Mijn varken heeft vier voeten Vier voeten en ene staart Is dat dan geen wafel waard Is die wafel nog niet gebakken Geef me dan een schotel pap Is die schotel pap nog niet gereed Geef me dan een beste kleed Is dat beste kleed nog niet genaaid Geef me dan een haantje dat kraait Is dat haantje dat kraait nog niet geboren Geef me dan een pot vol kolen Is die potvol kolen nog niet gebrand Geef me dan een dikke, dikke cent
In sommige streken
gaan de kinderen op de laatste dag van het oude jaar nog volop nieuwjaar
zingen. Vroeger in de 19de eeuw kregen ze dan meestal zelfgebakken
koeken of snoepgoed (bollen en beize), die ze in een linnen zak stopten
die rond de hals was vastgeknoopt. Tegenwoordig delen de mensen echter
veelal apart verpakte koeken of wafels uit, appelsienen, en
chocoladerepen. Kinderen uit de dichte buurt of van familieleden
krijgen vaak ook wat geld toegestopt.
Tegenwoordig zingen de
kinderen die op snoepbedeltocht trekken op ouwejaar steeds minder de
gebruikelijke liedjes van toen. Nu haspelen ze vlug een nieuwjaarwens
af, incasseren en trekken verder, want de volgende klant wacht. Het
moet ook gezegd dat de kinderen nu minder tijd hebben om in de ganse
gemeente te gaan nieuwjaarzingen. Vroeger vertrokken de kinderen bijna
met het eerste hanengekraai en kwamen pas weer thuis als het al goed
donker was.
In tegenstelling tot kerst, is oud/nieuw een vriendenfeest. Blijft iedereen met kerst in z'n familie, oudjaarsavond wordt met grote groepen tegelijk gevierd. Oftewel via de traiteur (afhankelijk van het budget die van de supermarkt of bij de boucherie traiteur wel voortijdig bestellen), of met eigen recepten. Heel gebruikelijk is het ook je in te schrijven voor een 'reveillon' in een restaurant, waar dan een tiengangen diner, onderbroken met dans en muziek, geserveerd wordt tot in de vroege uurtjes. Je ziet groepen jongeren in de supermarkten karretjes volladen met 'veel voor weinig geld', ook de traiteurafdeling wordt veel gebruikt. Specialeiten zijn oesters en fruits de mer, oliebollen kent men niet.
Het nieuwe jaar staat voor ons klaar. 2010 is alweer bijna voorbij laten we weer beginnen met een schone lei. Hopelijk komen onze wensen en dromen uit in het nieuwe jaar
In België is het voor kinderen de gewoonte om op 1 januari een nieuwjaarsbrief met nieuwjaarswensen voor te lezen aan de ouders en aan de doopmeter en dooppeter. Meestal zijn doopmeter en dooppeter nabije familie en is dit gebeuren een echt familiefeest, in aanwezigheid van grootouders en ooms en tantes. Het voorlezen gebeurd meestal enkele minuten na 0u00. Soms wordt ook gewacht tot de ochtend na Oudjaar.
Een nieuwjaarsbrief is traditioneel een eenvoudig dubbel gevouwen en versierd kaftje, binnenin kan dan de tekst geschreven worden. De tekst opent traditioneel met : "Liefste ouders", "Liefste meter" of "Liefste peter". In nieuw samengestelde gezinnen en bij overlijdens, kan hiervan afgeweken worden. De nieuwjaarswensen zelf worden meestal in rijm of versvorm geschreven. De brief eindigt met: " Uw doopkind,(Plaats) , 1 januari,(jaartal)" De blanco brieven zijn te koop in de boekhandel.
Zolang het kind nog niet naar school gaat, zullen de ouders de nieuwjaarsbrief zelf schrijven en inoefenen met het kind. Nadien zal de voorbereiding en het schrijven van de nieuwjaarsbrieven volledig op school gebeuren. Dit is in het lespakket opgenomen. Vanaf de kleuterschool tot de basisschool zal de tekst voorgedrukt staan op de nieuwjaarsbrief. Op school zullen de kinderen de tekst gezamenlijk inoefenen. Op zijn 6de, vanaf het eerste jaar tot het laatste jaar basisschool, zal het kind op school de nieuwjaarsbrief eigenhandig schrijven en voorlezen.
Na het voorlezen van de nieuwjaarsbrief krijgt het kind speelgoed of een nuttig geschenk, dat in overleg met het kind en de ouders gekozen is. Het krijgen van geschenken met Nieuwjaar is in België even belangrijk of zelfs belangrijker dan met Sinterklaas.
Op zijn 12de-13de jaar, wanneer het kind de overstap maakt van de basisschool naar secundair onderwijs, zal deze traditie ophouden. Soms krijgt de tiener met Nieuwjaar, nog wat geld toegestopt door de doopmeter of dooppeter tot hij of zij meerderjarig is of huwt.
Alhoewel een doopmeter en dooppeter een christelijk-katholiek gebruik is, is deze traditie ook door vrijzinnigen overgenomen. Dit is niet het geval bij de andere geloofsovertuigingen.
De weken gaan voorbij alsof het minuten zijn van de dag Veel drukte, soms stress en heel vaak zonder gelach Er gaat veel om in deze wereld van oorlog en geweld En vaak vergeten mensen die dingen waarop ze zijn gesteld Dus neem even diep adem en kijk heel goed om je heen Er zijn zoveel mooie dingen, we vergeten ze alleen Dierbaren, kinderen of gewoon een vogeltje op het dak Geniet even van dit moment en neem je gemak Probeer deze momenten te behouden in het nieuwe jaar Maak ze nog speciaal en geniet van elkaar
In Rome werd in 153 v. Chr. het begin van het jaar op 1 januari gezet, maar aanvankelijk werd deze dag niet gevierd en had alleen een administratieve functie. Het Midwinterfeest vond plaats tijdens de laatste 12 of 13 dagen van het oude jaar. Pas in de vierde eeuw, nadat het christendom zijn intrede had gedaan, werd de Kalendae Januariae ingesteld, een vijfdaags feest om de geboorte van het kindje Jezus op 6 januari in te luiden. Nog in dezelfde eeuw ging de kerk ertoe over de geboorte van Jezus op 25 december te plaatsen en deed men al het mogelijke om de snel gegroeide populariteit van de Kalendae Januariae in te dammen. De eerste drie dagen van januari werden door de Synode van Tours uitgeroepen tot vastendagen en het werd op straffe van excommunicatie verboden aan de 'heidense' nieuwjaarsviering deel te nemen.
Ook werden er diverse pogingen gedaan een andere datum als nieuwjaar te bestempelen. In de oosterse kerk rekent men vanaf de Middeleeuwen 1 september als begin van het jaar. In de westerse wereld werden diverse nieuwjaarsdata na elkaar en soms tegelijkertijd gehanteerd: 1 september, 24 september, Kerstmis, 1 maart, 25 maart, Pasen.
Het kerkelijk nieuwjaar werd, zoals gezegd, in 480 n. Chr. vastgesteld op het begin van de advent.
Gedurende de gehele Middeleeuwen bleef de nieuwjaarsdag afhankelijk van regionale gebruiken, waarbij op één plaats vaak twee of meer data tegelijkertijd als nieuwjaar golden. In de vijftiende en zestiende eeuw gingen de meeste staten in Europa er toe over het nieuwjaar op de eerste januari te vieren, maar de verwarring bleef nog lang doorwerken. Tussen 1660 en 1669 veranderde Samuel Pepys, bijvoorbeeld, in zijn dagboeken het jaartal op 25 maart en zette toch 'New Year' bij de eerste januari.
Voorzover 1 januari als nieuwjaar gevierd werd, ontstonden op deze datum gebruiken die vergelijkbaar zijn met die van andere dagen in de heidense midwintertijd. Het feest begon, zoals alle Germaanse en Keltische feesten, op de vooravond, die in het Engels nog steeds New Year's Eve heet. Naar de heilige aan wie deze dag gewijd is werd vroeger ook wel van Silvesteravond gesproken, een naam die in Duitsland nog steeds gebruikt wordt. Sylvester was een paus uit de vierde eeuw; zijn feest valt op 31 december, vandaar.
Toen de heiligenverering tijdens de Reformatie werd afgeschaft ontstond de gewoonte van Oudejaarsavond te spreken. Het knallen van vuurwerk bij het begin van het nieuwe jaar en allerlei gebruiken om de gevestigde orde op haar kop te zetten zijn een algemeen verschijnsel tijdens de heidense joel (midwinter)tijd.
op drempel van het nieuwe jaar gaan gedachten naar de tijd van kind zijn laarzen aan de voeten wollen muts op het hoofd
en stappen in centimeters hoge sneeuw lang voorbij nu en toch roept het heimwee op en weet dat er niet zoveel lange winters meer wachten op mij
ik zet me neer op de drempel van mijn huis schud het koude uit mijn denken kijk naar de spelende kinderen en glimlach even bij het middagzonnetje alles lijkt zo mooi
Lieve kerstman, mag ik vragen iets voor onder de Chrismas tree ik draag die wens al vele jaren en daarom kom ik er nu mee kan jij mij soms iets geven waar ik al lang van droom een speelgoed treintje aub daar zou ik zo gelukkig mee zijn
Op
kerstavond ... een hele tijd geleden maakte de Kerstman zich klaar voor
zijn jaarlijkse klus...... maar er waren ontzettend veel problemen.
Vier van de elfjes waren ziek en de overige elfjes produceerden het
speelgoed niet zo snel als gewoonlijk het geval was. De Kerstman begon
zich wel zorgen te maken dat hij niet op tijd klaar zou zijn. Wanneer
hij de rendieren voor zijn arrenslee spant, ontdekt hij dat er twee
ziek zijn en drie zijn er gaan lopen . Joost mag weten waar ze
uithangen. Nog meer stress... Wanneer hij begint met het laden van de
slee, breekt een van de planken van de slee af en de zak met speelgoed
valt op de grond en het speelgoed vliegt in de ronde . Het spreekt
vanzelf dat de Kerstman niet bepaald in zijn beste humeur is. Dan
gaat de deurbel en de Kerstman gaat naar de deur en verwacht weer een
nieuw probleem. Hij opent de deur en daar staat een klein engeltje met
een hele grote kerstboom om de Kerstman op te vrolijken. De engel zegt
op liefdevolle toon: "Zalig Kerstfeest Santa. Is het vandaag geen
prachtige dag? Ik heb een mooie boom voor u. Is het geen prachtige boom?
En zo begint de traditie van het engeltje boven op de kerstboom.
vlieg maar hoog boven onze daken niet te veel lawaai met de rendieren maken want in het midden van de nacht ben jij die gene die op kerstnacht op ons wacht
vlieg de wereld maar rond maak het daar boven niet te bond geniet van de kerstbomen die stralen lieve Kerstman geniet van de kerstnacht
Zachtjes dwarrelen duizenden vlokjes op aarde neer. Zich niet bewust van ellende en armoede maar vastbesloten vastbesloten om vrede te brengen gezelschap aan wie het behoed om s avonds de kille nachten op te fleuren kerstnachten zoals het moet
Laat de lampen uit steek de kaarsjes aan open het raam laat de kerstman binnen komen hij brengt weer pakjes voor groot en klein heel veel warmte en gezelligheid nog even aftellen en dan is het zover...