Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
29-09-2012
Johannes
Johannes
1, 47-51
Jezus zag Natanaël
aankomen en zei: Dat is nu een echte Israëliet, een mens zonder bedrog.
Waar kent U mij van? vroeg Natanaël.
Jezus antwoordde: Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder
de vijgenboom zat.
Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël! zei Natanaël.
Jezus vroeg: Geloof je omdat Ik tegen je zei dat Ik je onder de vijgenboom zag
zitten? Je zult nog grotere dingen zien.
Waarachtig, Ik verzeker jullie, voegde Hij eraan toe, jullie zullen de hemel
geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de
Mensenzoon.
De eerste leerlingen van Jezus trokken anderen aan. Maar beslissend
voor de geloofsovergave blijft, zoals bij Natanaël, de ontmoeting met de Heer
zelf. Hij ervaart doorheen de menselijke gestalte van Jezus iets veel diepers
en wordt erdoor getroffen, zodat hij anders gaat denken en leven. Wie zich
bekeert tot Jezus zal de hemel open zien en Gods glorie aanschouwen.
Toen
Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde hij
hun de vraag: Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
Ze antwoordden: Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen
beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.
Hij zei tegen hen: En wie ben Ik volgens jullie?
Petrus antwoordde: De door God gezonden messias. Hij beval hun op strenge
toon dat tegen niemand te zeggen.
Hij zei: De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de
hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de
derde dag zal Hij uit de dood worden opgewekt.
De
leerlingen hadden tot het midden van Jezus' openbaar leven het geheim van zijn zending
nog niet begrepen. Nu daagt Hij hen uit tot een standpunt in te nemen tegenover
Hem en de gangbare meningen. Als zij hebben bekend dat Hij de messias is, dan
insisteert Hij dat Hij zijn taak zal uitoefenen door te dienen ten einde toe.
Hij
zei tegen hen: En wie ben Ik volgens jullie?
Ook aan ons, aan ieder van ons
persoonlijk, vraagt Jezus: Wie ben Ik volgens jullie?. Hij weet hoe velen
over Hem denken, maar Hij vraagt het aan ons persoonlijk, met de bedoeling een
persoonlijk antwoord te geven.
Kunnen wij zeggen, met ons hart, in een diep geloof: Gij zijt de Christus, de
Zoon van de levende God. Als christen zou het zo mogen klinken.
Maar zijn we er ons van bewust dat de inhoud van deze woorden ons bij het kruis
van de Heer brengen, de weg van de Liefde tot het uiterste. Geen romantische
liefde, maar een gevende liefde, een lijdens-liefde; een weg die Christus ons
niet enkel is voorgegaan, maar waartoe wij ook worden uitgenodigd hem te gaan,
en wel mét Hem.
Laat ons terwijl we ons antwoord geven
aan de Heer het kruis met liefde aanschouwen. In zijn Geest zal Hij ons vanaf
het kruis vele genadegaven schenken opdat we àlles in Hem zouden dragen,
opdragen, en gaan.
In de dagen hoorde Herodes, de tetrarch, wat
er allemaal gebeurde en raakte in grote verwarring omdat sommigen zeiden dat Johannes
uit de dood was opgestaan, terwijl anderen beweerden dat Elia was verschenen,
en weer anderen dat een van de oude profeten was opgestaan.
Herodes zei: Johannes heb ik laten onthoofden; wie is dan degene over wie ik
dergelijke dingen hoor? Hij zocht naar een gelegenheid om Jezus te ontmoeten.
Johannes de Doper had Herodes
heel wat last bezorgd door hem te wijzen op zijn onregelmatig leven. Daarom had
hij hem doen onthoofden. Johannes lijkt wel herboren nu Herodes voortdurend
hoort vertellen van Jezus die veel gelijkenis vertoont met de Doper. Daarom wil
de koning Jezus zien
Herodes zocht naar een gelegenheid om Jezus te ontmoeten.
Herodes is niet
dood. Hij leeft midden tussen ons, meer: in ons. Want ook wij zijn geen mensen
uit één stuk. Ons hart is een weefsel van zwak en sterk, van goed en kwaad. Op
het podium van het leven spelen wij vaak dubbelrollen: de rol van de heilige of
van de duivel, of ergens daar tussenin met ingrediënten van beiden.
Het verhaal van
Herodes gaat over die eeuwige slingerbeweging tussen goed en kwaad; een
beweging waarvan ook wij af en toe zeeziek worden.
Laten we dan niet in slaap vallen, maar er werkelijk wakker van liggen, zodat
we door alles heen Jezus mogen blijven zien, naar Hem blijven verlangen, Hem
willen ontmoeten.
Elk woord van God is
getoetst, Hij is een schild voor wie bij Hem hun toevlucht zoeken. Voeg niets
aan zijn woorden toe, anders straft Hij je en blijk je een leugenaar.
Twee dingen vraag ik U, gun ze me zolang ik leef: Houd me ver van leugen en
bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig
heb. Want als ik rijk zou zijn, zou ik U wellicht verloochenen, zou ik kunnen
zeggen: Wie is de Heer? En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van
mijn God te schande maken.
Zowel armoede als rijkdom zijn
gevaarlijke situaties om God uit het oog te verliezen. Daarom bidt de wijze dat
God hem het nodige zou geven en dat hij daarmee vrede zou nemen. Dan loopt hij
geen kans uit nood of uit overmoed God te loochenen.
In die dagen
kwamen zijn moeder en zijn broers naar Jezus toe, maar ze konden niet bij Hem
komen vanwege de menigte.
Zijn toehoorders zeiden tegen Hem: Uw moeder en uw broers staan buiten, ze
willen U spreken.
Maar Hij antwoordde: Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het
woord van God luisteren en ernaar handelen.
Mijn moeder en mijn broers
zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.
Jezus vraagt ons om ons onder
zijn Woord te stellen, het Woord van Vader. Eigenlijk vraagt Hij om dàt te
kiezen als het centrum van ons bestaan en al het andere van daaruit te beleven.
Je onder Gods Woord plaatsen
betekent God kiezen als het allerhoogste in je leven, als dé Allerhoogste. Het
betekent voortdurend knielen voor zijn grootsheid, zijn majesteit. Hij is immers
God: maker, gever, volheid en zin van alle leven. Je onder zijn Woord plaatsen
betekent Hem welkom heten in je hart met al wat Hij geeft. Zijn Woord is immers
zoveel meer dan 'woorden'; het is àlles wat Hij geeft en àl wat Hij doet.
Op deze wijze mogen we
moeder, broeder en zuster zijn van elkaar; wij allen die bewoond zijn door
Jezus.
We mogen moeder zijn van elkaar door elkaar te brengen naar het hart van het
bestaan: God. Zoals een goede moeder waakt over de diepste geheimen van haar
kind, zo mogen wij waken voor elkaar dat we onder Gods Woord blijven, in dat
wat waar is, los van de leugen, los van het kwaad. We mogen broeders en zusters
zijn van elkaar om het feest van de vrede met elkaar te delen, van Hem
ontvangend, aan elkaar schenkend.
Laten we ons plaatsen onder
Gods Woord, het be-amen, er gehoor aan geven, om dan samen als een warme
gemeenschap Gods liefde te belichamen.
Jezus sprak tot de
menigte:
'Wie een lamp heeft aangestoken, dooft hem niet meteen weer door hem te
bedekken en zet hem ook niet onder een bed, nee, hij plaatst hem op een
standaard, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet. Want niets dat
verborgen is blijft geheim; alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het
licht komen.
Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen;
maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.'
Als God ons
zijn licht heeft geschonken, is het niet de bedoeling dat we het bedekken. Nee,
het mag, het moet schijnen... opdat alles aan het licht zou komen.
Jezus is het licht. Hij heeft het licht van de Vader doen
schijnen, meer: Hij geeft zich zo aan ons dat wij in zijn naam het licht van de
Vader mogen zijn. Bedoeling is dat wij in ons leven beeld en gelijkenis zijn
van de Vader; zijn licht, zijn vrede, zijn liefde. Jezus met ons, door ons, in
ons...
Wanneer wij hier op aarde zullen sterven zullen we wéér Jezus
ontmoeten, anders dan hier op aarde. Maar Hij zal er staan met hetzelfde licht.
Heel ons leven zullen we kunnen overzien vanuit zijn licht, het goede en het
zogenaamde slechte. Alles zal aan het licht komen.
Dit hoeft ons geen angst in te boezemen, integendeel. Het zou ons juist
vertrouwen moeten geven en vooral een geest van overgave aan zijn
tegenwoordigheid. Ja, vandaag, en morgen en alle dagen van ons verdere leven.
Dat Jezus ons mag opnemen in Gods licht om zelf dat licht te
worden.
Broeders en zusters,
waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. De
wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend,
mild en meegaand; ze is rijk aan ontferming en brengt niets dan goede vruchten
voort, ze is onpartijdig en oprecht. Waar in vrede wordt gezaaid, brengt
gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die vrede stichten.
Waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is
het niet uit de hartstochten die strijd leveren in uw binnenste? U verlangt
naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw
doel niet. U bekvecht en twist met elkaar.
U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u
verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.
Jakobus ziet een scherp contrast tussen de 'wijsheid van beneden', die
wanorde, jaloezie en egoïsme voedt in het leven van de mensen, en de 'wijsheid
van boven', die 'voor alles zuiver is en niets dan goede vruchten voortbrengt'.
Jakobus zoekt de oorsprong van het kwaad in de slechte hartstochten van
goddeloze mensen
Het nieuwe schooljaar is gestart, net als het
cultuurseizoen. En ja hoor, daar zijn ook weer de lezingen in Menen.
Komende zaterdag (22 sept.) begint de nieuwe reeks, met als thema 'Woorden die
blijven', over 1 Johannes.
De eerste lezing heeft als titel 'Woorden van leven' en behandelt 1 Johannes
1:1-4.
eerste
brief van Paulus aan de Korintiërs
12, 31 - 13, 13
Broeders en zusters,
richt u op de hoogste gaven. Maar eerst wijs ik u een weg die nog
voortreffelijker is.
Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen; had ik de liefde
niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.
Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik
alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen; had ik de liefde
niet, ik zou niets zijn.
Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al
gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn; had ik de liefde niet,
het zou mij niet baten.
De liefde is geduldig en vol goedheid.
De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.
Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het
kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de
waarheid.
Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal
verstommen, kennis verloren gaan; want ons kennen schiet tekort en ons
profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is
verdwijnen.
Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind,
redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke
achter me gelaten. Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we
oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen,
zoals ik zelf gekend ben.
Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de
liefde
De leden van een christengemeenschap krijgen verschillende genadegaven
tot opbouw van het geheel. Maar zonder de liefde dient dit alles tot niets. De
liefde bezielt alle gedragingen. Ze zal ook blijven als wij God definitief
zullen ontmoeten
Jezus ging naar
een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met Hem
mee.
Toen Hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten
gedragen, de enige zoon van een weduwe. Een groot aantal mensen vergezelde
haar.
Toen de Heer haar zag, werd Hij door medelijden bewogen en zei tegen haar:
Weeklaag niet meer.
Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan de dragers bleven stilstaan en
zei: Jongeman, Ik zeg je: sta op!
De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn
moeder.
Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: Een groot
profeet is onder ons opgestaan, en: God heeft zich om zijn volk bekommerd!
Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek.
God is geen God
van doden, maar van levenden. De weduwe van Naïn heeft haar enige zoon
verloren. Jezus heeft medelijden met haar. Zoals aangekondigd door Jesaja, zal
de Messias zieken genezen, doven doen horen, kreupelen doen gaan, en doden ten
leven wekken. Door het leven terug te schenken aan de jongeling werd het de
omstaanders duidelijk dat een grote profeet onder hen was opgestaan.
Toen Jezus aan het eind was gekomen van zijn toespraak tot de
menigte ging Hij Kafarnaüm in. Een centurio die daar woonde had een slaaf die
ernstig ziek was en op sterven lag; de centurio was erg op deze slaaf gesteld.
Toen hij over Jezus hoorde, zond hij enkele Joodse leiders naar Hem toe om Hem
te vragen bij Hem te komen en zijn slaaf van de dood te redden.
Toen ze bij Jezus waren gekomen, drongen ze er bij Hem op aan mee te gaan. Ze
zeiden: De man die u dit verzoekt, verdient het dat u hem deze gunst bewijst.
Want hij is ons volk goedgezind en heeft voor ons de synagoge laten bouwen.
Jezus ging samen met hen op weg. Hij was al niet ver meer van het huis
verwijderd, toen de centurio enkele vrienden naar Hem toe stuurde met de
mededeling: Heer, spaar U de moeite, want ik ben het niet waard dat U onder
mijn dak komt. Daarom ook achtte ik mij niet waardig om zelf naar U toe te
gaan. Maar U hoeft maar te spreken en mijn knecht zal genezen zijn. Ook ik ben
iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer soldaten onder zich heeft,
en als ik tegen een soldaat zeg: Ga! dan gaat hij, en tegen een andere:
Kom! dan komt hij, en als ik tegen mijn slaaf zeg: Doe dit! dan doet hij
het.
Toen Jezus dit hoorde, verbaasde Hij zich over hem; Hij keerde zich om naar de
menigte die Hem volgde en zei: Ik zeg jullie, zelfs in Israël heb ik niet zon
groot geloof gevonden!
Toen de vrienden van de centurio terugkeerden naar zijn huis, troffen ze daar
de slaaf in goede gezondheid aan.
Er
is maar één voorwaarde nodig om deel te krijgen aan Jezus' goedheid en genade,
en dat is niet dat je tot een bepaald volk behoort en ook niet aan bepaalde
morele kwaliteiten voldoet, of bepaalde deugden hebt, of gerechtigheid
nastreeft, nee, er is maar één ding voor nodig en dat is: geloof. Dat je
gelooft in de goedheid van God en dat je gelooft dat zijn genade niet aan
willekeur onderhevig is. Dat Hij het in zijn macht heeft om te kunnen doen wat
Hij wil.
Precies zoals de centurio. Hij weet ook wat macht is, want hij heeft zelf macht
over anderen, ook al is hij zich ervan bewust dat de macht van Jezus van een
totaal andere aard is dan de wereldse macht. Nu echter weet hij zichzelf een
ondergeschikte tegenover Jezus, als tegenover een superieur die de macht heeft
om te bevelen en om die bevelen ook tot uitvoering te kunnen laten komen. Met
een enkel woord, zo gelooft hij, kan Jezus gebieden. Alleen maar één woord, één
enkel woord hoeft Hij maar te zeggen en dan gebeurt wat er in het Oude Verbond
in de belofte ook al gebeurde. Voor God is niets te moeilijk! Geen ongelovig
lachen bij wat God belooft, maar achter zijn machtige arm zijn goede hart zien.
Je gelooft in de goedheid van God, in zijn liefde, en dat brengt mee, dat je
gelooft in zijn macht.
Wij
geloven in God die liefde is en die de macht heeft om wat Hij in zijn liefde
heeft besloten ook tot uitvoering te brengen. Is dat niet wat wij in de eucharistie
vieren? Liefde geeft daar de toon aan en Hij heeft de macht om te doen wat Hij
in zijn liefde heeft besloten. Hij laat brood en wijn worden tot het Lichaam en
Bloed van Christus, én een nog veel groter wonder: Hij verandert mensen die
betrokken zijn op zichzelf tot mensen die betrokken zijn op de ander, op God en
op de naasten.
Jezus riep de menigte samen met de
leerlingen
bij zich en zei: 'Wie mijn volgeling wil zijn, moet
zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen
en zo achter mij aan komen. Want ieder die zijn
leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie
zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie,
zal het behouden.'
Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. -- Efeziers 2:10
'Er is nooit iemand
opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de
Mensenzoon.
Deze moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang
omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft.
Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat
iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te
vellen, maar om de wereld door Hem te redden.'
Wees barmhartig
zoals jullie Vader barmhartig is.
Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan
zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan
zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en
overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen
gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.
Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen. -- Psalmen 91:11-12
Toen Jezus eens aan de oever van het Meer van Gennesaret stond
en het volk zich om Hem verdrong om naar het woord van God te luisteren, zag
Hij twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit
gestapt, ze waren bezig de netten te spoelen.
Hij stapte in een van de boten, die van Simon was, en vroeg hem een eindje van
het land weg te varen; Hij ging zitten en gaf de menigte onderricht vanuit de
boot.
Toen Hij was opgehouden met spreken, zei Hij tegen Simon: Vaar naar diep water
en gooi jullie netten uit om vis te vangen.
Simon antwoordde: Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets
gevangen. Maar als U het zegt, zal ik de netten uitwerpen.
En toen ze dat gedaan hadden, zwom er zon enorme school vissen in de netten
dat die dreigden te scheuren. Ze gebaarden naar de mannen in de andere boot dat
die hen moesten komen helpen; nadat dezen bij hen waren gekomen, vulden ze de
beide boten met zo veel vis dat ze bijna zonken.
Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: Ga
weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.
Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme
hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; zo verging het ook Jakobus en Johannes,
de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten.
Jezus zei tegen Simon: Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen.
En nadat ze de boten aan land hadden gebracht, lieten ze alles achter en
volgden Hem.
Wij kunnen de
Heer ontmoeten in tekenen. Eén van deze tekenen is het apostolaat. De apostelen
kunnen zwoegen en werken, maar dikwijls zonder merkbaar resultaat. Op een teken
van de Heer wierpen zij hun netten uit. En het lukte. Zo geeft Christus
stuwkracht aan alwie Hem volgt.
Geloven kunnen we moeilijk wanneer we ons laten
drijven op de wind van onze lust, op de stroming van genot en eigenzin, door
onze zeilen gewoon naar de wind te zetten.
We hebben iemand nodig die ons zegt: 'Vaar naar diep water'. Durf je
netten daar uit te werpen. Gooi het met je leven over een andere boeg. We
hebben een gids nodig, een loods, een compas waar we gelovig op aansturen:
Jezus.
Jezus koos als zijn eerste leerlingen mensen van de
zee en van het strand, mensen zoals wij, met haken en ogen, met stormschade en
met breekbare netten. Hij roept ons om te luisteren naar zijn Woord, om zijn
Boodschap te beminnen, om ons te schenken aan Hem.
Na het verlaten
van de synagoge ging Jezus naar het huis van Simon. Simons schoonmoeder had
hoge koorts, en ze vroegen Hem om haar te helpen.
Hij boog zich over haar heen en sprak de koorts bestraffend toe. Die verliet
haar, en meteen stond ze op en begon voor hen te zorgen.
Toen de zon was ondergegaan, brachten de mensen al hun zieken naar Hem toe, aan
welke kwaal ze ook leden. Hij legde hun een voor een de hand op en genas hen.
Hij dreef ook veel demonen uit, die schreeuwden: Jij bent de Zoon van God!
Hij sprak hen bestraffend toe en verbood hun iets te zeggen; ze wisten immers
dat Hij de messias was.
Bij het aanbreken van de dag vertrok Hij en ging naar een eenzame plaats. De
mensen gingen Hem zoeken, en toen ze Hem gevonden hadden probeerden ze Hem
ervan te weerhouden bij hen weg te gaan. Maar Hij zei tegen hen: Ook in de
andere steden moet Ik het goede nieuws over het koninkrijk van God brengen, want
daarvoor ben Ik gezonden.
En Hij maakte dat goede nieuws bekend in de synagogen van Judea.
De mensen wilden Jezus, de
wonderdoener, vasthouden voor zichzelf. De genezingen die Hij verrichtte gaven
daar schijnbaar aanleiding toe. Maar Jezus was gekomen voor alle mensen en niet
slechts voor een kleine groep.
Simons schoonmoeder had hoge koorts, en ze vroegen Jezus om haar te helpen.
Hij boog zich over haar heen en sprak de koorts bestraffend toe. Die verliet
haar, en meteen stond ze op en begon voor hen te zorgen.
Meteen
stond ze op en begon voor hen te zorgen...
Wie geraakt wordt door de Heer, wie door Hem genezen wordt staat op, bij de
schoonmoeder van Petrus letterlijk, maar ook in het hart. Zij mocht bij wijze
van spreken al even proeven van de genade van Jezus' opstanding die korte tijd
later zou plaatsvinden.
Zo
is het ook met ons. Wanneer wij ons laten raken door Jezus, ons laten genezen
door Hem, maakt Jezus ons deelgenoot van zijn opstanding, deelgenoot van zijn
verrijzenisvreugde en -vrede waarvan we drager worden en als het goed is ook
uitdrager.
Wanneer
we biddend terugblikken op ons leven zullen we zeker momenten bespeuren waarin
we ons aangeraakt wisten door de Heer, op welke wijze ook. Het is goed dat we
deze momenten her-inneren, ze een plaats geven in ons innerlijk, opdat ze een
blijvende bron mogen zijn van genade, een bron van levengevend water waar Jezus
zelf de oorzaak van is.
We kunnen deze genade ook wegduwen, ze wegdringen naar ons onderbewuste, waar
haar vlammetje langzaam maar zeker uitdooft en alle kracht verliest. Dat zou
jammer zijn.
Wanneer Jezus ons aanraakt is dat altijd met de bedoeling dat we innerlijk
zouden opstaan, verenigd met Hem kijkend naar de Vader van wie alle genade
komt. In Hem zal Jezus ons ja-woord tot de Vader bezielen met de liefde van de
heilige Geest opdat het in waarheid mag gezegd worden en vruchten mag afwerpen
die haar oorsprong vinden in God zelf.
Laten
we de Heer in ons leven her-inneren. Dat dit ons blij en dankbaar mag stemmen.
Dat de her-innering ons mag doen opstaan, het Pasen uitdragend naar allen die
God op ons levenspad brengt.
Simons
schoonmoeder, zo lezen we, begon nadat ze opstond voor hen te zorgen. Zo mooi.
Laten we niet opstaan en zomaar wat rondkijken. Laten we zorgend gaan leven,
met zorg voor elkaar: thuis, op school, op het werk, in de buurt, naar de armen
toe, naar hen die geen licht meer zien,...
Laat
ons opstaan en Paasmensen worden: vanuit Gods vrede zorg dragen voor onze
samenleving.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….