O...kom eens kijken wat ik in mijn schoentje vind Alles gekregen van die beste Sint Een pop met vlechten in het haar een snoezig jurkje kant en klaar O...kom eens kijken wat ik in mijn schoentje vind Alles gekregen van die beste Sint
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn pieten Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Dat is hoog zegt de Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de stal Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje kapoentje Gooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje Dank je Sinterklaasje
Hoe komt het toch dat iedereen denkt dat Sinterklaas uit Spanje komt? Hij is er tijdens zijn leven waarschijnlijk nog nooit geweest, maar het zou te maken kunnen hebben met de geschiedenis. Van 1568 tot 1648 was er oorlog tussen Spanje en Nederland. Toch was er veel handel tussen beide landen. De Nederlanders ruilden goud en zilver voor kruiden en sinaasappels ('appeltjes van Oranje'). Spanje was in die tijd een rijk land waar veel luxe artikelen en lekkers vandaan kwam. Dus dachten de mensen dat Sint-Nicolaas daar zelf ook vandaan kwam. Bovendien is Sint-Nicolaas ook de beschermheilige van de zeevaarders, die toen natuurlijk met hun boten de handelswaar uit Spanje haalden en dus door hem werden beschermd.
Vorig maand, hier ver vandaan, Las een oude man, in zijn grote boek. “Wat had er weer in al die brieven gestaan ?” “Pieten ! Pak die stoelen daar in de hoek, en help me hier even, te bedenken : Voor ieder lief kind, een leuk cado ? Wat zal ik hen allemaal schenken ?”
Elk kindje, hoe klein ook, Kwam voor in het boek. Er werd gewikt en gewogen, van zus en van zo, onderwijl dronken ze koffie met koek. Achter iedere naam, kwam een schitterend cado, Ook jouw naam kwam voor, In het boek van de Sint. Ooooh …….. ik denk dat ik wat hoor !!! Ga maar gauw kijken, wat je in je schoentje vindt.
De kleding van Sinterklaas is duidelijk afgeleid van die van een bisschop, inclusief de pontificalia, maar bevat enkele opvallende afwijkingen daarvan, en Sinterklaas is daardoor duidelijk te onderscheiden van een echte bisschop. Opgemerkt dient te worden dat de kleding van Sinterklaas vaak om praktische redenen eenvoudiger is uitgevoerd dan hier beschreven.
Wat bij Sinterklaas doorgaans een tabberd of tabbaard wordt genoemd, is in de katholieke liturgie de soutane of toog/toga: een lang priesterkleed dat bij bisschoppen paars is. De eigenlijke soutane heeft 33 knoopjes,("33" verwijst naar het aantal levensjaren van Christus) maar bij Sinterklaas is deze vaak eenvoudiger uitgevoerd. Wanneer de Sint gaat paardrijden, draagt hij vaak een tot broekrok vermaakte tabberd. Over de tabberd draagt de Sint een albe. De albe is met kant afgezet en eindigt tussen knieën en enkels. Op de albe draagt de Sint over zijn schouders een rode stola. Om deze op zijn plaats te houden, draagt Sinterklaas vaak een cingel (koord met kwastjes aan het einde) om zijn middel. Een van de grootste en opvallendste paramenten is de rode koormantel. Deze mantel draagt Sinterklaas over alle andere kledingstukken heen. Het is een wijde rode lap die vanaf de schouders tot bijna op de grond hangt en aan de voorkant met een ketting en twee haakjes wordt vastgemaakt. De mantel heeft meestal ook nog een kap met mooie gouden franjes eraan. De mantels van Sinterklaas zijn allemaal met goud en band versierd. De binnenkant is goudgeel of wit.
Op zijn hoofd draagt Sinterklaas een rode mijter. Deze wijkt zowel qua vorm als kleur enigszins af van de mijters die bisschoppen thans dragen: rode mijters worden in de Katholieke Kerk niet gedragen. Meestal zijn ze wit of een andere basiskleur met een bij de gelegenheid passende versiering. Ook de kromstaf is van oorsprong een waardigheidsteken van een bisschop dat afkomstig was van de Etrusken. De staf van Sinterklaas heeft wel een duidelijk andere vorm dan die van een bisschop: de krul is groter en steekt aan beide zijden van de staf uit. De krul is een symbolische slang, teken van wijsheid en oneindigheid, die uitloopt in een verticale lijn naar beneden, de afdaling van geest of wijsheid naar aardse sferen.
Verder draagt hij meestal zwarte schoenen, lange witte handschoenen, soms paarse. Om zijn ringvinger draagt hij een gouden bisschopsring met een robijn erin. Deze hoort traditioneel om de rechterringvinger, maar vaak draagt Sinterklaas hem links zodat hij met het handen geven niet zo in de weg zit.
Prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht van Jan Schenkman
De oorsprong van het moderne Sinterklaasfeest voor kinderen ligt in de 19e eeuw. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806 - 1863) schreef het prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht (Amsterdam, 1850 en latere herdrukken 1880, 1885 en 1907) met de tekst van het liedje Zie ginds komt de stoomboot. De moderne tijd deed zijn intree met de stoomboot. De afkomst Spanje werd ingevoerd, net als de roe en zak van Zwarte Piet als pedagogische straf. Sint reed voor het eerst op een schimmel over de daken en cadeaus gingen voor het eerst door de schoorsteen.
Ook Jan Pieter Heije (1809-1876) beïnvloedde het Sinterklaasfeest. Het lied Zie de maan schijnt door de boomen werd voor het eerst gepubliceerd in 1843 in de bundel Kinderliederen.
Sedert begin jaren 90 van de vorige eeuw heeft het paard in Nederland een naam: Amerigo. In de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw had het paard ook al een naam: "Majestueuzo". In België heet het paard Slecht Weer Vandaag.
Vannacht is hij weer geweest de lieve man die niemand vreest op zijn mooie witte schimmelpaard trok hij door straat in helse vaart ook Piet was er zoals elk jaar weer bij en was zoals altijd heel vrolijk en blij hij liep over al de daken heel stilletjes in het midden van de nacht ze brachten veel lekkers en speelgoed met zich mee en zo was elk kind s'morgens weer heel tevree
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn pieten Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Dat is hoog zegt de Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de stal Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje kapoentje Gooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje Dank je Sinterklaasje
Dag lieve Sinterklaas. Elk jaar kijk ik uit naar uw bezoek! Dan krijg ik weer mandarijntjes, chocola en een speculaaskoek. Ik krijg ook wat om te spelen, dat ik dan kan delen met mijn vriendinnetjes van de klas. Voor je paard leg ik een klontje in mijn schoen, ben ik geen lieve kapoen? Dan zeg ik nu dag Sinterklaas, tot gauw want ik weet dat je me ook dit jaar weer niet zult vergeten.
Een pakjesavond was voor de Tweede Wereldoorlog geen algemeen verschijnsel. De crisisjaren speelden daarin een grote rol. De toenemende welvaart na de oorlog bood echter meer ruimte voor een geefcultuur, een geschenkenfeest in het kader van het oer-Hollandse Sinterklaasfeest. Het schoentje zetten (in West-Friesland stoeltje zetten; een gebruik identiek aan schoentje zetten, waarbij de schoen vervangen werd door een stoel)] op pakjesavond was in veel gezinnen vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk. Dit ceremonieel was omgeven door een sfeer van geheimzinnigheid.
Sinterklaas transformeerde echter gaandeweg van onzichtbare magische brenger van wonderbaarlijke gaven tot een opa-achtige kindervriend, die de kinderen met zijn zwarte pieten thuis met een zak vol cadeautjes bezocht.
Ouders gaven hun kinderen in eerste instantie veel zelfgemaakte cadeaus en later gekochte cadeautjes. Ook grote bedrijven zoals de Hoogovens, Shell en anderen, maar ook volksbonden zorgden ervoor dat de kinderen van hun werknemers of leden met Sinterklaas iets kregen.
Pakjesavond is er al lang niet meer alleen voor kinderen. Volwassenen geven elkaar, meestal anoniem, geschenken, al dan niet voorzien van een Sinterklaasgedicht of verpakt als 'surprise'. Vaak wordt door middel van lootjes trekken anoniem bepaald voor wie men een cadeautje moet kopen.
Pakjesavond is vooral een Nederlands fenomeen. In België kent men zoiets niet. Daar wordt gebruikelijk de ochtend van de zesde december uitgekozen als pakjesochtend. Hierbij worden dan ook geen liedjes gezongen.
Rommel de Bommel wat een gestommel Hoor ik me daar op de zolder Rinkel de kinkel wat een gerinkel, wat een geholderdebolder Dat is Sinterklaas met zijn knecht Pieterbaas die zijn weer uit Spanje gekomen zij hebben weer zakken en manden en pakken vol lekkers en moois mee genomen Zij gaan met gemak op het paard over het dak geen regen of geen wind kan hen hinderen Ze malen meteen door de schoorsteen dan heen... "Zijn hier ook stoute kinderen bij ?" Welnee Sinterklaas,ach welnee Pieterbaas wij zijn immmers allemaal zoetjes Wij doen heus geen kwaad niet in huis niet op straat Maar wij gaan op onze handjes en voetjes Mischien Sinterklaas of mischien Pieterbaas wilt u ons geen roe geven maar liever een boek of een prent of een koek en dan roepen wij lang zullen ze leven...
Sinterklaas komt eraan en wat is er plezieriger dan zelf lekkere speculaas te bakken
Sinterklaas komt eraan en wat is er plezieriger dan zelf lekkere speculaas te bakken
1 kg zelfrijzende bloem 300 gram fijne suiker 300 gram donkere kandijsuiker 4 eieren 500 gram boter (laten mals worden, niet smelten) 1/2 pakje vanillesuiker 1 eetlepel kaneel 1 eetlepel speculoos kruiden 1 tipje maagzout (bicarbonaat) 1 mespunt zout amandelen naar believen 1/2 glas water
Bereidingswijze voor Speculaas
Doe alles in een mengkom en kneed dit gedurende ong 15 min, tot alles goed gekneed is. Een nacht laten rusten op een koele plaats, nog een tweede keer bewerken met de hand.
Dan het deeg uitrollen tot een lap van ongeveer 1 cm dikte , en daar dan vormpjes uitdrukken. Er zijn daar speciale vormpjes voor. Men kan er ook een omgekeerd glas voor gebruiken enz...
Verwarm de oven op 175 graden, en laat vervolgens ongeveer 20 minuten bakken.
Tip. Men kan nog geschaafde amandelen op het deeg leggen alvorens te bakken.
Volgens een Franse legende maakte Sint Nicolaas drie dode scholieren levend die in een pekelvat bewaard werden.
Drie scholieren van voorname afkomst waren op weg naar de stad waar zij zouden gaan studeren. Op hun tocht door een afgelegen streek vonden zij 's avonds onderdak in een herberg. De waard, die vermoedde dat zij veel geld aan gouden munten bij zich hadden, vatte het plan op hen die nacht te vermoorden. Zodra hij zijn sinistere plan ten uitvoer had gebracht, sneed hij de lichamen van de scholieren in stukken en legde de brokken vlees, net zoals men dat deed bij het slachten van varkens, in een pekelvat.
Door een engel gewaarschuwd klopte Sint Nicolaas daags daarop bij de herberg aan, vroeg om onderdak en bestelde een maaltijd. Bij de keuze van het vlees wees Nicolaas de waard op zijn misdaad en verlangde van de waard dat hij hem het pekelvat met de aan stukken gesneden jongelingen toonde. Staande bij het vat, gebood Nicolaas de waard de planken deksel eraf te halen. Daarop vouwde hij zijn handen, bad tot God, en zegende de drie jongelingen. Aldus wekte hij hen tot leven. De drie scholieren gingen rechtop staan en dankten God. De waard viel op zijn knieën, vroeg om vergiffenis en bekeerde zich ten goede.
Half november arriveert Sinterklaas in België en Nederland. Hij vaart met zijn stoomboot een willekeurige havenstad binnen en brengt zijn pieten, paard en vele kadootjes mee. De dag dat Sinterklaas aankomt, is altijd een groot feest. Duizenden kinderen staan samen met hun ouders te wachten op de goedheiligman. De burgemeester van de stad ontvangt hem hartelijk, en dan vertrekt Sinterklaas voor een rijtoer door de straten. De kinderen die niet bij de intocht aanwezig zijn, kunnen het feest via de televisie volgen. Als later die dag de kindertjes weer naar huis gaan, begint de drukke tijd voor Sint en zijn Zwarte Pieten. 's Avonds kunnen de kinderen hun schoen voor de open haard zetten. Meestal leggen zij ook wat lekkers voor het paard neer. 's Nachts gaat de Sint te paard, samen met de Zwarte Pieten, de daken op. De pietjes hebben een grote zak vol kadootjes mee, die ze allemaal afleveren bij de juiste schoorsteen, want ieder kind heeft een verschillend verlanglijstje. Maar ze moeten wel heel lief zijn geweest, anders gaan ze mooi mee in de zak naar Spanje. Overdag gaat Sinterklaas naar scholen, ziekenhuizen of bedrijven. Als het dan uiteindelijk 5 december is, sluiten de winkels 's avonds wat eerder en kan het heerlijk avondje beginnen. Soms bonst Zwarte Piet hard op de deur om vervolgens een grote zak kadootjes achter te laten en snel naar het volgende adres te gaan. De meeste Nederlanders vieren deze feestelijke avond thuis of bij familie. Vaak wordt de tafel gevuld met traditionele lekkernijen zoals banketletters, chocoladeletters, pepernoten, speculaas, marsepein en suikergoed. Ook wordt er dan warme Glühwein gedronken. Voor de kinderen is er warme chocolademelk. De gedichtjes worden voorgelezen en de kadootjes uitgedeeld. De dag erop is Sint Nicolaas zijn drukke tijd weer voorbij en geniet hij nog een weekje hier voor dat hij en zijn pieten terug naar spanje vertrekken.dan bereidt hij zich weer voor op het volgende ja
Prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht van Jan Schenkman
De oorsprong van het moderne Sinterklaasfeest voor kinderen ligt in de 19e eeuw. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806 - 1863) schreef het prentenboekje Sint Nicolaas en zijn knecht (Amsterdam, 1850 en latere herdrukken 1880, 1885 en 1907) met de tekst van het liedje Zie ginds komt de stoomboot. De moderne tijd deed zijn intree met de stoomboot. De afkomst Spanje werd ingevoerd, net als de roe en zak van Zwarte Piet als pedagogische straf. Sint reed voor het eerst op een schimmel over de daken en cadeaus gingen voor het eerst door de schoorsteen.
Ook Jan Pieter Heije (1809-1876) beïnvloedde het Sinterklaasfeest. Het lied Zie de maan schijnt door de boomen werd voor het eerst gepubliceerd in 1843 in de bundel Kinderliederen.
Sedert begin jaren 90 van de vorige eeuw heeft het paard in Nederland een naam: Amerigo. In de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw had het paard ook al een naam: "Majestueuzo". In België heet het paard Slecht Weer Vandaag.
De naam "Halloween" is afgeleid van Hallow-e'en, ofwel All Hallows Eve, (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen, 1 november. In de Iers-Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er even tijd voor een vrije dag, het Keltische Nieuwjaar of Samhain (uitspraak Saun, het Ierse woord voor de maand november).
Samhain was ook nog om een andere reden zeer bijzonder. De Kelten geloofden namelijk dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar.
In Groot-Brittannië werd Halloween vooral door de Kelten gevierd. De geesten die uit dode mensen op zouden rijzen, werden aangetrokken door voedsel voor hen neer te leggen voor de deuren. Om echter de boze geesten af te weren droegen de Kelten maskers. Toen de Romeinen de Britse eilanden binnenvielen, vermengden ze de Keltische traditie met hun eigen tradities, die eind oktober natuurlijk de viering van de oogst betroffen en ook het eren van de doden.
In de negende eeuw van de huidige tijdrekening steekt een Europees christelijk gebruik de zee over en vermengt zich met het Halloweenfeest. Op Allerzielen - 2 november - gingen in lompen gehulde christenen in de dorpen rond en bedelden zielencake (brood met krenten). Voor elk brood beloofden ze een gebed te zeggen voor de dode verwanten van de schenker, om op die manier zijn bevrijding uit de tijdelijke straffen van het vagevuur te versnellen en zodoende zijn opname in de hemel te bespoedigen. Het "Trick or Treat" spelletje vindt wellicht daar zijn oorsprong.
Het feest is in de negentiende eeuw door Ierse immigranten naar de VS gebracht. In Ierland was de aardappeloogst mislukt, de Grote Hongersnood decimeerde razendsnel de bevolking en de Ieren begonnen omstreeks 1840 massaal naar Amerika te vluchten. En zoals vaker voorkwam onder migranten: in den vreemde zoekt men contact en steun bij elkaar. Het heimwee naar de roots wordt verzacht in het verder beleven en onderhouden van de eigen feesten en gebruiken. In de VS duikt dan de bekende jack-o'-lantern-pompoen op, die in de hele wereld wellicht het bekendste gezicht van Halloween is.