De wind rent razend door de tuin en door de smalle straten en langs de zee, en door het duin er valt niet mee te praten de bomen buigen naar de grond je moet hem horen razen hij maakt het wel wat al te bont hoor die gek eens dazen waar blijven maten en gewicht wat is nog groot of klein als iets, wat je niet eens kunt zien zo koud, en zo brutaal kan zijn ...
Maart is vandaag weer slecht gezind en schilderd woedend koude luchten dat doet zijn prille LENTEKIND bang, en angstig voor hem vluchten sneeuw en hagel strooit hij rond en roept zijn koude WINDEMAKKER PAASBLOEM blijft slapen in de grond en wordt voorlopig ook niet wakker hij heeft ZONNEWARMTE weggestuurd en ook LENTEBRIES heeft moeten gaan heeft voor ons zijn KILTE ingehuurd en roept: DOE UW SKIPAK MAAR WEER AAN !
Als de stille avondschemer zachtjes, weer de dag wegkust begint een kleine ondernemer zijn laat concert, met heel veel lust melodieuze wondertonen vanuit uw kleine vogelkeel gaan mij dan intens belonen natuurlijk Godsgeschenkjuweel ! jubelende trillers, zachte tonen in een schitterend mineur als rivieren die gaan stromen en dat zomaar naast mijn deur ! betoverend zanglijstergezang iedere avond, keer op keer mooier, als elk klokkegeklang raakt u mijn hart, steeds telkens weer
Pavarottivogel, hoog op uw tak bij uw muzikale meesterstuk voel ik me steeds op mijn gemak en schenkt u mij, ultiem, geluk ...
Heeft u vandaag genoten van een warme zonnekuur ? want we werden overgoten door een lentetemperatuur en hij was dus eindelijk daar de bijna vergeten warme zon een hemel, helder, blauw en klaar en géén water in de ton !!
maar het blijkt een eendagsvlieg deze zoete lentegeur want als een nachtelijke dief opent Winter, opnieuw, zijn koudedeur .....
O Maart, o maart o lentebloem u, die het zachte weerkind baart en bijen doet spreken, met stil gezoem wat heb ik naar u uitgekeken wat heb ik de tijd vooruit geduwd bijna door winterkouw bezweken mijn huid door poolwind licht geruwd en al komt u nog met stormen regenvlagen, of weerchagrijn de lente gaat zich toch al vormen in menig hart zal vreugde zijn
o maart, o maart o lentekind ook al roert u met uw staart u bent, én blijft een voorjaarsvrind !
Klein wit wonderlijk winterkapje rustend, in uw tere groen u komt stillekes uit uw bakje wachtend, op een lentezoen u aanschouwend brengt veel vreugde op een speciale toon kleinnood, van kille koning winter u verdrijft veel haat en hoon
u wordt geboren uit de aarde als een witte winterzoen u geeft het leven opslag meer waarde en bent meer waard dan hopen poen ...
Ik verlang naar dronken huisjes scheef leunend, tegen de heuvels aan naar zachte zuidewindenruisjes en waar ik met mijn lief kan gaan de winter begint mij te vervelen en de koude wordt een sleur de zon moet ons kille lijf weer helen en aankloppen nu, bij iedere deur ik wil naar een land waar huisjes klonken met het licht van de zilveren maan en daar heerlijk scheef en dronken leunen, tegen de groene heuvels aan ...
Als je bang bent om een wankele brug over te gaan, doe dan een beroep op een Engel. Hij draagt je naar de overkant en plotseling is al je angst verdwenen ...
Klein zaadje in de wind neem mij met u mee maak van mij uw Windekind al reizend, over land en zee klein zaadje in de wind breng mij naar mijn lief zorg dat hij mij altijd vindt en ik steeds blijf zijn hartedief klein zaadje in de wind neem mij mee naar verre weiden waarin ik het geluk steeds vind met louter warme jaargetijden
naar een klein groen paradijs waar alleen een goed hart klopt waar mensen zijn, nog kalm en wijs en waar mijn droefheid voorgoed stopt.
Als we leed konden verdwijnen zouden wij dat doen een droef gelaat strelend verrijken zouden wij dat doen want het wonder van de goedheid schuilt in iedere mens en blijft bestaan, door heel de tijd diep vanbinnen, en heel intens een mens is van natuur niet slecht maar wordt door velen zo gemaakt in zijn hart puur, en oprecht tot zijn innerlijk wordt afgekraakt dan stopt zijn dwang om steeds te geven maar voor een kleine lieve zoen door velen, nooit elkaar gegeven zouden wij, opnieuw, dit doen.
Deze week zien we alom in stad, dorp en platteland mensen slaan de liefdes trom Valentijn werkt dat in de hand rode harten, liefdesspreuken zien we nu dus overal een diner, niet uit eigen keuken en dansend naar een liefdesbal lieve woordjes, liefdesgolven stromen nu in overvloed menig hart raakt nu bedolven door sappen van dit liefdeszoet
een feest vol met liefdesvuren stromend, als een felle beek Valentijn, toe, blijft ons dat sturen en niet alleen in deze liefdesweek ...
In de drukte van ons leven is het nu tijd voor een ontlading daarom is carnaval aan ons gegeven en voor velen een verademing drie hele zotte dagen lang gevuld met leut en echt plezier niemand is bevreesd of bang en stort zich in dit feestgezwier en het strenge masker van ons leven kan dan nu voor even af inplaats van grief veel lol beleven is voor velen echt geen straf op elk gelaat straalt dan een lach bevrijdt van leed en veel chagrijn zo moest het dan ook iedere dag voor velen, even, carnaval zijn ...
31 January 2013 Gedichtendag, en de 75e verjaardag van Koningin Beatrix.
" lex en max dag "
Op zevenentwintig vier wordt het nu lex en max dag we vieren dat met 'n meter bier en de nederlandse vlag héél het land viert dan intens feest ongekend, en nooit gezien koninginnedag voorgoed geweest maar lex en max gaan voor een tien en vandaag is het gedichtendag en eren we koningin beatrix we hijsen trots de driekleurvlag want wat zij ons gaf, dat is niet niks en als dertig april straks is gekomen en wij allen, met een lach en traan ons nieuwe koningspaar verwelkomen zullen wij echt voor lex en max dag gaan !!
Na een heldere opruimbeurt vond ik na een lange tijd waarna ik lang naar had gespeurd maar m'n hart was niet verblijd ik dacht: wat moet ik daarnou mee een oude beurs, maar zonder geld als ik ga lopen neem ik die mee en gooi die hier achter in het veld.
Zo gezegd, en zo gedaan en ging samen met m'n oude tas hier lopen door de beboste laan en gooide beursje in het gras nauwelijks had ik dat gedaan en hoorde ik : mevrouw, o jee !! een kind kwam roepend achter mij aan : u verliest uw portomonee !! ik zag op, en keek heel graag in diep kinderlijk ogenblauw en onverwacht kwam daar de vraag : krijg ik nu wat geld van jouw ? ik beloonde blauweogenblik blij en tevree verdween hij vlug maar ik had met grote tegenzin mijn oude portomonee weer terug ...
In het wondermooie Friesland gaat men nu van één ding dromen en ook de rest van Nederland : dat er een Elfstedentocht mag komen !!! stoere mannen, zij aan zij trotseren dan het winterweer maar in hun hart héél fier en blij omdat het Friesland geeft véél eer ! gruwelijk afzien, tot op het bot betekent deze helse tocht levend bevriezen, is vaak hun lot de eindstreep lonkt, na elke bocht maar het schept wereldwijd een band en het toont zeker en gewis waarin het kleine Nederland weer héél erg groot in is !
Soms zijn wij gejaagd en haastig en vinden wij geen levenslust wij zijn dan opnieuw heel naarstig opzoek naar wat fijne stille rust en wat eens ons gemoed doorgriefde en oorzaak was van alle smart kwam niet uit die bron der liefde die heel diep opwelt in ons hart we moeten onszelf dan vaker toewensen om niet zo op de medemens te vitten want de meeste vrije mensen zijn zij, die innerlijke rust bezitten want in ons hart daar woont een kracht die onze droeve dagen wegkust en die daar altijd op ons wacht : de bron, van innerlijke rust.