Oudjaar, Nieuwjaar zingen
In
sommige streken gaan de kinderen op de laatste dag van het oude jaar
nog volop nieuwjaar zingen. Vroeger in de 19de eeuw kregen ze dan
meestal zelfgebakken koeken of snoepgoed (bollen en beize), die ze in
een linnen zak stopten die rond de hals was vastgeknoopt. Tegenwoordig
delen de mensen echter veelal apart verpakte koeken of wafels uit,
appelsienen, en chocoladerepen. Kinderen uit de dichte buurt of van
familieleden krijgen vaak ook wat geld toegestopt.
Tegenwoordig
zingen de kinderen die op snoepbedeltocht trekken op ouwejaar steeds
minder de gebruikelijke liedjes van toen. Nu haspelen ze vlug een
nieuwjaarwens af, incasseren en trekken verder, want de volgende klant
wacht. Het moet ook gezegd dat de kinderen nu minder tijd hebben om in
de ganse gemeente te gaan nieuwjaarzingen. Vroeger vertrokken de
kinderen bijna met het eerste hanengekraai en kwamen pas weer thuis als
het al goed donker was.
Een van de liedjes is Niefjerreke zoete ons verke hee vier voete Vier voete en ne steirt zenne 'k ik dan geen koekske weirt Niefjerreke zoete,ons voader is nen toeterons moeder is e wit konaan,ik sou d'r nie geren e joengske van zaan
Toen
het in het verleden gebeurde dat ergens de deur niet werd opengedaan
voor de kinderen dan zongen ze een van hun schimpliedjes. Vroeger en
nog steeds wordt in het dorp schande gesproken van mensen die hun deur
dicht houden en niets geven aan de kinderen. Mensen die uitgerekend op
die dag wegmoeten vragen soms wel een familielid om in hun huis te
komen geven aan de kinderen. Het verhaal is bekend van een gierig
gezin waar binnen geroepen werd "ik ben de gaat on 't melke" als de
kinderen kwamen zingen. Blijkbaar een geit die de hele dag lang melk
gaf...
Hoëwig hoas, leeig hoasd'er hangt ne zak mei zeimele in oas, elke zeimel is een loas, er zit een gierige pin in oas. Niefjerreke hottentotwilde nie geive, hodt't begot
|