhaal. Uit Kant 07
Maria was zeer modebewust en had heel wat kledingstukken die bezet waren met goud-en zilverkant.Ook gouden en zilveren buratto maakte deel uit van haar kostuumarsenaal. Cesare Vecellio beschrijft in zijn "Degli Habiti Antichi et moderni di Diverse Parti del Mondo" uit 1590 de kleding van de vooraanstaande dames uit Toscane en beweert dat goudkant karakteristiek was voor Firenze. Ook zijden kant werd veel gebruikt. In de inventaris staan 4 maskers van zwart satijn, met kant"a piombini"( met klossen ) van zwarte zijde. Gepijpte kragen op een steun en manchetten in reticella of kant waren typisch voor de tijd en heel elegant. De kragen waren afgewerkt met de ijle getande kant die we in deze tijd in geheel West-Europa terugvinden. Deze stijl kon zowel in de klos-als in de naaldkanttechniek gerealiseerd worden.
kant ten tijde van de twee franse koninginnen :Catharina en Maria de Medici
Hendrik IV gaat de geschiedenis in als een bekwame koning.Hij wordt zelfs "Hendrik de Grote " en "le bon roi Henri" genoemd.Met het doel de welvaart te vergroten, hervormde hij het belastingsysteem en bestreed de corruptie. Door deze maatregelen en door een bewuste afhoudende buitenlandse politiek saneerde hij de Franse staatsfinanciën. Ook voor de kant stelde hij beperkingen. Zo verbood hij het dragen en het importeren van goud-en zilverkant, doch zonder succes. Er werd metaalkant vervaardigd in Frankrijk zelf, in Aurillac en Parijs, maar er werden ook aanzienlijke hoeveelheden uit Spanje geïmporteerd. uit kant 2006
Omdat de Medici leefden in de periode waarin de kant ontstaan en ontwikkeld is, is het voor de liefhebber van kanthistoriek heel interessant dit luxetextiel tot zijn recht te zien komen en te zien evolueren in de talrijke schilderijportretten waarop leden van deze familie afgebeeld zijn.Het is tevens boeiend vast te stellen dat de aandacht voor kant en aanverwant textiel in deze middens heel groot was Hendrik II, de echtgenoot van Catharina de Medici heeft naar verluidt de mode van de gepijpte kragen ingevoerd,om een litteken in de hals te verbergen.De grote gepijpte kragen werden immers heel hoog rond de hals en op een metalen onderstel gemonteerd.Vanaf het moment dat de nieuwe mode van de gepijpte kragen zowel in de dames-als in de herenmode opkwam, steeg de vraag naar kantstroken aanzienlijk uit kant 2006
De moderne kant heeft als voornaamste kenmerken dat men in het werkstuk altijd de klassieke technieken,soms van verschillende kantsoorten,kan herkennen, en dat de moderne uitvoering het resultaat is van eigen creativiteit en smaak Diverse grondstoffen als vlas, katoen, zijde, jute,goud-of zilverdraad worden gebruikt,zelfs van verschillende dikte en kleur Een combinatie tussen de verschillende materialen kan allerhande mogelijkheden scheppen tot het persoonlijk interpreteren van een kanttekening die zowel figuratief als abstrakt kan zijn. Deze nieuwe vorm van creatief kantwerken biedt de mogelijkheid een "Kantkunstwerk" als decoratief element in het interieur te gebruiken.
De Binche-kant is het neusje van de zalm en het pronkstuk van de Brugse kantkunst. Binche-kant, evenals Vlaanderse kant, vindt zijn oorsprong in de Oud-Vlaamse kant.Beide kantsoorten hebben zich naast elkaar ontwikkeld, waardoor ze eigen kenmerken vertonen. Van een specifieke tralie kunnen we hier niet spreken,er is een oneindigheid van verschillende gronden tussen de motieven,deze zijn in linnen en halflinnen uitgevoerd. De ingewikkelde en verfijnde tekeningen laten soms een verwarde indruk na en geven aan het geheel een antiek aspect. Het klossen van Binche-kant en vooral het "toveressewerk" of "point de fée", is een Brugse specialiteit. De ingewikkelde tekeningen worden tot een feeëriek en ragfijn kantwerk, met behulp van honderden klossen en zeer fijne draad uitgewerkt. Als versiering springt de vierkante kunstslag in het oog naast allerhande spinnetjes-en sneeuwvlokkengronden.