Jullie hebben ze misschien al eens gezien, Mijn talloze hulpsinten, wel meer dan tien! Wie weet zag je wel al een met sportschoenen, Of een tweede, maar zonder witte handschoenen! Je ziet het direct, die sint dat is niet de echte, Maar ze zijn mijn hulpjes, dus ze zijn niet slecht!
Geef hen maar jouw brieven vol grootste verlangens Een pop, auto, snoep of wat rouge voor je wangen Ja jongens en meisjes, ze komen heus wel bij mij Ze doen zo goed hun best, dat maakt me zo blij Duizenden brieven hebben mijn pieten al gekregen En honderdduizenden brieven moeten zij nog lezen
Enkele brieven zijn vrolijk, echt een ware pracht Veroorzakend bij vele pieten een brede lach Anderen bezorgen onze pieten dan weer een traan droevige verhalen, het pakt ons allen zo aan Maar op zes december, dan kom ik bij jullie langs Oh was het maar zover, dat is wat mijn hart verlangt
De legende van de drie huwbare dochters duikt voor het eerst op in de "Vita per Michaelem", die gesitueerd moeten worden in de zevende of achtste eeuw.
Nicolaas wordt beschreven als de zoon van welstellende, zeer gelovige ouders. Hij werd geboren in Patara (in Zuid-West Turkije, dat toen Grieks was). In zijn geboorteplaats woonde een verarmde edelman. Ooit had hij zeer welstellend en welvarend geleefd, maar toen zijn drie dochters de leeftijd hadden om te trouwen, was de edelman niet meer in staat de gebruikelijke bruidschat bijeen te krijgen. Omdat ze arm waren, wilde geen enkele jongeling met een van de meisjes huwen. Zelfs jonge mannen van lagere afkomst waren niet geïnteresseerd. Ten einde raad en om toch in het levensonderhoud van hem en zijn dochters te kunnen voorzien, besloot de aan lager wal geraakte edelman, de meisjes in de prostitutie te storten.
Dit kwam de jonge Nicolaas ter ore en hij vatte het plan op de meisjes van dit nakend onheil te redden. Toen de oudste dochter de huwbare leeftijd bereikt had, knoopte Nicolaas driehonderd gouden Florijnen in een doek en gooide die 's nachts door het vensterraam binnen. Hij zorgde ervoor dat hij niet herkend werd. Toen de edelman de volgende ochtend het geld aantrof, was hij diep ontroerd en dankte God voor de onverhoopte redding. De dochter kon in het huwelijk treden en een eerbaar leven leiden.
Zodra de tweede dochter oud genoeg was, dreigde de edelman opnieuw in moeilijkheden te komen. Maar ook deze keer kwam de redding door het raam. De vader was zeer gelukkig en vroeg zich af wie de geheimzinnige weldoener wel kon zijn. Hij besloot elke nacht aandachtig te waken omdat hij vermoedde dat er ook voor de derde dochter een bruidschat zou volgen.
En inderdaad, Nicolaas daagde een derde keer op met een beurs vol goudstukken. Hij gooide de bruidschat door het raam, waarna de edelman onmiddellijk zijn huis uitliep en Nicolaas bijhaalde. Hij herkende hem en barstte in tranen uit van dankbaarheid.
Hij zei:" Als niet onze gemeenschappelijke Heer Christus deze goedheid in U had opgewekt, zouden wij reeds lang ons leven door zedenloze en verderfelijke handel ten gronde hebben gericht. En nu echter heeft de Heer ons door U gered en ons uit het moeras van de ontucht bevrijd. Daardoor staan wij bij U in de schuld en willen wij U alle dagen van ons leven danken. Want gij hebt ons uw helpende hand gereikt en ons uit onze armzaligheid van de aarde doen opstaan."
Nicolaas' plan om onbekend te blijven was dus mislukt; Zijn zorgvuldig bewaard geheim was geen geheim meer. Hij bezwoer de edelman het voorval niet verder te vertellen zolang hij leefde.
De vader hield woord en maakte de reddende daad van Sint-Nicolaas pas na diens dood bekend. Het optreden van de heilige maakte diepe indruk en geraakte snel wijd verspreid.
Dag lieve Sinterklaas, dag gekke pieterbaas. Elk jaar kijk ik uit naar jullie bezoek! Dan krijg ik weer mandarijntjes, chocola en een speculaaskoek. Ik krijg ook wat om te spelen, dat ik dan met mijn vrindinnetjes van de klas kan delen. Voor je paard leg ik een klontje in mijn schoen, ben ik geen lieve kapoen? Dan zeg ik nu dag Sinterklaas, tot gauw want ik weet dat je me ook dit jaar niet zult vergeten
Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas.
Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas.
De Krampus is een beestachtige demon uit de folklore van de Alpen-regio's. Het woord komt van het Oudhoogduitse woord voor klauw: Krampen. De Krampus is in de Alpen-regio de metgezel van Sinterklaas. Hij komt voor in onder andere Oostenrijk, Hongarije, Slovenië, Kroatië, Italië en Tsjechië.
Van oudsher vermommen jonge mannen zich als de Krampus in de eerste twee weken van december. Vooral op de avond van 5 december zwerven ze over de straten en jagen kinderen (en volwassenen) angst aan met roestige bellen en kettingen. Het idee hierachter is dat met de geluiden de kwade geesten die rond midwinter aanwezig zijn verjaagd worden.
Ook komen Krampussen binnen in huizen. Waar Sinterklaas cadeautjes uitdeelt aan brave kinderen, is Krampus een dreiging voor straf voor de stoute kinderen. Hij geselt ze of stopt ze in zijn zak, waarna de stoute kinderen meegenomen worden naar het bos (zie ook man met de zak). In enkele plattelandgebieden is het traditie dat de Krampus jonge vrouwen met een tuchtroede straft. Een auteur uit Steiermark schrijft in 1780:
'In Oostenrijk was het vroeger gebruikelijk [...] dat een van de kosters de Heilige Nicolaas uitbeeldde terwijl een andere zich schrikwekkend verkleedde als diens knecht; in deze kledij gingen ze vervolgens bij de huizen naar binnen, de kinderen die zich goed gedroegen kregen een cadeau, de stoute kinderen kregen de knecht achter zich aan, die deed alsof hij hen wilde meenemen'
Deze gestalte kwam ook in andere streken voor, met namen als Knecht Ruprecht (Midden- en Noord-Duitsland), Barrel of Bartholomeus (Steiermark), Schmutzli (Deutschschweiz), Klaufbauf(mann) of Strohbart (Beieren), Pöpel of Hüllepöpel (Würzburg), Zember (Cheb), Belzmärte en Pelzmärtel (Zwaben en Franken). Meestal waren deze gestalten verbonden met het Sint Nicolaas, maar soms met Kerstfeest of - in het laatste geval - met Sint Maarten.
De huidige Krampus-kostuums bestaan meestal uit rode houten maskers, de huid van een zwart schaap en hoorns. De jonge mannen in de plattelandsgemeenschappen nemen competitief deel aan de Krampus-evenementen; er gaat behoorlijk wat werk zitten in het maken van het kostuum. Het uiterlijk van de Krampus kan per dorp verschillen, zo wordt in bepaalde regio's het hoofd zwartgeschminkt.
In bepaalde gebieden verkleedt de vrijwillige brandweer zich, de mannen rijden dan op een wagen door het dorp. In skiresorts worden tegenwoordig processies gehouden waarin ook Krampus meeloopt, maar dit is voornamelijk voor de toeristen.
Hoewel de gestalte van Krampus uit de voorchristelijke tijd dateert, kreeg hij waarschijnlijk een plek in geloofswereld van middeleeuwen. Er bestaan echter geen bronnen voor de 16e eeuw, die de rituelen rond Krampus bevestigen. Ten tijde van de inquisitie was het verboden om zich te verkleden als duivel; hierop stond de doodstraf. In sommige gebieden zoals de Alpen-regio was de kerk niet bij machte om middeleeuwse gebruiken die men als heidens was gaan zien uit te roeien.
Sinds midden zeventiende eeuw voerden de kloosterscholen de Sinterklaastraditie weer in. Bij gezamenlijke bedeltochten werd de figuur van Sint Nicolaas begeleid door opgeschoten jongens, verkleed als afschrikwekkende gestalten en duivels of voorzien van dierenmaskers. Terwijl de goedheiligman de kinderen ondervroeg of ze zich goed hadden gedragen en geschenken gaf aan de 'brave' kinderen, werden 'stoute' kinderen bang gemaakt met de gedachte dat Krampus ze zou bestraffen. De duivelsgestalte werd op deze manier geïntegreerd in het katholieke feest. Volgens sommige theorieën hoopte de kerk, door de Krampus een "hulpje" van Sinterklaas te maken, dit als heidens ervaren symbool alsnog te neutraliseren.
Sinterklaas heeft een hele speciale manier om zijn kadootjes te geven. In de nacht bestijgt hij zijn paard en rijdt over de daken, gevolgd door zijn Pieten. De Pieten hebben de kadootjes in een zak op hun rug. Bij ieder huis klimmen ze door de schoorsteen naar beneden en laten kadootjes bij de haard achter.
Om in de stemming te raken kunnen kinderen hun schoen zetten (één schoen, geen twee) voor de haard. Dit doen ze op de zaterdagavonden tussen de intocht en vijf december. Het hoeft geen klomp te zijn (maar het mag wel). De schoen of klomp wordt gevuld met hapjes voor het paard, bijvoorbeeld een plukje hooi en een winterwortel. Daar wordt een verlanglijst aan toegevoegd. Dit is de lijst van kadootjes die de eigenaar van de schoen graag wil krijgen. Er wordt een sinterklaasliedje gezongen
's Nachts klimt er een Piet door de schoorsteen om het voer voor het paard en de verlanglijst om te ruilen voor speculaas, pepernoten of iets dergelijks. ltijd wordt ook een klein kadootje achtergelaten. In centraal verwarmde huizen komt Piet als door een wonder langs de warmwaterbuizen naar beneden.
Volgens geschiedkundigen stamt het ritueel van schoenen zetten af van het germaanse hooioffer aan de goden. De klomp zou een symbool kunnen zijn van de wassende maan, een vruchtbaarheidssymbool.
Wij vragen U goede Sint om geen verschil te maken tussen arm en rijk ieder kind hetzelfde ze zijn toch immers gelijk? de oogjes zullen stralen er zal geen afgunst zijn elk kind is tevreden al is het pakje klein dus geef ieder kindje een klein pakje als u rondtrekt door het land want die blije kindersnoetjes die zijn toch veel meer waard Dank U Sinterklaasje!
Toch zijn er in de 20e eeuw nog sporen van de boeman die met kettingen rinkelde en zijn zwarte knecht die kinderen in een zak stopt. Sinterklaas wordt als boeman ook wel Knecht Nikolas genoemd, waarbij wordt verwezen naar de folkloristische nikker (waterduivel).
Op de hoge hoge daken Zit Sint met zijn pieten Hoor de kinderen beneden zingen Piet zegt we moeten naar beneden springen Dat is hoog zegt de Sint Ik breng mijn paardje eerst naar de stal Piet begrijpt de hint Jullie Pieten gaan de kinderen maar verwennen Kijk wie lief is geweest Pieten gluren door het raam En zien daar kinderen zingend staan Opeens een geroffel op het raam Zou de deur nog open gaan Piet gooit het snoepgoed in het rond Kinderen vallen op de grond Er wordt nog harder gezongen Sinterklaasje kapoentje Gooi wat in mijn schoentje Gooi wat in mijn laarsje Dank je Sinterklaasje
Hey zwarte piet en lieve sint, zijn jullie heel goed gezind? is de speelgoedzak tot de rand gevuld, want mijn dochter wacht vol ongeduld! haar brief plakt al helemaal vol, samen kozen we uit je speelgoedboek, wat een lol!!!! haar schoentje heeft ze mooi gemaakt met een wortel,anders gaat je paard nog staken! zwarte piet,lieve sint, vergeten jullie haar niet, want ik zie in haar ogen... hoe ze naar jullie komst uit ziet!!!
Wat heb jij in je schoen gelegd een wortel en wat hooi
Wat heb jij in je schoen gelegd een wortel en wat hooi
Wat heb jij in je schoen gelegd een wortel en wat hooi Wat heb je in je klomp gedaan voor het paardje ook wat strooi We hopen dat de Sint het ziet en dat hij komt met Zwarte Piet Want vader heeft gezegd Sinterklaas komt altijd met zijn knecht
Sint Niklaas die goede lieve man hij is weer in de stad ik juich en ik zing en ik dans toch zo blij wat heerlijk,...wat prettig is dat Sint Niklaas... o kom toch eens binnen ik ga voor je liedjes zingen Sint Niklaas ik ben zo blij O... kom toch eens eventjes hier Ik heb al zo lang mijn best gedaan om lief te zijn en niet stout en Moeder heeft me nog gisteren gezegd dat ik zo braaf ben geweest Sint Niklaas...o kom toch eens binnen ik ga voor je liedjes zingen Sint Niklaas ik heb zo'n plezier O...kom toch eens eventjes hier
lieve sinterklaas sinterklaas het is bijna tijd dat u niet alleen langs de huizen rijd maar ook gezellig binnen treed in ieder huis groot of klein zal u heus altyd welkom zijn ieder kind zal vol verwachting op u wachten ach na al die jaren weet u allang wat u bij de mensen thuis kunt verwachten voor ieder kind groot of klein wordt het ieder jaar weer een groot gezellig festijn ieder schoentje wordt gezet ook op u paardje wordt goed gelet zwarte piet met al zijn streken doet ieder jaar weer iets gekkers maar een ding doet ie elk jaar weer strooit in iedere hoek iets lekkers sinterklaas u mag gerust weten wij zijn u niet vergeten ook al hangen de winkels nu al vol van u concurrent u bent en blijft diegene die elk kind groot of klein nog steeds verwent dus kerstman of niet sinterklaas vergeet niemand niet
Als duizend sterren stralen Rijd Sinterklaas over het dak En als alle kinderen slapen Dan komt Pieter met zijn zak Dan pas wil hij bij je komen Als je stil ligt in je bed Als je heerlijk ligt te dromen En je schoen hebt klaar gezet
Rommel de Bommel wat een gestommel Hoor ik me daar op de zolder Rinkel de kinkel wat een gerinkel, wat een geholderdebolder Dat is Sinterklaas met zijn knecht Pieterbaas die zijn weer uit Spanje gekomen zij hebben weer zakken en manden en pakken vol lekkers en moois mee genomen Zij gaan met gemak op het paard over het dak geen regen of geen wind kan hen hinderen Ze malen meteen door de schoorsteen dan heen... "Zijn hier ook stoute kinderen bij ?" Welnee Sinterklaas,ach welnee Pieterbaas wij zijn immmers allemaal zoetjes Wij doen heus geen kwaad niet in huis niet op straat Maar wij gaan op onze handjes en voetjes Mischien Sinterklaas of mischien Pieterbaas wilt u ons geen roe geven maar liever een boek of een prent of een koek en dan roepen wij lang zullen ze leven...
Het kan eigenlijk niemand ontgaan zijn: Sinterklaas is weer in het land. Jaar in, jaar uit zet deze goed heilig man zich ervoor in de kinderen in Belgie en Nederland blij te maken. Er gaan allerlei, ook heel oude, verhalen rond over de heilige Nicolaas.
SinterklaasToen Sint-Nicolaas in het jaar 270 in Pataras in Klein-Azië het levenslicht zag, had toch niemand kunnen bevroeden dat we hem bijna 2000 jaar later nog luid zouden toezingen. Stel je eens voor dat iemand z'n ouders verteld zou hebben dat hun Klaas twee millennia later ieder jaar met z'n stoomboot vanuit Spanje naar Nederland zou vertrekken. En dat hij daar rijdend over de besneeuwde daken zou luisteren naar al die mooie liedjes. Of dat hij met het oor op al die schoorstenen zijn Groot-Sinterklaasboek zou bijhouden, met daarin de namen van alle kinderen en of ze zoet geweest, of niet... En dan praten we nog niet eens over al die cadeautjes die hij bij alle kinderen op tijd aflevert. In het meest gunstige geval zouden ze in 270 smakelijk gelachen hebben.
Volgens oude - niet al te betrouwbare - overleveringen was de kleine Klaas als baby een bijzonder manneke. Hij weigerde op de vastendagen woensdag en vrijdag de borst. Z'n moeder moet op die dagen wel de wanhoop nabij geweest zijn. Vele verhalen over de heilige bisschop van Myra zijn in de zesde eeuw opgetekend. In legenden wordt zijn liefdadigheid en naastenliefde bezongen, zoals die van de drie meisjes voor wie hij de bruidsschat betaalde. Uit de Middeleeuwen komt de Franse variant. Drie priesterstudenten worden door een waard verwerkt tot pekelvlees, maar die heeft buiten de bisschop gerekend. Sint-Nicolaas wekt de jongens weer tot leven, waarop waard en waardin zich bekeren tot het christendom. Maar de heilige is van meer markten thuis. Wanneer een schip in nood is en dreigt te vergaan, roept de kapitein met succes de voorspraak in van de heilige Nicolaas.
De heilige bisschop voert in de legenden echter niet alleen een aardse strijd. Die over de godin Diana is wel heel mooi, maar kun je nauwelijks nog katholiek noemen. Diana verkleedde zich als non en schonk pelgrims een fles gevaarlijke olie. De goedheiligman grijpt in, waarop de gelovigen het goedje in zee gooien. Daar ontstaat een groot vuur.
De verering van de heilige Nicolaas is zo groot, dat wanneer de Turken in 1087 Myra dreigen te veroveren, 87 Italiaanse zeelui er in allerijl met hun heilige vandoor gaan. Alsof hij de Turken heeft verslagen, zo wordt de heilige Nicolaas op 8 mei van dat jaar in de Italiaanse havenstad Bari binnengehaald.
Zuid-Italië wordt later veroverd door de Spanjaarden en Spaanse zeelui brengen de verering vervolgens over naar Nederland. De stoomboot krijgt de Sint later cadeau. Zwarte Piet heeft zijn oorsprong bij de Moren. De mohammedaanse legers die in 710 Spanje veroverden bestonden veelal uit Moren. Hoewel Toledo in 1085 heroverd werd, duurt het tot aan het einde van de vijftiende eeuw dat Spanje weer geheel in katholieke handen komt. Dat verklaart ook de knechtenrol die de Spanjaarden Zwarte Piet toebedelen. Voor het gemak worden allerlei heidense gebruiken gelijk maar gekerstend. We mogen aannemen dat de Sint het rijden met zijn schimmel over de daken heeft afgekeken van de Germaanse god Wodan, die met zijn witte paard Sleipnir door de lucht reed en door de schoorstenen in de huizen afdaalde.
De oudste verering van Sint-Nicolaas in Nederland vinden we in 1140 in de abdij van Sint-Truiden en een goede twintig jaar later - in 1163 - in de Janskerk in Utrecht. Als de Reformatie uitbreekt krijgt de Sint het moeilijk. Deze "superstistiën ende fabulen van het pausdom" kunnen in 1600 echt niet door de protestantse beugel.
Sinterklaas is weer met zijn stoomboot vertrokken uit het verre Spanje, richting Belgie en Nederlandom vele kindertjes gelukkig te maken .
Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Hij brengt ons Sint Nicolaas ik zie hem al staan. Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer, hoe waaien de wimpels al heen en al weer. Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe: Wie zoet is krijgt lekkers; wie stout is de roe! Oh, lieve Sint Nicolaas kom ook eens bij mij en rijd toch niet stilletjes ons huisje voorbij !